Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens; Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus het zondoffer werd en de zonden van de mens droeg, maar ook dat God zelfs nog groter werk deed om de mens volledig te verlossen van zijn satanisch verdorven gezindheid. En zo, nu de zonden van de mens zijn vergeven, is God teruggekeerd naar het vlees om de mens het nieuwe tijdperk binnen te leiden, en is Hij het werk van tuchtiging en oordeel begonnen. Dit werk heeft de mens een hoger rijk binnengebracht. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en rijkere zegeningen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en ze zullen de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord
God is vlees geworden omdat het doel van Zijn werk niet de geest van Satan is, of iets anders onstoffelijks, maar de mens, die van het vlees is en verdorven door Satan. Juist omdat het vlees van de mens verdorven is, heeft God de lichamelijke mens tot doel van Zijn werk gemaakt. Omdat de mens bovendien het mikpunt van het verderf is, heeft Hij de mens tot het enige doel van Zijn werk gemaakt in alle stadia van Zijn reddingswerk. De mens is sterfelijk, hij is van vlees en bloed, en alleen God kan de mens redden. Zo moet God het vlees worden met dezelfde eigenschappen als de mens om Zijn werk te kunnen doen, zodat Zijn werk betere resultaten kan opleveren. Om Zijn werk te kunnen doen, moet God vlees worden, juist omdat de mens van vlees is en de zonde niet kan overwinnen en zich niet van het vlees kan ontdoen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De verdorven mensheid heeft meer behoefte aan redding door de vleesgeworden God
Het werk van oordeel is Gods eigen werk, dus moet het vanzelfsprekend door God Zelf gedaan worden; het kan niet in Zijn plaats door de mens gedaan worden. Omdat oordeel het overwinnen van het menselijk ras is door middel van de waarheid, staat het vast dat God nog steeds verschijnt als het vleesgeworden beeld om dit werk onder de mensheid te doen. Dat wil zeggen, in de laatste dagen zal Christus de waarheid gebruiken om de mensen overal op aarde te onderwijzen en alle waarheden aan hen bekend te maken. Dit is Gods werk van oordeel.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid
Vandaag oordeel ik over jou vanwege jouw smerigheid en tuchtig ik jou vanwege je verdorvenheid en opstandigheid. Ik pronk niet met mijn macht en onderdruk jullie niet met opzet. Ik doe deze dingen omdat jullie, die in dit land van smerigheid zijn geboren zo ernstig erdoor besmet zijn. Jullie hebben gewoon jullie integriteit en menselijkheid verloren en jullie zijn als varkens geworden die geboren zijn in de smerigste uithoeken van de wereld, en daarom worden jullie hierom geoordeeld en laat ik mijn toorn op jullie los. Juist vanwege dit oordeel hebben jullie kunnen zien dat God de rechtvaardige God is, dat God de heilige God is. Juist vanwege Zijn heiligheid en Zijn rechtvaardigheid oordeelt Hij over jullie en laat Hij Zijn toorn op jullie los. Omdat Hij Zijn rechtvaardige gezindheid kan openbaren wanneer Hij de opstandigheid van de mens ziet, en omdat Hij Zijn heiligheid kan openbaren als Hij de smerigheid van de mensheid ziet, volstaat dit om aan te tonen dat Hij God Zelf is, die heilig en smetteloos is, en toch in een land van smerigheid leeft. Als een mens zich met anderen in het slijk wentelt en er niets heiligs aan hem is en hij geen rechtvaardige gezindheid heeft, dan is hij niet geschikt de onrechtvaardigheid van een ander te oordelen of het oordeel over de mens uit te voeren. Als iemand een ander zou oordelen, zou het dan niet zijn alsof hij zichzelf in het gezicht slaat? Hoe kunnen mensen die ieder even smerig zijn, bevoegd zijn over degenen die op hen lijken te oordelen? Alleen de heilige God Zelf is in staat om de hele smerige mensheid te oordelen. Hoe kan de mens de zonden van de mens oordelen? Hoe kan de mens de zonden van de mens zien, en hoe kan de mens bevoegd zijn om over deze zonden te oordelen? Als God niet bevoegd zou zijn over de zonden van de mens te oordelen, hoe kan Hij dan de rechtvaardige God Zelf zijn? Als de verdorven gezindheid van de mens onthuld wordt, spreekt God om over de mensen te oordelen en pas dan zien de mensen dat Hij heilig is.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe het resultaat van de tweede stap in het overwinningswerk wordt behaald
Indien God geen vlees was geworden, zou Hij de Geest blijven die zowel onzichtbaar als ontastbaar is voor de mens. De mens, als schepsel van vlees, en God behoren twee verschillende werelden toe en zijn begiftigd met een verschillende natuur. De Geest van God is onverenigbaar met de mens, die van vlees is, en er is gewoon geen manier om een relatie tussen hen te leggen, om nog maar te zwijgen over de mogelijkheid voor een mens om in een geest te veranderen. Aangezien dit nu eenmaal zo is, moet de Geest van God een schepsel worden om Zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten. God kan zowel opstijgen naar de hoogste plaats als Zichzelf vernederen om mens te worden en werk onder de mensen te verrichten en in hun midden te wonen. Maar de mens kan niet opstijgen naar de hoogste plaats en geest worden en nog minder kan hij afdalen naar de laagste plaats. Dit is waarom God vlees moet worden om Zijn werk uit te voeren. Evenzo kon tijdens de eerste incarnatie alleen het vlees van de geïncarneerde God de mens verlossen door Zijn kruisiging, terwijl de Geest van God geenszins zou kunnen worden gekruisigd als zondoffer voor de mens. God kon rechtstreeks vlees worden om als zondoffer te dienen voor de mens, maar de mens kon niet rechtstreeks naar de hemel opstijgen om het zondoffer aan te nemen dat God voor hem had voorbereid. Zodoende is het alleen maar mogelijk om aan God te vragen om enkele keren tussen de hemel en de aarde heen en weer te reizen. De mens kon namelijk niet opstijgen naar de hemel om deze redding aan te nemen, aangezien de mens gevallen is en de mens dus eenvoudigweg niet kon opstijgen naar de hemel, laat staan dat hij het zondoffer kon verkrijgen. Daarom was het voor Jezus nodig om naar de mens te komen en Zelf het werk te doen dat door de mens eenvoudigweg niet gerealiseerd kon worden. Elke keer dat God vlees wordt, is dat uit absolute noodzaak. Als er ook maar een fase rechtstreeks door de Geest van God kon worden uitgevoerd, zou Hij Zich niet hebben verlaagd tot een vleeswording.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)
Het is juist omdat Satan het vlees van de mens verdorven heeft gemaakt en dat de mens degene is die God wil redden, dat God het vlees moet aannemen om strijd te voeren met Satan en om de mens persoonlijk te hoeden. Alleen dit is profijtelijk voor Zijn werk. De twee vleesgeworden vlezen van God hebben bestaan om Satan te verslaan en hebben ook bestaan om de mens beter te redden. Dat is omdat degene die de strijd voert met Satan alleen God kan zijn, of het nou de Geest van God is of de vleesgeworden God. Kortom, het kunnen de engelen niet zijn die strijd voeren met Satan, laat staan de mens, die verdorven is gemaakt door Satan. De engelen zijn niet bij machte om het te doen en de mens is nog onmachtiger. Zodoende, als God het leven van de mens wenst te bewerken, als Hij persoonlijk naar de aarde wenst te komen om de mens teredden, dan moet Hij persoonlijk vlees worden, dat wil zeggen dat Hij persoonlijk het vlees moet aannemen en met Zijn innerlijke identiteit en het werk dat Hij moet doen onder de mens moet komen en persoonlijk de mens moet redden. Was dit niet zo, als het de Geest van God of de mens was die dit werk deed, dan zou deze strijd voor eeuwig falen het gewenste effect te behalen en zou de strijd nooit eindigen. Alleen als God vlees wordt om persoonlijk de oorlog aan te gaan met Satan onder de mens heeft de mens een kans op redding. Bovendien is alleen dan Satan beschaamd en achtergelaten zonder mogelijkheden tot uitbuiting te hebben of enige plannen uit te kunnen voeren. Het werk dat door de vleesgeworden God wordt gedaan is onhaalbaar voor de Geest van God en kan al helemaal niet worden gedaan namens God door enige vleselijke mens, want het werk dat Hij doet is omwille van het leven van de mens en om de verdorven gezindheid van de mens te veranderen. Zou de mens deelnemen in deze strijd, dan zou hij enkel vluchten in betreurenswaardige verwarring en zou hij simpelweg niet in staat zijn om de verdorven gezindheid van de mens te veranderen. Hij zou niet in staat zijn de mens te redden van het kruis of de gehele opstandige mensheid kunnen overwinnen, maar hij zou enkel in staat zijn om een beetje oud werk te doen dat niet buiten de principes valt, of anders werk dat niet gerelateerd is aan het verslaan van Satan. Dus waarom de moeite nemen? Wat is de waarde van werk dat de mensheid niet kan winnen, laat staan Satan verslaan? Daarom kan de strijd met Satan enkel worden uitgevoerd door God Zelf en kan het simpelweg onmogelijk worden gedaan door de mens. De plicht van de mens is om te gehoorzamen en te volgen, want de mens is niet in staat werk te verrichten dat op hetzelfde peil staat als het scheppen van de hemelen en de aarde, laat staan dat hij het werk uit kan voeren van de bestrijding van Satan. De mens kan enkel de Schepper behagen onder het leiderschap van God Zelf, waardoor Satan wordt verslagen; dit is het enige dat de mens kan doen. Daarom wordt dit werk, elke keer dat een nieuwe strijd begint, ofwel elke keer dat het werk van een nieuw tijdperk begint, persoonlijk door God Zelf gedaan, waarmee Hij het gehele tijdperk leidt en een nieuw pad opent voor de gehele mensheid.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het normale leven van de mens herstellen en hem meenemen naar een geweldige bestemming
Allen die in het vlees leven moeten een doel nastreven om hun gezindheid te veranderen en om God te kennen moeten zij getuigen zijn van de werkelijke daden en het ware gezicht van God. Dit kan alleen bereikt worden door het geïncarneerde vlees van God, en door het gewone en echte vlees. Daarom is de incarnatie noodzakelijk, en heeft de hele verdorven mensheid deze nodig. Omdat de mensen God moeten kennen, moeten de beeltenissen van de vage en bovennatuurlijke Goden uit hun hart worden verbannen, en omdat ze hun verdorven gezindheid af moeten werpen moeten ze eerst hun verdorven gezindheid kennen. Als de mens alleen het werk van het verjagen van de beeltenissen van vage Goden uit het hart van de mensen verricht, dan bereikt hij nog niet het juiste resultaat. De beelden van de vage Goden in het hart van de mensen kunnen niet alleen door woorden aan het licht worden gebracht, verbannen of helemaal verdreven worden. Uiteindelijk zijn ze zo diep geworteld, dat je ze hiermee nog niet uit zou kunnen roeien. Alleen door deze vage en bovennatuurlijke dingen te vervangen door de praktische God en het juiste beeld van God, en door de mens die geleidelijk aan te laten kennen, kan het juiste effect worden bereikt. De mens ziet dan in dat de God waar hij in voorbije tijden naar op zoek was vaag en bovennatuurlijk is. Het rechtstreekse leiderschap van de Geest kan dit effect niet bereiken, laat staan de leer van een bepaald persoon. Dit kan alleen de vleesgeworden God. De opvattingen van de mens komen bloot te liggen wanneer de vleesgeworden God Zijn werk officieel verricht, omdat de vleesgeworden God zo gewoon en werkelijk is, dat Hij de antithese vormt van de vage en bovennatuurlijk God in de verbeelding van de mens. De oorspronkelijke opvattingen van de mens kunnen alleen onthuld worden door de tegenstelling met de vleesgeworden God. Zonder de vergelijking met de vleesgeworden God zouden de opvattingen van de mens niet onthuld kunnen worden; met andere woorden zonder de tegenstelling