1 Als mensen een echt begrip hebben van Gods gezindheid en zij Zijn heiligheid en rechtvaardigheid oprecht kunnen verheerlijken, dan betekent dit dat zij Hem waarlijk kennen en de waarheid bezitten; alleen dan leven zij in het licht. Pas wanneer iemands kijk op de wereld en kijk op het leven verandert, ondergaat hij een fundamentele verandering. Als iemand een levensdoel heeft en zich in overeenstemming met de waarheid gedraagt, als iemand zich absoluut aan God onderwerpt en leeft naar Zijn woorden, wanneer iemand zich tot in het diepst van zijn ziel vredig en geïllumineerd voelt, als iemands hart vrij is van duisternis en als iemand volkomen vrij en onbelemmerd in Gods bijzijn kan leven, pas dan leidt hij een waar menselijk leven en pas dan wordt hij een persoon die de waarheid bezit.

2 Bovendien zijn alle waarheden die je bezit van Gods woorden en van God Zelf afkomstig. De Heerser van het hele universum en alle dingen − God de Allerhoogste − keurt je goed, als een echt persoon die het ware menselijke leven leidt. Wat kan er betekenisvoller zijn dan Gods goedkeuring? Dit betekent het om in het bezit van de waarheid te zijn. God alleen is de waarheid. God bestuurt de hemelen en aarde en alles daarbinnen, en heerst over alles. Niet in God geloven en zich niet aan God onderwerpen betekent dat men niet in staat is om de waarheid te verwerven. Als je in overeenstemming met Gods woorden leeft, zul je je diep in je hart verlicht en op je gemak voelen en zul je ook een weergaloze zoetheid genieten. Wanneer dat gebeurt, zul je werkelijk het leven verkregen hebben.

Naar Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Hoe de aard van de mens te leren kennen