De weg van een priester naar huis

31 juli 2022

Door Zhang Jian, China

Mijn familie is al generaties lang katholiek. Toen ik 20 was, besloot ik me aan de Heer te wijden en Hem mijn hele leven te dienen. Na zeven jaar systematisch theologisch onderwijs op het seminarie werd ik tot priester gewijd toen ik 27 was, en toen ik 30 was, werd ik bevorderd tot abt van een klooster. In die tijd was ik nogal arrogant. Enerzijds vond ik dat ik op heel jonge leeftijd abt van een klooster was geworden, en anderzijds zeiden alle priesters en monniken die mijn preken hoorden dat ze heel heilzaam waren. En dus dacht ik dat ik de Bijbel begreep en kennis van de Heer had, en dat ik Gods goedkeuring zou hebben en het koninkrijk van de hemel zou binnengaan als de Heer kwam.

Dat was in juni 2001. Op een avond kwam diaken Wang gehaast bij me om te zeggen dat er twee protestanten waren gekomen die diepzinnig over het geloof spraken. Toen ik hoorde dat ze protestants waren, nam ik ze helemaal niet serieus. Ik dacht: De katholieke kerk is de ware kerk en bezit de hele waarheid van Jezus’ redding. Ik had vele jaren theologisch onderwijs gehad en had elk hoofdstuk van de Bijbel regel voor regel bestudeerd. Maar nu ze er toch waren, dacht ik dat ik nu net zo goed met ze over het geloof kon praten om te zien of ik ze kon bekeren tot het katholieke geloof. Toen nam diaken Wang me mee om ze te ontmoeten. De een heette broeder Cheng en de ander broeder Gao. Toen ik ze had ontmoet, hoorde ik dat ze pas zes of zeven jaar in God geloofden. Toen nam ik ze nog minder serieus, maar om ze over te halen om bij de katholieke kerk te komen sprak ik toch geduldig met ze over de katholieke geschiedenis. Ik zei ook tegen ze: “Als jullie zeker willen weten dat je het koninkrijk van hemel zult binnengaan, moet je toetreden tot de ware kerk, de katholieke kerk.” Maar toen de twee broeders dat hoorden, wilden ze zich niet alleen niet bekeren, maar communiceerden ze met me over de toestand van de kerk. Broeder Gao zei: “Voor zowel katholieken als protestanten, is de toestand van de kerk nu wanhopig. Priesters lezen de Schrift en preken zonder licht, ze kunnen geen nieuwe of diepzinnige preken houden, en sommige priesters streven naar wereldlijke zaken en hebben de weg van de dienstbaarheid verlaten. En gelovigen voelen zich negatief en zwak, hun geloof is koud geworden, en op samenkomsten praten ze over hun dagelijkse leven of over hoe ze geld kunnen verdienen, en stellen elkaar banen, vrienden en vriendinnen voor. Veel gelovigen jagen wereldlijke trends na en sommige zijn zelfs teruggekeerd naar de wereld. Is de huidige toestand van de kerk anders dan die van de tempel in de laatste dagen van het Tijdperk van de Wet? Aan het eind van het Tijdperk van de Wet was de tempel duidelijk verlaten. Mensen wisselden openlijk geld in de tempel, kochten en verkochten vee, schapen en duiven, en de tempel werd een rovershol. Dat de Heilige Geest niet meer in de tempel werkte. Waar werkte de Heilige Geest? In die tijd begon de Heer Jezus nieuw werk buiten de tempel, en het werk van de Heilige Geest had zich verplaatst naar het werk van de Heer Jezus. Het is alsof je in de winter een kachel in een kamer hebt. Het is warm in die kamer, maar als je de kachel weghaalt, zal de kamer koud worden. Hetzelfde geldt voor de kerk. Als de Heilige Geest in de kerk werkt, hebben de broeders en zusters geloof en gaan ze hartstochtelijk door. Maar als het werk van de Heilige Geest verloren gaat, raakt de kerk verlaten. Kerken zijn overal in dezelfde toestand als die van de tempel in de laatste dagen van het Tijdperk van de Wet. Ze zijn allemaal verlaten. Heb je eraan gedacht of het werk van de Heilige Geest zich heeft verplaatst? Waar werkt de Heilige Geest nu?” Toen ik hoorde wat de broeder zei, was ik erg verrast. Ik verwachtte niet dat ze de verlatenheid van de tempel in verband zouden brengen met het werk van de Heer Jezus. Dit inzicht was nieuw voor me. We hadden de dingen nooit zo begrepen in onze kerk. En ik was het eens met hun oordeel over de toestand van de kerk. Als ik dacht aan het lezen van de Schrift en het gedenken van de dag van de Heer, hielden veel kerkleden zich daar niet meer aan. Ze waren net ongelovigen die streefden naar geld en wereldlijk genot, en er waren steeds minder mensen in de kerk. Dat was een feit. De kerk was inderdaad verlaten. Ik zag dat hun communicatie overeenstemde met de Bijbel en de feiten, en dat er diepzinnigheid was in hun inzicht. En ik dacht: ik heb de Bijbel zoveel jaren bestudeerd zonder dit inzicht, maar zij hebben dat bereikt na slechts enkele jaren geloof. Ik denk dat ik ze heb onderschat. Toen ik inzag dat ik ze niet kon overtuigen en geen antwoord had op hun vragen, besloot ik mezelf niet voor schut te zetten, zei nog een paar woorden, excuseerde me en ging naar huis.

Maar ik dacht dat de Heilige Geest de ziel van de kerk is. Dus als de Heilige Geest niet in de kerk werkte, waar kon Hij dan werken? Ik begreep het toen niet, dus ik dacht er verder niet veel over na. Later kwamen de twee broeders me nog een paar keer opzoeken. Voortbordurend op het laatste onderwerp van de communicatie zeiden ze: “De Heer is geïncarneerd teruggekeerd om nieuwe woorden uit te drukken, het werk van het oordelen en zuiveren van mensen te doen, ons te bevrijden van de boeien van de zonde en ons in het koninkrijk van de hemel te brengen.” Ik stond erg in tweestrijd toen ik dat hoorde. Ik dacht: begrijp je de Bijbel echt? De Heer Jezus heeft het werk van de verlossing voltooid en Hij zal op een wolk terugkeren als een spiritueel lichaam om het eind van mensen te bepalen. Hoe zou Hij weer geïncarneerd kunnen komen om nieuw werk te doen? Op dat ogenblik herinnerde ik me opeens dat iemand met onlangs had verteld over mensen die Bliksem uit het oosten predikten. Ze beweerden dat de Heer geïncarneerd was teruggekeerd om nieuw werk te doen, en hun preken waren heel diepzinnig. Ik dacht dat ze waarschijnlijk geloofden in Bliksem uit het oosten. Ik vond dat de katholieke kerk de orthodoxe kerk was, en omdat voorheen niemand van Bliksem uit het oosten had gehoord, kon het geen orthodoxe kerk zijn. En omdat het geen orthodoxe kerk was, waren hun preken absoluut verkeerd. Dus ik viel ze in de rede en vroeg: “Geloven jullie in Bliksem uit het oosten? Jullie zeggen dat de Heer geïncarneerd is teruggekeerd en nieuw werk doet. Dat is onmogelijk. Ik geloof het niet. Als jullie dit evangelie tegen me willen prediken, bespaar je dan de moeite.” De twee broeders bleven me nog heel geduldig communicatie geven, maar omdat mijn opvattingen te sterk waren, luisterde ik helemaal niet naar ze. Ik zei kwaad tegen ze: “Wat jullie prediken, is in strijd met het traditionele geloof en ik wil er niets meer van horen.” Toen de twee broeders mijn houding zagen, communiceerden ze niet meer met me. Later kwamen ze nog twee keer, maar hoe ze ook communiceerden, door mijn innerlijke verzet ging alles wat ze zeiden het ene oor in en het andere oor uit. Ten slotte lieten ze een exemplaar van het boek Het Woord verschijnt in het vlees bij me achter en vroegen me het te onderzoeken. Toen ik hun ernstige houding zag, geneerde ik me te erg om te weigeren, dus ik stond ze toe om het boek achter te laten.

Ik was een beetje nieuwsgierig toen ik het boek voor het eerst kreeg en ik wilde zien wat er precies in stond. Dus ik sloeg het boek open, bekeek de inhoudsopgave en sloeg toen een paar willekeurige bladzijden op en vond enkele teksten, zoals over het bestaan van de drie-eenheid en het eind en de bestemming van de mensheid. Dat was anders dan onze traditionele leer, dus ik sloeg het boek dicht en keek er niet meer naar. Ik dacht dat het als abt van het klooster mijn taak was om de kudde te beschermen. Ik moest zorgen dat de priesters en monniken zich niet lieten misleiden. Dus tijdens een van de retraites van de novices zei ik: “We zijn in de laatste dagen en er verschijnen veel valse Christussen. Een paar dagen geleden heb ik mensen van Bliksem uit het oosten ontmoet. Ze zeiden dat de Heer geïncarneerd is teruggekeerd en nieuw werk doet. Hoe kan dat mogelijk zijn? Ik heb hun boek even doorgebladerd en wat het onderwijst, is anders dan ons traditionele geloof. Ik weet zeker dat Bliksem uit het oosten niet afkomstig is van God.” Ik instrueerde ze ook om voorzorgen te nemen en geen contact met ze te zoeken, niet hun boeken te lezen of naar hun woorden te luisteren en te zorgen dat de kerkleden niet door ze werden misleid. Toen ze me hadden gehoord, zeiden de priesters en monniken dat dit heel belangrijk was en ging om het redden van zielen en dat de kerkleden beschermd moesten worden. Ik zag dat iedereen heel gehoorzaam was toen ze me hadden gehoord en ik vond dat ik iets heel rechtvaardigs had gedaan, of op z’n minst de kudde had beschermd zoals een abt hoort te doen. Dus ik besefte totaal niet dat ik me tegen God verzette.

Enkele dagen na dit incident kwam broeder Gao me opzoeken en vroeg of ik de woorden van Almachtige God had gelezen. Ik antwoordde nogal bot en zei: “De woorden van Almachtige God zijn anders dan onze traditionele leer, dus ik zal ze niet onderzoeken en ik sta niemand toe om dat te doen, want dit is een geloofskwestie. We zullen nooit de Heer verraden door naar jullie prediking te luisteren.” Toen broeder Gao dat hoorde, communiceerde hij geduldig met me en zei: “Je hebt de woorden van Almachtige God niet gelezen. Je hebt alleen een paar dingen gevonden die anders zijn dat de traditionele leer van je kerk, en hebt besloten dat dit niet het woord en het werk van de Heer is en hebt geweigerd het te onderzoeken. Vind je dat niet te roekeloos? Almachtige God zegt: ‘Ik raad jullie aan het pad van het geloof in God voorzichtig te bewandelen. Trek geen overhaaste conclusies; sterker nog, wees niet oppervlakkig en gedachteloos in jullie geloof in God. Jullie moeten weten dat wie in God gelooft op zijn minst nederig en eerbiedig moet zijn. Wie de waarheid heeft gehoord maar er zijn neus voor ophaalt is dwaas en onwetend. Wie de waarheid heeft gehoord maar onvoorzichtig overhaaste conclusies trekt of de waarheid veroordeelt is door arrogantie bezeten. Niemand die in Jezus gelooft, is bekwaam anderen te vervloeken of te veroordelen. Jullie moeten allemaal rationeel zijn en de waarheid aanvaarden(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben). We zien dat we om in God te geloven een hart moeten hebben dat God vreest. We kunnen het niet blindelings verwerpen als we zien dat Gods woorden en werk niet overeenstemmen met onze opvattingen en waanideeën. Als we geen houding hebben van nederigheid en zoeken voor God en Gods nieuwe woorden en werk altijd evalueren op basis van onze waanideeën, begaan we te makkelijk de grote zonde van het bestrijden en verwerpen van God. Dit is net als toen de Heer Jezus kwam om te werken en de farizeeën zagen dat Zijn woorden en werk verder gingen dan de wet. Ze vonden bewust iets tegen de Heer Jezus, verwierpen Hem, en misleidden de menigte ten slotte tot ze de Heer Jezus aan het kruis nagelden. Dit was een ernstige belediging van Gods gezindheid en ze werden uiteindelijk vervloekt en gestraft. Deze les werd geleerd in bloed. Nu moeten we voorzichtig omgaan met de kwestie van de terugkeer van de Heer, want als we die ten onrechte verwerpen, kunnen we de Heilige Geest belasteren. De Heer Jezus zei lang geleden: ‘Elke zonde en godslastering zal de mens worden vergeven, maar de lastering van de Geest zal niet worden vergeven(Matteüs 12:31). Het zou vreselijk zijn om deze zonde te begaan. Sinds Almachtige God is verschenen en heeft gewerkt, hebben veel leiders van verschillende denominaties Almachtige Gods werk blindelings verworpen. Sommige hebben Almachtige God zelfs zwartgemaakt en belasterd. Velen die zich ernstig verzetten, werden gestraft. Als we niet oppassen, kunnen we makkelijk onze bestemming mislopen.”

Op dat moment dacht ik: “Ik denk aan mijn kerkleden en voorkom dat ze worden misleid. Hoe kan dat een belediging zijn voor de Heer?” Maar toen ik er zorgvuldig over nadacht, vond ik dat het redelijk was wat de broeder zei. Ik wist echt niet veel over Bliksem uit het oosten, en toch haastte ik me om het te verwerpen en predikte hetzelfde tegen de priesters en monniken. Als ik het ten onrechte had verworpen, zoals hij zei, zou het God beledigen. De gevolgen daarvan waren onvoorstelbaar. Dus ik zei tegen broeder Gao: “Ik heb nooit nagedacht over wat je zei, maar ik zal voortaan voorzichtig zijn.” Maar toen gebeurde er iets in onze kerk wat me tot nadenken stemde. Ik sprak een keer onze bisschop en hij zei verdrietig tegen me dat veel priesters in ons diocees een excuus zochten om de offergaven niet af te staan en dat er priesters waren die zich overgaven aan losbandigheid en weigerden berouw te hebben. Een oude priester had vertrouwelijk verteld dat hij de offergaven had verduisterd voor iemand die een fabriek begon. Toen ik deze dingen hoorde, dacht ik: “als priester zijn het verkwisten en verduisteren van offergaven en het zich overgeven aan losbandigheid ernstige zonden tegen God. De Heer zei: ‘Tenzij jullie boete doen, zullen jullie allemaal evenzo vergaan(Lucas 13:3). Als priesters in zonde leven en nooit berouw hebben, hoe kunnen ze dan het koninkrijk van de hemel binnengaan? In het verleden deden maar heel weinig priesters zulke dingen, maar nu zijn zoveel priesters vervallen tot verdorvenheid.” Onwillekeurig dacht ik aan de verlatenheid in de kerk waar broeder Gao over had gesproken. Ik dacht: als de Heilige Geest vroeger in de kerk werkte, werden we gedisciplineerd door de Heilige Geest als we zondigden. Maar nu zondigen zoveel priesters tegen God. Waarom worden ze niet gedisciplineerd door de Heilige Geest? Werkt de Heilige Geest echt niet meer in de kerk? Ik kon het niet begrijpen.

Een tijdje later kwamen broeder Gao en de anderen weer bij me langs. Ik voelde toen nog steeds weerstand tegen hen. Ik dacht: jullie getuigen altijd dat de Heer geïncarneerd is teruggekeerd om nieuw werk te doen. Is daar enige basis voor in de Bijbel? Ik denk dat ik vandaag eens wat directe vragen ga stellen. Als jullie die niet kunnen beantwoorden, zijn we uitgepraat. Dus ik vroeg ze: “In de Bijbel staat dat de Heer in de laatste dagen als spiritueel lichaam zal terugkeren op een wolk, maar jullie getuigen dat Hij geïncarneerd is teruggekeerd om nieuw werk te doen. Op basis waarvan zeggen jullie dat?” Broeder Gao antwoordde: “In de laatste dagen was de komst van de geïncarneerde God lang daarvoor geregeld door God, en er is bewijs voor in de profetieën van de Heer Jezus zelf: Zo staat in Lucas 17:24-25: ‘Want zoals de bliksem die vanonder de hemel bliksemt, de delen onder de hemel beschijnt, zo zal de Mensenzoon zijn op Zijn dag. Maar eerst moet Hij vele dingen lijden en door deze generatie worden verworpen.’ ‘Wees jij daarom ook gereed, want op een uur dat je het niet verwacht, zal de Mensenzoon komen(Matteüs 24:44). ‘Zoals in de dagen van Noach, zo zal ook de komst van de Mensenzoon zijn(Matteüs 24:37). Zoals je ziet hebben deze verzen het allemaal over ‘de Mensenzoon’. Waar verwijst ‘de Mensenzoon’ hier naar? We weten allemaal dat de Heer Jezus de Mensenzoon en de geïncarneerde God is. Daar is geen twijfel over mogelijk. De Mensenzoon verwijst naar Gods Geest die is gehuld in vlees om een gewoon mens te worden, wat betekent dat het verwijst naar de incarnatie van God. Dus als de Heer ‘de komst van de Mensenzoon’ profeteert, betekent dat dat als Hij terugkeert dat zal zijn als geïncarneerd vlees. Verder zegt de Schrift ook: ‘Maar eerst moet Hij vele dingen lijden en door deze generatie worden verworpen.’ Wat betekent dit? Het betekent dat als de Heer terugkeert mensen Hem niet zullen kennen of herkennen, en de hele generatie Hem zal verwerpen en afwijzen. Hieruit blijkt dat alleen als de Heer de Mensenzoon wordt, Hij deze dingen kan ondergaan en kan worden afgewezen door deze generatie. Als Hij terugkeerde in een spiritueel lichaam met de gelijkenis van een Jood, majesteitelijk en aan iedereen verschijnend in grote glorie, wie zou dan niet buigen en Hem aanbidden als hij Hem zag? Hoe zou Hij dan veel leed ondergaan? Hoe zou Hij worden afgewezen door de generatie? Dus het staat vast dat de Heer in de laatste dagen zal terugkeren als de geïncarneerde Mensenzoon.”

Toen ik dit van hem had gehoord, was ik geschokt. Zijn communicatie was volkomen redelijk en logisch. Geen van de theologen en spirituele figuren in de religieuze wereld kon de profetie van de Heer Jezus duidelijk verklaren. Ze zeiden allemaal dat dit het mysterie van de Heer is dat mensen niet helemaal kunnen begrijpen. Ik had de Bijbel zoveel jaren bestudeerd, maar elke keer als ik dit vers zag, begreep ik het niet. Ik wist niet waarom de Heer moest lijden, want Hij kwam in spirituele vorm. Het was een schok voor me dat mensen van Bliksem uit het oosten het mysterie van de profetie konden verklaren. Dat zij de dingen zo helder zagen, veranderde het beeld dat ik van ze had volledig. Ik vroeg me af: kan het zo zijn dat de Heer echt geïncarneerd terugkeert? Maar toen ik dacht aan de vele profetieën in de Bijbel dat de Heer op een wolk zal komen, begreep ik het nog steeds niet. Dus ik vroeg nogmaals: “Veel profetieën in de Bijbel zeggen dat de Heer in de laatste dagen zal neerdalen in spirituele vorm om alle mensen openlijk te oordelen. De Heer zei bijvoorbeeld: ‘En dan zal het teken van de Mensenzoon aan de hemel verschijnen, en dan zullen alle stammen van de aarde rouwen; en ze zullen de Mensenzoon zien komen op de hemelwolken met veel kracht en majesteit(Matteüs 24:30). ‘Zie, Hij komt met de wolken, en alle ogen zullen Hem zien, en ook zij die Hem hebben doorstoken. En alle stammen van de aarde zullen zichzelf bewenen vanwege Hem(Openbaring 1:7). Als de Heer echt terugkeert als geïncarneerd vlees, hoe worden deze profetieën dan vervuld?”

Broeder Gao communiceerde: “De Heer Jezus profeteert dat als Hij terugkeert in de laatste dagen Hij zal neerdalen op een wolk in spirituele vorm en openlijk alle naties en volkeren zal oordelen. Deze profetieën zullen zeker worden vervuld. Maar eerst komt God in het geheim geïncarneerd en later verschijnt hij aan iedereen op een wolk. Met andere woorden, de Heer keert terug op twee manieren: Eerst komt Hij in het vlees om de waarheid uit te drukken en om mensen te oordelen en te zuiveren, om een groep overwinnaars te maken. Dan daalt de grote ramspoed neer en is het werk van Gods geheime incarnatie voltooid. Na de rampspoed verschijnt God in het openbaar in glorie aan iedereen en beloont het goede en straft het kwaad. Daarom zullen in de periode van Gods incarnatie en geheime werk degenen die God bestrijden en verwerpen en dan weigeren berouw te hebben hun kans op redding volledig verliezen en uiteindelijk huilen en knarsetanden tijdens de rampspoed. Hiermee wordt de profetie in het boek Openbaring vervuld: ‘Zie, Hij komt met de wolken, en alle ogen zullen Hem zien, en ook zij die Hem hebben doorstoken. En alle stammen van de aarde zullen zichzelf bewenen vanwege Hem(Openbaring 1:7).”

Toen ik deze communicatie had gehoord, voelde het alsof mijn hart werd verlicht. Bij de tweede komst van de Heer daalt Hij niet alleen openlijk neer op een wolk. Voor Hij openlijk komt, komt Hij eerst geïncarneerd in het geheim. Dit zijn de twee manieren waarop de Heer verschijnt. In het verleden kende ik maar één manier waarop de Heer verscheen. Ik besefte dat ik een eenzijdig inzicht had. Toen zag ik in dat Bliksem uit het oosten het mysterie van de profetie in de Bijbel onthulde en dat hun verklaring redelijk en logisch was. Daarom dacht ik dat het waarschijnlijk van God kwam en het waard was om het te onderzoeken. Daarna was ik bereid om met ze te communiceren en de woorden van Almachtige God te lezen zonder me te verzetten. Toen ik enige tijd de woorden van Almachtige God had gelezen was ik er hartgrondig van overtuigd dat de Heer zou terugkeren als geïncarneerd vlees. Maar ik was nog steeds verward. Ik was overtuigd wat de incarnatie betreft, maar hoe kon ik zeker weten dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus was? Ik herinnerde me dat de katholieke kerk de ware kerk is en de hele waarheid van Jezus’ redding bezit. Ik wist dat we alleen in het katholicisme Gods koninkrijk kunnen binnengaan. Als ik Almachtige God aanvaardde en afdwaalde van mijn geloof, zou ik de Heer verraden. Hoe kon ik dan Gods koninkrijk binnengaan? Ik begreep dit niet, dus voelde ik me nog steeds een beetje onbehaaglijk. Ik hoorde dat priester Yuan ook het werk in de laatste dagen van Almachtige God had aanvaard, dus ik wilde hem opzoeken. Hij was katholiek geweest, en onze lessen en ideeën waren hetzelfde, dus ik wilde horen hoe hij deze kwestie begreep. Enkele dagen later sprak ik priester Yuan en vertelde hem over mijn zorgen.

Nadat hij had geluisterd, communiceerde broeder Yuan met me en zei: “Ik had vroeger dezelfde zorgen als jij. Ik was bang dat geloof in Almachtige God verraad jegens de Heer Jezus was. Maar wat deze kwestie betreft, is het belangrijkste om te weten of Almachtige God en de Heer Jezus dezelfde Geest zijn, of Zij dezelfde God aan het werk zijn. In het Tijdperk van de Wet was Jahwe aan het werk, en in het Tijdperk van Genade was de Heer Jezus aan het werk. Gods naam veranderde en het werk dat Hij deed was anders, maar kun je zeggen dat Jezus en Jahwe niet één God zijn? Kun je zeggen dat geloof in de Heer Jezus verraad jegens Jahwe is? Zeker niet. Dus vaststellen of Zij dezelfde God zijn berust niet op Hun namen. Het belangrijkste is om te zien of Almachtige God de waarheid kan uitdrukken en het werk van het redden van de mensheid kan doen. Zolang Hij de waarheid en Gods stem kan uitdrukken en het werk van het redden van mensen kan doen, is Hij God zelf. We weten allemaal dat Jahwe in het Tijdperk van de Wet wetten en geboden afkondigde om de mensen die op aarde leefden te leiden, zodat ze konden weten wat zonde is, hoe ze offers konden brengen om te boeten voor hun zonden en hoe ze God moesten vereren. Maar aan het eind van het Tijdperk van de Wet begingen mensen steeds meer zonden en geen offers konden dat goedmaken. Iedereen liep gevaar te worden veroordeeld en geëxecuteerd door de wet. Daarom profeteerde Jahwe via de profeten: ‘Zie een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en ze zullen Hem de naam Emmanuel geven(Matteüs 1:23). ‘Want ons is een KIND GEBOREN, en ons is een zoon gegeven, en de heerschappij ligt op Zijn schouder(Jesaja 9:5). Jahwe vertelde de Israëlieten met profetieën dat de Messias zou komen om het zondoffer te zijn dat de mensheid verlost. Daarna kwam God geïncarneerd als de Heer Jezus zoals beloofd, en deed op basis van het werk van de wet het werk van het verlossen van de mensheid. De Heer Jezus drukte veel waarheden uit en gaf mensen de weg van het berouw en werd toen gekruisigd voor de mensheid als eeuwig zondoffer, waarmee Hij het werk van het verlossen van de hele mensheid voltooide. Daarna hoefden mensen alleen Jezus Christus te aanvaarden als hun Redder. Als ze zondigden, hoefden ze alleen berouw te tonen aan de Heer Jezus, en dan zou de Heer hun zonden vergeven, werden ze niet ter dood gebracht omdat ze de wet hadden overtreden en waren mensen ook gekwalificeerd om voor God te komen om te bidden en Gods genade en zegeningen te zoeken. Dus het werk van de Heer Jezus vervulde de profetieën van de profeten van het Oude Testament. Het verloste mensen van de boeien van de wet, beëindigde het Tijdperk van de Wet en bracht de mensheid in het Tijdperk van Genade. Dit bewijst dat de Heer Jezus de Redder was, dat de Messias kwam en dat Jezus en Jahwe één Geest en één God waren. Zoals de Heer Jezus zei: ‘Ik ben in de Vader en de Vader is in mij(Johannes 14:11). ‘Ik en de Vader zijn één(Johannes 10:30). Toen de Heer Jezus het werk van de verlossing had voltooid, werden de zonden van hen die in de Heer geloven vergeven, maar de zondige natuur van mensen is niet weggenomen. Ze kunnen nog steeds voortdurend zondigen en God weerstaan, en zijn niet helemaal vrij van de boeien van de zonde. Bedenkt dat we nog steeds kunnen liegen en bedriegen voor persoonlijk gewin. We kunnen nog steeds jaloers zijn, anderen haten en wedijveren om macht. Bij ziekte en rampen kunnen we nog steeds God de schuld geven, God ontkennen en God verraden. In de Bijbel staat: ‘Wie zonde begaat, is de dienaar van zonde. Nu verblijft de dienaar niet voorgoed in het huis; maar de zoon verblijft er voor eeuwig(Johannes 8:34-35). ‘Wees heilig want ik ben heilig(Leviticus 11:44). God is heilig, en wat Hij wil is iemand die helemaal naar Zijn woorden kan luisteren en heiligheid kan bereiken, maar we zijn vaak nog steeds zondig, smerig en verdorven, niet vrij van de boeien van de zonde en niet gekwalificeerd om het koninkrijk van de hemel binnen te gaan. Daarom profeteerde de Heer Jezus tal van keren dat Hij zou terugkeren om de waarheid uit te drukken en het werk van het oordeel in de laatste dagen te doen, ons te redden van de zonde en de invloed van Satan en ons in Gods koninkrijk te brengen. Zoals de Heer Jezus zei: ‘Ik heb jullie nog veel dingen te zeggen: maar die kunnen jullie nu niet verdragen. Maar wanneer Hij, de Geest van de waarheid, gekomen is, zal Hij jullie alle waarheid leren(Johannes 16:12-13). ‘En als iemand mijn woorden hoort en ze niet bewaart, ik oordeel hem niet: want ik kwam niet om de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Hij die mij veracht, en mijn woorden niet ontvangt, heeft iemand die over hem oordeelt; de woorden die ik heb gesproken, dezelfde zullen op de laatste dag over hem oordelen(Johannes 12:47-48). En in 1 Petrus 4:17 staat: ‘Want het tijdsgewricht is dat het oordeel begint bij het huis van God.’ Zoals beloofd keert de Heer Jezus in de laatste dagen terug als Almachtige God om alle waarheid uit te drukken die nodig is om de mensheid te zuiveren en te redden en op basis van het werk van de Heer Jezus doet Hij het werk van het oordeel dat begint bij het huis van God om de zondige natuur van mensen weg te nemen en de mensheid in alle waarheid te leiden. Hiermee wordt de profetie van de Heer Jezus volledig vervuld.”

Toen las broeder Yuan een passage uit de woorden van Almachtige God. Almachtige God zegt: “Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens; Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus het zondoffer werd en de zonden van de mens droeg, maar ook dat God zelfs nog groter werk deed om de mens volledig te verlossen van zijn satanisch verdorven gezindheid. En zo, nu de zonden van de mens zijn vergeven, is God teruggekeerd naar het vlees om de mens het nieuwe tijdperk binnen te leiden, en is Hij het werk van tuchtiging en oordeel begonnen. Dit werk heeft de mens een hoger rijk binnengebracht. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en rijkere zegeningen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en ze zullen de waarheid, de weg en het leven verkrijgen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord). Nadat hij Gods woord had gelezen communiceerde broeder Yuan: “In het Tijdperk van Genade deed de Heer Jezus het werk van de verlossing en vergaf mensen hun zonden, maar dat was slechts de helft van het werk van de redding. Almachtige Gods werk van het oordeel is het werk dat de mensheid volledig redt. Alleen door Gods oordeel in de laatste dagen te aanvaarden, te worden gereinigd van onze verdorvenheid, ons te bevrijden van zonde en niet langer te worden beheerst door duivels kunnen we echt worden gered en gekwalificeerd zijn om door God in het koninkrijk van de hemel te worden gebracht. Daarom wordt met het werk van het oordeel van Almachtige God het verlossingswerk van de Heer Jezus voortgezet, en wordt er ook het tijdperk mee afgesloten. Almachtige God is de terugkeer van de Heer Jezus en Almachtige God en Jezus zijn één Geest en één God.”

Zijn communicatie over de drie fasen van het werk stemde overeen met de Bijbel en de feiten en mijn hart voelde erg opgelucht. Ik wist nu dat de Heer terugkeert om het werk van het oordeel te doen om onze zondige natuur weg te nemen en ons te redden van de boeien van de zonde. Ik besefte dat we inderdaad in zonde leven en ons er niet aan kunnen ontworstelen. We zondigen, belijden vervolgens en na onze belijdenis zondigen we weer. Onze hele leven zitten we gevangen in deze eindeloze cyclus. Nog afgezien van gewone gelovigen, kunnen zelfs priesters niet ontsnappen aan de boeien van de zonde. Dat is een onmiskenbaar feit. In het verleden kon ik nooit de reden daarvoor bevatten, maar nu begreep ik het. We hebben echt de laatste fase van het werk van de Heer nodig om mensen volledig te zuiveren in de laatste dagen. Het leek volkomen plausibel dat Almachtige Gods werk van het oordeel afkomstig is van God. Toen las broeder Yuan me nog een passage voor uit de woorden van Almachtige God. Almachtige God zegt: “Het werk dat op dit moment gedaan wordt, heeft het werk van het Tijdperk van Genade verder gebracht; dat wil zeggen dat het werk van het hele zesduizendjarige managementplan voortgegaan is. Hoewel het Tijdperk van Genade nu voorbij is, heeft het werk van God voortgang geboekt. Waarom zeg ik steeds weer dat dit stadium van het werk bouwt op het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet? Dit houdt in dat het huidige werk een voortzetting is van het werk dat in het Tijdperk van Genade is gedaan en een vooruitgang ten opzichte van het werk in het Tijdperk van de Wet. De drie stadia zijn nauw verweven en iedere schakel in de keten is nauw verbonden met de volgende. Waarom zeg ik ook dat dit stadium van het werk voortborduurt op het werk van Jezus? Stel dat dit stadium niet op het werk van Jezus zou voortborduren. Dan zou er in dit stadium opnieuw een kruisiging moeten plaats vinden, en zou het verlossingswerk van het vorige stadium helemaal overgedaan moeten worden. Dat zou zinloos zijn. Het is dus niet zo dat het werk helemaal klaar is, maar het tijdperk is verder gegaan en het werk is naar een nog hoger niveau getild dan voorheen. Je kunt zeggen dat dit stadium van het werk op het fundament van het Tijdperk van de Wet en op de rots van het werk van Jezus is gebouwd. Het werk wordt stadium voor stadium opgebouwd, en dit stadium is geen nieuw begin. Alleen de combinatie van de drie stadia van het werk kunnen als het zesduizendjarige managementplan worden beschouwd. Het werk in dit stadium wordt gedaan op het fundament van het werk van het Tijdperk van Genade. Als de twee stadia van het werk niet in verband stonden met elkaar, waarom wordt de kruisiging dan in dit stadium niet herhaald? Waarom draag ik de zonden van de mens dan niet maar kom ik, in plaats daarvan, om de mens rechtstreeks te oordelen en te tuchtigen? Als mijn werk om de mens te oordelen en te tuchtigen en mijn huidige komst zonder de ontvangenis van de Heilige Geest niet was gevolgd op de kruisiging, dan zou ik niet geschikt zijn om de mens te oordelen en te tuchtigen. Juist omdat ik één ben met Jezus kom ik rechtstreeks om de mens te tuchtigen en te oordelen. Het werk in dit stadium wordt geheel op het werk van het voorgaande tijdperk gebouwd. Dat is de reden dat alleen dit soort werk de mens stap voor stap naar de redding kan brengen. Jezus en ik komen voort uit dezelfde Geest. Al zijn wij door het vlees niet met elkaar verbonden, onze Geest is één. Al is de inhoud van wat we doen en het werk dat we ondernemen niet hetzelfde, in essentie zijn we hetzelfde. Ons vlees neemt verschillende vormen aan, maar dit komt doordat er verandering is gekomen in het tijdperk en de eisen die aan ons werk gesteld worden. Onze bedieningen zijn niet dezelfde, daarom is het werk dat wij voortbrengen en de gezindheid die wij onthullen aan de mens ook anders. Daarom is wat de mens ziet en begrijpt nu anders dan in het verleden, dit komt door de verandering van tijdperk. Hun Geest is één, ook al zijn Zij van een ander geslacht en is de vorm van Hun vlees anders, en zijn Zij niet in dezelfde familie geboren, laat staan in hetzelfde tijdsgewricht. […] De Geest van Jehova niet de vader van de Geest van Jezus, en de Geest van Jezus is niet de zoon van de Geest van Jehova: Zij zijn één en dezelfde Geest. Net als de geïncarneerde God van vandaag en Jezus. Hoewel Zij geen familierelatie hebben, zijn Zij één; dit komt omdat Hun Geest één is. God kan het werk van mededogen en barmhartigheid verrichten, alsook het werk van het rechtvaardige oordeel en de tuchtiging van de mens, en dat van het uitroepen van een vloek over de mens; uiteindelijk kan Hij het werk van de vernietiging van de wereld en het straffen van de kwaden doen. Doet Hij dit niet allemaal Zelf? Is dat niet Gods almacht?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De twee incarnaties voltooien de betekenis van de incarnatie). Broeder Yuan vervolgde: “Hoewel de inhoud van elk van de drie fasen van het werk door God verschilt, en Gods naam anders is in elke fase, wordt het allemaal gedaan door één Geest en één God. De drie fasen van het werk zijn nauw verbonden, en elke fase bouwt voort op het werk van de vorige fase, en is dieper en hoger dan de vorige, tot mensen eindelijk zijn gered van Satans heerschappij en in Gods koninkrijk zijn gebracht. Daarom verraden we de Heer niet door Zijn nieuwe werk te aanvaarden. In plaats daarvan houden we gelijke tred met Zijn werk.”

Toen ik zijn communicatie had gehoord, was mijn hart nog meer opgelucht. De drie fasen van het werk zijn nauw verbonden, elk bouwt voort op de vorige, en geen fase van het werk is onafhankelijk van de andere. Zijn dit niet exact de drie fasen van het werk dat wordt gedaan door dezelfde God? Jahwe, de Heer Jezus en Almachtige God lijken echt dezelfde God te zijn. Ik had altijd gedacht dat de katholieke kerk de ware kerk was, dat alleen het katholicisme zielen kon redden en in het koninkrijk van de hemel brengen, en dat je door het katholicisme te verlaten God verraadt en je kans op redding verliest. Nu begreep ik dat waar ik aan vasthield alleen het werk van de verlossing van de Heer Jezus was. Als ik het werk van het oordeel van Almachtige God aanvaardde, zou ik de voetsporen van het Lam volgen en verraadde ik de Heer niet. Maar als ik katholiek bleef en me vastklampte aan de redding van de Heer Jezus, zou ik Gods redding in de laatste dagen niet ontvangen en het koninkrijk van de hemel niet binnengaan. Op dat moment was ik er diep in mijn hart van overtuigd dat Almachtige Gods werk van het oordeel Gods nieuwe werk in de laatste dagen is. Toen communiceerde broeder Yuan met me over de waarheid van Gods namen, de verhalen achter de Bijbel, hoe God het eind en de bestemming van de mensheid bepaalt enzovoort. Toen ik naar zijn communicatie had geluisterd, was ik vol emotie. Ik had zoveel jaren in de Heer geloofd, maar toch had ik nooit zo goed horen prediken. Ik voelde dat wat ik zo had verkregen geweldig was. Ik begreep die dag meer dan ik in jaren van geloof in de Heer had begrepen.

Die dag las broeder Yuan me veel van Almachtige Gods woorden voor. Ik zag dat Almachtige God veel waarheden en mysteries heeft onthuld, en voelde sterk dat de woorden van Almachtige God de stem van God waren. Toen ik die dag thuiskwam, las ik een passage uit Almachtige Gods woorden. “Het is niet moeilijk om zoiets te bestuderen, maar daar is wel voor nodig dat ieder van ons deze waarheid kent: Hij die de vleesgeworden God is, zal de essentie van God bezitten, en Hij die de vleesgeworden God is zal de uitdrukking van God bezitten. Omdat God vlees wordt, zal Hij het werk voortbrengen dat Hij beoogt te doen. En omdat God vlees wordt, zal Hij uitdrukken wat Hij is en zal Hij in staat zijn de waarheid naar de mens te brengen, hem leven te schenken en hem de weg te wijzen. Vlees dat de essentie van God niet heeft, is beslist niet de vleesgeworden God. Dat lijdt geen twijfel. Als de mens wil nagaan of dit het geïncarneerde vlees van God is, moet hij dit bevestigen aan de hand van de gezindheid die Hij uitdrukt en de woorden die Hij spreekt. Dat wil zeggen: om te bevestigen of dit al dan niet het geïncarneerde vlees van God is en of dit al dan niet de ware weg is, moet men onderscheid maken op basis van Zijn essentie. Bij het vaststellen of dit het geïncarneerde vlees van God is, ligt de sleutel daarom bij Zijn essentie (Zijn werk, Zijn uitspraken, Zijn gezindheid en veel andere aspecten), niet bij de uiterlijke verschijning. Als de mens alleen Zijn uiterlijke verschijning inspecteert en als gevolg daarvan Zijn essentie over het hoofd ziet, toont dat aan dat de mens onverlicht en onwetend is(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord). Ik begreep uit deze passage dat ik om te bepalen of Almachtige God de verschijning van God is eerst moest kijken naar de woorden die Hij uitdrukte en het werk dat Hij deed. Als Hij de waarheid kan uitdrukken en het werk van het redden en zuiveren van mensen kan doen, moet Hij de verschijning van de Heer zijn. De Heer Jezus heeft eens gezegd: “Ik ben de weg, en de waarheid, en het leven. Geen mens komt tot de Vader, dan door mij(Johannes 14:6). Daarom kan niemand behalve God de waarheid uitdrukken om mensen te redden. Daarna nam ik elke dag de tijd om Almachtige Gods woorden te lezen. Twee maanden later begreep ik veel meer dingen, zoals het mysterie van de incarnatie en Gods naam, het verschil tussen Gods werk en mensenwerk, hoe je echte van valse Christussen kunt onderscheiden enzovoort. Ik zag dat Almachtige Gods woorden rijk en gevarieerd zijn en dat opende me de ogen. Op dat moment dacht ik: wie kan er behalve de teruggekeerde Heer zoveel waarheden uitdrukken en zoveel mysteries onthullen? De Heer is inderdaad teruggekeerd en doet het nieuwe werk van het oordelen en zuiveren van mensen. Ik wist nu zeker dat Almachtige Gods werk van het oordeel het nieuwe werk van de Heer was en dat Almachtige God de terugkeer van de Heer is.

