Alles wat God doet, wordt precies gepland. Wanneer hij een zaak of situatie waarneemt, beoordeelt Hij deze aan de hand van een bepaalde norm, en het hangt van deze norm af of Hij begint met de opstelling van een plan om deze aan te pakken of om vast te stellen hoe hij met deze zaak en situatie om moet gaan. Hij is niet onverschillig en Hem laat niet alles koud. Het is eigenlijk compleet het tegenovergestelde. God zegt hier in een vers tegen Noach: “Ik ga een einde maken aan alle vlees, want de aarde is door hen vol geweld; en zie, ik ga ze met de aarde erbij vernietigen.” Zei God, ditmaal in Zijn eigen woorden, dat Hij alleen de mensen zou vernietigen? Nee! God zei dat Hij alle vleselijke levende schepsels zou vernietigen. Waarom was God uit op vernietiging? We hebben hier te maken met een andere openbaring van Gods gezindheid: in Gods ogen is er een grens aan Zijn geduld met de verdorvenheid van de mens, met de smerigheid, het geweld en de ongehoorzaamheid van alle vlees. Wat is Zijn grens? Zoals God zei: “God keek naar de aarde en zag dat zij verdorven was, want alle vlees hield er een verdorven levenswandel op na op de aarde.” Wat betekent de frase “want alle vlees hield er een verdorven levenswandel op na op de aarde”? Het betekent het volgende: toen alle levende wezens, ook degenen die God volgden, die de naam van God aanriepen, die God ooit brandoffers hadden gebracht, die met woorden God erkenden en zelfs loofden, compleet verdorven gedrag vertoonden en God dat opmerkte, moest Hij ze vernietigen. Dat was Gods grens. In hoeverre bleef God dan geduld hebben met de mens en met de verdorvenheid van alle vlees? In zoverre dat alle mensen, of ze nu God volgden of ongelovig waren, niet het juiste pad bewandelden. In zoverre dat de mens niet uitsluitend moreel verdorven en vol kwaad was, maar ook dat er niemand was die in het bestaan van God geloofde, laat staan iemand die geloofde dat de wereld door God wordt geregeerd en dat God mensen licht kan brengen en het juiste pad kan wijzen. In zoverre dat de mens het bestaan van God verachtte en niet toeliet dat God bestond. Toen de verdorvenheid van de mens eenmaal dit punt had bereikt, was Gods geduld op. Wat kwam daarvoor in de plaats? Gods toorn en Gods straf. Was dat niet een gedeeltelijke openbaring van Gods gezindheid? Is er in het huidige tijdperk nog een rechtschapen man in de ogen van God? Is er nog een volmaakt man in de ogen van God? Is in dit tijdperk het gedrag van alle vlees op aarde verdorven in de ogen van God? Tarten op deze dag en in dit tijdperk niet alle vleselijke mensen de grens van Gods geduld – afgezien van degenen die God compleet wil maken, die God kunnen volgen en Zijn redding aanvaarden? Is niet alles wat bij jullie gebeurt, wat jullie met jullie ogen zien en met jullie oren horen en elke dag persoonlijk in deze wereld ervaren, vol geweld? Zou in Gods ogen aan zo’n wereld, zo’n tijdperk, niet een eind moeten worden gemaakt? Hoewel de achtergrond van het huidige tijdperk totaal anders is dan de achtergrond van Noachs tijd, zijn de gevoelens en de toorn van God jegens de verdorvenheid van de mens exact dezelfde als destijds. God kan vanwege Zijn werk geduld oefenen, maar gezien allerlei omstandigheden en situaties had deze wereld in Gods ogen lang geleden al vernietigd moeten worden. De situatie is nog veel erger dan in de tijd dat de wereld door de vloed werd vernietigd.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I
In de omvangrijke wereld hebben steeds weer ontelbaar veel veranderingen plaatsgevonden. Niemand is in staat om deze mensheid te leiden en begeleiden, behalve Hij die regeert over alle dingen in het universum. Er is geen machtige die voor de mensheid werkt of voorbereidingen maakt, laat staan iemand die in staat is om deze mensheid te leiden naar de bestemming van het licht en de bevrijding van aardse ongerechtigheden. God treurt om de toekomst en de val van de mensheid. Hij is verdrietig over de trage mars van de mensheid richting verval en het pad waarvan hij niet kan terugkeren. De mensheid heeft Gods hart gebroken en Hem verloochend om de duivel te zoeken. Heeft iemand ooit weleens nagedacht over de richting waarin een dergelijke mensheid zal gaan? Juist daarom voelt niemand de toorn van God. Niemand zoekt een weg om God te behagen of probeert dichter bij God te komen. Bovendien wil niemand het verdriet en de pijn van God begrijpen. Zelfs na het horen van Gods stem, gaat de mens door op zijn weg die van God weg leidt en ontloopt zo de genade en de zorg van God en mijdt Gods waarheid. De mens zou zichzelf liever aan Satan verkopen, Gods vijand. En wie heeft er ooit nagedacht – mocht de mens koppig blijven – over hoe God de mensheid zal behandelen die Hem zonder achterom te kijken heeft verworpen? Niemand weet dat God de mens herhaaldelijk herinnert en aanspoort omdat Hij een ongekende catastrofe in Zijn handen houdt, die Hij heeft voorbereid. Een catastrofe die ondraaglijk zal zijn voor het vlees en de ziel van de mens. Deze catastrofe is niet alleen een straf voor het vlees, maar ook voor de ziel. Je moet dit weten: wanneer Gods plan niet wordt uitgevoerd en wanneer Zijn herinneringen en aansporingen geen reactie krijgen, in wat voor soort woede zal Hij dan ontsteken? Dit zal nog nooit eerder zijn meegemaakt of gehoord door een schepping. Daarom zeg ik: deze catastrofe is ongekend en zal nooit worden herhaald. Dit is omdat binnen Gods plan maar één schepping en één verlossing past. Dit is de eerste keer en het zal ook de laatste keer zijn. Daarom kan niemand de goede bedoeling en de vurige verwachting van God voor de verlossing van de mensheid ooit bevatten.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens
De laatste dagen zijn aangebroken, en over de hele wereld zijn landen in beroering. Er is politieke chaos; overal doen zich hongersnoden, pestilenties, overstromingen en droogtes voor. Er zijn catastrofes in de wereld van de mens; ook de Hemel heeft rampspoed omlaag gezonden. Dit zijn tekenen van de laatste dagen. Maar voor mensen lijkt het een wereld van vrolijkheid en pracht; dat wordt het hoe langer hoe meer, de harten van de mensen worden er allemaal door aangetrokken; veel mensen komen erin vast te zitten en kunnen zich er niet uit losmaken. Grote aantallen zullen worden misleid door hen die zich met bedrog en tovenarij inlaten.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Praktijk (2)
Alle rampen zullen één voor één plaatsvinden; alle naties en alle plaatsen zullen rampen ervaren – epidemieën, hongersnoden, overstromingen, droogte en aardbevingen zijn overal. Deze rampen gebeuren niet slechts op een of twee plekken, noch zullen ze in één of twee dagen voorbij zijn, maar in plaats daarvan zullen ze zich over een steeds groter gebied verspreiden, en de rampen zullen steeds zwaarder worden. Gedurende deze tijd zullen allerlei insectenplagen elkaar opvolgen en het verschijnsel van kannibalisme zal in alle plaatsen voorkomen. Dit is mijn oordeel over alle naties en volken.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 65
Open je ogen en kijk, en je kunt mijn geweldige kracht overal zien! Je kunt overal zeker van mij zijn. Het universum en het uitspansel verspreiden mijn geweldige kracht. De woorden die ik heb gesproken zijn allemaal uitgekomen in de opwarming van de aarde, de klimaatverandering, de afwijkingen van de mens, de maatschappelijke chaos en het bedrog in de harten van de mensen. De zon verbleekt en de maan wordt roder; alles is in de war. Zien jullie dat nog steeds niet?
Hierin wordt de geweldige kracht van God geopenbaard. Het lijdt geen twijfel dat Hij de enige ware God is – de Almachtige – die mensen al zovele jaren najagen! Wie kan eerst spreken en daarna dingen bewerkstelligen? Alleen onze Almachtige God. De waarheid openbaart zich onmiddellijk nadat Hij heeft gesproken. Dan kun je toch niet anders dan zeggen dat Hij de ware God is?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 39
Ik daal nu niet alleen neer op de natie van de grote rode draak, ik keer mijn gezicht ook naar het hele universum, zodat het hele firmament schudt. Is er één plek die aan mijn oordeel ontsnapt? Is er één plek die niet bestaat onder de plagen die ik naar beneden werp? Waar ik ook ga, overal heb ik rampen in alle soorten gezaaid. Dit is een van de manieren waarop ik werk, en zonder twijfel is dit een reddingsactie voor de mens, en wat ik hem aanreik is nog steeds een soort liefde. Ik wil ervoor zorgen dat zelfs meer mensen mij leren kennen, mij kunnen zien, en zo God leren eren, die ze al zovele jaren niet hebben gezien, maar die nu wel reëel is.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 10
Maar zolang de oude wereld blijft bestaan, zal ik mijn woede uitstorten over de naties, mijn bestuurlijke decreten openlijk afkondigen in het hele universum en eenieder die deze overtreedt tuchtigen:
Als ik mijn gezicht naar het universum wend om te spreken, hoort de hele mensheid mijn stem, en ziet vervolgens alle werken die ik heb volbracht in het hele universum. Zij die zich verzetten tegen mijn wil, dat wil zeggen, zij die zich met de daden van de mens tegen mij verzetten, zullen door mijn tuchtiging worden geveld. Ik neem de talrijke sterren in de hemel en vernieuw ze, en dankzij mij worden zon en maan vernieuwd – het firmament zal niet meer zijn zoals het was en de talloze dingen op aarde zullen vernieuwd zijn. Door mijn woorden wordt alles voltooid. De vele naties in het universum zullen opnieuw worden ingedeeld en door mijn koninkrijk worden vervangen, zodat de naties op aarde voor altijd verdwijnen en allen één koninkrijk vormen dat mij aanbidt; alle naties op aarde zullen vernietigd worden en houden op te bestaan. Van alle mensen in het universum zullen zij die aan de duivel toebehoren uitgeroeid worden, en allen die Satan aanbidden zullen verslagen worden door mijn brandend vuur – dat wil zeggen: behalve zij die zich nu in de stroom bevinden, de anderen zullen in as veranderen. Als ik de vele volkeren tuchtig, zullen zij die in de religieuze wereld leven, in verschillende gradaties, tot mijn koninkrijk terugkeren, overwonnen door mijn werken, omdat zij de komst van de Heilige die op een witte wolk rijdt hebben aanschouwd. Alle mensen zullen worden ingedeeld naar hun eigen soort en zullen tuchtigingen ontvangen naar gelang hun daden. Allen die tegen mij stelling hebben genomen zullen omkomen. Als de daden van mensen op aarde geen betrekking hebben gehad op mij, zullen deze mensen, gezien de manier waarop zij zich van hun taak hebben gekweten, blijven voortbestaan op aarde onder heerschappij van mijn zonen en mijn volk. Ik zal mijzelf aan de talloze volken en de talloze naties openbaren, en met mijn eigen stem zal ik over de aarde klinken om de voltooiing te verkondigen van mijn grote werk zodat alle mensen het met hun eigen ogen kunnen aanschouwen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 26