Groeien door mislukkingen en tegenslagen
Ik aanvaardde het werk van Almachtige God in de laatste dagen in december 2020. Enkele maanden later werd ik gekozen tot kerkleidster. Ik moest veel werk doen en problemen oplossen in de kerk. Ik stortte me er vol overgave op. Na een poosje raakte ik wat meer vertrouwd met het werk van de kerk, maar ik kwam nog steeds veel problemen tegen. Veel nieuwkomers woonden de samenkomsten niet regelmatig bij. Sommigen werden beïnvloed door geruchten online, anderen begrepen de waarheden van visioenen niet echt en hadden onopgeloste religieuze ideeën, en sommigen konden niet regelmatig samenkomsten bijwonen vanwege hun werk. Geconfronteerd met deze problemen werkte ik hard om met hen te communiceren over Gods wil en ze erdoorheen te helpen, maar hun problemen waren nog niet opgelost. Ik was erg gefrustreerd. Ik vroeg me voortdurend af waarom mijn harde werk nog geen vrucht had afgeworpen. Waarom zegende God onze kerk niet? De broeders en zusters hadden zoveel problemen en al mijn communicaties met hen hadden gefaald. Misschien was ik niet geschikt als leidster. Ik verweet mezelf dat het allemaal door mij kwam. Als ik de verantwoordelijkheid accepteerde en terugtrad, kon iemand anders als leider dienen en zou het werk succesvoller zijn. Ik voelde me terneergeslagen en passief in mijn plicht en wachtte tot ik ontslagen werd. Ik dacht zelfs dat God deze problemen veroorzaakte om me te ontmaskeren en te laten falen, en me waarschijnlijk al had verlaten. Die gedachte maakte me bang. Had God me verlaten? Ik bad en zocht, maar begreep nog steeds Gods wil niet. De gedachte dat God me had verlaten bleef van tijd tot tijd de kop opsteken. Ik voelde me voortdurend somber, moe en zwak. Ik was echt bang en voelde dat ik niet langer het werk van de Heilige Geest had.
De kerk kwam toen enkele teamleiders tekort, en de supervisor beval me enkele nieuwkomers aan. Ik benoemde ze meteen zonder me er erg in te verdiepen. Ze zeiden allemaal dat ze een plicht op zich wilden nemen, maar toen ze officieel begonnen, zei een van hen dat hij het te druk had met zijn werk en de taak niet aankon, en een andere kwam te laat op samenkomsten vanwege familieomstandigheden en kon de taak ook niet doen. Uiteindelijk besloot ik dat ze voorlopig niet als teamleiders gecultiveerd konden worden. Ik werkte hard om deze problemen in het werk op te lossen, maar ik behaalde een tijd lang geen resultaten. Ik kon toen al die mislukkingen niet verdragen. Ik was erg negatief en durfde zelfs niet elke nieuwe dag tegemoet te zien. Ik wilde geen werk voor de kerk meer doen, want ik had veel gewerkt, maar had niets bereikt. Ik dacht dat ik met deze situatie werd geconfronteerd omdat God wilde laten zien dat ik onbekwaam was, maar ik wilde mezelf niet aan zo’n gesteldheid overgeven. Ik wilde niet worden ontmaskerd en verstoten omdat ik geen resultaten boekte in mijn plicht.
In mijn godsdienstoefeningen stuitte ik een keer op “De principes van het erkennen van verantwoordelijkheid en ontslag nemen”: “Elke valse leider die de waarheid niet aanvaardt, die geen praktisch werk kan doen en die enige tijd verstoken is geweest van het werk van de Heilige Geest, moet zijn verantwoordelijkheid erkennen en ontslag nemen” (170 Principesvan het beoefenen van de waarheid). Toen ik dat las, voelde ik me nog negatiever. Wat moest ik doen? Ik had niet één van de problemen van de kerk opgelost, dus ik was een valse leider. Moest ik mijn verantwoordelijkheid erkennen en ontslag nemen zodat een bekwaam iemand leider kon worden? Ik deed al drie maanden werk voor de kerk, maar had de problemen die in de kerk bestonden nog niet opgelost. En in die situatie begreep ik nog steeds Gods wil niet en had ik geen vooruitgang geboekt. Ik begreep God zelfs verkeerd. Ik was bang dat de anderen zouden denken dat ik te negatief was, en dat ze me zouden berispen omdat ik overwoog om ontslag te nemen.
Op een samenkomst las ik dit een keer in Gods woorden: “Je bent een gewoon mens. Je moet vele mislukkingen, vele perioden van verbijstering, vele beoordelingsfouten en vele verkeerde stappen ondergaan. Hierdoor kan je verdorven gezindheid, je zwakheden en gebreken, je onwetendheid en dwaasheid volledig worden blootgelegd, waardoor je jezelf opnieuw kunt onderzoeken en leren kennen, en kennis kunt krijgen van Gods almacht en volledige wijsheid, Zijn gezindheid. Je zult positieve dingen van Hem krijgen, de waarheid gaan begrijpen en de werkelijkheid binnengaan. Er zal veel in je ervaring zijn dat niet gaat zoals je wenst, waartegen je je machteloos zult voelen. Je moet zoeken en wachten; je moet van God het antwoord op elke zaak krijgen en uit Zijn woorden de onderliggende essentie van elke zaak en de essentie van elk soort mens begrijpen. Zo gedraagt een gewoon, normaal mens zich” (Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Gods woorden koesteren is de basis van geloof in God). God is ongelooflijk wijs. Ik kreeg nieuw inzicht in hoe God werkt. Ik zag in dat iedereen in zijn plicht mislukkingen en tegenslagen moet doormaken, en dat het Gods wil was dat ik door dit alles de waarheid zou zoeken om mijn verdorvenheid weg te nemen. Ik was in mijn plicht op moeilijkheden en mislukkingen gestuit, maar ik had niet de waarheid of Gods wil gezocht en had altijd gedacht aan ontslag nemen, omdat ik vond dat ik geen succes had gehad in mijn plicht en niet had gedaan wat een leider moet doen. Ik durfde de anderen zelfs niet te vertellen over mijn ware gesteldheid. Ik had echt geen idee. Ik begreep niet wat Gods wil was of waarom God me zoiets liet overkomen. Ik begreep uit Gods woorden dat ik maar een gewoon mens was, dus dat het normaal was dat ik in mijn plicht op moeilijkheden en mislukkingen stuitte. Gods wil lag daarin. Dus vertelde ik de broeders en zusters openhartig over mijn recente gesteldheid en vroeg hun om hulp. Ik vertelde ook dat ik had overwogen om mijn verantwoordelijkheid te erkennen en ontslag te nemen. Ze keken niet op me neer, maar hielpen me, moedigden me aan en communiceerden over Gods woorden. Ik was echt ontroerd.
Ze lazen me enkele woorden van Almachtige God voor. God zegt: “Hoe vaak je tijdens je ervaring met Gods werk ook hebt gefaald, bent neergevallen, gesnoeid, aangepakt of ontmaskerd, dit zijn geen slechte dingen. Hoe je ook bent gesnoeid of aangepakt en of dat nu door leiders, werkers, of je broeders of zusters werd gedaan, dit zijn allemaal goede dingen. Onthoud dit: hoeveel je ook lijdt, het is in je voordeel. Iedereen met ervaring kan dit beamen. Gesnoeid, aangepakt of ontmaskerd worden is altijd goed, wat er ook gebeurt. Het is geen veroordeling. Het is Gods redding en de beste kans om jezelf te leren kennen. Het kan in je levenservaring een ommekeer brengen. Zonder dat zul je niet de gelegenheid, de conditie of de context hebben waarmee je een begrip van de waarheid over je verdorvenheid kunt bereiken. Als je werkelijk de waarheid begrijpt en in staat bent de verdorvenheden op te graven die diep in je hart verborgen zitten, als je die duidelijk kunt onderscheiden, dan is dat goed, want daarmee is een groot probleem van het binnengaan in het leven opgelost en het is bijzonder bevorderlijk voor veranderingen in gezindheid. Jezelf echt leren kennen is je beste kans om je manier van doen te verbeteren en een nieuw mens te worden; het is de beste kans voor je om nieuw leven te verwerven. Wanneer je jezelf eenmaal echt kent, zul je kunnen zien dat het echt kostbaar is als de waarheid je leven wordt en je zult dorsten naar de waarheid, de waarheid in praktijk brengen en de werkelijkheid ervan binnengaan. Dat is zo fantastisch! Als je deze gelegenheid weet aan te grijpen en steeds als je faalt of valt serieus over jezelf nadenkt en echte kennis over jezelf verwerft, dan zul je midden in je negativiteit en zwakte in staat zijn weer op te staan. Als je deze drempel eenmaal over bent, zul je in staat zijn een grote stap vooruit te zetten en de werkelijkheid van de waarheid binnen te gaan” (Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Om de waarheid te verwerven, moet je leren van mensen, zaken en dingen om je heen). “Gods redding van de mensheid is de redding van diegenen die de waarheid liefhebben, redding van dat deel van hen dat beschikt over wil en vastberadenheid, en dat deel van hen dat bestaat uit het smachten naar waarheid en rechtvaardigheid. Iemands vastberadenheid is dat deel van hem in zijn hart dat smacht naar rechtvaardigheid, goedheid en waarheid en dat een geweten heeft. God redt dit deel van de mensen en verandert daardoor hun verdorven gezindheid, zodat zij wellicht de waarheid kunnen begrijpen en verkrijgen, zodat wellicht hun verdorvenheid gereinigd kan worden en hun levensgezindheid kan worden getransformeerd. Als je die dingen niet in je hebt, kun je niet gered worden. […] Waarom wordt Petrus een vrucht genoemd? Omdat er in hem dingen van waarde zijn, dingen die het waard zijn om te vervolmaken. Hij zocht de waarheid in alle dingen, hij was vastbesloten en wilskrachtig; hij had verstand, was bereid om tegenspoed te verdragen en in zijn hart hield hij van de waarheid, wat er voorviel, liet hij niet los en hij was in staat lering te trekken uit alle dingen. Dat zijn allemaal sterke kanten. Als je geen van deze sterke kanten hebt, betekent dat dat er een probleem is. Dan zal het niet gemakkelijk voor je zijn om de waarheid te verkrijgen en gered te worden. Als je niet weet hoe je moet ervaren, of geen ervaring hebt, ben je niet in staat de moeilijkheden van anderen op te lossen. Omdat je niet in staat bent Gods woorden te praktiseren en te ervaren, en geen idee hebt wat je moet doen als er iets met je gebeurt, en van streek raakt, in tranen uitbarst, als je problemen tegenkomt, negatief wordt en wegrent bij een kleine tegenslag en nooit in staat bent op de juiste manier te reageren – vanwege dit alles kun je onmogelijk het leven binnengaan” (Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, deel drie). Nadat ze dit hadden voorgelezen communiceerde een zuster dit met me: “Op wat voor tegenslagen en mislukkingen we ook stuiten, we moeten bidden en Gods wil zoeken, en de waarheid en onze plicht niet opgeven. Je plicht opgeven leidt niet tot het oplossen van het probleem. Alleen door de moeilijkheden en problemen die we tegenkomen in onze plicht komen onze verdorvenheid en tekortkomingen aan het licht en kunnen we onszelf echt kennen. Zonder deze ervaringen zouden we onze verdorvenheid en tekortkomingen niet kunnen zien. Hoe zouden we dan kunnen veranderen? Dus mislukkingen ervaren en fouten maken is niet slecht. Dan moeten we de waarheid zoeken en een les leren – we mogen God niet verkeerd begrijpen. Als we ontslag nemen en onze plicht opgeven als we op problemen stuiten, hoe kunnen we dan Gods werk ervaren en naar redding streven? Welke getuigenis zouden we dan hebben? God vraagt niet veel van ons. Als we vastberadenheid tonen tegenover problemen en beproevingen en oprecht bidden en de waarheid zoeken, zal God ons de weg wijzen en helpen.” De communicatie van de zuster was echt verlichtend voor me. Ik besefte dat mislukkingen ervaren en fouten maken Gods liefde zijn en dat het een goede kans voor mij is om de waarheid te zoeken en een les te leren. Ik dacht aan hoe Petrus veel beproevingen, louteringen, tegenslagen en mislukkingen doorstond in zijn leven. Soms leed hij aan vleselijke zwakte, maar hij verloor nooit het geloof in God. Hij bleef streven naar de waarheid en Gods wil zoeken en maakte goed waarin hij tekortschoot. Ten slotte begreep hij de waarheid en kende hij God en kon hij zich onderwerpen en God liefhebben. Ik moet sterk en vastberaden zijn, net als Petrus, voor God komen in gebed en Zijn wil zoeken als ik op tegenslagen en mislukkingen stuit, en nadenken over wat ik mis in plaats van God verkeerd te begrijpen en te beschuldigen.
In mijn godsdienstoefeningen las ik een keer een passage uit Gods woorden die me hielpen om Gods wil een beetje te begrijpen. Almachtige God zegt: “De mensen moeten leren acht te slaan op Gods woorden en Zijn hart te begrijpen. Ze mogen God niet verkeerd begrijpen. In feite komt de bezorgdheid van de mensen in veel gevallen voort uit hun eigen belangen. In het algemeen is het de angst dat ze geen uitkomst zullen hebben. Ze denken altijd bij zichzelf: wat als God mij aan het licht brengt, mij verstoot en mij verwerpt? Dit is jouw verkeerde interpretatie van God; dit zijn slechts jouw gedachten. Je moet uitzoeken wat Gods bedoeling is. Hij brengt mensen niet aan het licht om ze te verstoten. Mensen worden aan het licht gebracht om hun tekortkomingen, hun fouten en de essentie van hun aard te onthullen, zodat ze zichzelf leren kennen en waarachtig berouw kunnen opbrengen; als zodanig is het aan het licht brengen van mensen bedoeld om hun leven te helpen groeien. Zonder een zuiver begrip zijn mensen geneigd God verkeerd te interpreteren en negatief en zwak te worden. Ze kunnen zelfs toegeven aan wanhoop. In feite betekent het aan het licht brengen van mensen door God niet per se dat ze verstoten zullen worden. Het is om je te helpen je eigen verdorvenheid te leren kennen, en je tot inkeer te laten komen. Omdat mensen opstandig zijn, en de waarheid niet zoeken om een oplossing te vinden wanneer ze uitbarstingen van verdorvenheid hebben, moet God vaak discipline toepassen. En dus brengt Hij mensen soms aan het licht en laat Hij hun lelijkheid en beklagenswaardigheid zien, waardoor ze zichzelf leren kennen, wat hun leven helpt groeien. Het aan het licht brengen van mensen heeft twee verschillende gevolgen: voor slechte mensen betekent aan het licht gebracht worden dat ze verstoten worden. Voor hen die in staat zijn de waarheid te aanvaarden, is het een herinnering en een waarschuwing; zij worden ertoe gebracht zich te bezinnen, hun ware gesteldheid te zien en niet langer eigenzinnig en roekeloos te zijn, want zo doorgaan zou gevaarlijk zijn. Wanneer mensen op deze manier aan het licht worden gebracht, is dat om ze eraan te herinneren, zodat ze, wanneer ze hun plicht vervullen, niet verward en onzorgvuldig zijn, niet lichthartig zijn, niet tevreden zijn met slechts een klein beetje effectiviteit, en dan denken dat ze hun plicht volgens een aanvaardbaar niveau hebben vervuld – terwijl ze in feite, gemeten naar wat God vraagt, veel tekort zijn geschoten. Desondanks zijn ze nog steeds zelfvoldaan en denken ze dat ze het goed doen. In zulke omstandigheden zal God mensen disciplineren, waarschuwen en herinneren. Soms brengt God hun lelijkheid aan het licht – dat is duidelijk om als herinnering te dienen. Op zulke momenten moet je over jezelf nadenken: je plicht op deze manier uitvoeren is ontoereikend, er is opstandigheid in het spel, het bevat te veel wat negatief is, het is geheel plichtmatig, en als je niet tot inkeer komt, zul je gestraft worden. Wanneer God je disciplineert, en je aan het licht brengt, hoeft dat niet te betekenen dat je verstoten zult worden. Deze zaak moet juist benaderd worden. Zelfs als je verstoten wordt, moet je dat accepteren, je eraan onderwerpen en je haasten om je te bezinnen en tot inkeer te komen” (Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Alleen door de waarheid in praktijk te brengen en God te gehoorzamen kan men een verandering van gezindheid tot stand brengen). Uit Gods woorden blijkt dat Hij mensen niet ontmaskert om ze te verstoten, maar om te zorgen dat ze hun verdorvenheid en tekortkomingen erkennen, zodat ze de waarheid kunnen zoeken om hun problemen op te lossen en vooruitgang te boeken in het leven. Ik begon na te denken over mezelf. Toen ik op moeilijkheden en problemen stuitte, ging ik niet oprecht nadenken en Gods wil zoeken, of over mezelf nadenken om over mijn problemen te leren. Ik dacht gewoon dat God deze situaties gebruikte om me te ontmaskeren en te verstoten, dat ik niet geschikt was als leidster en ontslag moest nemen. Ik begreep God verkeerd. Toen besefte ik dat in het werk zoveel problemen vooral onopgelost bleven omdat ik mijn plicht niet met overgave vervulde. Ik had altijd het gevoel dat ik zoveel dingen te doen had, maar dat ik geen richting of doelen had als ik werkte. Ik deed gewoon wat er bij me opkwam zonder naar resultaten te streven. Sommige mensen werden misleid door geruchten en ik zocht niet uit over welk aspect van de waarheid ik moest communiceren om hun noties weg te nemen zodat ze die geruchten konden herkennen en standvastig op de ware weg konden blijven. En als ik mensen cultiveerde, zocht ik niet de principes daarvoor en kreeg ik geen duidelijk inzicht in hun situatie, maar deed ik het blindelings. Als gevolg daarvan bereikte ik ook in dat opzicht niets. Bij het bewateren van nieuwkomers dacht ik vooraf niet na over welke aspecten van de waarheid ik kon communiceren om hun problemen op te lossen, dus ook daarin boekte ik geen echte resultaten. Hoewel het oppervlakkig gezien leek alsof ik hard werkte, was ik niet aandachtig en beoordeelde ik de problemen in ons werk niet tijdig, wat betekende dat er niets werd bereikt. Ik liet niet alleen na om over mezelf na te denken en mezelf te begrijpen, maar ik zag ook de waarheden niet waarin ik moest binnengaan. Mijn eerste reactie was om de verantwoordelijkheid op God af te schuiven, omdat ik dacht dat Hij me met opzet ontmaskerde, zodat ik slecht voor de dag kwam. Ik was altijd aan het mopperen en wilde geen mislukkingen en tegenslagen, maar wilde dat ik het altijd makkelijk had en dat alles van een leien dakje ging. Bij het minste probleem begreep ik God verkeerd en gaf ik Hem de schuld. Hoe kon ik Gods werk ervaren en mijn plicht goed doen? Ik was zo onredelijk. Zo hoort een geschapen wezen zich niet te gedragen. Toen ik dat besefte, voelde ik veel spijt en bad tot God: “God, u heeft deze situatie geschapen om me te trainen, zodat ik kon groeien in het leven, maar ik begreep uw wil niet – ik begreep u verkeerd. Ik ben zo opstandig. Wijs me de weg en help me mijn eigen verdorven gezindheid te begrijpen.” Daarna las ik een passage uit de woorden van Almachtige God die me hielp mezelf te begrijpen. God zegt: “Ik beleef genoegen aan degenen die niet achterdochtig zijn jegens anderen, en ik mag degenen die openstaan voor de waarheid graag. Voor deze twee categorieën mensen zorg ik goed, want in mijn ogen zijn zij eerlijke mensen. Als je heel bedrieglijk bent, is je hart altijd op zijn hoede en koester je achterdocht tegen alles en iedereen. Daarom is je geloof in mij gebouwd op een fundament van achterdocht. Dergelijk geloof zal ik nooit erkennen. Zonder oprecht geloof ben je nog verder van echte liefde verwijderd. En als je aan God kunt twijfelen en naar eigen believen over Hem kunt speculeren, ben je ongetwijfeld bedrieglijker dan wie ook. Je speculeert of God als de mens kan zijn: onvergeeflijk zondig, bekrompen, oneerlijk, onredelijk, zonder rechtvaardigheidsgevoel, geneigd tot kwaadaardige tactieken, verraderlijk en geslepen, genoegen scheppend in goddeloosheid en duisternis, enzovoort. Is het niet zo dat de mens zulke gedachten koestert omdat hij geen greintje kennis over God heeft? Dergelijk geloof is niets minder dan zonde! Bovendien geloven sommigen zelfs dat degenen die mij behagen niets anders dan vleiers en stroopsmeerders zijn. Mensen die daar niet goed in zijn, zouden dan niet welkom zijn en hun plaats in het huis van God kwijtraken. Is dat alle kennis die jullie in al die jaren hebben vergaard? Is dat wat jullie hebben opgedaan? En jullie kennis over mij stopt niet bij deze misvattingen. Nog erger zijn jullie godslastering tegen Gods Geest en kwaadsprekerij over de hemel. Daarom zeg ik dat een dergelijk geloof als dat van jullie er alleen maar voor zorgt dat jullie verder van mij afdwalen en nog meer tegen mij opstaan” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe je de God op aarde kunt leren kennen). Ik schaamde me echt toen ik las wat Gods woorden openbaren. Ik was achterdochtig jegens God en begreep Hem verkeerd toen ik op mislukkingen en tegenslagen stuitte, en dacht dat Hij net zo kil en harteloos was als mensen. Ik dacht dat God mensen Zijn genade liet genieten als Hij ze wilde gebruiken, maar dat Hij ze anders zou verstoten, terzijde zou werpen en negeren. Ik bekritiseerde en verdacht God op grond van de psychologie van de onrechtvaardigen. Wat was ik doortrapt. Ik was nog niet lang een gelovige, de waarheden die ik begreep waren beperkt en ik had veel gebreken, maar toch kozen de broeders en zusters me tot leidster en gaven ze me een kans om te praktiseren, zodat ik sneller de waarheid kon leren en kon binnengaan in de werkelijkheid van de waarheid. Hoewel ik soms te weinig dingen bereikte doordat ik niet oplettend genoeg was in mijn plicht, had de kerk me niet ontslagen. De anderen hielpen en bemoedigden me nog steeds en communiceerden met me over Gods woorden en wezen me de weg om Gods wil te begrijpen en mijn verdorvenheid en tekortkomingen te erkennen. Alles wat God voor me deed cultiveerde en redde me echt. Hij is zo goed en vol liefde. Maar ik was op mijn hoede voor God en achterdochtig jegens Hem. Was dat nou het ware geloof in God hebben? Ik was zo grondig bedorven door Satan en liet me altijd leiden door Satans leugens zoals: “Vertrouw niemand, want zelfs je schaduw zal je verlaten in de duisternis” en “Je kunt niet kwaadwillig zijn, maar je moet op je hoede blijven.” Ik was op mijn hoede voor iedereen, zelfs voor God. Hieruit bleek dat mijn doortrapte gezindheid echt heel ernstig was en dat mijn verdenkingen en verkeerde begrip van God juist daar vandaan kwamen. Geconfronteerd met problemen bekritiseerde ik God en begreep ik Hem verkeerd, maar toch wees God me de weg om de waarheid te begrijpen en liet Hij me mijn eigen problemen zien. Ik voelde Gods liefde en hoe echt Zijn redding voor mij is. Ik kwam voor God en bad, bereid om Hem berouw te tonen en niet langer te leven naar mijn doortrapte gezindheid en God te verdenken en verkeerd te begrijpen.
Later las ik deze passage uit Gods woorden: “Al vervul je nu gewillig je plicht, en breng je gewillig offers en zet je je gewillig en volledig in, als je nog steeds misverstanden, speculaties, twijfels of grieven ten aanzien van God hebt, of zelfs opstandigheid en verzet tegen Hem, of als je diverse methoden en technieken gebruikt om Hem te weerstaan en Zijn soevereiniteit over je af te wijzen – als je deze dingen niet oplost – dan zal het voor de waarheid bijna onmogelijk zijn om meester te zijn over jouw persoon, en zal je leven uitputtend zijn. Mensen worstelen vaak en worden gekweld in deze negatieve gesteldheden, alsof ze in een moeras zijn gezonken en voortdurend leven tussen waarheden en onwaarheden, juistheden en verkeerdheden. Hoe kunnen zij de waarheid ontdekken en begrijpen? Om de waarheid te zoeken, moet men zich eerst onderwerpen. Vervolgens zal men, na een periode van ervaring, in staat zijn enige verlichting te verkrijgen, op welk punt het gemakkelijk is de waarheid te begrijpen. Als men steeds probeert uit te zoeken wat juist en verkeerd is en verstrikt raakt in wat waar en onwaar is, kan men de waarheid onmogelijk ontdekken of begrijpen. En wat zal het gevolg zijn als men de waarheid nooit kan begrijpen? Het niet begrijpen van de waarheid geeft aanleiding tot opvattingen en misverstanden over God; door misverstanden kan men zich makkelijk verongelijkt voelen; wanneer de verongelijktheid tot uitbarsting komt, uit zich dit als verzet; verzet tegen God is weerstand tegen Hem en is een ernstige overtreding; en vele overtredingen lopen uit op veelvoudig kwaad, en daarom moet men dan gestraft worden. Dit soort dingen is het resultaat wanneer men nooit de waarheid kan begrijpen” (Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Alleen door de waarheid na te streven kun iemand zijn opvattingen en misvattingen over God oplossen). Toen ik dit las, werd ik bang voor wat er was gebeurd. Als ik in een gesteldheid van negativiteit was blijven leven, niet de waarheid had gezocht en niet openhartig was geweest tegen de broeders en zusters, was ik in mijn doortrapte gezindheid blijven leven en had ik God verkeerd begrepen. Dan kon ik God makkelijk de schuld geven en weerstaan, wat een overtreding zou zijn. Ik kon zelfs kwaad doen en tegen God ingaan. Dat is gevaarlijk. In die tijd dat ik God verkeerd begreep en bekritiseerde, werd ik praktisch beheerst door mijn negatieve gesteldheid. Ik was altijd bang dat ik zou worden ontmaskerd en verstoten. Ik had geen gevoel van vrijheid – het was zo vermoeiend. In mijn plicht spande ik me alleen in en verrichtte ik taken. Zodra zich problemen voordeden, begreep ik God verkeerd en wilde ik opgeven. Gods woorden wezen me de weg om openhartig te zijn tegen anderen, de waarheid te zoeken en te leren over mijn verdorven gezindheid. Anders was ik God verkeerd blijven interpreteren en had ik besloten mijn plicht op te geven. De consequenties zouden beangstigend zijn geweest.
Later las ik nog een passage uit Gods woorden die me een beoefeningspad gaf als ik op problemen in het werk van de kerk stuit. God zegt: “Wees niet vervuld van zulke zware twijfels met betrekking tot de problemen die zich in de kerk voordoen. Bij het bouwen van de kerk zijn fouten onvermijdelijk, maar raak niet in paniek wanneer je problemen tegenkomt. Wees liever kalm en bedaard. Heb ik het jullie niet al gezegd? Verschijn vaak voor mij en bid, en ik zal je duidelijk mijn bedoelingen laten zien” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 41). Uit Gods woorden begreep ik dat het onvermijdelijk is om op verschillende problemen te stuiten in het werk van de kerk. Het is volkomen normaal en God laat het gebeuren. Als we oprecht bidden en op God steunen als we op problemen stuiten zal God ons de weg naar voren wijzen. Sommige nieuwe gelovigen die Gods werk van de laatste dagen net hebben aanvaard begrijpen de waarheden van visioenen nog niet goed en kunnen door geruchten op een dwaalspoor raken. Ik moest meer op God vertrouwen en Zijn woorden gebruiken om Satans listen bloot te leggen en nieuwe gelovigen te helpen om de juiste weg te kiezen. Toen ik Gods wil begreep en me weer aan het werk van de kerk wijdde, vatte ik de fouten en problemen die ons vorige werk bestonden samen en voorzag ik mezelf met waarheden die relevant waren voor problemen waar nieuwe gelovigen op stuitten, en hielp ze dan met communicatie om ze aan te pakken. Om mensen te cultiveren zocht ik eerst de relevante principes en bad vanuit mijn hart, en dan observeerde ik op samenkomsten wie voldeed aan de principes voor cultivering. Mensen op die manier selecteren was wat nauwkeuriger. Soms stuitte ik nog op wat mislukkingen en problemen in mijn plicht, maar ik bekijk die dingen nu vanuit een ander perspectief. Ik vraag me af: welke les wil God dat ik door deze situatie leer? Ik zorg dat ik bid, Gods woorden leer en een beoefeningspad zoek, en ik heb geleerd om hulp te zoeken bij andere broeders en zusters. Anderen wijzen me op problemen in mijn werk en ik kan mijn eigen gebreken en tekortkomingen zien. Ik geloof niet meer dat God probeert me slecht voor de dag te laten komen, maar zie het als een kans om na te denken over mezelf, mezelf te kennen en te streven naar groei in het leven. Een zuster zei eens tegen me: “Ik heb gemerkt dat je geduldiger bent geworden als je nieuwe gelovigen bewatert, en als je op problemen stuit kun je beter Gods wil zoeken dan voorheen.” Ik was zo geroerd toen ik dat hoorde. Hoewel het maar een kleine verandering voor mij was, had ik persoonlijk echt ervaren dat Gods liefde en redding voor de mensheid zuiver en echt zijn. God wijst me altijd de weg en leidt me – Hij is aan mijn zijde. Ik ben meer vastbesloten om mijn plicht te doen en God te behagen.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.