19. Een laag kaliber is geen excuus
In het verleden was het zo dat elke keer dat ik bij het uitvoeren van mijn taak tegen wat moeilijkheden aanliep of mijn werk slecht deed, ik dacht dat dit kwam omdat mijn kaliber te laag was. Als gevolg daarvan leefde ik vaak in een negatieve, passieve gesteldheid. Ik gebruikte vaak mijn lage kaliber als een excuus om plichten die ik moeilijk vond op anderen af te schuiven, en had het gevoel dat daar niets mis mee was, dat ik hart had voor het kerkelijk werk wanneer ik andere mensen vroeg om iets te doen omdat mijn kaliber laag was en ik het niet goed kon uitvoeren. Het was uitsluitend te danken aan het lezen van de woorden van God dat ik deze foutieve mening opgaf en me realiseerde dat de manier waarop ik dingen zag werd gekleurd door mijn eigen opvattingen en voorstellingen. Ik leerde ook iets over mijn eigen verdorven gezindheid.
Op een dag vroeg een leider ons een brief te schrijven om een zuster te steunen. De zuster waarmee ik samenwerkte was druk met iets anders bezig en vroeg dus of ik het kon doen. Ik begon snel excuses te maken: “Mijn kaliber is te laag. Ik ben slecht in het schrijven en bewerken van tekst. Het is veel beter dat jij het doet.” Zo schoof ik automatisch alles wat lastig was door naar mijn partner. Even later zei ze me: “Vanaf het moment dat we elkaar hebben ontmoet, heb je gezegd dat je kaliber laag is. Maar nu ik hier een paar dagen ben geweest, heb ik gezien dat je altijd een aantal problemen weet te vinden in het werk. Ik denk niet dat je kaliber zo slecht is, maar wanneer je bij het uitvoeren van je plicht met een probleem wordt geconfronteerd, zeg je altijd dat je kaliber laag is, en soms schuif je je plicht zelfs door naar iemand anders. Ik weet niet wat je beweegreden is om altijd maar weer te zeuren over hoe laag je kaliber is – bij mij komt het over alsof je je aanstelt!” Toen ik dit hoorde, stond ik sprakeloos maar vulde mijn hart zich met antipathie: Wanneer ik zeg dat mijn kaliber laag is, vertel ik de waarheid. Je kent de feiten niet en je hebt me niet goed begrepen. Na afloop piekerde ik over de vraag waarom de zuster dit had gezegd. Ik loog niet toen ik zei dat mijn kaliber laag was – hoe kon ze dan zeggen dat ik andere beweegreden had? Ik kon er gewoon niet uitkomen in mijn hart.
Op een keer, tijdens een bijeenkomst met medewerkers, vertelde ik de andere broeders en zusters openhartig over mijn verwarring. Ik somde één voor één de redenen op waarom ik dacht dat mijn kaliber laag was: Ik typte bijvoorbeeld langzaam en mijn schrijfstijl was niet al te goed. Wanneer ik met mijn partner aan teksten werkte, deed zij het grootste deel van het typen en bewerken, en wanneer zij het werk van de kerk behandelde, vond zij de problemen heel snel, terwijl ik langzamer was, enzovoorts. Na mijn communicatie te hebben aangehoord sprak onze leider broeder Liu: “Zuster, baseren we ons op deze dingen om te meten of iemands kaliber hoog of laag is? Is dat in overeenstemming met de waarheid? Komt het overeen met Gods wil? We weten allemaal dat mensen in de wereld veel waarde hechten aan talent en intelligentie. Iemand die snel van begrip, welbespraakt en bekwaam in het aanpakken van de zaken van de wereld is, is iemand met een hoog kaliber, terwijl iemand die moeizaam spreekt, onwetend is en weinig onderwijs heeft genoten wordt beschouwd als iemand zonder kaliber. Dit is de manier waarop de ongelovigen het zien. Wij die in God geloven zouden bij het beschouwen van de dingen uit moeten gaan van de woorden van God. Hebben we in deze kwestie Gods wil gezocht? Op welke basis meet God of het kaliber van mensen hoog of laag is? En wat betekent hoog en laag kaliber eigenlijk?” Ik schudde mijn hoofd en broeder Liu ging door met zijn communicatie: “Laten we een passage uit Gods woorden lezen: ‘Hoe meten we het kaliber van mensen? De meest accurate manier is om hun kaliber te meten op basis van de mate waarin ze de waarheid begrijpen. Er zijn mensen die een bepaald specialisme heel snel begrijpen, maar wanneer ze de waarheid horen, raken ze in de war, doezelen ze weg, raken ze verbijsterd, dringt niets van wat ze horen tot ze door en begrijpen ze niet wat ze horen – dat is wat laag kaliber is. Wanneer je sommige mensen vertelt dat ze van laag kaliber zijn, zijn ze het daar niet mee eens. Ze denken dat hoogopgeleid zijn en kennis bezitten betekent dat ze van hoog kaliber zijn. Demonstreert een goede opleiding geen hoog kaliber? Dat doet het niet. Het kaliber van mensen wordt gemeten op basis van de mate waarin ze Gods woorden en de waarheid begrijpen. Dit is de meest gebruikelijke, meest accurate manier om het te doen. Het heeft geen zin om te proberen iemands kaliber met andere middelen te meten. Sommige mensen zijn goed van de tongriem gesneden en snel van begrip, en ze kunnen echt goed opschieten met anderen – maar wanneer ze Gods woorden lezen en naar preken luisteren, begrijpen ze niets. Wanneer ze getuigenis afleggen van hun ervaringen, ontmaskeren ze zichzelf als amateurs en iedereen kan aanvoelen dat ze geen geestelijk begrip hebben. Dit zijn geen mensen van hoog kaliber” (‘Het begrijpen van de waarheid is cruciaal voor het op correcte wijze vervullen van je plicht’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Uit deze communicatie maken we op dat of iemands kaliber hoog of laag is afhangt van zijn vermogen Gods woorden te begrijpen. Dit is niet wat de ongelovigen bedoelen wanneer ze zeggen dat iemand kaliber heeft of begaafd en intelligent is. Mensen van goed kaliber begrijpen Gods wil wanneer ze Zijn woorden hebben gelezen, ze kunnen een pad van beoefening vinden en de waarheid binnengaan, en zijn ook in staat te oefenen overeenkomstig met hetgeen God vraagt. Aan de andere kant zijn er ook mensen die heel intelligent overkomen en heel goed zijn in het aanpakken van zaken van de buitenwereld – maar die volkomen in de war raken wanneer ze geconfronteerd worden met de waarheden van Gods woorden. Van zulke mensen kan niet gezegd worden dat ze van hoog kaliber zijn. Het heeft er veel weg van dat sommige deskundige, opgeleide mensen, die van de buitenkant begaafd en intelligent lijken, toch niet in staat zijn de waarheden van Gods woorden te begrijpen. Sommigen van hen houden er zelfs een belachelijk perspectief op de dingen op na. En dus duiden zaken als hoogopgeleid, snel van begrip en capabel niet op een hoog kaliber, noch zijn dit de normen waarnaar iemands kaliber wordt afgemeten. Het belangrijkste is of mensen de geest begrijpen, of ze in staat zijn om de waarheid te bevatten. We kunnen niet op onze eigen opvattingen en voorstelling vertrouwen om te bepalen of iemands kaliber hoog of laag is!” Toen ik dit hoorde, zag ik plotseling het licht: het bleek dat mijn overtuigingen niets anders dan mijn eigen opvattingen en voorstellingen waren – ze kwamen niet overeen met de waarheid.
Vervolgens vond een zuster twee passages uit Gods woorden en vroeg me ze voor te lezen. Gods woord zegt: “Hoe God mensen behandelt, hangt niet af van hoe oud ze zijn, in wat voor omgeving ze zijn geboren of van hoe getalenteerd ze zijn. Hij behandelt mensen juist op basis van hun houding ten opzichte van de waarheid, en deze houding heeft met hun gezindheid te maken. Als je een juiste houding hebt ten aanzien van de waarheid, een houding van aanvaarding en nederigheid, dan zal God je ondanks je lage kaliber verlichten en toestaan iets te winnen. Als je van hoog kaliber maar altijd arrogant bent, steeds denkt dat jij gelijk hebt en niet bereid bent te accepteren wat iemand anders zegt en daar altijd weerstand aan biedt, dan zal God niet in jou werken. Hij zal zeggen dat deze persoon een slechte gezindheid heeft en het niet waard is om ook maar iets te ontvangen en Hij zal je zelfs afnemen wat je ooit had. Dit staat bekend als ontmaskerd worden” (‘Alleen door de waarheid in praktijk te brengen kan men normale menselijkheid hebben’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). “Als je serieus, verantwoordelijk, toegewijd en ijverig bent, wordt het werk goed gedaan. Soms heb je niet zo’n hart, en kun je geen fout vinden of ontdekken die overduidelijk is. Zou iemand zo’n hart hebben, dan zou hij met de herinnering en leiding van de Heilige Geest de kwestie kunnen identificeren. Maar als de Heilige Geest je heeft geleid en je zo'n bewustzijn heeft gegeven, waardoor je het gevoel krijgt dat er iets mis is, terwijl je niet zo'n hart had, dan zou je nog steeds niet in staat zijn om het probleem te identificeren. Dus, wat laat dit zien? Samenwerking tussen mensen is heel belangrijk, het hart van de mensen is heel belangrijk, en het is heel belangrijk waar ze hun gedachten en ideeën op richten. Wat betreft hun bedoelingen en hoeveel moeite ze doen bij de uitvoering van hun plichten, God bekijkt alles kritisch en ziet het. Het is van wezenlijk belang dat mensen hun hele hart en al hun kracht geven aan wat ze doen. En hun medewerking is ook cruciaal. Proberen geen spijt te hebben over de plichten die je hebt afgerond en over je handelingen in het verleden en op een punt te komen waar je God niets schuldig bent − dat is wat er wordt bedoeld met je hele hart en al je kracht geven” (‘Hoe je het probleem van achteloosheid en nonchalance bij de uitvoering van je plicht kunt oplossen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Nadat ik Gods woorden las, zei de zuster: “Gods woorden tonen ons dat onze houding wanneer we onze plicht uitvoeren heel belangrijk is – ze is cruciaal. Als we de juiste mentaliteit hebben, als we ons met hart en ziel inzetten bij het uitvoeren van onze plicht, zal God het zien en zal Hij ons behandelen overeenkomstig onze houding tegenover onze plicht. Zelfs als we van laag kaliber zijn zal God ons toch verlichten en leiden. Als we van goed kaliber zijn, maar niet de juiste mentaliteit hebben, en niet bereid zijn een prijs te betalen en met God samen te werken, of als we arrogant zijn en aan onszelf vasthouden, of alleen werken om roem en fortuin te vergaren, dan zullen we niet alleen onze plicht niet op de juiste wijze uitvoeren, maar zullen we ook door God worden verworpen. Dit is Gods rechtvaardigheid. Als we via de woorden van God naar de broeders en zusters om ons heen kijken, zien we dat sommige van normaal kaliber zijn maar over de juiste motivatie beschikken bij het uitvoeren van hun plicht. Wanneer ze tegen een probleem aanlopen nemen ze het initiatief de waarheid te zoeken, en focussen ze zich erop binnen te gaan in principes, en worden ze steeds effectiever bij het uitvoeren van hun plicht. Terwijl er ook sommige broeders en zusters zijn waarvan het ons voorkomt alsof ze van bijzonder hoog kaliber zijn en een zuiver begrip van Gods woorden hebben. Ze zijn echter verwaand en zelfvoldaan, luisteren niet naar het advies van andere mensen, en eisen Gods glorie op als ze af en toe een klein succesje behalen bij het uitvoeren van hun plicht. Ze pronken met elke kans die ze kregen en strijden voor winst en roem. Sommigen verstoren het werk van de kerk en wordt het recht ontnomen hun plicht uit te voeren. Sommigen worden antichristen nadat ze veel slechte daden hebben begaan en worden uit de kerk verbannen. Deze feiten tonen ons dat de vraag of het kaliber van een mens hoog of laag is niet bepaalt of hij door God wordt geprezen. Wat essentieel is of hij de waarheid nastreeft of niet en of hij zijn plichten doet met heel zijn hart en verstand.”
Vervolgens putten de broeders en zusters uit hun eigen ervaringen om te praten over de gevaren en gevolgen van het zichzelf definiëren op basis van eigen opvattingen en voorstellingen. Pas toen begreep ik hoe dom het was de waarheid niet te begrijpen. Ik had de waarheid niet gezocht, maar in plaats daarvan mezelf, uitgaande van mijn opvattingen en voorstellingen, gedefinieerd als iemand van laag kaliber, iets wat zover ging dat ik moeilijke plichten doorschoof naar andere mensen. Ik probeerde mezelf niet te verbeteren, noch vertrouwde ik op God of betaalde ik werkelijk een prijs om door deze barrières heen te breken. Dit leidde ertoe dat ik zelfs niet in staat was plichten uit te voeren waarvoor ik wel capabel was. Ik was niet alleen niet in staat werkelijk te trainen of te groeien in de waarheid en het leven, maar het beïnvloedde ook rechtstreeks mijn effectiviteit in het uitvoeren van mijn plicht. Ik dacht eraan hoe snel de zuster waarmee ik samenwerkte problemen kon opsporen. Hoewel dit verband hield met haar inherente kaliber, was het belangrijker dat ze vanwege haar gewetensvolle en verantwoordelijke houding tegenover haar plicht, werkelijk op God kon vertrouwen en problemen direct onder ogen kon zien wanneer ze ze tegenkwam. Pas dan werd ze verlicht en geïllumineerd door de Heilige Geest. Aan de andere kant probeerde ik de problemen die ik tegenkwam te vermijden en gebruikte mijn lage kaliber als excuus om er vanaf te komen. Ik vertrouwde niet op God en probeerde het probleem niet op te lossen door de relevante waarheid te zoeken, wat betekende dat ik het werk van de Heilige Geest niet kon verwerven. Hieruit werd me duidelijk dat God eerlijk en rechtvaardig is tegenover iedereen. Door middel van communicatie erkende ik ook dat God dingen van ons vraagt op basis van waar we toe in staat zijn. Hij legt de lat niet te hoog. Ik moet zelf het goede doen. In plaats van aandacht te schenken aan mijn kaliber, zou ik me er alleen op moeten focussen al mijn energie te steken in het uitvoeren van mijn plicht. Ik zou de principes van de waarheid moeten zoeken en overdenken, moeten leren van de sterke punten van anderen, naar het advies van andere mensen moeten luisteren en dat moeten integreren in wat ik werkelijk beoefen – na verloop van tijd zou ik er dan zeker van profiteren en groeien.
Na afloop echode de kritiek van de zuster na in mijn oren: “Ik weet niet wat je beweegreden is om altijd maar te zeuren over hoe laag je kaliber is.” Ze had gelijk – ik was er altijd snel bij om te zeggen dat ik van laag kaliber was. Welke beweegredenen en verdorven gezindheid controleerden me in het geheim?
Op een dag las ik Gods woorden: “Je moet jezelf zorgvuldig onderzoeken om te zien of je een correcte persoon bent. Worden je doelen en voornemens gevormd met mij in gedachten? Worden al je woorden en handelingen gezegd en gedaan in mijn aanwezigheid? Ik onderzoek al je gedachten en ideeën. Voel je je niet schuldig? Je toont anderen een valse façade en je neemt kalm een houding van zelfgenoegzaamheid aan; dit doe je om jezelf te beschermen. Je doet dit om je kwaadaardigheid te verbergen en je bedenkt zelfs manieren om die kwaadaardigheid op iemand anders af te schuiven. Wat leeft er een verraderlijkheid in je hart!” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 13). Nadat ik Gods woorden had gelezen, begon ik over mezelf na te denken: wanneer ik voor een plicht stond die ik nooit eerder had gedaan, was het eerste wat ik deed andere broeders en zusters te vertellen dat ik van zo’n laag kaliber was, omdat ik bang was dat ze zouden zeggen dat ze geen hoge pet van me ophadden wanneer ik mijn plicht slecht uitvoerde. Ik deed het omwille van mijn eigen trots en status. De implicatie was dat het niet mijn fout was als ik het slecht doe. Het was niet omdat ik niet mijn uiterste best had gedaan, maar omdat het mijn kaliber te boven ging. Elke keer dat ik een moeilijkheid tegenkwam bij het uitvoeren van mijn plicht, vermeed ik rechtstreeks de confrontatie met de moeilijkheid aan te gaan omdat ik niet bereid was ervoor te lijden en een prijs te betalen. Ik was ook bang voor verantwoordelijkheid. Ik gebruikte dus gewoon mijn lage kaliber als excuus om mijn plichten op iemand anders af te schuiven en hen te laten denken dat ik verstandig was en zelfkennis had. Bijna elke keer dat ik het moeilijk had, een prijs moest betalen of wat verantwoordelijkheid moest dragen, deed ik een stap terug. In feite leefde ik naar de satanische, onpersoonlijke filosofie van ‘houd je stil om jezelf te beschermen en streef er alleen maar na niet de schuld te krijgen’. Dat leek best wel slim – mijn eigen dubbelhartige middelen gebruiken om verantwoordelijkheid te ontlopen – maar in werkelijkheid liet ik vele mogelijkheden schieten de waarheid te zoeken en te begrijpen. In werkelijkheid is het kaliber dat God ieder van ons geeft voldoende. Ik had echter niet al mijn hart en energie gebruikt op basis van waar ik toe in staat was met de bedoeling het werk van de Heilige Geest te verwerven en mijn plicht goed te doen. In plaats daarvan had ik altijd mijn lage kaliber gebruikt als excuus om de waarheid niet te beoefenen en om God te proberen een rad voor ogen te draaien en te bedriegen. Was dit niet heel listig, heel kwaadaardig? En hoe kon ik aldus door God worden geleid?
Gods woorden zeggen: “Ik waardeer de mensen enorm die niet achterdochtig zijn jegens anderen en ik mag ook degenen die openstaan voor de waarheid graag. Voor deze twee categorieën mensen zorg ik goed, want in mijn ogen zijn zij eerlijke mensen” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe je de God op aarde kunt leren kennen). “Verder naar de volgende regel: ‘Mijn kaliber is weliswaar laag, maar ik heb een eerlijk hart.’ De meeste mensen voelen zich goed als ze dit horen, nietwaar? Dit heeft betrekking op Gods eisen aan de mens. Welke eisen? Als het kaliber van mensen tekortschiet, is dat niet het einde van de wereld. Maar ze moeten wel een eerlijk hart hebben en zo zullen ze in staat zijn Gods lof te ontvangen. Wat je situatie ook is, je moet een eerlijk mens zijn, eerlijk spreken, eerlijk optreden, met heel je hart en geest je plicht kunnen vervullen en trouw zijn en je moet je niet onttrekken aan je werk, sluw of bedrieglijk of geslepen zijn, slimmer proberen te zijn dan anderen of om de dingen heen draaien. Je moet een mens zijn die de waarheid liefheeft en nastreeft. [...] Jij zegt: ‘Mijn kaliber is weliswaar laag, maar ik ben eerlijk van hart.’ Als je een plicht toebedeeld krijgt, ben je echter bang om te lijden of dat je, als je hem niet goed vervul, de verantwoordelijkheid zult moeten dragen, zodat je een smoes verzint om je te drukken. Is dat de uitdrukking van een eerlijk mens? Duidelijk niet. Hoe dient een eerlijk mens zich dan te gedragen? Hij moet aanvaarden en gehoorzamen en zich dan tot het uiterste toewijden aan het uitvoeren van zijn plichten en ernaar streven aan Gods wil te voldoen. Dit wordt op verschillende manieren tot uitdrukking gebracht. Eén manier is dat je je plicht in alle eerlijkheid dient te aanvaarden, niet aan iets anders moet denken, en er niet halfhartig over zijn. Ga niet intrigeren voor je eigen voordeel. Dit is een uitdrukking van eerlijkheid. Een andere manier is om er al je kracht en je hele hart aan te wenden. Je zegt: ‘Meer kan ik niet doen. Ik zal dit alles inbrengen en stel alles geheel in dienst van God.’ Is dat soms geen uitdrukking van eerlijkheid? Je stelt alles wat je hebt en alles wat je kunt in dienst van God − dat is een uitdrukking van eerlijkheid” (‘Alleen door een eerlijk mens te zijn kun je echt gelukkig zijn’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Gods woorden boden me een pad om te oefenen: Het maakt God niets uit of het kaliber van een mens hoog of laag is. De essentiële vraag is of hij een hart heeft dat oprecht is, of hij de waarheid kan aanvaarden en de waarheid in de praktijk kan brengen. Hoewel mijn kaliber laag is, en ik een beetje langzaam ben in het begrijpen van de waarheid en soms doctrine volg – als mijn hart eerlijk is en ik tijdens het uitvoeren van mijn plicht continu de waarheid nastreef om mijn verdorven gezindheid op te lossen, als ik er alles aan doe uit te voeren wat God vraagt, dan zal ik Gods leiding en zegeningen ontvangen en zal ik gaandeweg de waarheid leren begrijpen. Als ik de waarheid binnenga zal ik mijn tekortkomingen die samenhangen met mijn lage kaliber kunnen compenseren en zal ik steeds beter worden in het begrijpen en zien van dingen. Na Gods wil te hebben begrepen, begon ik op God te vertrouwen om beter te worden bij het uitvoeren van mijn plicht. Ik schoof niet langer de dingen die niet duidelijk voor me waren, die ik niet begreep, op andere mensen af, maar probeerde zo goed mogelijk een oplossing te vinden en ze zelf uit te werken. God zij dank! Toen ik oefende zoals God het vroeg, was ik ook in staat de problemen in mijn plicht te ontdekken – en hoewel het nog steeds af en toe voorkwam dat complexe kwesties onduidelijk voor me bleven, werden ze me, door met de broeders en zusters naar de principes van de waarheid te zoeken, gaandeweg duidelijk en voelde ik me lichter en vrijer wanneer ik mijn plicht uitvoerde.
Dankzij het ervaren van de situatie die God voor me had gecreëerd, verwierf ik enige kennis van mijn verdorvenheid en tekortkomingen, en werd ik me ervan bewust hoe ik kwesties die te maken hadden met mijn kaliber het hoofd kon bieden. Wanneer ik in het verleden mijn plichten uitvoerde, richtte ik me niet op het zoeken van de waarheid, noch probeerde ik mijn verdorven gezindheid aan te pakken. Ik zag de dingen altijd vanuit mijn eigen opvattingen en voorstellingen, wat ertoe leidde dat ik me vaak kleiner voordeed en ik probeerde me aan dingen te onttrekken door te zeggen dat mijn kaliber laag was. De uitvoering van mijn plicht was vaak heel oppervlakkig, ik hield het werk van de kerk op en leed in mijn eigen leven verlies. Nu begrijp ik dat het kaliber van een ieder door God is voorbestemd en deel is van Gods glorieuze bedoelingen. Ik zou me niet moeten laten beperken door de vraag of mijn kaliber hoog of laag is. In de toekomst wil ik proberen de waarheid in alle dingen te zoeken, principieel te handelen en een eerlijk mens te zijn om God tevreden te stellen.