van de werkelijkheid zouden deze vage dingen niet aan het licht kunnen worden gebracht. Niemand kan woorden gebruiken om dit werk te doen, en niemand kan dit werk in woorden uitdrukken. Alleen God kan Zelf Zijn eigen werk doen, niemand kan dit namens Hem doen. Hoe rijk de taal van de mens ook is, hij kan nooit in woorden vatten hoe werkelijk en normaal God is. De mens kan God alleen praktisch kennen en kan Hem alleen duidelijker zien als God persoonlijk onder de mensen aan het werk is en Zijn beeld en wezen helemaal laat zien. Geen lichamelijk mens kan dit effect bereiken. Gods Geest kan dit effect natuurlijk ook niet bereiken. God kan de verdorven mens uit de invloed van Satan redden, maar dit werk kan niet rechtstreeks door de Geest van God worden volbracht. Het kan alleen door het vlees dat de Geest van God draagt worden verricht, door Gods geïncarneerde vlees. Dit vlees is zowel mens als God. Het is een mens met een normale menselijkheid en het is God met een volledige goddelijkheid. En al is dit vlees niet de Geest van God en is het heel anders dan de Geest, het is toch de vleesgeworden God Zelf die de mens redt, Hij die zowel Geest als vlees is. Hoe Hij ook wordt genoemd, uiteindelijk is het God zelf die de mensheid redt. De Geest van God is immers onafscheidelijk van het vlees en het werk van het vlees is ook het werk van de Geest van God. Dit werk wordt alleen niet gedaan met de identiteit van de Geest, maar met de identiteit van het vlees. Voor het werk dat rechtstreeks door de Geest moet worden gedaan is geen incarnatie nodig, en werk dat het vlees nodig heeft om te worden uitgevoerd, kan niet door de Geest worden verricht maar alleen door de geïncarneerde God. Dat is wat voor dit werk nodig is, en het is wat de verdorven mensheid nodig heeft. In de drie stadia van Gods werk werd er slechts één rechtstreeks door de Geest uitgevoerd. De overgebleven twee stadia worden door de vleesgeworden God uitgevoerd, niet rechtstreeks door de Geest. Voor het werk van het Tijdperk van de Wet dat de Geest heeft verricht heeft de Geest de verdorven gezindheid van de mens niet hoeven veranderen, en het had ook geen betrekking op de kennis van de mens over God. Het werk van Gods vlees in het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk heeft met de verdorven gezindheid van de mens en zijn kennis over God te maken, en het is een belangrijk en cruciaal onderdeel van het reddingswerk. Daarom heeft de verdorven mensheid de redding van de vleesgeworden God harder nodig en heeft zij het rechtstreeks werk van de vleesgeworden God harder nodig. De mens heeft de vleesgeworden God nodig om hem te leiden, te steunen, te bewateren, voedsel te verschaffen, te oordelen en te tuchtigen en hij heeft meer genade en verlossing nodig van de vleesgeworden God. Alleen God in het vlees kan de vertrouweling van de mens zijn, de herder van de mens, de zeer aanwezige hulp voor de mens. Hierom is de incarnatie nu en in het verleden nodig.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De verdorven mensheid heeft meer behoefte aan redding door de vleesgeworden God
Het werk van Gods complete managementplan wordt persoonlijk door God Zelf gedaan. De eerste fase – het scheppen van de wereld – werd persoonlijk gedaan door God Zelf. Als dat niet zo zou zijn geweest, dan zou niemand ooit in staat zijn geweest de mensheid te scheppen. De tweede fase was de verlossing van de gehele mensheid en het werd ook persoonlijk gedaan door God Zelf. De derde fase spreekt voor zich: er is zelfs een nog grotere noodzaak dat het einde van Gods werk door hem Zelf wordt verricht. Het werk van verlossing, het overwinnen, winnen en vervolmaken van de gehele mensheid wordt allemaal persoonlijk uitgevoerd door God Zelf. Als Hij dit werk niet persoonlijk zou doen, dan zou Zijn identiteit niet kunnen worden vertegenwoordigd door de mens en evenmin zou Zijn werk door de mens kunnen worden gedaan. Om Satan te verslaan, om de mensheid te winnen en om de mens een normaal leven op aarde te geven, leidt Hij de mens persoonlijk en werkt Hij persoonlijk onder de mens; omwille van Zijn complete managementplan en voor al Zijn werk, moet Hij dit werk persoonlijk doen. Als de mens enkel gelooft dat God kwam om door hem gezien te worden en hem blij te maken, dan heeft dat geloof geen waarde, het heeft geen betekenis. De kennis van de mens is te oppervlakkig! Enkel door het Zelf uit te voeren, kan God dit werk nauwkeurig en compleet doen. De mens is niet in staat om het namens God te doen. Aangezien hij Gods identiteit of Zijn substantie niet heeft, is hij niet in staat Zijn werk te doen en zelfs als de mens het deed, zou het geen enkel effect hebben. De eerste keer dat God vlees werd, was omwille van verlossing, om de gehele mensheid van de zonde te verlossen, om de mens in staat te stellen te kunnen worden gereinigd en om voor zijn zonden te kunnen worden vergeven. Het werk van overwinning wordt ook door God persoonlijk gedaan onder de mens. Als God tijdens deze fase enkel profetie zou spreken, dan zou een profeet of een begaafde persoon kunnen worden gevonden om Zijn plaats in te nemen; als enkel profetie zou worden gesproken, zou de mens voor God in kunnen vallen. Doch, als de mens persoonlijk het werk van God Zelf zou doen en het leven van de mens zou bewerken, zou het onmogelijk voor hem zijn om dit werk te doen. Het moet persoonlijk worden gedaan door God Zelf: God moet persoonlijk vlees worden om dit werk te doen. Als in het Tijdperk van het Woord enkel profetie zou worden gesproken, dan zou Jesaja of Elia de profeet kunnen worden gevonden om dit werk te doen en het zou niet nodig zijn dat God Zelf dit werk persoonlijk zou doen. Omdat het werk dat in deze fase wordt gedaan niet alleen het spreken van profetie is en omdat het van groter belang is dat het werk van woorden wordt gebruikt om de mens te overwinnen en Satan te verslaan, kan dit werk niet worden gedaan door de mens en moet het persoonlijk worden gedaan door God Zelf. In het Tijdperk van de Wet deed Jehova een deel van Gods werk, waarna Hij enkele woorden sprak en wat werk deed door de profeten. Dat is omdat de mens kon invallen voor het werk van Jehova en de zieners dingen konden voorspellen en sommige dromen konden interpreteren namens Hem. Het werk dat in het begin werd gedaan was niet het werk dat direct de gezindheid van de mens veranderde en het was niet gerelateerd aan de zonde van de mens van de mens werd alleen geëist dat hij de wet zou gehoorzamen. Dus Jehova werd geen vlees en openbaarde Zichzelf niet aan de mens; in plaats daarvan sprak Hij direct tot Mozes en anderen, Hij liet hen spreken en werken namens Zichzelf en liet hen direct onder de mensheid werken. De eerste fase van Gods werk was het leiderschap van de mens. Het was de start van de strijd met Satan, maar deze strijd moest nog officieel beginnen. De officiële oorlog met Satan begon met de eerste vleeswording van God en hij is voortgezet tot op de dag van vandaag. Het eerste moment van deze oorlog was toen de vleesgeworden God aan het kruis werd genageld. De kruisiging van de vleesgeworden God versloeg Satan en het was de eerste succesvolle fase in de oorlog. Toen de vleesgeworden God rechtstreeks in het leven van de mens begon te werken, was dit de officiële start van het werk van het terugwinnen van de mens en omdat dit het werk van het veranderen van de oude gezindheid van de mens was, was het ook het werk van strijd voeren met Satan. De fase van werk gedaan door Jehova in het begin was enkel het leiderschap van het leven van de mens op aarde. Het was het begin van Gods werk en ook al moest de eerste strijd nog komen, evenals enig groot werk, legde dat het fundament voor het werk van de strijd die zou komen. Later betrof de tweede fase van werk tijdens het Tijdperk van Genade het veranderen van de oude gezindheid van de mens, wat betekent dat God Zelf het leven van de mens heeft gesmeed. Dit moest persoonlijk door God worden gedaan: het vereiste dat God persoonlijk vlees werd en als Hij geen vlees was geworden, zou niemand Hem kunnen hebben vervangen in deze fase van het werk, want het vertegenwoordigde het werk van het direct tegen Satan strijden. Als de mens dit werk namens God had moeten doen, als de mens voor Satan stond, dan zou Satan zich niet hebben onderworpen en zou het onmogelijk zijn geweest hem te verslaan. Het moest de vleesgeworden God zijn die kwam om hem te verslaan, want de substantie van de vleesgeworden God is nog steeds God, Hij is nog steeds het leven van de mens en Hij is nog steeds de Schepper; wat er ook gebeurt, Zijn identiteit en substantie zullen niet veranderen. Daarom nam Hij het vlees aan en deed Hij het werk om de complete onderwerping van Satan te bewerkstelligen. Tijdens de fase van werk van de laatste dagen zou de mens, als hij dit werk zou doen en de woorden direct zou moeten spreken, niet in staat zijn deze te spreken en als profetie zou worden gesproken, dan zou deze niet in staat zijn de mens te overwinnen. Door het vlees aan te nemen, zal God Satan verslaan en zijn volledige onderwerping veroorzaken. Wanneer Hij Satan volkomen verslaat, de mens volledig overwint en de mens compleet wint, zal deze fase van werk voltooid zijn en succes behaald. In Gods management, kan de mens niet voor God invallen. Met name voor het werk van het leiden van het tijdperk en het invoeren van nieuw werk is het van nog groter belang dat God het Zelf persoonlijk doet. Het geven van openbaring aan de mens en het hem voorzien van profetie kan door de mens worden gedaan, maar als het werk is dat God persoonlijk moet doen, werk van de strijd tussen God Zelf en Satan, dan kan dit werk niet door de mens worden gedaan. Tijdens deze eerste fase van werk, toen er geen strijd met Satan was, leidde Jehova persoonlijk de mensen van Israël met de profetie die door de profeten werd gesproken. Daarna was de tweede fase van het werk de strijd met Satan en God Zelf werd persoonlijk vlees, door in het vlees te komen, om dit werk te doen. Alles dat te maken heeft met de strijd met Satan, heeft ook te maken met de vleeswording van God, wat betekent dat deze strijd niet kan worden gevoerd door de mens. Als de mens de strijd zou voeren, zou hij niet in staat zijn Satan te verslaan. Hoe zou hij de kracht hebben om tegen Satan te vechten, terwijl hij nog steeds onder Satans domein is? De mens zit in het midden: als je richting Satan leunt, hoor je bij Satan, maar als je God behaagt, hoor je bij God. Zou de mens invallen voor God in het werk van deze strijd, zou hij daartoe dan in staat zijn? Als hij het zou hebben gedaan, zou hij dan niet al lang geleden verloren zijn gegaan? Zou hij niet al lang geleden de onderwereld ingegaan zijn? Daarom is de mens niet in staat God te vervangen in Zijn werk, dat wil zeggen dat de mens niet de substantie heeft van God en als jij de strijd met Satan zou voeren, zou je niet in staat zijn hem te verslaan. De mens kan enkel wat werk doen; hij kan wat mensen winnen, maar hij kan niet voor God invallen in het werk van God Zelf. Hoe zou een mens met Satan kunnen strijden? Satan zou je gevangennemen voordat je überhaupt begonnen bent. Alleen wanneer God Zelf strijd met Satan voert en op deze basis de mens God volgt en gehoorzaamt, kan de mens worden gewonnen door God en aan de banden van Satan ontsnappen. Wat de mens kan bereiken met zijn eigen wijsheid en mogelijkheden is te beperkt; hij is niet in staat om de mens compleet te maken, hem te leiden, laat staan om Satan te verslaan. De intelligentie en wijsheid van de mens zijn niet in staat om Satans listen te verijdelen, dus hoe zou hij ermee kunnen strijden?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het normale leven van de mens herstellen en hem meenemen naar een geweldige bestemming