Nu begrijp ik pas wat het leven binnengaan betekent
Begin 2017 vervulde ik een leiderschapstaak in de kerk. Na enige tijd trainen kreeg ik van enkele broeders en zusters een advies: Ze zeiden dat ik maar weinig begrip had voor hun situatie en moeilijkheden, en dat ik nog geen echt werk had verricht. Om deze afwijking te keren, bereidde ik me voor op een follow-upronde, zodat ik de situatie van alle broeders en zusters van de kerk kon begrijpen. Hiervoor pendelde ik dagelijks heen en weer tussen de kerken, en was druk bezig met de broeders en zusters te communiceren en met steun en hulp te bieden. Als zij dan een kleine ommekeer in hun situatie hadden gemaakt en een oplossing voor hun moeilijkheden hadden gevonden, concludeerde ik dat ik inderdaad in staat was om een weinig echt werk te verrichten en voelde ik me behoorlijk tevreden. Tot mijn grote verrassing zei de leider van het bewateringsteam op een dag tegen mij: “Tijdens de vergadering van vandaag zei het hoger kader, nadat ze onze situatie hadden begrepen, dat we de laatste tijd te druk met alleen maar werk bezig zijn geweest in plaats van met het leven binnengaan. …” Toen ik dit hoorde was ik gechoqueerd en dacht: Ik dacht dat de broeders en zusters hun toestand hadden medegedeeld op de vergadering en enige kennis over zichzelf hadden vergaard. Hoe kan er dan gezegd worden dat ze het leven niet binnen zijn gegaan? Als geen van hen ingang in het leven heeft bereikt, en ik ben verantwoordelijk voor hun werk, betekent dat dan niet dat ik ook geen ingang in het leven heb bereikt? Ik voelde dat ik in tweestrijd verkeerde en kon de suggesties van mijn superieuren niet accepteren.
Na enige dagen werd ik na een vergadering benaderd door Zuster Li. Somber zei ze tegen mij: “Toen ik vandaag jouw communicatie had gehoord, kon ik niet genieten. Terwijl je communiceerde, vertelde je dat het hoger kader had gezegd dat de broeders en zuster van het bewateringsteam geen ingang in het leven hadden bereikt – hoe weet jij dat? Heb je wel op je eigen ingang in het leven gelet de laatste tijd? Je zou eens een tijdje over jezelf na moeten denken.” De woorden van de zuster voelden alsof er een bak met ijskoud water over mijn hele lichaam werd uitgestort. Ik was te overdonderd om ze te accepteren, en dacht bij mezelf: Iedere dag houd ik bijeenkomsten en communiceer ik met mijn broeders en zusters. Wat hun situatie ook is, ik ben in staat hun hulp en steun te bieden. Als ik Gods woorden overbreng, vul ik ze aan door ook over mijn eigen persoonlijke ervaringen te spreken. Hoe kun je dan zeggen dat ik de ingang in het leven niet heb bereikt? Kun jij eigenlijk wel onderscheiden of ik dat wel of niet heb gedaan? Je overvraagt me. Ik denk dat jij bij communicaties niet eens kunt peilen dat ik dat doe. Als ik volgens jouw eisen zou werken, zou ik geen idee hebben hoe te communiceren. De woorden van de zuster bleven in mijn hoofd hangen, en hoe meer ik erover nadacht, hoe bozer ik werd. Ik wilde zuster Li niet eens meer onder ogen krijgen. De volgende ochtend zei mijn partner, zuster Wang, tegen mij: “Gisterenavond vroeg zuster Zhang ook al aan mij of we de laatste tijd niet vooral met werk bezig waren geweest en niet meer met het bereiken van de ingang in het leven.” Toen ik dit hoorde, was ik nog meer ontdaan. Ik dacht bij mezelf: Hoe kon zuster Zhang dat nu ook al zeggen? Ik heb zo vaak bijeenkomsten met haar, en ik vul mijn communicatie altijd aan met mijn eigen ervaringen, dat heeft ze me horen doen. Hoe kan ze nu dus zeggen dat ik het leven niet binnen ben gegaan? Nu hebben al twee zusters hetzelfde gezegd. Is het mogelijk dat ik echt geen ingang in het leven heb bereikt? Als dat zo is, hoe kan ik dan de broeders en zusters bewateren? Ben ik misschien niet in staat deze taak uit te voeren? Ik was onderhand een leeggelopen bal, ik voelde me geheel ontmoedigd. In al mijn lijden bad ik tot God: “Almachtige God! Op dit moment voel ik zoveel leed in mijn hart. Ik weet niet hoe ik deze omgeving moet beleven, en ik weet ook niet welke lering ik eruit zou moeten trekken. God! Ik smeek u mij te leiden; laat mij Uw wil begrijpen. …”
Na het gebed dacht ik aan een passage uit de communicatie: “Gods wil is heel eenvoudig. Hij gebruikt gewoon allerlei omgevingen, allerlei broeders en zusters, allerlei problemen om jou op de proef te stellen, om je tegen een muur aan te laten lopen, om je loutering te laten ondergaan en om je vervolgens jezelf te laten begrijpen. Uiteindelijk ken je jezelf echt en zie je dat je niets voorstelt, accepteer je blijmoedig de waarheid, aanvaard je dat je aangepakt en gesnoeid wordt en gehoorzaam je aan Gods werk om op het juiste spoor in je geloof te komen. Dat is Gods wil. God wil absoluut niet een omgeving gebruiken om jou te laten vallen zodat je niet meer overeind kunt komen en overlijdt. Dat is niet Gods wil. Het is Gods wil dat jij jezelf volledig begrijpt en weer snel op de been komt en de waarheid nastreeft. Dit komt omdat mensen slechts steun zoeken bij God en de waarheid nastreven als ze wanhopig zijn. […] Wordt je getemperd en gesnoeid om je op de grond te krijgen of om je geschikter te maken voor gebruik? Wordt jouw gebrek aan waarheid en werkelijkheid aan het licht gebracht om over je te oordelen en je te veroordelen? Of om je te laten opstaan en jezelf met de waarheid uit te rusten en te streven naar de waarheid? Als je dit keer op keer grondig overweegt, zul je dan Gods wil niet begrijpen?” (‘Vragen & antwoorden’ in ‘Preken en communicatie VII’). Toen ik goed over deze preek had nagedacht, realiseerde ik me plotseling dat de vervelende mensen, gebeurtenissen en dingen die ik tegenkwam de laatste tijd één voor één waren voortgekomen uit het feit dat God mij snoeit en aanpakt. Het was Zijn rechtvaardig gezindheid die aan mij werd geopenbaard en hierin schuilde Gods goede bedoelingen. Zijn wil was niet dat ik me terugtrok in negativiteit, of mij te laten bestaan in een staat van discussie over goed en slecht. Nee, Hij wilde mij voor Zich brengen en over mezelf laten nadenken zodat ik mezelf zou leren kennen, me zou kunnen richten op de zoektocht naar de waarheid en naar een verandering van mijn gezindheid zou streven. In plaats daarvan had ik echter geweigerd over mezelf na te denken of de waarheid te zoeken toen ik gesnoeid en aangepakt werd. Mijn hart was vol conflicten en ongehoorzaamheid, en ik had zelfs gedacht dat ik in zo’n omgeving terecht was gekomen om me te ontmaskeren als ongeschikt voor een dergelijke taak. Dus had ik in een toestand van negatieve passiviteit geleefd. Ik was echt niet vatbaar voor reden geweest! Ik dacht na over hoe de afgelopen dagen een paar zusters me hadden gezegd dat ik geen ingang in het leven had bereikt. Toen realiseerde ik me dat God hen had gebruikt om mij eraan te herinneren dat ik het rustig aan moest doen en eens ijverig over mezelf na moest denken om er achter te komen wat mijn problemen nu eigenlijk waren, waarom de zusters hadden gezegd dat ik geen ingang in het leven had bereikt, en wat het leven binnengaan nu eigenlijk precies inhield.
