Couplet 1

Voordat de mensheid in de wereld verscheen,

gebruikte God Zijn macht

om alle dingen te scheppen.

Hij maakte de leefomgeving van de mens,

want spoedig zou Hij hem Zijn adem geven.

Gods gezag werd getoond in alle schepselen,

in de grote zeeën, hemelen, lichten en het land,

in dieren en vogels, microben en insecten.

Refrein

Toen God, toen God

de schepping van alle dingen begon,

begon Zijn macht zich te openbaren.

God schiep alles met Zijn woorden

en houdt het in stand.

Ja, dit is Zijn unieke gezag.

Couplet 2

Eenieder kreeg een leven en plantte zich voort

onder Gods soevereiniteit vanwege Zijn woorden.

Gods kracht geeft leven aan statische dingen,

zodat ze nooit zullen verdwijnen,

geeft levende wezens

het instinct zich voort te planten,

dus zullen ze hun overlevingswetten doorgeven.

Refrein

Toen God, toen God

de schepping van alle dingen begon,

begon Zijn macht zich te openbaren.

God schiep alles met Zijn woorden

en houdt het in stand.

Ja, dit is Zijn unieke gezag.

Brug

Gods kracht is niet gebonden aan vormen,

noch aan macro- of microvisies.

Hij beveelt het universum

en heerst over leven en dood.

God beweegt alles om Hem te dienen,

heerst over ’t water en de bergen

en over alles wat daarin is,

voorziet in de behoeften van de schepping.

Dit toont Gods unieke gezag

over alles en ook de mens.

Niet alleen voor het leven, het houdt niet op.

Niets of niemand kan het veranderen,

noch aanvullen of verminderen.

Want niemand kan

de Scheppers identiteit vervangen.

Refrein

Toen God, toen God

de schepping van alle dingen begon,

begon Zijn macht zich te openbaren.

God schiep alles met Zijn woorden

en houdt het in stand.

Ja, dit is Zijn unieke gezag.

Naar Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke I