32. Mijn geest bevrijd

Door Mibu, Spanje

Als de mens in zijn leven gereinigd wil worden en veranderingen in zijn gezindheid tot stand wil brengen, als hij een zinvol leven wil leiden en zijn plicht als schepsel wil vervullen, dan moet hij de tuchtiging en het oordeel van God aanvaarden en moet hij niet toestaan dat Gods discipline en Gods harde hand van hem wijken, zodat hij zichzelf kan bevrijden van de manipulatie en invloed van Satan en in het licht van God kan leven. Weet dat Gods tuchtiging en oordeel het licht is en het licht van de redding van de mens en dat er geen betere zegen, genade of bescherming voor de mens is(‘Gods tuchtiging en oordeel is het licht van de redding van de mens’ in ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’). Deze passage uit Gods woorden herinnert me aan een ervaring die ik enkele jaren geleden had.

In oktober 2016, werd een muziekvideo met zang en dans online gezet waarvoor ik had geholpen met de choreografie. De broeders en zusters vonden hem erg goed, en stelden voor dat ik het dansteam van de kerk zou leiden. Ik was opgetogen en bad in stilte tot God dat ik deze plicht zeker goed zou uitvoeren en meer video’s zou produceren om van Hem getuigenis te geven. Al gauw kwam werk voor het dansteam op gang. Broeders en zusters keken echt tegen me op en vroegen me om hulp als ze dansproblemen hadden. Dat streelde mijn ijdelheid, en ik dacht dat ik een onmisbaar talent in de kerk was. Al gauw regelde de kerkleidster dat zuster Ye met me kwam samenwerken. Daar was ik heel blij me, want ik dacht: zuster Ye heeft ook professionele danservaring en blinkt uit in andere dansstijlen dan ik. We kunnen elkaar aanvullen en zullen onze plicht zeker goed doen. Na een tijdje maakten we ons op om een muziekvideo op te nemen, en zuster Ye’s ideeën voor de choreografie waren meer ontwikkeld en verstandiger dan die van mij. De broeders en zusters vonden ze allemaal erg goed. Ik was er niet erg blij mee en dacht: wat zullen de anderen van mij denken? Zullen ze denken dat ik niet kan tippen aan zuster Ye? Zal ik nog een belangrijke rol in het team kunnen spelen als ze me overtreft? Het stoorde me vooral als ik zag dat anderen met zuster Ye gingen praten als ze een probleem hadden. Ik had de leiding, maar ze gingen naar haar als ze problemen hadden. Betekende dat niet dat ze beter was dan ik? Ik wilde niet door haar worden overtroffen, en moest in ons volgende programma goed voor de dag komen, zodat iedereen zag dat ik net zo goed was als zij.