Later las ik de volgende passage uit de communicatie ‘Wat is ingang in het leven en wat is het pad voor de ingang in het leven’: “Ingang in het leven verwijst naar ingang in de waarheid en naar Gods woorden. Het verwijst naar begrip van de waarheid over de verdorvenheid van de mensen en de essentie van hun verdorvenheid om dan vervolgens in staat te zijn de waarheid te accepteren, Gods woorden te accepteren zodat die hun leven kunnen worden. Slechts iets dat betrekking heeft op zo’n ervaring is het leven binnengaan.” “Het leven binnengaan verwijst naar de waarheid binnengaan. De waarheid binnengaan is gebaseerd op dat mensen Gods woord ervaren en de waarheid leren begrijpen.” “Als we God echt kennen, is dat het bewijs dat we Zijn woorden echt zijn binnengegaan. Wanneer we onze eigen verdorven essentie en de waarheid van onze eigen verdorvenheid echt kennen, dan is ook dat het bewijs dat we Gods woorden echt zijn binnengegaan. Als we echt gehoorzaam zijn aan Gods werk, Zijn werkelijkheid, Zijn wezen, als we echt aan al zijn eisen voldoen, dan is ook dat het bewijs dat we Zijn woorden echt zijn binnengegaan. Zo lang er een ware ingang is op basis van Zijn woorden, die een ware ingang is in de waarheid, en het te bereiken resultaat bereikt is, houdt dat in dat we de werkelijkheid van ingang in het leven hebben” (‘Preken en communicatie II’). Door deze woorden kreeg ik opeens een inzicht: Het bleek dat ingang in het leven verwees naar dat mensen Gods woorden ervaren en begrip van de waarheid krijgen en de werkelijkheid van de waarheid binnengaan. Met andere woorden betekende dit dat ze, als ze Gods werk ervoeren, Zijn woorden in praktijk konden brengen en geleidelijk aan de waarheid konden bevatten totdat ze kennis van Gods gezindheid en Zijn werk hadden verworven, evenals ware kennis van hun eigen verdorven aard en het wezen en het ware gezicht van hun verdorvenheid. Het hield in dat ze zichzelf konden verachten, hun eigen verkeerde bedoelingen en hun satanische aard achter zich konden laten en de waarheid konden uitvoeren, zich aan God konden onderwerpen en Hem tevreden konden stellen naar Zijn wil en vereisten. Alleen zo konden zij worden gerekend tot de mensen die waarlijk de ingang in het leven hadden bereikt. Toen ik mezelf met die omstandigheden en vertoningen vergeleek, moest ik wel over mijn situatie van pas geleden nadenken: Sinds mijn broeders en zusters mij hadden geadviseerd dat ik de last van mijn taak niet had gedragen en geen aandacht had gehad voor de oplossing van hun problemen, had ik mezelf druk beziggehouden met hun situatie te volgen zodat ze niet meer zulke dingen over mij konden zeggen. Ik had zelfs tijd gebruikt die gereserveerd was voor spirituele devotie om naar passages van Gods woorden te zoeken die hun problemen konden oplossen. Maar slechts zelden kwam ik tot rust om Gods woorden zelf te overwegen, of om de waarheid en Gods wil in die uitspraken te zoeken. Bij de uitoefening van mijn taak had ik helemaal geen aandacht besteed aan mijn eigen gedachten en ideeën. Ook had ik niet over mezelf nagedacht om er achter te komen welke verdorven gezindheid ik had laten zien en welke waarheden ik binnen moest gaan. En ik had al helemaal niet nagedacht of het pad waar ik op zat goed of fout was. Iedere keer dat ik bij bijeenkomsten met de broeders en zusters communiceerde, had ik slechts Gods woorden genomen en die aan hen meegedeeld zodat zij de waarheid in praktijk konden gaan brengen. Maar zelf had ik de gelegenheid niet te baat genomen om over mezelf na te denken of samen met hen Gods woorden binnen te gaan. Soms als een deel van mijn verdorven gezindheid aan het licht was gekomen, had ik deze alleen maar met Gods woorden vergeleken of was ik op zoek geweest naar bemoedigende of troostende passages om te lezen. Dit had het ongemak in mijn hart gelenigd, maar ik had slechts zeer zelden over mezelf nagedacht of mezelf geanalyseerd volgens Gods uitspraken om mijn verdorven wezen te leren kennen. Bijgevolg was ik mezelf niet gaan haten en dus legde ik me vervolgens niet toe op het in praktijk brengen van de waarheid. Toen ik meer dergelijke omgevingen tegenkwam, liet ik wederom dezelfde verdorvenheid zien. Hoe kon ik zeggen dat ik ingang in het leven had verworven in het licht van al die aanwijzingen die duidelijk in mij aanwezig waren? Voor mijn reputatie en mijn status had ik mijn uiterste best gedaan me aan het werk te wijden, maar ik had geen belang gehecht aan nadenken over Gods woorden terwijl ik ze gewoonlijk at en dronk. Ik had mezelf gewoon tevreden gesteld met kennis van doctrines, maar ik had Zijn wil en eisen niet echt begrepen, net zo min als wat Hij hoopte te bereiken met de woorden die Hij uitte. Ik had de waarheid niet echt begrepen, en nog minder getuigde ik van het in praktijk brengen van Gods woorden. Ik had echt geen werkelijke ervaring, en had totaal geen ingang in het leven bereikt! Nadat ik verder had nagedacht over hoe ik onlangs gesnoeid en aangepakt was door het hoger kader en mijn broeders en zusters, zag ik dat mij was getoond hoe tegenstrijdig, ongehoorzaam en twistziek ik was. Als ik echt de ingang in het leven had bereikt, dan was ik na het snoeien en de behandeling wel in staat geweest de waarheid te zoeken en over mezelf na te denken, maar was ik niet in negativiteit en tegenstrijdigheden terecht gekomen. Nu pas was ik er stellig van overtuigd dat ik de ingang in het leven niet had bereikt, en dat ik in mijn communicatie met mijn broeders en zusters alleen maar grote praatjes had gehad over woorden en doctrines. Zoals het gezegde luidt: “De handelingen van de generaals beïnvloeden de handelingen van de soldaten.” Nu ik zelf het leven niet was binnengegaan, hoe kon ik dan mijn broeders en zusters in de werkelijkheid van Gods woorden brengen? Kon deze manier van werken mijn broeders en zusters in de val lokken en ruineren? Toen ik me dit realiseerde, werd ik wel bang. Gelukkig had God de zusters gebruikt om me tijdig eraan te herinneren dat ik over mezelf na moest denken om mezelf te kennen. Anders was ik me alleen blijven toeleggen op extern werk en externe klusjes, maar dan was ik zelf het leven niet binnengegaan. Uiteindelijk zou er zelfs niet het minste in mijn levensgezindheid zijn veranderd – en ik zou alleen ontmaskerd en geëlimineerd kunnen worden door God. Ik dank God voor Zijn begeleiding! God regelt zulke mensen, gebeurtenissen en dingen zo geweldig! Het was precies wat ik nodig had. Alleen door zo gesnoeid en behandeld te zijn, was ik gaan begrijpen wat de echte ingang in het leven was en verwierf ik enige kennis over mijn werkelijke situatie. Ik zag dat als ik de waarheid niet zocht en geen aandacht had voor het bereiken van de ingang in het leven, ik gewoon door was gegaan met mijn geloof tot dit uiteindelijk in mislukking was geëindigd.
Daarna richtte ik mij bewust op mijn eigen ingang. Iedere dag tijdens mijn spirituele devoties trainde ik hard om te proberen over Gods woorden na te denken en ging ik aandachtig op zoek naar de waarheid daarin, en implementeerde ik ze in het echte leven. Bij alle mensen, gebeurtenissen en dingen die ik tegenkwam, richtte ik me erop mijn eigen gedachten en ideeën te begrijpen, na te denken over mijn bedoelingen en onzuiverheden bij de uitoefening van mijn taak, mijn aard en wezen te ontleden en een pad van Gods woorden uit te zoeken om te praktiseren en het leven binnen te gaan. Bij het oplossen van de problemen van mijn broeders en zusters communiceerde ik niet meer slechts om het situatie op te lossen, maar richtte ik me op nadenken over mezelf en mezelf kennen om erachter te komen of dezelfde kwesties bij mij speelden, zodat ik samen met mijn broeders en zusters ingang zou kunnen bereiken. Toen ik dat een poosje had gedaan, voelde ik dat mijn relatie met God veel hechter was en verwierf ik enige ervaring en kennis van Zijn woorden. Ook behaalde ik wat resultaten in mijn werk voor de kerk. Later zag ik aan de communicaties van mijn broeders en zusters dat zij, als ze problemen tegenkwamen, allemaal over hun eigen bedoelingen en onzuiverheden na begonnen te denken en hun eigen aard en wezen analyseerden. Ook zij waren in staat sommige van Gods woorden binnen te gaan. God zij dank!
Na dit voorval van snoeien en behandelen, had ik enige echt kennis verworven over wat ingang in het leven is, en was ik mijn eigen tekortkomingen iets duidelijker gaan zien. Bij de uitvoering van mijn taak lette ik beter op mijn eigen ingang en kreeg ik er plezier in hoe prettig het was om de waarheid na te streven en in praktijk te brengen. Dit was allemaal het effect van Gods werk op mij. God zij dank! Bij alles wat ik vanaf nu meemaak, hoop ik standvastig en realistisch te zijn in mijn zoektocht naar de waarheid, en ik streef ernaar binnenkort een verandering van mijn gezindheid te bereiken.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.