
Zij die de waarheid niet begrijpen, volgen altijd anderen: zeggen mensen dat dit het werk van de Heilige Geest is, dan zeg jij ook dat dit het werk van de Heilige Geest is. Zeggen mensen dat dit het werk van een boze geest is, dan ga jij ook twijfelen of zeg jij ook dat dit het werk van een boze geest is. Je praat steevast de woorden van anderen na en kunt zelf niets onderscheiden en evenmin voor jezelf denken. Zo iemand neemt geen standpunt in en kan geen onderscheid maken – zo iemand is een waardeloos hoopje mens! Dergelijke mensen praten steevast de woorden van anderen na: vandaag zeggen ze dat dit het werk van de Heilige Geest is, maar de kans bestaat dat iemand op een dag zegt dat het niet het werk van de Heilige Geest is, maar gewoon mensenwerk – maar jij kan dit niet onderscheiden, en wanneer je vaststelt dat dit gezegd wordt door anderen, zeg jij hetzelfde na. Het is in werkelijkheid het werk van de Heilige Geest, maar je zegt dat het mensenwerk is, ben je dan niet iemand geworden die zich godslasterlijk tegen het werk van de Heilige Geest uit? Sta je hierin dan niet op tegen God omdat je geen onderscheid kunt maken? Wie weet, misschien komt er op een dag een dwaas die zegt dat “dit het werk is van een boze geest”. Je hoort deze woorden dan, raakt erdoor van slag en laat je weer door de woorden van anderen meeslepen. Telkens wanneer iemand onrust stookt, ben je niet in staat om bij je standpunt te blijven. Dat komt allemaal omdat je de waarheid niet bezit. Geloven in God en de kennis van God nastreven, zijn geen simpele kwesties. Die bereik je niet door simpelweg bijeen te komen en naar een preek te luisteren en je kunt evenmin door passie alleen vervolmaakt worden. Je moet ervaren en weten en volgens principes handelen, en het werk van de Heilige Geest winnen. Wanneer je ervaring hebt opgedaan, ben je in staat om vele dingen te onderscheiden: je zult dan onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, tussen rechtschapenheid en goddeloosheid, tussen wat van vlees en bloed is en wat van de waarheid is. Je moet tussen al deze dingen onderscheid kunnen maken, dan zul je, ongeacht de omstandigheden, nooit verloren raken. Alleen dit is je werkelijke gestalte.
uit ‘Alleen zij die God en Zijn werk kennen, kunnen God behagen’
Die mensen die beweren God te volgen zouden er het beste aan doen hun ogen te openen en eens goed te kijken, om precies te zien in wie ze geloven: is het werkelijk God in wie je gelooft, of is het Satan? Als je weet dat datgene waarin je gelooft, niet God is maar je eigen afgoden zijn, dan kun je beter niet beweren een gelovige te zijn. Als je werkelijk niet weet in wie je gelooft, ook dan kun je beter niet beweren een gelovige te zijn. Het zou godslasterlijk zijn om dat te zeggen! Niemand dwingt je om in God te geloven. Zeg niet dat jullie in mij geloven; ik heb genoeg gehad van zulke praat en wil die niet meer horen, want waar jullie in geloven, zijn de afgoden in jullie hart en de plaatselijke pestkoppen onder jullie. Zij die hun hoofd schudden wanneer ze de waarheid horen, die grijnzen wanneer ze over de dood horen praten, zijn allemaal Satansgebroed, en zij zijn degenen die geëlimineerd zullen worden. Velen in de kerk hebben geen onderscheidingsvermogen. Wanneer er iets misleidends gebeurt, staan ze onverwacht aan de kant van Satan; ze vinden het zelfs onrechtvaardig dat ze hielenlikkers van Satan worden genoemd. Hoewel mensen misschien zeggen dat ze geen onderscheidingsvermogen hebben, staan ze altijd aan de kant zonder waarheid; ze staan nooit aan de kant van de waarheid als puntje bij paaltje komt, ze staan nooit op om voor de waarheid te pleiten. Ontbreekt het hun werkelijk aan onderscheidingsvermogen? Waarom kiezen ze onverwacht partij voor Satan? Waarom zeggen ze nooit een enkel billijk en redelijk woord om de waarheid te ondersteunen? Is deze situatie werkelijk ontstaan als gevolg van hun tijdelijke verwarring? Hoe minder onderscheidingsvermogen mensen hebben, hoe kleiner hun vermogen om aan de kant van de waarheid te staan. Wat blijkt hieruit? Blijkt hieruit niet dat mensen zonder onderscheidingsvermogen van het kwaad houden? Blijkt hieruit niet dat ze trouw Satansgebroed zijn? Waarom is het zo dat ze altijd aan de kant van Satan kunnen staan en zijn taal kunnen spreken? Al hun woorden en daden, hun gezichtsuitdrukkingen, volstaan allemaal als bewijs dat ze op geen enkele manier van de waarheid houden; veeleer zijn ze mensen die de waarheid verachten. Dat ze aan de kant van Satan kunnen staan, is voldoende bewijs dat Satan echt houdt van deze kleinere duiveltjes die hun hele leven vechten omwille van Satan. Zijn al deze feiten niet overduidelijk?
uit ‘Een waarschuwing aan hen die de waarheid niet beoefenen’