Later verdeelden zuster Ye en ik onze taken om het werk beter aan te kunnen. Ik had de leiding bij een muziekvideo, terwijl zij de leiding had bij een theaterproductie. Daar was ik stiekem blij om. Toen we samenwerkten, voelde ik me overtroffen, en ik vond dat ik die kans moest aangrijpen om iedereen te laten zien dat ik capabeler was. Ik stak extra tijd in research en choreografie, zodat ik geweldig werk kon doen voor de muziekvideo, maar toen ik zag dat zuster Ye bijna klaar was met haar dansproductie terwijl ik mijn choreografie nog niet eens af had, was ik enorm gespannen. Om het tempo op te voeren en de kwaliteit te verbeteren, eiste ik tijdens de repetities veel van broeders en zusters. Zo berispte ik een keer een broeder op vinnige toon toen ik hem een paar dansbewegingen verkeerd zag doen, uit vrees dat als hij niet goed danste, het programma eronder zou lijden en ik zuster Ye niet voorbij zou streven. Voor de opnamen zei een broeder dat er niet genoeg werd gedanst in de intro. Ik vond dat hij gelijk had, maar ik wist niet wat ik eraan toe kon voegen. Hij stelde voor dat ik het met zuster Ye zou bespreken. Daar was ik helemaal niet blij mee. Zou ik niet minder capabel lijken dan zij als ik op zo’n kritiek moment met haar ging praten? Als zuster Ye erbij werd betrokken, wie zou dan de eer krijgen? Ik had er zoveel tijd en energie in gestoken en stond op het punt het eindproduct af te ronden. Ik ging het haar echt niet vragen. Ik zei: “Laten we niet verstrikt raken in die kleine details. Als het op film staat, kunnen we kijken hoe het is geworden.” De leidster bekeek later de muziekvideo en zei dat hij niet voldeed aan de standaard om getuigenis te geven van God en dat het over moest. Ik was zo van streek toen ik dat hoorde. Het was als een dolkstoot in mijn hart. Ik dacht: nu ben ik echt vernederd. De anderen zullen nu zien wat ik werkelijk ben. Ze zullen zeker denken dat ik niet zo goed ben als zuster Ye en dat ik mijn werk niet aankan. Hoe kan ik voortaan nog een vaste positie in het team houden? Ik kon enkele dagen lang alleen nog maar denken aan mijn aanzien en status. Ik kon ‘s nachts niet slapen, dutte in tijdens bijeenkomsten en deed mijn plicht halfhartig.

Op een dag kwam mijn leidster met me communiceren. Toen ze zag dat ik totaal geen zelfkennis had, stelde ze me aan de kaak en behandelde ze me. Ze zei dat ik jaloers was op het talent van iemand anders om mijn eigen naam en positie te beschermen, dat ik helemaal niet aan het werk van de kerk had gedacht en egoïstisch en verachtelijk was. Ze zei dat ik echt over mezelf moest nadenken en ze las me deze passage uit Gods woorden voor: “Zodra positie, aanzien of reputatie ter sprake komen, springt ieders hart verwachtingsvol op en wil ieder van jullie opvallen, beroemd zijn en erkend worden. Niemand is bereid zich te onderwerpen, maar iedereen wil in plaats daarvan wedijveren – zelfs al is wedijveren gênant en verboden in Gods huis. Maar zonder rivaliteit ben je nog steeds niet tevreden. Wanneer je iemand ziet opvallen, krijg je een gevoel van jaloezie en haat en dat het niet eerlijk is. ‘Waarom kan ik niet opvallen? Waarom mag die persoon altijd opvallen, en kom ik nooit aan de beurt?’ Je voelt je dan wat verontwaardigd. Je probeert het te onderdrukken, maar dat mislukt. Je bidt tot God en dan voel je je even beter. Maar zodra je later weer op zo’n situatie stuit, kom je er niet overheen. Wordt hierdoor niet een onvolwassen gestalte getoond? Is het geen val dat mensen in een dergelijke gesteldheid vervallen? Dit zijn de ketenen van Satans verdorven natuur die de mensen binden. […] Anders zul je, hoe meer je worstelt, des te meer omringd worden door duisternis, en des te meer jaloezie en haat voelen, en zal je verlangen om te krijgen alleen maar sterker worden. Hoe sterker je verlangen om te krijgen wordt des te minder ben je ertoe in staat. En naarmate je minder krijgt, neemt je haat toe. Naarmate je haat groeit, wordt het donkerder bij je binnen. Hoe donkerder je van binnen bent, des te slechter voer je je plicht uit en hoe slechter je je taak vervult, des te minder bruikbaar ben je. Dit is een onderling verbonden, vicieuze cirkel. Als je je plicht nooit goed kunt vervullen, zul je geleidelijk worden geëlimineerd(‘Geef je ware hart aan God, en je kunt waarheid verkrijgen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Deze woorden van God kwamen hard aan. Wat God openbaarde, was exact mijn eigen gesteldheid. Ik was voortdurend jaloers geweest op zuster Ye’s kwaliteiten en worstelde om aanzien en gewin. Ik was zo verachtelijk voor God. Ik dacht terug aan hoe ik al die tijd jaloers was geweest sinds zuster Ye bij het team was gekomen en ik had gezien hoe bedreven ze was. Ik was bang geweest dat de anderen tegen haar zouden opkijken en op mij zouden neerkijken en dat mijn positie in gevaar zou komen. Ik begon haar heimelijk te bestrijden en probeerde manieren te bedenken om me te bewijzen. Toen ik zag dat de choreografie van haar dansprogramma sneller vorderde dan die van mezelf, eiste ik overdreven veel van broeders en zusters, zodat ik niet achterop zou raken. Het was heel duidelijk dat er dingen waren die zuster Ye en ik hadden moeten bespreken, maar ik bedacht uitvluchten om haar erbuiten te houden uit angst dat ze alle eer zou opstrijken. Daardoor werden bepaalde dingen niet op tijd afgehandeld, en zelfs nadat broeders en zusters er al die tijd en energie in hadden gestoken, bleek het niet goed genoeg om als getuigenis voor God te dienen. Toen de kerkleidster regelde dat zuster Ye met me zou samenwerken in mijn plicht, was dat om onze verschillende sterke punten te kunnen inbrengen en dansen goed te choreograferen om te getuigen van God. Maar ik hield totaal geen rekening met Gods wil. Ik streefde voortdurend naar aanzien en gewin en hinderde het werk van de kerk. Ik had alleen maar kwaad gedaan en me tegen God verzet. Die gedachte maakte me een beetje bang en ik was vol spijt. Ik bad tot God en wilde niet langer jaloers zijn op het succes van anderen of streven naar aanzien en gewin. Ik wilde berouw tonen aan God, goed samenwerken met zuster Ye en eensgezind onze plicht doen.

In de choreografieën waaraan we daarna samenwerkten, werd mijn houding wat beter. Er waren momenten dat ik nog jaloers op haar was, maar ik wist dat ik moest opkomen voor het werk van de kerk en niet voor mijn eigen belangen. Ik verzaakte bewust het vlees, cijferde mezelf weg, en dacht aan hoe ik kon samenwerken met mijn zuster om het programma te verbeteren. Als we op problemen of moeilijkheden stuitten, communiceerden we vaak samen. We spraken meteen openhartig als we verdorvenheid vertoonden en zochten samen de waarheid om het te verhelpen. Daarna zag ik Gods leiding en zegen en de choreografie voor de dans was heel snel klaar. Ik voelde ook de gemoedsrust en opluchting die je krijgt als je de waarheid praktiseert.

Enkele maanden later werkten zuster Ye en ik weer samen om een theateroptreden te plannen. In het begin ging alles heel snel, en de anderen vonden de manier waarop we de dansen choreografeerden goed. Ik was heel tevreden met mezelf. Op een dag vroeg de leidster hoe het ging met de choreografie, en ik antwoordde vrolijk: “We vorderen geweldig.” Toen zei een zuster: “Zuster Ye heeft geweldige ideeën en de algemene structuur is ook vrij goed.” Ik was geërgerd en dacht: waarom zeg je dat? Nu weet iedereen dat de ideeën voor de dans van zuster Ye zijn, en ze zullen denken dat ik niet zo goed ben als zij. Ik moet iets bedenken om zelf iets te presteren, want wat zullen de leidster en de broeders en zusters anders van me denken? Op een keer bedacht ik tijdens de choreografie een nieuwe, acrobatische beweging. Opgetogen dacht ik: ik ben erg goed in acrobatiek. Als we dit goed repeteren, zal het niet alleen de dans opfleuren, maar zal ook iedereen mijn sterke punten zien. Dan zal iedereen tegen me opkijken. Maar toen ik de volgende dag die beweging aan de broeders en zusters leerde, zeiden ze dat het tempo te hoog was, dat het te moeilijk was. Een zuster waarschuwde me die avond: “Met die beweging kan iemand zich makkelijk verwonden. Ik vind dat we hem niet moeten oefenen.” Ik vreesde dat ze hem zouden vervangen door een andere beweging. Hoe zou ik dan afsteken tegen zuster Ye als het zover was? Ik spoorde iedereen aan om het nog een paar keer te oefenen, en gaf het pas op toen meerdere zusters waren gevallen en zich hadden bezeerd. Ik was van streek en schaamde me, dus ik bood het team mijn excuses aan en paste de beweging aan, maar ik dacht in het licht daarvan nog niet na over mezelf. Binnen de kortste keren zouden de opnamen beginnen. Zuster Ye en ik deden allebei mee aan de voorstelling. Tijdens het filmen vond ik dat ik niet goed had gedanst terwijl ik in beeld was, en ik vroeg de regisseur om het meerdere keren over te doen. Later zag ik dat bijna alle opnamen van zuster Ye en face waren, maar mijn enige close-up was van opzij. Ik was teleurgesteld. Bij de volgende opnamen kon ik geen glimlach opbrengen en ik danste lusteloos. Het was een obsessie om beter te dansen dan zuster Ye. Ik had de moed niet om de dansscènes te bekijken die ik moest controleren, en het kon me niet schelen of de voorstelling getuigenis gaf voor God of niet. Toen de video uitkwam, zei iedereen dat het dansen te stijf en te geremd was, en niet alleen niet goed genoeg was om te getuigen van God, maar beschamend was voor God. Later zei de leidster dat ik verstrikt was geweest in een gesteldheid van streven naar aanzien en gewin en niets had bereikt in mijn plicht. En dus onthief ze me van mijn verantwoordelijke positie. Ik was zo van streek. Eerst had ik alleen mijn plicht goed willen doen en God willen behagen, maar omdat ik werkte voor mijn eigen egoïstische doelen, konden mijn programma’s niet getuigen voor God en waren ze zelfs beschamend voor Hem. Dat was een overtreding. Ik had mijn kans verspeeld om door de danskunst mijn plicht te doen. Ik huilde heel lang.

Daarna dacht ik steeds weer: ik weet heel goed dat vechten om aanzien en gewin niet goed is, dus waarom kan ik me het niet laten om steeds weer die dingen na te jagen? Wat is de ware reden? Toen ik op een keer mijn godsdienstoefeningen deed, las ik deze woorden van God: “Dus Satan gebruikt roem en winst om de gedachten van de mens te beheersen, totdat mensen alleen nog aan roem en winst kunnen denken. Ze vechten voor roem en winst, lijden ontberingen voor roem en winst, ondergaan vernedering voor roem en winst, offeren alles wat ze hebben op voor roem en winst, en ze zullen enig oordeel vellen of enige beslissing nemen omwille van roem en winst. Op deze manier ketent Satan de mensen met onzichtbare boeien, en mensen hebben de kracht noch de moed om ze af te werpen. Zonder het door te hebben, dragen ze deze ketenen en sjokken ze met grote moeite steeds verder. Omwille van deze roem en winst mijdt de mens God en verraadt hij Hem, en wordt de mens steeds slechter. Daardoor wordt de ene generatie na de andere op deze manier vernietigd te midden van de roem en winst van Satan. Als we nu kijken naar de daden van Satan, zijn zijn sinistere motieven niet totaal verfoeilijk? Misschien kunnen jullie vandaag nog steeds Satans sinistere motieven niet doorzien, omdat jullie denken dat men niet kan leven zonder roem en winst. Jullie denken dat wanneer mensen roem en winst achter zich laten, ze niet langer de weg vooruit kunnen zien, niet langer in staat zijn om hun doelen te zien, dat hun toekomst donker, grauw en somber zal worden. Maar langzamerhand zullen jullie op een dag allemaal merken dat roem en winst monsterlijke boeien zijn die Satan gebruikt om de mens te ketenen. Wanneer die dag komt, zul je grondig Satans beheersing over je weerstaan en je volledig verzetten tegen de boeien die Satan gebruikt om je te ketenen. Wanneer de tijd komt waarop je alle dingen die Satan je heeft ingeprent wenst af te werpen, dan zul je volledig met Satan breken en ook werkelijk walgen van alles wat Satan je heeft gebracht. Alleen dan zal de mensheid echte liefde voor en echt verlangen naar God hebben(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke VI). Gods woorden openbaarden Satans tactiek en kwade bedoelingen met het verderven van de mensheid. Hij gebruikt roem en gewin om mensen te verderven en te beheersen zodat ze steeds meer ontaard en verdorven worden en zelfs slechte dingen doen en God weerstaan. Ik was sinds ik klein was opgevoed en beïnvloed door Satan. ‘Je moet je voorouders eer bewijzen’ en ‘Een man laat een nalatenschap achter zoals een gans de echo van zijn roep’. Deze satanische denkbeelden waren diep in me geworteld. In welke groep ik ook was, ik wilde uitzonderlijk zijn en worden bewonderd en geprezen. Als ik iemand zag die uitblonk, werd ik jaloers. Ik probeerde van alles te bedenken om beter te zijn, worstelde altijd om aanzien en gewin en voelde me ellendig door Satans listen. Ook werd mijn gezindheid steeds arroganter en boosaardiger. Achteraf gezien wilde ik zuster Ye in de choreografie overtreffen met mijn technische kwaliteiten, maar het kon me niet schelen of de dansers het fysiek aankonden, zodat meerdere zusters zich verwondden tijdens de repetities. Toen we filmopnamen maakten, wilde ik mijn enige close-up gebruiken om te laten zien dat ik beter was dan zuster Ye, dus toen ik mijn dansbewegingen in de opname niet perfect genoeg vond, liet ik de regisseur het vaak overdoen, zodat ik het werk ophield. En toen ik ten slotte zag dat alleen de zijkant van mijn gezicht erop stond terwijl bijna alle opnamen van zuster Ye en face waren, was ik vervuld van wrok, leefde ik in een gesteldheid van negativiteit en verzet, en had ik niet de moed om goed te dansen om getuigenis te geven van God. Daardoor was mijn dansen beschamend voor God. Mijn choreografie was niet om getuigenis te geven van God, maar om indruk te maken. Mijn gevecht om aanzien en gewin had het werk van de kerk ernstig gehinderd en mijn broeders en zusters schade berokkend. Mijn gedrag was zo walgelijk, zo verachtelijk voor God. Toen dacht ik aan deze woorden van God: “Dit ‘slechte pad’ verwijst niet naar een handvol slechte daden, maar naar de slechte bron achter het gedrag van mensen(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke II). Door Gods woorden besefte ik dat ik niet ontheven was van mijn plicht omdat ik een paar slechte dingen had gedaan. Het was gebeurd omdat de oorsprong, het startpunt van mijn daden en de weg waarop ik was allemaal slecht waren. Sinds zuster Ye met me samenwerkte, was ik jaloers op haar geweest en had ik gevochten voor mijn belangen. Ik had mijn eigen zin gedaan. Ik had slechte dingen gedaan en me verzet tegen God. Ik raakte vervuld van angst. Ik zag in dat streven naar aanzien en status een weg van verzet tegen God was, en dat als ik geen berouw zou tonen ik ten slotte zou worden geëlimineerd en gestraft. Ik had zo vreselijk veel spijt. Ik huilde bittere tranen en bad tot God: “O, God. Ik ben ontheven van mijn plicht. Dit is uw rechtvaardige gezindheid die aan me wordt geopenbaard en het is uw bescherming voor mij. Dank u dat u deze situatie heeft geregeld om me tegen te houden op mijn slechte pad. Ik wil u berouw tonen.”

De dagen daarop preekte ik het evangelie in de kerk, terwijl ik me ook wijdde aan godsdienstoefeningen en zelfreflectie. Telkens als ik dacht aan de streken die ik in mijn plicht had uitgehaald voor aanzien en gewin, voelde ik alleen maar wroeging. Ik haatte mezelf dat ik de kans die God me in het dansteam had gegeven niet had gekoesterd. Als ik naar die muziekvideo’s keek, wilde ik zo graag teruggaan en opnieuw beginnen, maar ik wist dat dat onmogelijk was. Ik kon alleen ijverig mijn evangelieplicht uitvoeren om mijn overtredingen goed te maken. Tot mijn verbazing liet de kerkleidster me al een maand later weer deelnemen aan het dansteam. Ik was zo geroerd door dit nieuws dat ik mijn tranen niet kon bedwingen, en ik besloot om deze kans echt te koesteren, niet meer naar aanzien en gewin te streven, goed samen te werken met broeders en zusters en mijn plicht goed te doen om Gods liefde te vergoeden.

Nadat ik weer bij ons team was gekomen, zei zuster Ye tijdens een repetitie dat een dansbeweging die ik broeders en zusters leerde niet standaard was. Ik schaamde me erg op dat moment en dacht: hoe kun je me zo bekritiseren waar de anderen bij zijn? Nu zullen ze zeker denken dat ik niet van jouw niveau ben. Ze mogen niet op me neerkijken. Ik ben ook een professional, weet je, en ik heb gezien dat jouw dansbewegingen ook niet perfect zijn. Ik wilde de bewegingen schrappen die ze had gechoreografeerd. Toen besefte ik dat ik weer aan mijn eigen aanzien en gewin dacht, dus ik bad tot God in mijn hart. Na mijn gebed dacht ik aan deze woorden van God: “Hoe belangrijker een moment is, hoe beter mensen in staat zijn zich te onderwerpen en hun eigenbelang, hun ijdelheid en trots los te laten, en hun plichten naar behoren te vervullen, en alleen dan zal God Zich hen herinneren. Dat zijn allemaal goede daden! Wat is, los van wat mensen doen, belangrijker: hun ijdelheid en trots, of Gods glorie? (Gods glorie.) Wat is belangrijker: je verantwoordelijkheden of je eigenbelang? Het vervullen van je verantwoordelijkheden is het belangrijkst, daar ben je vanuit je plicht aan gebonden. […] Je moet voorrang geven aan je eigen plicht, aan de wil van God, aan het getuigen voor Hem, en aan je eigen verantwoordelijkheden. Dit is een geweldige manier om te getuigen, en het maakt Satan te schande(‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Er ging een lichtje bij me op. Stelde God me niet op de proef met deze situatie? Als er een conflict is tussen mijn persoonlijke belangen en die van Gods huis, moet ik me erop richten om aan Gods wil te voldoen en de waarheid te praktiseren om Satan te vernederen. Toen ik gekalmeerd was en erover nadacht, zag ik in dat ik hun de beweging niet goed had geleerd. Zuster Ye was een beetje direct geweest en dat was gênant voor me, maar ze had gelijk en ik wist dat ik haar suggestie moest accepteren. Nadat ik mezelf had weggecijferd en mijn motieven had gecorrigeerd, voltooiden zuster Yen en ik de choreografie heel snel. Ik kreeg een gevoel van gemoedsrust en kalmte door zo mijn plicht te doen.

Die ervaring liet me echt zien dat Gods oordeel en tuchtiging Zijn liefde en redding voor mij zijn. Gods oordeel en tuchtiging schudden me wakker en lieten me de essentie en gevaarlijke gevolgen zien van het streven naar aanzien en gewin. Zo werden mijn verkeerde gezichtspunten gecorrigeerd. Ik begon te streven naar de waarheid, met beide benen op de grond mijn plicht te doen en een menselijke gelijkenis na te leven.

Vorige: 31. Ik hou me aan mijn plicht

Volgende: 33. De ketenen van roem en winst

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger