Argeloze mensen zijn niet noodzakelijk eerlijke mensen
Ik beschouw mezelf als een extroverte en openhartige persoon. Wanneer ik spreek met mensen, dan ben ik rechtdoorzee; ik zeg al wat ik wil zeggen – ik ben niet het type dat eromheen draait. In mijn interacties met mensen ga ik recht op het doel af. Vaak word ik misleid of belachelijk gemaakt, omdat ik anderen te snel vertrouw. Het was pas toen ik naar de kerk begon te gaan, dat ik voelde dat ik een plaats voor mezelf had gevonden. Ik dacht: “In het verleden heeft mijn argeloosheid mij benadeeld en mij kwetsbaar gemaakt voor de misleiding van anderen; maar in de kerk wil God eerlijke mensen, dus ik hoef me niet langer zorgen te maken over mijn argeloosheid.” Ik voelde me vooral getroost wanneer ik hoorde dat God houdt van de eerlijken en de eenvoudigen, en dat enkel de eerlijken Gods verlossing zullen ontvangen. Wanneer ik zag hoe diep ongelukkig mijn broeders en zusters werden wanneer ze hun verraderlijke natuur herkenden maar die niet konden veranderen, dan was ik nog meer opgelucht, omdat ik in mijn eerlijkheid en oprechtheid zo'n verdriet niet mee zou hoeven te maken. Maar op een dag, toen ik een openbaring van God ontving, besefte ik uiteindelijk dat ik niet de eerlijke persoon was die ik dacht te zijn.
Op een dag hoorde ik God zeggen in Zijn gezelschap: “Mensen die oprecht zijn bezitten de waarheid, ze zijn niet meelijwekkend, miserabel, dom of simpel. […] Zet deze kroon dus niet op je hoofd, denkende dat je eerlijk bent omdat je in de samenleving lijdt, je wordt gediscrimineerd en iedereen die je ontmoet met je solt of je bedriegt. Dit is absoluut verkeerd. […] Eerlijk zijn is niet zoals mensen zich dat voorstellen: Mensen zijn niet eenvoudigweg eerlijk omdat ze rechtdoorzee en gemakkelijk in de omgang zijn. Sommige mensen kunnen van nature heel duidelijk zijn in de manier waarop ze spreken, maar het feit dat ze duidelijk zijn, betekent niet dat ze niet leugenachtig zijn. Bedrog is wat mensen motiveert, het is hun gezindheid. Wanneer mensen in deze wereld onder de invloed van Satans verdorvenheid leven, is het voor hen onmogelijk eerlijk te zijn. Ze kunnen alleen maar nog leugenachtiger worden” (‘De meest fundamentele beoefening om een eerlijk iemand te zijn’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Gods woorden waren een perfecte karakterisering van mijn situatie. Ik dacht inderdaad altijd, omdat ik er nooit doekjes om wind wanneer ik praat en omdat ik vaak misleid wordt door anderen, dat dit op een of andere manier betekent dat er niets verraderlijks of sluws in mij schuilt. Daarom voelde ik me nooit persoonlijk verbonden met Gods voorstelling van verraad en sluwheid in de mens, en in plaats daarvan kroonde ik mezelf tot het toonbeeld van eerlijkheid. Ik vond al de rest verraderlijk en ik dacht dat ikzelf anders was, dat ik geboren was met deze natuurlijke eerlijkheid. Mijn gedachten waren walgelijk voor God. Op dat moment herinnerde ik mij een andere passage van Gods woorden: “Eerlijkheid betekent je hart aan God geven, Hem nooit bedriegen, in alles open naar Hem zijn en de waarheid nooit verbergen. Eerlijkheid betekent ook nooit iets doen wat mensen boven of onder je misleidt, en nooit iets doen om alleen maar bij God in een goed blaadje te komen. Kortom, eerlijk zijn is onzuivere daden en woorden vermijden, en God noch mensen misleiden. […] Als je woorden vol excuses zitten en je zaken nutteloos wegredeneert, ben je niet iemand die het naleven van de waarheid hoog in het vaandel heeft. Als je verborgen zaken niet graag bespreekbaar maakt en niet bereid bent je geheimen, oftewel je moeilijkheden, bloot te geven aan anderen om de weg van het licht te zoeken, zul je het heil niet gemakkelijk verkrijgen en niet gemakkelijk uit de duisternis tevoorschijn komen. Als je veel genoegen schept in het zoeken naar de weg van de waarheid, ben je iemand die altijd in het licht verblijft. Als je heel graag een dienstdoener wil zijn in het huis van God, onopvallend, ijverig en nauwgezet werkt, altijd geeft en nooit neemt, ben je een trouwe heilige, omdat je geen beloning zoekt en gewoon een eerlijk mens bent. Als je open en eerlijk wilt zijn, als je alles wilt geven, als je je leven kunt opofferen voor God en als getuige kunt staan, als je eerlijk bent tot het punt waarop je alleen God wilt behagen en jezelf wegcijfert en niets voor jezelf neemt, dan behoor je tot de mensen die worden gevoed in het licht en die eeuwig in het koninkrijk zullen leven” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen). Gods woorden deden me beseffen dat wat God echt bedoelde met eerlijkheid, is iemand die zijn hart aan God geeft zonder te denken aan zijn persoonlijke vooruitgang of toekomstige plannen. Met God vallen er geen zaken te doen, je kan niks van Hem afdwingen. Een eerlijke persoon leeft om God tevreden te stellen. Een eerlijke persoon is uitermate trouw aan God en probeert Hem nooit te misleiden. Bij het vervullen van hun plichten, zijn ze toegewijd en proberen ze nooit valse listen te bedenken of maar alsof te doen. De eerlijken geven zichzelf bloot in alle dingen voor God en zijn bereid hun privéaangelegenheden en persoonlijke problemen te delen met hun broeders en zusters. Eerlijke mensen geven niet de met water aangelengde versie van het verhaal, ze noemen een schop een schop. Eerlijke mensen beschikken over de waarheid en zijn menselijk. Wat mij betreft, ik begreep simpelweg niet wat het was een eerlijke persoon te zijn. In mijn wereldlijke oordeel van de dingen was Gods ‘eerlijke persoon’ wat we in de seculiere wereld een ‘argeloze persoon’ noemen. Ik had er weinig benul van dat Gods ‘eerlijke persoon’ en mijn ‘eerlijke persoon’ erg weinig gemeen hadden. Hoe onwetend was ik, hoe dwaas!
Satan heeft de mens duizenden jaar lang verdorven: We zijn allemaal opgegroeid in een omgeving doordrongen van de afschuw en het kwaad van Satan. Onze woorden en gedrag, de manier waarop we ons gedragen in de maatschappij, het is allemaal onderworpen aan het bevel van Satan. “Denk na voordat je iets zegt en spreek dan bedachtzaam”, “Iedereen voor zich en de duivel neemt de laatste”, “Met twee tongen spreken”, deze bekendste uitspraken van Satan hebben zich al in het collectieve onderbewustzijn van de mens geplant: Ze zijn part en deel van ons leven zelfs als ze ons leiden naar verraad en sluwheid. Aangezien de gehele mensheid besmet is met verraad en sluwheid, wat deed mij dan denken dat ik op een of andere manier immuun was, of aangeboren eerlijk? Ik spreek rechtdoorzee en zonder dubbelzinnigheid, omdat ik een onomwonden en extroverte persoon ben. Ik wordt vaak misleid door anderen, omdat ik onwetend ben en dom, maar dit betekent niet dat ik echt een eerlijke persoon ben. Wanneer ik nu terugdenk, hoe vaak heb ik dan niet bedrog en leugens gebruikt om mijn reputatie en mijn status te bewaren? Hoe vaak heb ik gebaad in angst voor mijn toekomstperspectieven in plaats van geloven in God met een puur en eengemaakt hart? Ik vreesde dat wanneer ik alles opgaf voor God, dat ik achter zou blijven zonder iets, dus ik wilde altijd een belofte van God, een garantie dat ik op een dag Zijn koninkrijk zou kunnen binnentreden. Enkel op die manier zou ik met heel mijn hart en zonder zorgen op zoek kunnen gaan naar de waarheid. Hoe vaak ben ik ontrouw geweest aan God, me druk makend over kleine verliezen en winsten in het proces van het vervullen van mijn plichten? En hoe vaak heb ik voornemens verbroken en ‘hoogdravende, maar lege woorden’ gesproken om God goedgunstig te stemmen? Hoe vaak heb ik het nagelaten mezelf bloot te geven aan mijn broeders en zusters en mijn persoonlijke problemen en privéaangelegenheden te delen met hen, uit angst dat ze zouden neerkijken op mij? Hoe vaak heb ik enkel dat gezegd waarvan ik dacht dat het mij persoonlijk beter zou maken, met een verhoogd wantrouwen en vol achterdocht voor anderen? … Wanneer ik terugkijk, dan lijkt het alsof mijn gedachten, woorden en daden gevuld waren met verraad en bedrog. Daarom waren mijn idee van geloof, mijn bijdragen, mijn interacties met anderen en met God en de vervulling van mijn plichten allemaal besmet met verraad. Je zou kunnen stellen dat ik elk moment in overeenstemming leefde met de ware essentie van verraad. Ik ben verre van een eerlijk persoon.
Dank u, God, om mij te verlichten, om mij te tonen dat eerlijke mensen niet enkel rechtdoorzee praten en argeloos zijn, maar eerder bezitters van waarheid en menselijkheid. Dank u ook om mij te tonen dat ik niet eerlijk ben volgens Gods definitie, maar een persoon beïnvloed door de verraderlijke natuur van Satan, een verraad die God onthuld heeft. Beste God, vanaf nu zal ik alles geven om een eerlijke persoon te worden. Ik vraag dat u mij ontmaskert en het mij toelaat een beter begrip te krijgen van mijn eigen verraderlijke natuur, zodat ik mezelf kan verachten, mijn vlees kan verzaken en binnenkort een eerlijke man kan worden die waarheid en menselijkheid bezit.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.