213 Mijn eed om God lief te hebben vernieuwen

1

Nu ik Gods woorden in beide handen houd, vind ik het moeilijk over mijn gevoelens van wroeging te praten.

Gods woord is de waarheid, ik heb er een hekel aan dat ik daar niet serieus naar op zoek ben geweest.

Ooit heb ik plechtig gezworen en beloofd dat mijn hart, dat God liefheeft, nooit zou veranderen.

Onwetend en dwaas was ik zo naïef, de dingen waren niet zoals ik me had voorgesteld.

Toen ik beproevingen meemaakte, raakte ik ontmoedigd en begreep ik het verkeerd. Ik hield vast aan ideeën over mijn toekomst en mijn lot.

Mijn eerdere enthousiasme was verwaaid, ik raakte terneergeslagen en verloor alle hoop. Ik gaf me over aan wanhoop.

Ik zag mijn eigen ontaarde voorkomen,

de mismoedigheid in mijn ogen, mijn ontroostbare gezicht,

hoe had ik zo diep kunnen vallen?


2

Door mezelf tegen Gods woorden af te meten en over mezelf na te denken, ontwaakt mijn hart eindelijk voor de waarheid.

Ik zei dat ik God liefhad maar ik wijdde mijn ware hart niet aan Hem. In plaats daarvan sloot ik altijd deals met God.

Hoe kon ik mijn hart aan God wijden, als ik mezelf niet bevrijdde van de motivatie om zegeningen te ontvangen?

Ik zag hoe diep verdorven ik was, zonder geweten of verstand.

Nu is mijn eed een leugen geworden, een teken van schande.

Ik schaam me te zeer om Gods gezicht te zien en ik haat mezelf omdat ik Gods hart pijn heb gedaan.

Ik blijf achter met eeuwige schuld en spijt.

Ondraaglijke herinneringen liggen verborgen, begraven in mijn hart.

Ik verlang ernaar mijn schuld te kunnen vereffenen.


3

God betaalt de volledige prijs voor het uitdrukken van de waarheid om voor de mens te zorgen.

Oordeel, tuchtiging, beproevingen en blootstelling – God doet dit allemaal enkel om de mens te zuiveren en te redden.

Hij heeft nog nooit gevraagd om iets in ruil daarvoor te krijgen, Hij verlangt ernaar ons hart te winnen.

Als ik zie hoe betreurenswaardig ik ben, brandt mijn hart van bezorgdheid.

De zuivere, onbevlekte liefde van God verwarmt mijn hart.

Als ik de waarheid nu nog niet na zou streven, zou ik me schamen om Zijn liefde te ontvangen.

Hoe kan ik van God vragen dat Hij op mij blijft zitten wachten?

Ik vernieuw mijn eed om God lief te hebben: Ik draag mijn hart en mijn geest aan Hem op,

en ik zal mijn missie voltooien en voor God getuigen.

Vorige: 212 Oprecht berouw

Volgende: 214 Het is ons geluk om God te dienen

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger