Door Weimo, China

Mijn ouders brachten me groot in het katholieke geloof en toen ik opgroeide, werd ik priester. Later werd de kerk steeds ellendiger. Bisschoppen en priesters gaven zich voortdurend over aan wedijver en machtsstrijd, en monniken en nonnen waren altijd jaloers en kibbelden met elkaar. Een van onze suffragaanbisschoppen werd kwaad omdat zijn wijding niet werd uitgevoerd door de diocesane bisschop, en hij spande samen met andere priesters en zei dat de diocesane bisschop het geld van de kerk uitgaf aan auto’s en appartementen, en was toegetreden tot de Drie-Zelf Kerk en uit zijn ambt gezet moest worden. Ze vochten zelfs met parochianen die hem steunden. Deze voorbeelden van jaloezie en haat werden steeds ernstiger en door de strijd tussen priesters raakte de hele kerk verdeeld in partijen. Ik vond het weerzinwekkend om ze zo te zien vechten om status. Het leek geen kerk meer, maar was net zo duister als de seculiere wereld. De diocesane bisschop begon me buiten te sluiten omdat ik niet bij de Drie-Zelf Kerk wilde. Hij benoemde een priester tot mijn assistent, maar zijn bedoeling was om hem mijn positie te laten innemen. Die priester stookte de parochianen op om me buiten te sluiten en al gauw was de kerk verdeeld in twee kampen, en staken allerlei conflicten de kop op. Ik wilde er niets mee te maken en diende mijn ontslag in bij de bisschop. Ik verliet die kerk vol haat en conflicten en ging bij een andere in de bergen, samen met een aantal monniken en nonnen.

Ik dacht dat de leden eenvoudig en bescheiden waren en dat de situatie daar zonder zoveel machtsstrijd beter zou zijn. Maar tot mijn verbazing was het in die kerk net zo ellendig. Het geloof van de parochianen was halfslachtig, ze zondigden lichtzinnig en hielden zich niet aan de geboden. Ze waren oneerlijk, schreeuwden altijd tegen mensen en raakten in conflict. Er kwamen voortdurend ongelovigen om bij mij klachten tegen ze in te dienen. Dat waren problemen die ik niet kon oplossen. Ik voelde me geestelijk opgedroogd en had niets nieuws te vertellen in mijn preken.

Net toen ik me verloren, ellendig en hulpeloos voelde, getuigden pastoor Liu en diaken Zhang tegen me van het werk van de laatste dagen van Almachtige God en zeiden dat de Heer Jezus is teruggekeerd. Het was echt een schok voor me om dat te horen. Ik durfde het niet helemaal te geloven, maar ik durfde het ook niet helemaal af te wijzen. Ik dacht dat de laatste dagen waren gekomen en dat de kerk was verstoken van licht en het werk van de Heilige Geest. We zondigden overdag, biechtten ’s nachts en konden Gods woorden niet in praktijk brengen. Ik voelde me voortdurend onbehaaglijk en zelfs een beetje bang, en had het gevoel dat er iets vreselijks gebeurde. Ik verlangde naar de dag dat de Heer zou terugkeren en ons zou redden van die duisternis en ellende. Dus toen ze getuigden dat de Heer Jezus is teruggekeerd, hoopte ik vertwijfeld dat het waar was, maar ik durfde het niet helemaal te geloven. Ik popelde om meer te weten over deze terugkeer van de Heer Jezus, dus ik vroeg die twee broeders om me meer te vertellen. Ze communiceerden veel met me en lazen wat uit de woorden van Almachtige God, waaronder een passage die diepe indruk op me maakte. Almachtige God zegt: “Na het werk van Jehova, is Jezus vlees geworden om Zijn werk onder de mensen te verrichten. Zijn werk stond niet op zichzelf, maar bouwde voort op het werk van Jehova. Het was het werk van een nieuw tijdperk: God had het Tijdperk van de Wet afgesloten. Zo zette God Zijn werk, nadat het werk van Jezus was voleindigd, voort in het tijdperk dat daarna kwam omdat het hele management van God voortdurend verder gaat. Als het oude tijdperk verstrijkt, wordt dit vervangen door een nieuw tijdperk en nadat het oude werk is voltooid zal een nieuw werk het management van God voortzetten. Deze vleeswording is de tweede vleeswording van God, die volgt op de voltooiing van Jezus’ werk. Natuurlijk staat deze vleeswording niet op zichzelf: het is de derde fase in het werk na het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade. Elke nieuwe fase in het werk van God brengt altijd een nieuw begin en een nieuw tijdperk met zich mee. Er vinden dus ook bijbehorende veranderingen plaats in de gezindheid van God, in Zijn werkwijze, in de plaats van Zijn werk en in Zijn Naam. Het is dan ook geen wonder dat de mens het werk van God in het nieuwe tijdperk moeilijk kan aanvaarden. Maar hoe Hij ook wordt tegengewerkt door de mens, toch doet God altijd Zijn werk en leidt Hij de gehele mensheid verder. Toen Jezus in de wereld kwam, bracht Hij het Tijdperk van Genade en maakte Hij een einde aan het Tijdperk van de Wet. In de laatste dagen werd God nogmaals vlees. Toen Hij dit keer vlees werd, maakte Hij een einde aan het Tijdperk van Genade en bracht Hij het Tijdperk van het Koninkrijk. Allen die de tweede vleeswording van God aanvaarden, worden in het Tijdperk van het Koninkrijk ingeleid en kunnen de leiding van God persoonlijk aanvaarden. Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens; Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus het zondoffer werd en de zonden van de mens droeg, maar ook dat God zelfs nog groter werk deed om de mens volledig te verlossen van zijn satanisch verdorven gezindheid. En zo, nu de zonden van de mens zijn vergeven, is God teruggekeerd naar het vlees om de mens het nieuwe tijdperk binnen te leiden, en is Hij het werk van tuchtiging en oordeel begonnen. Dit werk heeft de mens een hoger rijk binnengebracht. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en rijkere zegeningen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en ze zullen de waarheid, de weg en het leven verkrijgen” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord). Toen communiceerden ze nog veel meer met me. Ik hoorde dat het werk van God voortdurend verdergaat, dat de Heer Jezus het werk van de verlossing heeft gedaan, dat door geloof in de Heer onze zonden worden vergeven, maar dat onze zondige natuur op die manier niet wordt weggenomen, zodat we in een cyclus leven van overdag zondigen en ’s nachts belijden en nog steeds gebonden zijn door zonde. Om mensen volledig te redden van de zonde en Satans krachten, moet God nog een fase van Zijn werk doen en waarheden uitdrukken om ons te oordelen en te reinigen. Dat is de manier om onze zondige natuur en verdorven gezindheid weg te nemen, zodat we kunnen ontsnappen aan de zonde, worden gereinigd en Gods koninkrijk binnengaan. De religieuze wereld is het werk van de Heilige Geest lang geleden kwijtgeraakt. Om de leiding van de Geest en het voedsel van de waarheid te krijgen moeten we de waarheden aanvaarden die God uitdrukt in Zijn werk van de laatste dagen en Zijn voetstappen bijhouden. Dat is de enige manier om te groeien in het leven. Ik heb daarna vaak Het Woord verschijnt in het vlees gelezen. Ik kon er niet genoeg van krijgen, mijn hart werd aangetrokken door Gods woorden. Ik bleef elke nacht tot een uur of 2 op om het te lezen. Na een tijdje was ik ervan overtuigd dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is en ik aanvaardde met plezier Gods werk van de laatste dagen. Ik nam de broeders en zusters die het evangelie van Almachtige God deelden mee naar mijn kerk om te helpen om de parochianen die ware gelovigen waren voor God te brengen. We kwamen bijeen en lazen samen de woorden van Almachtige God en vonden elke dag nieuwe verlichting. Het voelde zo voedzaam en prettig. We woonden het bruiloftsmaal van het Lam bij.

Een heleboel bisschoppen en priesters uit de streek probeerden me tegen te houden. De eerste was bisschop Zhao, die zei: “Ik hoorde dat je bent toegetreden tot Bliksem uit het oosten. Je hebt zoiets belangrijks niet met mij besproken en hebt veel parochianen meegenomen. Dat is verraad van de Heer. Als Hij terugkeert zal Hij zich zeker eerst aan ons bisschoppen openbaren. Hoe zou ik het niet kunnen weten als Hij echt terugkeerde? Geef het op en kom terug. Ik weet dat je in een afgelegen gebied zit en dat het leven zwaar is. Als je terugkomt, vinden we wel iets op je problemen en behoeften.” Hij zei ook allerlei dingen waarmee hij Almachtige God belasterde en afwees. Ik was alleen verrast. Hij was bisschop en had vaak gezegd dat de Heer gauw zou terugkeren, en dat we parochianen moesten laten bidden en oplettend zijn om de Heer te verwelkomen. Maar nu de Heer was teruggekeerd, wilde hij het niet onderzoeken en was hij zelfs lasterlijk en afwijzend. Hij was absoluut geen echte gelovige. Ik bleef het evangelie verspreiden en trok me niets van hem aan.

Toen kwam bisschop Wang met nog iemand en zei, een en al glimlach: “Bisschop Zhao heeft me gevraagd je over te halen om hem thuis te bezoeken. Hij maakt zich ongelooflijk veel zorgen om je welzijn, en is bang dat je de verkeerde weg kiest.” Ik was heel geërgerd toen ik hem dat hoorde zeggen. Ze trokken zich niets aan van parochianen die het moeilijk hadden, maar waren verontwaardigd over mijn geloof in Almachtige God. Dit was duidelijk een poging om me te beletten om Gods werk van de laatste dagen te aanvaarden. Ik zei tegen hem: “U bent er allemaal op gebrand om me van mijn geloof af te houden. De kerken zijn al jaren verlaten zonder het werk van de Heilige Geest. Het geloof van broeders en zusters bekoelt en ze zitten in een cyclus van zondigen en biechten. Ik heb gebiecht tot God, maar ben gebonden door zonde en ik heb echt geleden. Ik leerde van de woorden van Almachtige God dat ons geloof in God ons vergeving brengt, maar geen zuivering. Als onze zondige natuur niet wordt weggenomen, zullen we nooit ontsnappen aan de boeien van de zonde. De Heer is teruggekeerd in de laatste dagen, drukt waarheden uit en doet het werk van het oordeel om de wortel van de zondigheid van de mensheid weg te nemen, zodat we kunnen worden verlost van de zonde. De woorden van Almachtige God laten me de manier zien om te worden gezuiverd en volledig te worden gered, en nadat ik het heb onderzocht, twijfel ik niet dat Almachtige God de teruggekeerde Heer is. Ik zal mijn geloof niet opgeven, wat u ook zegt.” En bisschop Wang zei: “Het klopt dat de kerk het werk van de Heilige Geest en de aanwezigheid van de God kwijt is, maar dat is tijdelijk en het is God die ons op de proef stelt. Als we maar sterk blijven tot het eind, zullen we een grote revival van de kerk beleven. Als je iedereen meeneemt naar Bliksem uit het oosten, zal de kerk leeg zijn. Hoe kunnen we dan een revival hebben? De Heer staat op het punt om terug te keren, maar heeft dat nog niet gedaan. Denk je echt dat Hij zich niet aan de paus zou openbaren als Hij terugkeert? God gaf Petrus de sleutel van het koninkrijk en Petrus gaf hem aan de paus die hem opvolgde. In het katholicisme is de paus de top en bevinden de bisschoppen en congregaties zich daaronder. Al deze geestelijken worden benoemd door God, dus als de Heer al was teruggekeerd zou Hij het ons zeker eerst hebben verteld. Aangezien de paus en bisschoppen niet over de terugkeer van de Heer hebben gehoord, moet dit nieuws absoluut onjuist zijn. Als je naar Bliksem uit het oosten gaat zonder toestemming van de paus of bisschoppen, is dat dan geen apostasie?” Ik dacht er vroeger ook zo over, maar ik vroeg er specifiek naar toen ik het werk van Almachtige God onderzocht. Bisschop Wang zei dat de Heer Zijn terugkeer eerst aan Hem zou openbaren, maar ik wist dat de Heer Jezus dat nooit had gezegd en dat het niet in de Bijbel stond. Om Zijn terugkeer te verwelkomen, moeten we afgaan op de woorden van de Heer zelf. De Heer zei: “Zie, ik sta aan de poort en klop. Als iemand mijn stem zal horen en de deur voor mij opent, zal ik bij hem binnengaan en met hem eten, en hij met mij” (Openbaring 3:20). “Ik heb jullie nog veel dingen te zeggen: maar die kunnen jullie nu niet verdragen. Maar wanneer Hij, de Geest van de waarheid, gekomen is, zal Hij jullie alle waarheid leren” (Johannes 16:12-13). Gods woorden zijn volkomen duidelijk. Hij zal meer woorden spreken en ons de waarheid vertellen als Hij komt, en alleen als we Zijn stem horen en Gods waarheden aanvaarden, kunnen we de Heer verwelkomen. De Heer Jezus zei: “Mijn schapen horen mijn stem: ik ken hen en zij volgen mij” (Johannes 10:27). Discipelen zoals Petrus en Mattheüs die de Heer volgden luisterden allemaal naar wat Hij predikte, en beseften toen pas dat Hij de Messias was op wie ze hadden gewacht. En de Heer beslist of we tot Zijn kudde behoren afhankelijk van of we Zijn stem horen. Daarom de sleutel tot het onderzoeken naar de ware weg, luisteren naar de stem van de Heer en dat gebruiken om Hem te herkennen en te aanvaarden. Dat is het enige waarop we kunnen vertrouwen. En in Openbaring staat tal van keren: “Hij die oren heeft, laat hem horen wat de Geest tot de kerken zegt” (Openbaring hoofdstukken 3:6). De Heer openbaart het niet eerst aan religieuze leiders en bisschoppen als Hij komt in de laatste dagen, maar Hij spreekt direct tot de gemeenten en laat Zijn stem horen. Almachtige God heeft zoveel waarheden uitgedrukt en zoveel mysteries van de Bijbel ontsluierd. Hiermee wordt iets vervuld wat de Heer Jezus zei: “Maar wanneer Hij, de Geest van de waarheid, gekomen is, zal Hij jullie alle waarheid leren. Want Hij zal niet over Zichzelf spreken; maar alle dingen die Hem ter ore zullen komen, zal Hij spreken; en de dingen die zullen komen zal Hij jullie tonen” (Johannes 16:13). Uit de woorden van de Heer bleek duidelijk dat zij die Zijn stem horen en Hem volgen Zijn schapen zijn, en dat zij de enigen zijn die de Heer kunnen verwelkomen. Dus ik wees bisschop Wang terecht en zei: “U beweert dat de paus en bisschoppen het eerst van de terugkeer van de Heer moeten weten. Maar berust dat op het woord van de Heer? De Heer Jezus heeft nooit zoiets gezegd en God de Vader of de Heilige Geest evenmin. Zoiets staat niet in de Bijbel. Dus is wat u zegt niet slechts een menselijke opvatting? Om de Heer te verwelkomen moeten we de woorden van de Heer zelf volgen, niet onze eigen opvattingen en fantasieën. In het Oude Testament staat dat de jongen Samuel Jahwe diende in aanwezigheid van Eli. Volgens menselijke opvattingen had Jahwes openbaring eerst aan Eli moeten worden gegeven, maar dat is niet wat Jahwe deed. Hij riep het kind Samuel vier keer om hem Zijn wil te vertellen. En toen de Heer Jezus kwam, openbaarde Hij het niet aan de hogepriesters en schriftgeleerden, maar verscheen Hij aan de herders en vertelde ze over de geboorte van de Heer Jezus. De Heer werkt duidelijk niet overeenkomstig menselijke opvattingen. Hoelang mensen ook gelovig zijn, of wat hun status ook is, zolang ze bereid zijn hun opvattingen los te laten, nederig te zoeken en naar Gods stem te luisteren, kunnen ze getuige zijn van Gods verschijning. De Heer is gekomen in de laatste dagen en heeft waarheden uitgedrukt en het werk van het oordeel gedaan. Hij hoeft niemand om zijn mening te vragen of het aan iemand in het bijzonder te vertellen. Dit is het werk van God zelf waar geen mens zich mee kan bemoeien. Iedereen die in opstand komt zal slechts Gods gezindheid beledigen, net als de schriftgeleerden en farizeeën die vasthielden aan hun eigen opvattingen tegen de Heer Jezus en Hem aan het kruis lieten nagelen. Ze begingen een vreselijke zonde en werden verdoemd en gestraft door God. Is dat geen bittere les waarover we zouden moeten nadenken?”

Hij antwoordde heel kwaad: “Je hebt wel lef, dat je durft in te gaan tegen de paus. Je weet dat priester Liu uit de kerk is gezet nadat hij bij Bliksem uit het oosten was gegaan. Leden van de kerk wezen hem af en zelfs zijn familie was ertegen. Hij gaf zijn priesterschap op en weigerde een auto en geld. Vind je niet dat dat een probleem is?” Dat de katholieke kerk het werk van de Heilige Geest echt niet had en dat de bisschop de mond vol had van geld, status en genot, net als een ongelovige. Was dat nou God dienen? En dus, hoezeer ze me ook probeerden tegen te houden, was ik vastbesloten om Almachtige God te volgen. Ik zei: “In de Bijbel staat: ‘We moeten God gehoorzamen in plaats van mensen’ (Handelingen 5:29). Ik gehoorzaam alleen de woorden van God, niet die van de mens. Zet die gedachte uit uw hoofd en probeer me geen raad meer te geven.” Hij vertrok woedend toen hij zag dat ik niet naar hem wilde luisteren.

Daarna bleven bisschop Zhao en bisschop Wang komen om me tegen te houden. Ze zeiden: “Priester Wei, je kunt niet zo gewetenloos zijn. Om je te helpen om priester te worden hebben bisschoppen en andere priesters de gevangenis geriskeerd om je te beschermen en een hoge prijs betaald om je te helpen met je tienjarige opleiding om preken te houden. We hebben je eten en drinken gegeven. Je ouders hebben hard gewerkt, zodat je eerder priester kon worden, maar nu dank je ze gewoon af met je Bliksem uit het oosten. Kun je de bisschoppen en priesters nog in de ogen kijken? Kun je je ouders nog in de ogen kijken? Geef dat geloof op en kom terug bij ons. We wachten op je.” Ik was hevig in verwarring toen ze die dingen zeiden. Ik dacht aan al die jaren dat de bisschoppen voor me hadden gezorgd. Ze hadden echt veel gedaan. De politie had jarenlang achter me aan gezeten en de bisschoppen hadden alles gedaan om mijn veiligheid te garanderen. Mijn familie was arm en de bisschoppen zorgden voor me. Ik was bang dat het gewetenloos van me zou zijn als ik niet naar ze luisterde. Maar ik wist dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is en kon Hem niet de rug toe keren. En dus bad ik: “O God, ik voel me zwak. Geef me geloof en kracht zodat invloeden van buitenaf me niet doen wankelen. Ik wil u volgen tot het eind.” Toen sloeg ik Het Woord verschijnt in het vlees open en zag deze passage: “Vanaf het moment dat je huilend ter wereld komt, begin je je taak te vervullen. Voor Gods plan en voor Gods ordening neem je je rol aan en begin je aan je levensreis. Wat je achtergrond ook is, of wat de reis die voor je ligt ook is, niemand kan ontkomen aan de orkestraties en de regelingen van de Hemel en niemand is meester over zijn eigen lot. Alleen Hij, die regeert over alle dingen is tot dergelijk werk in staat. Vanaf de dag dat de mens is ontstaan, heeft God steeds zo gewerkt: het beheren van het universum, het bepalen van de regels der verandering voor alle dingen en de baan waarin zij zich bewegen. Net als alle dingen, wordt de mens rustig en onbewust gevoed door de zoetheid en de regen en dauw van God. Net als alle dingen, leeft de mens onbewust onder de orkestratie van Gods hand” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens). Ik herinnerde me ook dat de Heer Jezus zei: “Zie de vogels van de lucht, want ze zaaien noch maaien, noch verzamelen in schuren: en jullie hemelse Vader voedt hen. Zijn jullie niet veel meer waard dan zij?” (Matteüs 6:26). God zorgt voor de vogels in de lucht. Dus denk eens aan de mensen. Ik was geschapen door God en Hij gaf me mijn leven. Mijn eten, mijn kleren, het is me allemaal gegeven door God. Dat de bisschop voor me zorgde, was dankzij Gods regelingen, en mijn kans om God te dienen als priester was ook bepaald door Hem en kwam door Zijn liefde. God zou Degene moeten zijn die ik bedankte. God verraden om de zogenaamde goedheid van iemand te vergoeden zou pas echt gewetenloos zijn. Ook waren die bisschoppen en priesters jaloers en belust op macht en begeerden ze de voordelen van status. De Heer is teruggekeerd, en ze weigerden niet alleen het te onderzoeken, maar beletten anderen om God te volgen en verspreidden zelfs leugens en godslastering. Was dat niet boosaardig? Hoe aardig ze ook leken, ze probeerden niet mensen voor de Heer te brengen om ze te helpen de Heer te leren kennen en waarheid en leven van Hem te krijgen. Ze wilden mensen alleen voor zichzelf brengen om zich te laten bewonderen en te laten volgen, wat mensen steeds verder af dreef van de Heer. Het herinnerde me aan iets wat de Heer zei tegen de farizeeën: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, want jullie sluiten het koninkrijk van de hemel voor mensen, omdat jullie het zelf niet binnengaan; en hen die het binnen willen gaan, beletten jullie de intrede. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars: omdat jullie de huizen van de weduwen verslinden onder het bidden van lange gebeden. Hierom jullie zullen een zwaarder oordeel ontvangen” (Matteüs 23:13-14). De bisschoppen en priesters hadden iedereen stevig in hun greep en beletten mensen om de terugkeer van de Heer te verwelkomen. Waren zij anders dan de schriftgeleerden en farizeeën? Waren zij niet de slechte dienaren die Gods werk van de laatste dagen ontmaskert? Rekening met hen houden zou echt verraad van de Heer zijn.

Later, toen geestelijken uit andere provincies over mijn geloof in Almachtige God hoorden, begonnen ze me te hinderen en lastig te vallen. Ze waren vol verwijten, aanvallen en veroordelingen en zeiden dat mijn geloof verraad van de Heer was, dat ik een verrader was en verdoemd moest worden. Het ergste was dat ze dingen verzonnen en de feiten verdraaiden om de De Kerk van Almachtige God zwart te maken en Almachtige God te belasteren. Bijna niemand liet me gewoon rustig uitspreken. Ik was kwaad. Ik dacht: hoe kunnen deze mensen die zogenaamd voor God werken zo zijn? Uit hun mond kwamen alleen veroordelingen en godslastering, zo haatdragend jegens God. Ik had een tijdje het gevoel dat iets mijn hart omklemde en ik kon geen rust vinden. Ik wist dat als ze me zo veroordeelden en afwezen hun parochianen me vast en zeker ook zo zouden behandelen en me waarschijnlijk overal waar ik kwam zouden beledigen. Dit was echt pijnlijk en teleurstellend voor me. Ik herinnerde me wat de Heer zei: “Gezegend zijn jullie wanneer ze jullie zullen belasteren, en jullie vervolgen, en valselijk allerlei kwaad tegen jullie inbrengen om mijnentwil” (Matteüs 5:11). God werd vlees en kwam op aarde om de mensheid te redden, en werd slecht behandeld door de religieuze wereld. Mensen zijn zo gewelddadig, zo boosaardig jegens God, en wie God volgt, zal zeker ook ten prooi vallen aan zulke laster, maar lijden voor rechtvaardigheid is gezegend en zinvol. Toen ik het zo bekeek, was ik niet bang om door anderen veroordeeld en afgewezen te worden. Laat ze me maar zo behandelen, maar om de kans te hebben om de Heer te verwelkomen, Gods woorden te lezen en van aangezicht tot aangezicht met God te staan, is de grootste zegen. God betekent alles voor me en als ik Hem heb, heb ik alles. Dat was echt een troost voor me en bracht me rust. In mijn oude kerk kreeg ik geen spiritueel voedsel, maar leefde ik in duisternis. Maar door Almachtige God te volgen kreeg ik het voedsel van de waarheid en kon ik redding zien aan de horizon. Het was alsof ik terugkeerde uit de dood. Ik had de weg van het eeuwige leven gevonden, en hoe de katholieke kerk me ook veroordeelde en afwees, ik zou Almachtige God volgen. Daarna las ik deze passage uit de woorden van Almachtige God. “Elke stap van het werk dat God in mensen verricht, lijkt van buitenaf op interacties tussen mensen, alsof het voortkomt uit menselijke bepalingen of menselijke interventie. Maar achter de schermen is elke stap van het werk en alles wat gebeurt een weddenschap van Satan bij God en moeten mensen rechtop blijven staan in hun getuigenis van God. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Job toen hij werd beproefd: achter de schermen ging Satan een weddenschap aan met God en wat er gebeurde met Job, waren daden van mensen en hun tussenkomst. Achter elke stap die God in jullie verricht, zit Satans weddenschap met God. Achter dit alles vindt er een strijd plaats” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen houden van God is werkelijk geloven in God). Toen ik dat las, begreep ik dat hun aanvallen op mij bij een spirituele strijd hoorden en een grote proef voor me waren. Ze gebruikten geld, macht en prestige om me te verleiden om God te verraden en vielen me aan toen ze hun zin niet kregen. Ze wilden me dwingen om mijn geloof in Almachtige God op te geven. Door te proberen me te beletten om God te volgen en Zijn redding te aanvaarden namen ze absoluut de rol van Satan op zich. Ik mocht niet in Satans listen trappen. Hoe meer de geestelijken me veroordeelden en verwierpen, hoe meer ik zag hoe ze eigenlijk de waarheid haatten en zicht tegen God verzetten. Niet een van hen streefde of verlangde naar Gods verschijning, of verwelkomde de komst van de Heer. Het waren allemaal ongelovigen, hedendaagse farizeeën die God tegenwerken.

Ik was echt verrast dat toen ik ’s morgens vroeg rond zonsopgang in gebed was in de kerk met enkele monniken en nonnen die Almachtige God net hadden aanvaard de priesters Wang en Li bij de kerk verschenen met een stel parochianen die meestal niet erg vroom waren, waarschijnlijk een stuk of 70, en ze allemaal het terrein van de kerk op stormden. Ze hadden een erg dreigende uitdrukking op hun gezicht en ik vermoedde dat ze geweld wilden gebruiken om broeders en zusters te beletten om de ware weg te vinden. Ik was een beetje bang en bad vlug tot God: “God, mijn gestalte is klein. Geef me geloof en kracht, zodat ik niet buig voor deze kwade religieuze krachten.” Na mijn gebed voelde ik me rustiger en niet meer zo bang. Ik liep heel kalm op ze af en zei: “Priester Wang, priester Li, waarom hebben jullie al deze mensen meegenomen?” Priester Wang zei tegen me: “Je hebt Bliksem uit het oosten aanvaard, en erger nog, je hebt er parochianen bij betrokken. De terugkeer van de Heer verwelkomen is geen kleinigheid, maar je ging heimelijk naar Bliksem uit het oosten zonder het met ons te bespreken. Je bent opstandig. Ben je de woorden van de Heer zelf vergeten? In de Bijbel staat: ‘Als dan iemand tegen jullie zal zeggen: Zie, hier is Christus, of daar, geloof hem niet. Want er zullen valse Christussen en valse profeten opstaan, en grote tekenen en wonderen laten zien, om (indien mogelijk) zelfs de uitverkorenen te bedriegen’ (Matteüs 24:23-24). Dus elk nieuws over de tweede incarnatie van de Heer is onwaar. Je bent misleid en hebt de Heer verraden. Je krijgt nog één laatste kans. Geef Bliksem uit het oosten op en breng de anderen terug in de kudde, dan kun je priester blijven.” Ik zei heel beslist: “Priester Wang, je kunt met me doen wat je wil, maar mensen beletten om de ware weg te onderzoeken, Gods stem te horen en de terugkeer van de Heer te verwelkomen is absoluut onaanvaardbaar. Het is waar dat er valse Christussen en valse profeten zijn in de laatste dagen, maar de Heer Jezus zei dat Hij absoluut zou terugkeren. We kunnen niet nalaten om de terugkeer van de Heer zelf te verwelkomen uit angst voor valse Christussen. Is dat niet in je eigen voet schieten? De Heer Jezus waarschuwde ons om op onze hoede te zijn voor valse Christussen, want zij kunnen de waarheid niet uitdrukken, maar zullen mensen misleiden met tekenen en wonderen. Alleen Christus in het vlees kan de waarheid uitdrukken, de mensheid leven schenken en ons de weg van de redding naar Gods koninkrijk wijzen. Christus is Gods Geest in de vorm van vlees en Hij bezit goddelijke essentie, dus alleen Hij kan de waarheid uitdrukken om mensen te voeden en te hoeden, alleen Hij kan Gods gezindheid uitdrukken en het werk om de mens te verlossen en te redden voltooien. Geen mens kan dat doen en geen mens kan dat nabootsen. Almachtige God is verschenen en werkt in de laatste dagen, ontsluiert de mysteries van Gods 6000-jarige managementplan en de incarnaties, en drukt alle waarheden uit die de mensheid zuiveren en volledig redden. Alleen God zelf kan al dat werk doen. Wie anders dan God kan de waarheid uitdrukken? Wie anders kan het werk van het oordeel in de laatste dagen doen? Wie anders kan de mensheid zuiveren en volledig redden? Geen mens kan dat. Dat Almachtige God zoveel waarheden uitdrukt bewijst volledig dat Hij de teruggekeerde Heer Jezus en Christus van de laatste dagen is.”

Priester Wang zei met opengesperde ogen: “Het kan ons niet schelen of je gelijk hebt. Je wil niet tot inkeer komen, maar klampt je vast aan Bliksem uit het oosten. De bisschoppen hebben ons opgedragen om je te waarschuwen om dat onmiddellijk op te geven en ons die boeken van Bliksem uit het oosten te geven.” Toen wees priester Li naar me en zei: “Lever ons de sleutels van de kerk en die priester van Bliksem uit het oosten uit.” Priester Wang beval de parochianen: “Doorzoek het gebouw en zoek al hun boeken van Bliksem uit het oosten. Ze kunnen hun geloof niet uitoefenen zonder die boeken.” Toen beval hij enkele van hen om me vast te houden en een diaken viel op zijn knieën voor me en schreeuwde: “Je kunt niet in Almachtige God geloven. Wat moeten we doen als je geen priester meer bent? Je moet ons de weg wijzen naar de hemel…” Ik kon niet van ze wegkomen. Ik kon alleen toekijken hoe ze het kerkterrein op renden met hun spaden en schoffels. Toen hoorde ik het geluid van brekende ramen en deuren. Ik was erg kwaad en bezorgd, want broeder Chen die het evangelie deelde, was binnen en het zou een probleem zijn als ze hem in handen kregen. De anderen wisten pas sinds kort van Almachtige Gods evangelie van de laatste dagen en hadden geen goede basis. Ik vreesde dat ze niet de kracht hadden om standvastig te zijn tegenover zo’n verstoring. Ze hadden al gauw praktisch elke ruimte in de kerk ondersteboven gehaald en ze hadden zelfs de tabernakel omgegooid. In het katholicisme is de tabernakel heilig en alleen priesters mogen hem aanraken. Ik zag dat die mensen veel te aanmatigend waren en geen eerbied voor God hadden. Maar ze gaven het nog niet op. Ze gingen naar de huizen van de kerkleden, intimideerden ze, verspreidden geruchten en bemachtigden de meeste van hun exemplaren van Gods woorden. Ze sloegen hem zo erg dat hij niet kon opstaan en zeiden zelfs dat ze hem naar de politie zouden brengen. Ik was woedend en zei: “Broeder Chen is een echte gelovige. Jullie mishandelen hem en dreigen zelfs hem naar de politie te brengen. Hebben jullie geen geweten? Zijn jullie gelovigen in God? God is rechtvaardig en elk kwaad dat tegen Hem wordt verricht zal zeker worden bestraft.” Ze leverden hem niet uit aan de politie toen ze dat hadden gehoord. Toen zei priester Wang tegen me: “Als geestelijken hebben we goede bedoelingen en ik hoop dat je dat begrijpt. Ga met me naar het huis van de bisschop.” Ik zei tegen hem: “Ik ga niet met je mee. Ik heb Gods stem gehoord en volg de voetstappen van het Lam. Ik blijf deze weg volgen.” Toen gingen ze kwaad weg. Die nacht kon ik niet in slaap komen. De gebeurtenissen van die dag speelden zich af in mijn hoofd als een film. Mijn gedachten waren verward en ik vroeg me af hoe bisschoppen en priesters die hun hele leven dienaren van de Heer waren het zo erg konden vinden dat we de ware weg onderzochten. Een kerk is een gebedshuis, maar ze hadden de moed om hem te vernielen, een broeder die het evangelie deelde te mishandelen en gelovigen hun boeken met Gods woorden af te nemen. Ze deinsden voor geen enkel kwaad terug. De priesters hadden banden met de overheid, dus ze konden me elk moment aangeven bij de politie. Ik had altijd geweigerd om bij de door de overheid geleide kerk te gaan, dus ik was de inspecteur van de Nationale Veiligheidsbrigade een doorn in het oog. Hij had me al vaker bedreigd, en had gezegd dat hij omdat ik niet bij de Drie-Zelf Kerk ging was bekritiseerd door het Gemeentebureau van Openbare Veiligheid, en dat hij me weleens een lesje zou leren als hij de kans kreeg. Als de politie me nu als gelovige in Almachtige God in handen kreeg, zouden ze me zelfs kunnen doodmartelen. De verwerping door de religieuze wereld en de vervolging door de partij waren erg pijnlijk voor me. Ik volgde alleen de voetstappen van de Heer, ik volgde Christus van de laatste dagen. Waarom was dat zo moeilijk? Ik kon die nacht niet in slaap komen. Ik bad tot God: “God, help me en geef me geloof en kracht, zodat ik mijn vleselijke zwakheid kan overwinnen en standvastig kan blijven in deze situatie.” Toen dacht ik aan een gezang van Gods woorden: “Almachtige God, Hoofd van alle dingen, oefent gezeten op Zijn troon Zijn koninklijke macht uit. Hij heerst over het heelal en alle dingen, en over de hele wereld leidt Hij ons nu. Voortdurend zullen we Hem nabij zijn, rustig voor Zijn aangezicht komen. We zullen geen enkel moment mogen missen, altijd hebben we iets te leren. Onze omgeving en de mensen, zaken en dingen om ons heen zijn er bij toestemming van de troon. Zorg dat je geen klagend hart hebt, want dan schenkt God je geen genade. […] Geloof is een wankel bruggetje: zij die zich angstig aan het leven vastklampen, kunnen het niet oversteken, maar zij die bereid zijn hun leven op het spel te zetten, kunnen er met zelfverzekerde pas en onbezorgd overheen gaan. Als mensen laffe of bange gedachten koesteren, komt dat doordat Satan hen in de luren heeft gelegd. Want hij is bang dat we de brug van geloof oversteken om binnen te treden in God” (‘Het begin van ziekte is Gods liefde’ in ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’). Door dit gezang steeds weer te zingen kreeg ik wat innerlijke kracht. Het is waar. Het universum, alles ligt in Gods handen, inclusief mijn lot, dus God besliste of ik werd gearresteerd of niet. Satan kent mijn zwakheden, en gebruikte reputatie, status en persoonlijke vrijheid om me aan te vallen, zodat ik Almachtige God zou verraden. En God gebruikte de situatie ook om mijn geloof op de proef te stellen, om te zien of ik vastberaden genoeg was om alles op te geven en God te volgen. Ik leed wel, maar ik voelde Gods leiding en dat gaf me kracht. Ik herinnerde me dat de Heer had gezegd: “Want hij die zijn leven zal redden, zal het verliezen: en hij die zijn leven zal verliezen om mijnentwil, zal het vinden” (Matteüs 16:25). Om de mensheid te verlossen was de Heer Jezus gekruisigd door de religieuze wereld en de overheid, en de discipelen die Hem volgden, werden allemaal vervolgd. Sommige werden gestenigd, sommige werden voortgesleept door paarden tot ze dood waren, sommige werden opgehangen. Ze stierven de marteldood om het evangelie te verspreiden en gaven een prachtige getuigenis. God keurde dat goed. God volgen betekent de weg van het kruis kiezen. De Heer Jezus had al als model voor ons gediend. We moeten drinken uit de bittere beker waar de Heer uit dronk en het pad bewandelen dat Hij bewandelde. Nu volgde ik Almachtige God, en al zou ik worden gearresteerd en gemarteld door de Communistische Partij, ik deed dat voor rechtvaardigheid. God zou het goedkeuren en het zou glorieus zijn. Waar ik daarna ook mee geconfronteerd werd, ik was bereid om mijn leven te geven en God te volgen tot het eind.

Later vroeg ik me af waarom de bisschoppen en priesters Gods werk van de laatste dagen niet wilden onderzoeken, maar zich er zo tegen verzetten. Ik las dit in de woorden van Almachtige God: “Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven streefden ze niet na. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich aan louter de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God was als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Is dit geen ongerijmd en belachelijk geloof?” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben). Hierdoor leerde ik dat de farizeeën de Heer Jezus bestreden omdat ze van nature koppig en arrogant waren. Ze haatten de waarheid en weigerden haar te aanvaarden. Ze hoorden de woorden van de Heer Jezus, maar zagen niet dat ze van de Heilige Geest kwamen en wilden niet erkennen dat Hij de waarheid sprak. Ze zagen dat de Heer de blinden liet zien, melaatsen genas en de doden weer tot leven bracht, en zoveel tekenen en wonderen liet zien. Maar ze wilden niet erkennen dat Hij de geprofeteerde Messias, God zelf was. Ze waren overtuigd dat hij maar een mens was en belasterden Hem zelfs door te zeggen dat Hij demonen uitdreef door de prins der duivels. Ze herkenden het werk van de Heilige Geest, aanvaardden de waarheid, noch gehoorzaamden Gods woorden. Ze hielden vast aan de naam ‘Messias’ en hun eigen opvattingen en waandenkbeelden en lieten de Heer Jezus uiteindelijk aan het kruis nagelen. De Heer is nu teruggekeerd als Almachtige God, drukt waarheden uit om de verdorvenheid van mensen te oordelen en te reinigen en toont openlijk Gods rechtvaardige, majesteitelijke en onbeledigbare gezindheid. De woorden van Almachtige God zijn krachtig en gezaghebbend en hebben de geest van ware gelovigen in God van elke denominatie geschokt. Ze erkennen dat Almachtige Gods woorden de waarheid en de woorden van de Heilige Geest aan de kerken zijn. Maar de bisschoppen en priesters begrijpen dit niet. Ze houden vast aan de letterlijke Schrift en hun eigen opvattingen, en wachten arrogant tot de Heer terugkeert en hen eerst een openbaring geeft. Ze zoeken niet de waarheid en proberen niet naar Gods stem te luisteren, maar beletten als gekken mensen om Gods werk van de laatste dagen te aanvaarden. Al deze dingen die ze doen laten hun ware gezicht van haat jegens de waarheid en jegens God zien. Ze zijn door en door moderne farizeeën.

Nadat ze kwamen om de boeken te zoeken verliet ik de kerk met enkele monniken en nonnen die het evangelie wilden delen. Enkele dagen later kreeg een broeder bericht om te waarschuwen dat ik niet moest terugkomen en dat de politie de dag na mijn vertrek naar de kerk kwam om me te arresteren. Toen ze me niet vonden, begonnen ze in de kerk te bivakkeren om me op te wachten. Ze arresteerden meerdere mensen die net het evangelie hadden aanvaard en wilden weten waar ik was. De broeder zei dat de inspecteur van de Nationale Veiligheidsbrigade een rapport over me had van de diakenen van meerdere parochies waarin stond dat ik niet bij Drie-Zelf was gegaan en andere diakenen en priesters had gezegd om ook niet toe te treden. Dus dat was direct verzet tegen de overheid. Erger nog, die inspecteur had gezegd dat op het prediken van Bliksem uit het oosten de doodstraf stond en ze gericht mochten schieten. De politie dreigde dat ze konden worden veroordeeld voor een misdaad als ze niet zeiden waar ik was. Ik was ongelooflijk kwaad toen ik het nieuws hoorde. De partij had me jarenlang onophoudelijk lastiggevallen om me bij Drie-Zelf te laten gaan en nu ik Almachtige God volgde en het evangelie van de laatste dagen deelde, was ik ze nog meer een doorn in het oog. Ze wilden me onmiddellijk arresteren en dood hebben. Die demonen van de Communistische Partij zijn afschuwelijk. Maar ik wist in mijn hart dat ze dat nooit zouden doen zonder instemming van de bisschop. Door dat te doen lieten ze hun laaghartige natuur nog duidelijker zijn. Ik dacht aan de farizeeën. Om de Joodse gelovigen te beletten om de redding van de Heer Jezus te aanvaarden werkten ze samen met de Romeinse overheid om de Heer gewelddadig te laten kruisigen, en Zijn discipelen te belagen en te vervolgen. Nu werkten de geestelijken samen met de Communistische Partij om me te laten arresteren en me te dwingen op mijn geloof in Almachtige God op te geven. Ze waren niet anders dan de farizeeën in die tijd.

Ik ontdekte al gauw dat de politie het huis van mijn gastheer en -vrouw in de gaten hield, dus de broeders en zusters hielpen me naar buiten te glippen. De volgende dag hoorde ik dat het echtpaar was gearresteerd. De politie had een foto van me en wilde weten waar ik was. Daarna moest ik constant in beweging blijven om niet gearresteerd te worden. Ik verborg me altijd om aan de Communistische Partij te ontsnappen en vroeg me af wanneer die tijd eindelijk voorbij zou zijn. Tijdens de Culturele Revolutie werd mijn oom doodgeslagen omdat hij katholiek was en zijn lichaam zat vol sporen van kettingen en littekens van brandwonden. Dat staat nog in mijn geheugen gegrift. Ik bedacht dat ik geen idee had hoe ze me zouden martelen als ik in handen van de partij viel.

Er was een gezang van Gods woorden dat me de weg wees en vertrouwen gaf. “Je moet lijden voor de waarheid, je moet jezelf aan de waarheid geven, je moet vernedering voor de waarheid verdragen en om meer van de waarheid te krijgen, moet je meer lijden ondergaan. Dit is wat je zou moeten doen. Je mag de waarheid niet verwerpen omwille van een vredig gezinsleven en je moet de waardigheid en integriteit van je leven niet verliezen om kortstondig plezier te hebben. Je moet alles najagen wat mooi en goed is en een levensweg volgen die zinvoller is” (‘Je moet alles voor de waarheid laten varen’ in ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’). Toen ik dit zong, dacht ik aan de betekenis van dit gezang en begreep ik Gods wil wat beter. Om God te volgen en de waarheid te verkrijgen moet je lijden. Alleen door tegenspoed en beproevingen kan ons geloof worden vervolmaakt en krijgen we inzicht in veel dingen. Ik werd afgewezen en verraden door de religieuze wereld omdat ik Almachtige God volgde, en nu werd ik achtervolgd door de grote rode draak, altijd op de vlucht. Ik leefde voortdurend in angst en leed veel. Maar die ervaringen hielpen me om duidelijker de werkelijkheid te zien dat de geestelijken de waarheid en God haten. Ik ondervond ook echt Gods leiding. Altijd als ik me ellendig en zwak voelde, hielp God me om Zijn wil te begrijpen en me kracht en geloof te geven, zodat ik niet langer zwak en bang was. Ik voelde persoonlijk dat God me voortdurend de weg wees en over me waakte. En er was best veel ellende, maar die was zinvol en waardevol. Zelfs als ik gearresteerd werd, wist ik dat het met Gods toestemming was en ik was bereid om me te onderwerpen aan God en zijn orkestraties. Ik was bereid om God te volgen, hoe moeilijk het ook werd, en nooit te weifelen.

Ze bleven alles proberen om me te beletten om het evangelie te verspreiden. Op een dag zou ik iemand ontmoeten op een busstation en zodra ik bij het aankomstplatform kwam, dromde een groep mensen opeens om me heen en greep me vast. Ik was echt geschrokken en wist niet wat er gebeurde. Toen stapten enkele familieleden van me uit een auto en duwden me erin zonder uitleg. Ik wist het toen niet, maar ontdekte later dat de bisschop diaken Feng vroeg mijn familie en andere kerkleden te bellen en ze te vertellen dat ik bij Bliksem uit het oosten was gegaan, dat ik ecstasy gebruikte en mijn verstand was verloren en dat ik geen priester wilde zijn en zelfs niet gaf om geld. Hij zei dat ik werd beheerst en dat ik inging tegen mijn eden aan de Heer en met een weduwe was getrouwd en dat mijn kinderen zo- en zoveel jaar oud waren. Hij vroeg mijn vrienden en familie om de bisschop te helpen om me terug te halen en me te beletten om Almachtige God te volgen en het evangelie te delen. Ze vereerden de geestelijken echt, dus ze geloofden de dingen die ze zeiden volkomen. Ze dachten dat bisschoppen en priesters nooit zouden liegen. Ik was echt kwaad toen ik dat hoorde en zag nog duidelijker dat de geestelijken demonen in het vlees zijn. Er staat in de Bijbel: “Jij behoort tot je vader de duivel en de verlangens van jouw vader zul je uitvoeren. Hij was een moordenaar vanaf het begin, en hij stond niet in de waarheid; want er is geen waarheid in hem. Wanneer hij een leugen uitspreekt, spreekt hij van zichzelf: want hij is een leugenaar en de vader ervan” (Johannes 8:44). Alleen demonen zullen lichtzinnig liegen en geruchten verspreiden, en valse getuigenis afleggen om te misleiden.

Ze brachten me naar het huis van de bisschop. Hij was een en al glimlach en zei op zalvende toon: “Je bent terug. Het verloren schaap is thuis.” Toen stuurde hij iedereen weg om alleen met me te praten. Hij zei: “Toen je je opleiding wilde voortzetten, waren we het er niet mee eens. Deze keer gaan we akkoord met al je verzoeken en je kunt naar elke universiteit die je wilt. Veel seminaries komen docenten tekort en veel parochies hebben geen priesters. Als je niet naar een universiteit wil, kun je docent aan een seminarie worden, of een parochie kiezen waar je priester zou willen zijn. Je wordt er niet jonger op en je hebt het de laatste jaren moeilijk gehad. We hebben geld, een auto en een huis voor je. Geef Bliksem uit het oosten op om priester te worden en je zult geen zorgen hebben.” Ik walgde ervan toen ik hem dat hoorde zeggen. Die bisschoppen dachten alleen aan status, geld en reputatie. Ze geloofden in de Heer, maar hielden zich niet aan Zijn woorden. Ze onderzochten het nieuws dat de Heer was teruggekeerd helemaal niet, maar wilden alleen hun eigen reputatie en status beschermen en probeerden als een gek anderen te beletten om Gods evangelie van de laatste dagen te aanvaarden. Kon hun status en reputatie ze echt redden van de zonde? Dus ik zei tegen bisschop Zhao: “Bisschop, ik wil dat allemaal niet. Toen Satan de Heer Jezus in verleiding bracht, gebruikte hij geld en roem om Hem ervoor te laten buigen. Dus waar komen de dingen die u zegt echt vandaan? Toen u me inwijdde als priester zwoeren we allemaal voor de Heer om het kruis op te nemen en Hem ons leven lang te volgen. Nu is de Heer teruggekeerd en ben ik vastbesloten om Hem te volgen, Geen tegenwerking of afwijzing door de kerk kan me tegenhouden.” Toen hij zag dat hij me niet kon weglokken, waarschuwde hij me: “Je kunt beter ophouden kerkleden over Bliksem uit het oosten te vertellen.” Toen nam bisschop Zhao ons mee uit eten en enkele van mijn familieleden waren erbij. Een van hen zei tegen me: “Je bent sinds generaties de enige priester in onze familie en je bent onze grote trots. We hadden nooit gedacht dat je bij Bliksem uit het oosten zou gaan. Je vader is nu in de 80 en jij predikt Bliksem uit het oosten in plaats van voor je ouders te zorgen. Je hebt je priesterschap opgegeven. Dit is verraad van de Heer en je zult ervoor naar de hel gaan.” Toen viel mijn broer hem bij: “Ik heb veel opgegeven, zodat jij priester kon worden. Toen je op het seminarie zat, hadden we amper te eten en ik ploeterde om je eten en geld te bezorgen. Het viel niet mee om dat te verwezenlijken en je je priesterschap te laten halen. Maar nu ben je bij Bliksem uit het oosten, je hebt de Heer verraden. Je bent geen priester en je geeft niet om geld. Ben je gek geworden?” Ik antwoordde: “Het is waar dat ik jullie steun nodig had om priester te worden, maar waarom zeg je dat ik niet naar huis wil gaan om voor onze ouders te zorgen? Toen ik het priesterschap kreeg, zwoer ik de Heer om mijn thuis, familie en de kans om te trouwen op te geven om Hem altijd te dienen. In de Bijbel staat: ‘Hij die vader of moeder meer liefheeft dan mij, is mij niet waardig: en hij die zoon of dochter meer liefheeft dan mij, is mij niet waardig. En hij die niet zijn kruis opneemt en mij volgt, is mij niet waardig’ (Matteüs 10:37-38). Je zegt dat ik niet het evangelie moet delen en naar huis moet gaan om een goede zoon te zijn, maar stemt dat overeen met de woorden van de Heer? Ons geloof betekent het kruis opnemen en het evangelie delen en het in veel huizen brengen. Nu is de Heer teruggekeerd en doet het werk van het oordeel dat begint bij het huis van God, dus het evangelie delen is iets heel rechtvaardigs.” Voor ik kon uitspreken stak mijn broer zijn hand uit alsof hij me wilde slaan, en zei dat ik generaties van onze familie te schande maakte en dat hij mijn benen zou breken als ik het evangelie bleef delen. Toen zei hij nog enkele godslasterlijke dingen. Daarna hield bisschop Zhao me daar en wilde me niet laten gaan en zei dat ik medische verzorging nodig had. Als ik wegging, zou ik worden gevolgd als een misdadiger, zonder enige vrijheid. Dus ik bad en steunde op God. De vierde dag ontsnapte ik toen ze niet opletten. Ik ging terug naar de broeders en zusters en bleef het evangelie delen.

Ik zag dat de geestelijken niet alleen mensen beletten om Gods stem te horen en de Heer te verwelkomen, maar ook hun toevlucht zochten tot die tactieken om gelovigen te misleiden en ze op een weg tegen God te brengen en ze tot hun offerobject te maken. En mijn familie werkte God tegen en belasterde Hem. Dat was allemaal het gevolg van de leugens van de bisschop en zijn aanvallen op God. Ik herinnerde me hoe de Heer de farizeeën vervloekte. Hij zei: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, want jullie sluiten het koninkrijk van de hemel voor mensen, omdat jullie het zelf niet binnengaan; en hen die het binnen willen gaan, beletten jullie de intrede. […] Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars: omdat jullie zee en land rondtrekken om één bekeerling te maken: en wanneer hij dat is, maken jullie hem een kind van de hel, tweemaal erger dan jullie zelf” (Matteüs 23:13, 15). De bisschoppen en priesters brachten ook mensen ertoe bij een religie te gaan, en lieten iedereen naar hen luisteren, zich tegen God verzetten en maakten hen tot kinderen van de hel. Ze waren demonen die de ziel van mensen verslonden. De woorden van Almachtige God luiden: “Er zijn mensen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken en deze de hele dag lang reciteren, maar toch begrijpt niet één van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen is in staat God te kennen en nog minder kan iemand van hen in overeenstemming zijn met Gods wil. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die allen vanuit de hoogte God de les lezen. Ze verzetten zich moedwillig tegen God, zelfs wanneer ze Zijn banier dragen. Terwijl ze claimen in God te geloven, zijn ze toch degenen die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofddemonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. Ze lijken misschien een ‘gezond gestel’ te hebben, maar hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze niets anders dan antichristen zijn die mensen ertoe aanzetten God te weerstaan? Hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze levende duivels zijn gericht op het verslinden van mensenzielen?” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Gods woorden lieten me zien wat voor mensen die religieuze leiders werkelijk zijn. Ze pochen altijd op hun gezag om zonden te vergeven. Als gelovigen zondigen moeten ze voor hen knielen en biechten om vergeving te krijgen, zodat geestelijken als God worden in de ogen van de parochianen. Nu de Heer is teruggekeerd en waarheden uitdrukt om de mensheid te redden, willen ze het niet onderzoeken of gelovigen toestaan het te aanvaarden, maar verspreiden ze leugens en verwerpen en belasteren ze De Kerk van Almachtige God. Ze houden van God noch de waarheid, maar alleen van status en geld, en ze verlangen naar de voordelen van prestige. Ze willen hun positie en levensonderhoud beschermen, dus ze houden gelovigen stevig in hun greep en verslinden de ziel van mensen terwijl ze zeggen God te dienen. Ze zijn onvervalste demonen, antichristen die zich in de kerk verstoppen, de waarheid haten en Gods vijanden zijn. Nadat ik keer op keer de verstoringen van de religieuze leiders had ondergaan, zag ik duidelijk dat ze een tegen God gekeerd, antichristelijk wezen hebben. Het waren Almachtige Gods woorden die mijn inzicht ontwikkelden en me geloof en kracht gaven, zodat ik hun verleidingen en aanvallen kon overwinnen, kon zien dat ze in wezen antichristen zijn, kon worden bevrijd van hun restricties en God kon volgen. Ik heb persoonlijk ervaren dat de woorden van Almachtige God de waarheid en het leven zijn. Ik ben zo dankbaar voor Gods redding.