De Heer Jezus, op wiens komst ik zoveel jaren had gehoopt, was echt teruggekeerd, en ik prees me heel gelukkig dat ik Gods werk in de laatste dagen kon aanvaarden, vooral in het besef dat deze broeders en zusters het evangelie al bijna een jaar tegen me hadden gepredikt. In die periode was ik onwillig en afwijzend, en zonder Gods genade en redding en de broeders en zusters die steeds weer het evangelie tegen me predikten, was ik helemaal niet voor God gekomen. Dus ik was God heel dankbaar. Maar toen besefte ik dat ik Gods werk van de laatste dagen niet had onderzocht. Ik had het blindelings beoordeeld en verworpen, en verbood het zelfs in de kerk om de leden te beletten het te onderzoeken. Toen ik hierover nadacht, had ik veel spijt en verfoeide ik mezelf dat ik te blind was om God te kennen, geen angst voor God had en God bestreed. Was ik niet net als de farizeeën die de Heer Jezus bestreden? Oorspronkelijk dacht ik, omdat ik jarenlang theologie had gestudeerd en de Heer had gediend, dat ik wel het een en ander wist over de Heer. Maar ik verwachtte echt niet dat ik de Heer op deze manier zou ‘verwelkomen’. Ik voelde me op dat moment erg ongemakkelijk. Ik bestreed de Heer en beging een grote zonde, dus hoe zou de Heer me behandelen? Ik viel op mijn knieën voor God en bad om mijn zonden te belijden. “Almachtige God, ik was te arrogant. Ik ken u niet, daarom bestreed en veroordeelde ik uw werk en sloot de kerk af en belette kerkleden om te zoeken en te onderzoeken. Ik deed hetzelfde als de farizeeën en ik verdien uw straf. Ik ben uw redding echt niet waard.” Die dagen verkeerde ik voortdurend in een toestand van spijt en onrust. Elke keer als ik Almachtige Gods woorden las die het verzet van mensen tegen God ontmaskeren, voelde ik me erg wanhopig. Ik voelde dat dat ik verdoemd was en dat God me niet zou redden. Later vertelde ik mijn broeders en zusters over mijn toestand en ze lazen een passage voor uit Gods woord die me veel troost gaf: God zegt: “Iedere persoon die de overwinning van woorden heeft aanvaard, zal ruim de gelegenheid hebben om te worden gered. Gods redding van alle individuen toont hun Zijn enorme clementie, wat wil zeggen dat hun de grootste tolerantie wordt betoond. Zolang mensen van het verkeerde pad terugkeren, zolang ze zich kunnen bekeren, zal God ze de gelegenheid geven om Zijn heil te verkrijgen. Wanneer mensen eerst tegen God in opstand komen, heeft God geen verlangen om ze ter dood te brengen, maar doet Hij er juist al het mogelijke aan om ze te redden. Als iemand echt geen ruimte voor redding heeft, zal God hem aan de kant zetten. God straft iemand niet snel, omdat Hij iedereen wil redden die gered kan worden. Hij oordeelt, verlicht en leidt mensen alleen met woorden, en gebruikt geen roede om ze ter dood te brengen. Het gebruik van woorden om mensen te redden, is het doel en de betekenis van de laatste fase van het werk(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Jullie moeten de zegeningen van status opzijzetten en Gods wil begrijpen om de mens heil te brengen). Toen ze Gods woorden hadden voorgelezen, zei een broeder: “We zijn verdorven door Satan, we hebben allemaal een verdorven gezindheid en geen angst voor God. Als we zien dat Gods woorden en werk niet overeenstemmen met onze opvattingen rebelleren we en verzetten we ons en ontkennen en veroordelen we snel. Maar als we de waarheid begrijpen, kunnen terugkeren van de verkeerde weg en echt berouw tonen aan God, geeft God ons toch de kans om gered te worden. Maar zij die koppig en zonder berouw zijn en God onverzettelijk bestrijden, worden veroordeeld door God en zijn ten slotte allemaal onderhevig aan straf.” Toen ik dit hoorde, was ik erg aangedaan. Ik dacht: “ik bestreed God en deed zulk groot kwaad, maar God toont toch genade en redt me. Gods liefde is echt groot. Voortaan moet ik meer het evangelie prediken en Gods liefde vergoeden en de gelovigen het goede nieuws van de terugkeer van de Heer vertellen, zodat ze ook Gods stem kunnen horen en de Heer kunnen verwelkomen.” Daarna begon ik het evangelie te verspreiden. Op een dag getuigde ik tegen een kerklid over Almachtige Gods nieuwe werk. Tot mijn verbazing kwam de bisschop erachter. Hij belde me op en vroeg me bij hem langs te komen.

Toen ik bij de kerk aankwam kwam ik bij de deur de abt tegen, die in de tachtig was. Hij vertelde me heimelijk dat de bisschop erg tegen mijn geloof in Bliksem uit het oosten was en zei dat ik tegen de bisschop mijn fouten moest toegeven, berouw moest tonen, en hem moest smeken om toegeeflijk te zijn. Toen ik hoorde wat hij zei, was ik erg van streek en bad vlug tot God. “Almachtige God, ik bevind met vandaag in deze omgeving en weet niet hoe ik die tegemoet moet treden. Bescherm me en geef me geloof en vastberadenheid. Wat er ook gebeurt, ik vraag u om me de weg te wijzen zodat ik standvastig kan zijn op de ware weg.” Toen ik had gebeden, kon ik mezelf een beetje kalmeren. Toen ik de bisschop zag, vroeg hij me eerst of ik in Bliksem uit het oosten geloofde, en ik zei ja. Hij werd erg kwaad en zei: “Ik hoorde dat je lang geleden contact had met mensen van Bliksem uit het oosten. maar er geen waarde aan hechtte. Omdat je priester en theologisch expert bent, dacht ik dat je Bliksem uit het oosten nooit zou aanvaarden. Ik kan niet geloven dat je het echt hebt aanvaard.” Ik legde het hem geduldig uit en zei: “Ik heb Bliksem uit het oosten niet blindelings aanvaard. Ik heb het meer dan een half jaar onderzocht en heb veel van Almachtige Gods woord gelezen. Deze woorden zijn de waarheid, dingen die geen mens zou kunnen zeggen, en Almachtige God is de teruggekeerde Heer…” Maar voor ik kon uitspreken, werd de bisschop al erg ongeduldig. Hij zei: “Het is aan de paus om te bepalen of Bliksem uit het oosten de teruggekeerde Heer is. De paus kan het niet mis hebben in kwesties van het geloof. Als de paus het erkent, doen wij het ook. Als hij het niet doet en zegt dat Bliksem uit het oosten ketterij is, kunnen we er niet in geloven.” Toen ik had gehoord wat hij zei, dacht ik: de paus is ook een verdorven menselijk wezen. Als hij niet onderzoekt, zal hij niet worden verlicht en geïllumineerd door de Heilige Geest, en zal hij het nieuwe werk van de Heer niet begrijpen. U gelooft in de Heer, maar in plaats van naar Zijn worden luistert u blindelings naar de paus, een mens. Is dat nou geloof in de Heer? Is het niet gewoon geloof in een mens? Met dit in gedachte ging ik door met getuigen van Almachtige Gods werk in de laatste dagen, maar hij luisterde helemaal niet. Hij zei: “De paus zegt niet dat Bliksem uit het oosten het werk van de Heer in de laatste dagen is, dus we kunnen er niet in geloven. Of het de ware weg is, hangt af van wat de paus beslist.”

Dat is waar. Oorspronkelijk vereerde ik ook de paus, en dacht dat de paus de Heer vertegenwoordigt, zodat we in alles naar de paus moeten luisteren. Maar later las ik woorden van Almachtige God die mijn ideeën hierover veranderden. Ik herinner me de volgende passage. Almachtige God zegt: “Er zijn meerdere grote godsdiensten in de wereld en elk heeft zijn eigen hoofd of leider. De volgelingen zijn verspreid over verschillende landen en regio’s in de wereld. Elk land, groot of klein, heeft verschillende religies binnen zijn grenzen. Echter, ongeacht hoeveel godsdiensten er over de hele wereld zijn, alle mensen in dit universum bestaan uiteindelijk onder leiding van één God en hun bestaan wordt niet geleid door leiders of hoofden van een religie. Dat betekent dat de mensheid niet wordt geleid door een bepaalde leider of een bepaald hoofd van die godsdienst. De gehele mensheid wordt daarentegen geleid door de Schepper, die de hemel en de aarde en alle dingen heeft geschapen, en dat is een feit. Hoewel de wereld meerdere grote godsdiensten heeft, hoe groot ze ook mogen zijn, ze bestaan allemaal onder de heerschappij van de Schepper en geen enkele daarvan kan de reikwijdte van deze heerschappij overtreffen. De ontwikkeling van de mensheid, sociale vooruitgang, de ontwikkeling van natuurwetenschappen, deze zijn allemaal onlosmakelijk verbonden met de regelingen van de Schepper. Het is geen werk dat door het hoofd van een bepaalde religie kan worden gedaan. Mensen die aan het hoofd staan van een religie zijn slechts de leiders van een bepaalde religie en kunnen God niet vertegenwoordigen of Degene die de hemel en de aarde en alle dingen schiep. Mensen die aan het hoofd staan van een religie kunnen leidinggeven aan iedereen binnen een gehele religie, maar ze kunnen niet alle schepselen onder de hemelen aansturen. Dit is een algemeen erkend feit. Mensen die aan het hoofd staan van een religie zijn slechts leiders en zij zijn niet gelijk aan God (de Schepper). Alle dingen zijn in de hand van de Schepper en uiteindelijk zal alles terugkeren tot de hand van de Schepper. De mensheid is oorspronkelijk gemaakt door God en ongeacht de religie zal elke persoon terugkeren onder de heerschappij van God. Dit is onvermijdelijk. Alleen God is de hoogst verhevene onder alle dingen en ook de hoogste heerser onder alle schepselen moet terugkeren onder Zijn heerschappij. Hoe hoog de status van de mens ook is, hij kan de mensheid niet naar een geschikte bestemming brengen en niemand is in staat om alle dingen naar zijn soort te classificeren(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God). Ik begrijp door deze passage dat de paus slechts een leider is, een geschapen wezen, een geen vertegenwoordiger van God. God is de Schepper. Hij schiep alle dingen in de wereld, ook menselijke wezens, en leidde de mensheid naar het heden. Alleen God heeft soevereiniteit over het lot van de mensheid, en alleen God kan de waarheid uitdrukken om mensen te redden en ons naar een mooie bestemming te leiden. Dit werk kan niet worden gedaan door een geschapen wezen, paus of leider. Hoewel pausen een hoge status hebben, zijn zij ook verdorven menselijke wezens. Ze kunnen niet de waarheid uitdrukken, laat staan de mensheid redden, dus hoe hoog hun status ook is, ze kunnen God niet vertegenwoordigen. Als God komt en nieuw werk doet, en ze onderzoeken niet, zullen ze niet worden verlicht of geïllumineerd door de Heilige Geest, en ten slotte zullen ze door God worden verlaten en geëlimineerd. De hogepriesters en farizeeën in vroeger tijden hadden ook een hoge status, maar toen de Heer Jezus kwam om te werken, wilden ze het onderzoeken, bestreden en verwierpen ze de Heer Jezus en werden ze uiteindelijk vervloekt en gestraft door God.

Toen verbood de bisschop me om nog contact te hebben met de mensen van Bliksem uit het oosten. Ik was het er niet mee eens en hij werd heel kwaad en zei: “Beschouw je taken als abt dan opgeschort. Draag de boeken van het klooster over en ga in de kelder nadenken over wat je hebt gedaan.” Toen ik hem dat hoorde zeggen was ik erg verbaasd. Ik had niet verwacht dat hij me zo snel zou ontslaan. Ik voelde me een beetje verloren. In de jaren dat ik abt was, was ik overal omringd door priesters en monniken die luisterden naar mijn woorden en alles deden wat ik zei, maar toen de bisschop me had ontslagen, wist ik dat het nooit meer hetzelfde zou zijn. Ik dacht ook aan hoeveel werk het me had gekost om priester en abt te worden. Toen ik Almachtige God begon te volgen en mijn keus had gemaakt, kon ik niet langer priester en abt zijn. Hoewel ik al zeker was over het werk van Almachtige God in de laatste dagen, had ik nog niet de moed om mezelf helemaal los te maken van het katholicisme. Ik dacht: deze keuze is geen kleinigheid. Ik moet goed nadenken voor ik een besluit neem. Later ging ik naar de kelder zoals de bisschop had gevraagd. Daar ontmoette ik priester Zhao die daarheen moest om na te denken over zijn ontucht. Ik vertelde hem dat ik erheen was gestuurd omdat ik het werk van Almachtige God in de laatste dagen aanvaardde. Hij was erg verbaasd toen hij dat hoorde. Hij zei dat hij de zonde van ontucht had begaan in een ogenblik van zwakheid, maar toch nog gered kon worden als hij zijn zonde opbiechtte aan de Heer. Hij vond dat mijn probleem ernstiger was en zei dat het een geloofskwestie was, en dat we het koninkrijk van de hemel niet kunnen binnengaan als ons geloof verkeerd is.

Na twee of drie dagen bracht priester Wang de boekhouder naar de kelder om de boeken met me door te nemen. Ik zag de minachting in priester Wangs ogen toen hij naar me keek, en toen hij naar de boeken vroeg, was het alsof hij een gevangene verhoorde. Het was allemaal erg pijnlijk. Toen ze weg waren, voelde ik me bijzonder vernederd en ellendig. In bed dacht ik aan hoe iedereen heel respectvol was toen ik het klooster leidde. Naar welk gastgezin ik ook ging, de priesters en monniken kwamen me ongevraagd begroeten en de gastheer maakte enthousiast fruit klaar om me te onthalen. De priesters en monniken verheugden zich er altijd op om me te horen preken, en meestal wachtte ze op me om een besluit te nemen als ze over werk spraken. Ook regelde ik vaak hun werk en ze luisterden naar me en gehoorzaamden me. Maar nu ik was ontslagen, keken ze op me neer en respecteerden ze me niet, en had ik niemand om mee te praten in de kelder. Hoe kon alles zo anders zijn dan toen ik nog abt was? Toen bedacht ik dat als ik besloot Almachtige God te volgen, ik nooit meer het leven van een abt zou kunnen genieten, en alle status en genot die ik erdoor kreeg weg zouden zijn. Die gedachte maakte me een beetje teleurgesteld. Maar toen dacht ik: Almachtige God is inderdaad de teruggekeerde Heer Jezus. Als ik Almachtige God niet volg ter wille van mijn status en genot, ben ik dan nog echt een gelovige in God? Kan ik dan nog worden gered door God? Ik wist echt niet welke weg ik moest kiezen en mijn hart was erg gekweld. Ik knielde en bad tot God om Hem te vragen me de weg te wijzen, zodat ik niet langer werd beheerst door status en reputatie en in staat zou zijn Gods voetsporen te volgen. Nadat ik had gebeden, herinnerde ik me een passage uit Gods woord die mijn broeders en zusters hadden voorgelezen: “God heeft Zichzelf in zo’n mate nederig opgesteld dat Hij Zijn werk doet in deze vuile en verdorven mensen, en deze groep mensen vervolmaakt. God is niet alleen vleesgeworden om onder de mensen te wonen en te eten, om mensen te hoeden en om te voorzien in wat mensen nodig hebben. Belangrijker is dat Hij Zijn machtige reddingswerk en overwinningswerk verricht onder deze ondraaglijk verdorven mensen. Hij is naar het hart van de grote rode draak gekomen om deze mensen te redden die het meest verdorven zijn van allemaal, zodat alle mensen veranderd en vernieuwd kunnen worden. De immense beproeving die God verdraagt, is niet alleen de beproeving die de vleesgeworden God verdraagt; ze bestaat er bovenal uit dat de Geest van God extreme vernedering ondergaat – Hij vernedert en verbergt Zichzelf zozeer dat Hij een gewone persoon wordt. God was vleesgeworden en nam een vleselijke vorm aan, zodat de mensen zien dat Hij een normaal menselijk leven en normale menselijke behoeften heeft. Dit is genoeg om te bewijzen dat God Zichzelf verregaand nederig heeft opgesteld. De Geest van God wordt verwezenlijkt in het vlees. Zijn Geest is zo verheven en groots en toch neemt Hij de vorm aan van een gewone mens, een verwaarloosbare mens, om zo het werk van Zijn Geest te doen. Het kaliber, het inzicht, het verstand, de menselijkheid en het leven van elk van jullie tonen aan dat jullie het werkelijk onwaardig zijn dit soort werk van God te aanvaarden. Jullie zijn het werkelijk onwaardig God zulke beproevingen te laten ondergaan omwille van jullie. God is zo groots. Hij is zo soeverein en mensen zijn zo bescheiden, en ondanks dat werkt Hij in hen. Hij is niet alleen vleesgeworden om mensen te voorzien en tot mensen te spreken; Hij leeft zelfs samen met mensen. God is zo nederig, zo beminnelijk(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen diegenen die zich richten op de praktijk kunnen vervolmaakt worden). Het is waar, geen enkel land bestrijdt God erger dan China. God kwam geïncarneerd naar het land van de grote rode draak, maar werd vervolgd en belasterd door de Communistische Partij en verworpen en afgewezen door religieuze kringen. God is zo verheven en zo nobel, en toch verdroeg Hij de grote vernedering en kwam op aarde en alles wat God doet, dient om ons te redden. Ik zag in dat God echt nederig en liefdevol is. Toen bedacht ik hoe ik alleen de voordelen van status wilde, hoe ik ervan genoot dat anderen me bewonderden en tegen me opkeken, en hoe ik zelfs toen ik wist dat ik Gods werk had gevonden nog niet bereid was om mijn status op te geven en God te volgen. Had ik me niet bewust verzet, terwijl ik de ware weg wist? Was dat niet gewetenloos? Toen ik dat besefte, voelde ik me erg schuldig en beschaamd. Tegelijkertijd bereidde ik me erop voor om mijn positie op te geven.

Enkele dagen later kwam mijn neef naar de kelder om me over te halen en me te vragen om na te denken. Hij zei dat de bisschop me uit de kerk zou zetten als ik niet tot inkeer kwam. Toen ik dat hoorde, was ik geschokt. Ik had in deze kerk nog nooit over zoiets als excommunicatie gehoord. Op dat moment dacht ik: als ik word verstoten, zullen de kerkleden die ik ken en het hele diocees me verwerpen. Toen mijn neef weg was, bleef ik met mezelf in tweestrijd. Vanaf het moment dat ik in de Heer geloofde, kwam het nooit bij me op dat ik geëxcommuniceerd kon worden. In die dagen moest ik steeds weer aan die dingen denken. Elke keer als ik in de Bijbel de profetieën zag over Gods werk in de laatste dagen, dacht ik aan de broeders en zusters die tegen me getuigden over Almachtige Gods werk en de passages uit Gods woord die ik las. Dit alles flitste door mijn hoofd als beelden uit een film. Almachtige God is de teruggekeerde Heer en ik kon niet ophouden Hem te volgen. Maar toen ik dacht aan de kerk verlaten of verstoten worden, kon ik geen besluit nemen.

Later kwam de bisschop naar de kelder en vroeg me hoe het ging met mijn overpeinzingen. Toen hij zag dat ik nog steeds geloofde in Almachtige God, was hij erg verdrietig en zei: “Je geloof fin Bliksem uit het oosten is geen kleinigheid. Je moet echt nadenken over jezelf. Als je oprecht jezelf kent, berouw hebt en Bliksem uit het oosten afwijst, kunnen we je fout vergeten en kun je je positie als abt houden.” Toen de bisschop weg was, probeerde priester Zhao die daar ook me te overtuigen. Hij zei: “Je moet de conclusies van je overpeinzingen opschrijven. Als je het goed opschrijft, kun je abt blijven. Als je het niet opschrijft, zal de bisschop je niet laten gaan.” Toen ik dat hoorde, wist ik dat de bisschop me een ultimatum had gesteld, en dat als ik de conclusies van mijn overpeinzingen niet opschreef, ik mijn positie als abt zou verliezen en dreigde uit de kerk gezet te worden. Toen ik hieraan dacht, was ik een beetje verdrietig. Hoewel ik wist dat ik moest beslissen om Almachtige God te volgen, was ik nog een beetje onwillig om mijn positie op te geven. Het was een nare tijd, dus ik riep ernstig uit naar God en zei: “Almachtige God, ik sta vandaag voor mijn definitieve keuze. Wijs me de weg en geef me leiding om de juiste keuze te maken.” Toen ik had gebeden, dacht ik aan een passage uit Gods woorden die mijn broeders en zusters me voorlazen. God zegt: “God zal nooit ergens anders opnieuw beginnen. God zal dit feit tot stand brengen: Hij zal ervoor zorgen dat alle mensen in het hele universum voor Hem komen te staan en de God op aarde zullen vereren. Zijn werk in andere plaatsen zal ophouden en mensen zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Het zal zijn zoals bij Jozef: iedereen kwam bij hem om voedsel en boog zich voor hem neer, want hij had eten. Mensen zullen gedwongen worden de ware weg te zoeken om hongersnood te vermijden. De hele religieuze gemeenschap zal ernstige honger lijden en alleen de God van het heden is de bron van levend water, in het bezit van de eeuwig stromende bron tot vreugde van de mens, en mensen zullen komen en zich op Hem verlaten(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het Duizendjarig Koninkrijk is gekomen). Het was waar. Nu de kerken overal verlaten zijn en het werk van de Heilige Geest missen, prediken bisschoppen en priesters zonder licht en kunnen ze alleen praten over theologische theorieën en religieuze doctrines, of mensen vragen om door mensen gemaakte religieuze rituelen en regels na te leven. Maar daaraan vasthouden brengt totaal geen voedsel en stichting in het leven van mensen, en iedereen leeft in een cyclus van zonden begaan, belijden en opnieuw zondigen. Hoe hard je het ook probeert, je kunt het probleem van het zondigen niet oplossen. Zelfs geestelijken kunnen niet afzien van duidelijke zonden zoals het stelen van offergaven en ontucht, zoals priester Zhao bij mij in de kelder, die zich niet schaamde voor zo’n grote zonde. Zo’n ontaarding was te treurig. Het huidige katholicisme was een poel met stilstaand water. De Kerk van Almachtige God was anders. We lazen tijdens elke samenkomst de woorden van Almachtige God, wat ons hielp de waarheid te begrijpen en ons leven voedde en ten goede kwam. Als ik het werk van Almachtige God niet volgde en niet de waarheid verwierf dit God in de laatste dagen uitdrukte, zou ik nooit ontsnappen aan de zonde. Dan zou ik er elke dag onontkoombaar in verstrikt zijn. Wat had het dan voor zin om door iedereen in de religie gesteund te worden?

Toen dacht ik aan enkele van Gods woorden. Almachtige God zegt: “Christus is gedurende de laatste dagen voor de mens de poort tot het koninkrijk, en niemand kan Hem omzeilen. Niemand kan door God worden vervolmaakt dan alleen door Christus. Je gelooft in God en dus moet je Zijn woorden accepteren en Zijn weg gehoorzamen. Je kunt niet alleen denken aan het verkrijgen van zegeningen terwijl je niet in staat bent de waarheid of de voorziening van leven te aanvaarden. Christus komt tijdens de laatste dagen, zodat iedereen die echt in Hem gelooft van leven kan worden voorzien. Zijn werk is bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en het nieuwe binnen te gaan, en Zijn werk is het pad dat moet worden gevolgd door iedereen die het nieuwe tijdperk wil binnengaan. Als je niet in staat bent Hem te erkennen en in plaats daarvan Hem veroordeelt, lastert of zelfs vervolgt, dan ben je bestemd om te branden in eeuwigheid en zul je nooit het koninkrijk van God binnengaan. Want deze Christus is Zelf de uitdrukking van de Heilige Geest, de uitdrukking van God, Degene die God Zijn werk op aarde heeft toevertrouwd. En dus zeg ik dat als je niet alles kunt accepteren wat gedaan is door Christus van de laatste dagen, je de Heilige Geest lastert. De vergelding die hen die de Heilige Geest belasteren ten deel zal vallen, is voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zeg je ook dat als je je verzet tegen Christus van de laatste dagen, als je Christus van de laatste dagen afwijst, er niemand anders zal zijn om de gevolgen voor je te dragen. Bovendien zul je vanaf deze dag geen nieuwe kans meer hebben om de goedkeuring van God te krijgen; zelfs als je het goed probeert te maken, zul je nooit meer het aangezicht van God zien. Want waar je je tegen verzet is geen mens, wat je afwijst is niet het een of andere nietige wezen, maar Christus. Weet je wat de gevolgen hiervan zullen zijn? Je zult niet een klein foutje hebben gemaakt, maar een gruwelijke misdaad hebben begaan. En daarom adviseer ik iedereen om niet je tanden te ontbloten in het aangezicht van de waarheid, of achteloze kritiek te uiten, want alleen de waarheid kan je het leven brengen en niets anders dan de waarheid kan je in staat stellen om herboren te worden en het aangezicht van God opnieuw te aanschouwen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven). Almachtige God geeft ons de waarheid, de weg en het leven. Deze waarheden zijn de enige manier om te worden gezuiverd en gered. Dat ik de waarheid die vandaag door Almachtige God is uitgedrukt kon aanvaarden en mijn verdorven gezindheden kon veranderen, was echt Gods verheffing en genade. Als ik verkoos om in het katholicisme te blijven, naar het genot van status verlangde en Gods redding in de laatste dagen afwees, zou ik voorgoed worden verdoemd door God en mijn kans op redding helemaal verliezen. Dan zou ik net zo zijn als de vroegere hogepriesters en farizeeën. Ze hadden een hoge status onder de Joden en genoten hoog aanzien en de steun van iedereen. Maar toen de Heer Jezus kwam, wisten ze duidelijk dat de woorden van de Heer Jezus gezag en kracht hadden. Maar om hun status en inkomsten te beschermen weigerden ze de redding door de Heer Jezus te aanvaarden en nagelden ze Hem zelfs aan het kruis. en werden ze ten slotte vervloekt en voorgoed gestraft door God. Toen wist ik dat ik niet in de voetsporen van de farizeeën kon treden. Ik had Almachtige Gods nieuwe werk aanvaard en de bewatering en voeding door Gods woorden genoten. Ik kon nadenken over mezelf in Gods woord en de oorsprong van mijn zonde vinden, en ik begreep hoe ik gezuiverd kon worden van verdorvenheid. Alleen door deze weg te volgen kon ik redding bereiken en Gods goedkeuring verdienen. Was dat niet meer waard en zinvoller dan een hoge status hebben? Toen ik hieraan dacht, werd mijn hart licht. Ik zag duidelijk dat niets in de religie het waard was om aan vast te houden en dat ik daar niet hoefde te blijven. Dus gaf ik mijn positie als priester en abt op en besloot resoluut om te vertrekken.

Hoewel ik die paar dagen in de kelder wat beproevingen onderging, maakten de leiding en het leiderschap van Gods woord me duidelijk dat status niet is waar ik naar moet streven en dat God het niet goedkeurt, en ik voelde dat de weg vóór me duidelijk was. Vroeger dacht ik dat je God kende als je Bijbelkennis en theologie begreep. Ik besefte niet dat de theologische theorieën die ik begreep opvattingen en waanideeën over God waren. Ze komen helemaal niet overeen met de waarheid. Ze waren een onoverkomelijke barrière die zorgde dat ik God begrensde en Gods werk bestreed en me ook steeds arroganter en zelfgenoegzamer maakte, zonder nederigheid om te zoeken of angst voor God. Zonder Almachtige Gods grote liefde en genade zou ik onmogelijk Zijn redding kunnen ontvangen. En toen ik naar status en genot verlangde en niet wist wat ik moest kiezen, gebruikte God talloze keren Zijn woorden om me te verlichten en de weg te wijzen en me mijn positie te laten opgeven en Zijn werk te volgen. Zonder Gods zorg en steun had ik nooit kunnen terugkeren naar God. Daarom voel ik dat Gods liefde praktisch en echt is.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger