Verantwoordelijkheid is de sleutel om het evangelie goed te prediken

13 maart 2023

Door Marie, Ivoorkust

Ik nam mijn plicht vroeger niet serieus en verslapte daarin nogal. Ik maakte me er vaak maar van af. Ik nodigde wel belangstellenden voor het evangelie uit om te komen luisteren, maar sprak verder niet met ze over wat ze hadden gehoord. Ik deed mijn plicht goed naar mijn idee door veel mensen uit te nodigen. Dat was ook makkelijker voor mij. Ik vond het moeilijk om met ze te praten. Het kostte niet alleen tijd, maar ook moeite om hun vragen te beantwoorden, dus ging ik hen uit de weg. Het evangelieteam zou wel met ze in gesprek gaan dacht ik en dat zou afdoende zijn. Het zou dan niet uitmaken dat ik hun situatie niet kende. Op een bijeenkomst zei de leider: “Als we mensen uitnodigen voor de preken, moeten we weten hoe het daarna met ze gaat. Let op of ze naar bijeenkomsten komen, of ze begrijpen wat er gezegd is en luister naar hun visie. We moeten ons best doen om ze uit liefde te helpen. Dat is ook onze verantwoordelijkheid.” Maar dat besefte ik toen niet. Ik vond het maar lastig, dus offerde ik er niet veel voor op en deed er geen extra moeite voor. Ik koos de makkelijkste weg. Ik dacht er helemaal niet aan of ik resultaten behaalde. Op een keer zei de leider dat sommigen wel veel toehoorders uitnodigden, maar dat velen van hen niet echt aan het zoeken of onderzoeken waren. Ik voelde me aangesproken. Ik was oppervlakkig bezig, zonder echte resultaten te bereiken. De leider kwam na afloop mijn werk evalueren, en zei: “Hoe gaat het nu met deze belangstellenden voor het evangelie?” Ik stond bedremmeld met de mond vol tanden. Ik had maar met weinig van hen contact en had sommigen die niet naar preken kwamen luisteren geen hulp en steun aangeboden. Ik had ze gewoon in de steek gelaten.

Ik ging er na het gesprek met de leider over nadenken. Ik las dat God zegt: “Alles wat God van de mensen vraagt om te doen, en alle verschillende soorten werk in het huis van God – voor al die dingen zijn mensen nodig om ze te verrichten en ze gelden allemaal als plichten die mensen hebben. Ongeacht het werk dat mensen verrichten, dit is de plicht die zij moeten vervullen. Plichten bestrijken een zeer breed terrein en omvatten vele gebieden – maar welke plicht je ook vervult, dit is gewoon je plicht, het is iets wat je moet doen. Welke plicht je ook vervult, zolang je ernaar streeft om het goed te doen, zal God je prijzen, en zal Hij je erkennen als iemand die echt in God gelooft. Wie je ook bent, als je steeds probeert je plicht te ontlopen of je ervoor te verbergen, dan is er een probleem: om het maar zacht uit te drukken, je bent te lui, te bedrieglijk, je bent laks, je houdt van vrije tijd en verafschuwt arbeid. Om het nog ernstiger uit te drukken: je bent niet bereid je plicht te vervullen, je hebt geen toewijding, geen gehoorzaamheid. Als je niet eens de moeite op kunt brengen voor deze kleine taak, wat kun je dan wel doen? Wat kun je naar behoren doen? Als iemand werkelijk toegewijd is en verantwoordelijkheidsgevoel heeft ten opzichte van zijn plicht, dan zal hij, zolang het door God vereist wordt en zolang het nodig is voor het huis van God, zonder onderscheid, alles doen wat hem gevraagd wordt. Is het niet een van de beginselen van de plichtsbetrachting om alles op zich te nemen en te volbrengen wat men kan en zou moeten doen? (Ja.)” (Het Woord, Vol. 4, Antichristen ontmaskeren, Artikel tien: Ze verachten de waarheid, schenden in het openbaar principes en negeren de regelingen van Gods huis (deel vier)). “Als je gehoorzaam en oprecht bent, dan ben je bij het uitvoeren van een taak niet achteloos en oppervlakkig, en ben je niet op zoek naar manieren om te verslappen, maar leg je er heel je lichaam en ziel in. Wanneer je de verkeerde gesteldheid hebt, brengt dit negativiteit voort, waardoor mensen hun gedrevenheid verliezen, en dus onzorgvuldig en slordig worden. Mensen die in hun hart heel goed weten dat hun gesteldheid niet juist is, en deze toch niet proberen te herstellen door de waarheid te zoeken: zulke mensen hebben geen liefde voor de waarheid, en zijn slechts in geringe mate bereid om hun plicht te vervullen. Zij zijn niet geneigd om zich in te spannen of ontberingen te lijden, en zoeken altijd naar manieren om te verslappen. God heeft dit alles reeds gezien, waarom schenkt Hij dan geen aandacht aan deze mensen? God wacht slechts tot Zijn uitverkorenen wakker worden om hen te identificeren voor wat zij werkelijk zijn, om hen te ontmaskeren en hen te verstoten(Het Woord, Vol. 4, Antichristen ontmaskeren, Artikel tien: Ze verachten de waarheid, schenden in het openbaar principes en negeren de regelingen van Gods huis (deel vier)). Ik zag door Gods woord in dat mensen die verantwoordelijk zijn in hun plicht geen supervisie van anderen nodig hebben om hun taken uit te voeren. Zij stoppen hun hart in hun plicht. Maar mensen die hun plicht niet serieus nemen, houden louter de schijn op en werken plichtmatig. Ook al lijkt het alsof ze veel werk verzetten, het is oppervlakkig en echte resultaten blijven uit. Zij houden mensen voor de gek. Gods woorden brachten mijn situatie aan het licht. Ik nodigde belangstellenden graag uit voor de preken, want als iedereen zag hoeveel mensen ik uitnodigde, hielden ze me vast voor een verantwoordelijk iemand. Maar eigenlijk als ik na afloop wilde weten hoe het met hen ging, wilde ik geen prijs betalen of er meer tijd en moeite in steken. Ik liet dat liever over aan het evangelieteam. Ik koos de makkelijkste weg. Ik nam het liefst de weg van de minste weerstand, die ook het minste van me vroeg. Ik liep de kantjes ervan af als het moeilijk werd. Ik haakte al snel af als iets moeilijk leek of veel van me vergde. Ik was erg gemakzuchtig! Het boeide me niet welke vragen de belangstellenden voor het evangelie na de preek hadden, of ze de bijeenkomsten bleven bezoeken, en zo niet, waarom ze er niet waren, enzovoort. Ik verzuimde mijn plicht en spande me niet echt in. Toch wilde ik de indruk wekken dat ik mijn plicht doeltreffend deed. Ik was best achterbaks en bedrieglijk, en was in feite niet te vertrouwen. Ik moest denken aan wat ik vroeger al deed. Als ik op school slechte cijfers haalde, moest ik het vak overdoen. Maar zelfs dan studeerde ik niet hard. Ik ben altijd liever lui dan moe geweest. Dat zit in mijn aard. Toen ik dit eenmaal inzag, nam ik mijn werk serieuzer en veranderde ik van koers. Ik legde contact met die belangstellenden voor het evangelie, en vroeg het evangelieteam om hulp. Daardoor werd ik wat doeltreffender.

Later droeg ik degenen die de ware weg wilden volgen over aan de begieters, maar er waren nog steeds niet veel mensen die naar de bijeenkomsten bleven komen. Er was één persoon die te druk was met werk om bijeenkomsten bij te wonen. Ook was haar moeder net overleden. Ze trok zich verdrietig terug uit de wereld. Ik wist niet goed hoe ik met haar moest communiceren. Verder dan wat eenvoudige woorden kwam ik niet. Als sommige mensen problemen hadden, kon ik niet de juiste woorden van God vinden om ze te helpen. Dat vond ik moeilijk. Ik nodigde mensen liever uit om naar de preken te komen luisteren, dat was makkelijker. Ik hield er niet van om met hen te praten. Ik was bang voor vragen die ik niet zou kunnen beantwoorden, daarom ging ik ze uit de weg en liet hen in de steek. Een half jaartje of zo later, zag ik dat maar zes van hen die ik had uitgenodigd Gods werk van de laatste dagen hadden aangenomen. Andere broeders en zusters hadden juist veel mensen bekeerd. Ik schaamde me en zat vol spijt. Ik had mijn plichten deze zes maanden verzaakt. Kon ik de tijd maar terugdraaien, dan was ik niet zo nalatig geweest. Het feit dat anderen zo veel mensen naar Gods huis hadden gebracht toonde aan dat het kon.

Ik las dat de woorden van Almachtige God zeggen: “Bij het verspreiden van het evangelie moet je je verantwoordelijkheid nemen en moet je iedereen serieus behandelen aan wie je het verspreidt. God redt mensen in zo groot mogelijke mate, en je moet bedacht zijn op Gods wil, je moet niet achteloos iemand overslaan die op zoek is naar de ware weg en daarover nadenkt. Bovendien moet je, bij het verspreiden van het evangelie, de principes begrijpen. Bij iedere persoon die de ware weg overweegt, moet je zaken als godsdienstige achtergrond, het niveau van zijn kaliber en de kwaliteit van zijn menselijkheid observeren en begrijpen en daar vat op krijgen. Als je iemand vindt die dorst naar de waarheid, die Gods woorden kan begrijpen en die de waarheid kan aanvaarden, dan is die persoon door God voorbestemd. Je moet uit alle macht proberen met hem te communiceren over de waarheid en hem te winnen – tenzij hij een slechte menselijkheid en afschuwelijk karakter heeft, zijn dorst een voorwendsel is en hij blijft tegenspreken en aan zijn opvatting vasthouden. In dat geval moet je hem aan de kant zetten en opgeven. Sommige mensen die de ware weg overwegen, zijn in staat te begrijpen en zijn van groot kaliber, maar arrogant en zelfingenomen en houden streng vast aan religieuze opvattingen. Dan moet de waarheid aan hen worden gecommuniceerd om dit op te lossen. Je mag pas opgeven als ze de waarheid niet aanvaarden, hoe je ook met ze communiceert, want dan heb je alles gedaan wat je kunt en zou moeten doen. Kortom, geef niet lichtvaardig iemand op die de waarheid kan erkennen en aanvaarden. Zolang hij bereid is de ware weg te overwegen en in staat is de waarheid te zoeken, moet je tot het uiterste gaan om hem meer van Gods woorden voor te lezen, meer van de waarheid te communiceren, te getuigen van Gods werk en zijn opvattingen op te lossen, zodat je hem kunt winnen en voor God brengen. Dit komt overeen met de principes van het evangelie verspreiden. Hoe kan hij dan verworven worden? Als je tijdens de omgang met hem ontdekt dat deze persoon van goed kaliber en van goede menselijkheid is, moet je alles doen wat je kunt om je verantwoordelijkheid te nemen; je moet een bepaalde prijs betalen en van bepaalde manieren en middelen gebruik maken, en het maakt niet uit welke manieren en middelen dat zijn, zolang die maar bedoeld zijn om hem te verkrijgen. Kortom, om hem te verkrijgen, zul je je verantwoordelijkheid moeten nemen, en gebruik maken van liefde, en alles doen wat in je vermogen ligt. Je moet communiceren over alle waarheden die je begrijpt en alle dingen doen die je moet doen. Zelfs als deze persoon niet gewonnen wordt, zul je dan met een zuiver geweten achterblijven. Dit is alles wat je kunt en moet doen. Als je de waarheid niet duidelijk communiceert, en de persoon blijft vasthouden aan zijn opvattingen, en als je je geduld verliest, en deze persoon uit eigen beweging opgeeft, dan verzaak je je plicht, en zal dit voor jou een smet zijn. Sommige mensen vragen: ‘Als ik die smet heb, betekent dat dan dat ik door God veroordeeld ben?’ Dat hangt ervan af of mensen deze dingen opzettelijk en volgens gewoonte doen. God veroordeelt mensen niet vanwege incidentele overtredingen; ze hoeven alleen maar berouw te hebben. Maar wanneer zij bewust verkeerd doen en weigeren berouw te hebben, worden zij door God veroordeeld. Hoe zou God hen niet kunnen veroordelen wanneer zij zich duidelijk bewust zijn van de ware weg en toch opzettelijk zondigen? Volgens de beginselen van de waarheid is zoiets onverantwoordelijk, onzorgvuldig en oppervlakkig; je hebt in ieder geval je verantwoordelijkheid niet genomen, en op die manier oordeelt God over je fouten; als je weigert berouw te tonen, zul je veroordeeld worden. En dus moeten mensen, om zulke fouten te verminderen of te voorkomen, alles doen wat ze maar kunnen om hun verantwoordelijkheid te nemen, actief te proberen alle vragen te beantwoorden van mensen die de ware weg overwegen, en zeker niet de behandeling van cruciale vragen uit te stellen of te vertragen(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Alle gelovigen zijn het aan hun eer verplicht om het evangelie te verspreiden). Gods woorden zetten me echt aan het denken en raakten me diep. God had de mensen plichten gegeven en verwachtte dat zij zich volledig inzetten. Maar ik had geen offers over voor mijn plicht om mensen tot God te brengen. Ik was erg gemakzuchtig en te nalatig in mijn plicht. Ik deed niet wat God zei en schonk geen serieuze aandacht aan allen die de ware weg onderzochten. Ik liep ook weg voor mijn verantwoordelijkheden. Veel mensen uitnodigen om te komen luisteren leek me wel genoeg. Wat daarna kwam, was niet mijn zorg. Dat leek mij de verantwoordelijkheid van de begieters, en of ze wel of niet de bijeenkomsten bijwoonden was niet mijn probleem of verantwoordelijkheid. Dus wanneer ze niet naar bijeenkomsten kwamen, deed ik niet mijn best om helpende woorden van God te vinden. Hun problemen leken me moeilijk om op te lossen, dus liet ik ze in de kou staan. Maar eigenlijk moest ik ze, als ze voldeden aan de beginselen voor evangelieprediking, serieus aandacht schenken. Ik had ze bovendien zelf uitgenodigd. Ik zou normaliter naderhand met hen moeten communiceren, maar dat deed ik niet. Ik gaf ze gewoon aan de begieters door en liet het daarbij. Ik had geen verantwoordelijkheidsgevoel en veronachtzaamde Gods wil. Toen ik mijn probleem eenmaal onderkende, was ik vastbesloten mijn houding te veranderen, maar ik wist dat ik dat niet alleen kon. Ik moest bidden en Gods hulp zoeken. Wanneer ik daarna met belangstellenden voor het evangelie in aanraking kwam, bad ik vaak om Gods hulp om ze tot Hem te mogen brengen, de wil om hard te werken en echte offers te brengen, en niet laks te zijn in mijn plicht zoals voorheen. Ik vroeg mijn leider ook hoe je mensen Gods werk van de laatste dagen laat aanvaarden. Ze deelde enkele manieren met me, en ik begon te overwegen wat ik nog niet deed. Ik besefte dat ik geen waarheid zocht in mijn werk, en niet van mijn broeders en zusters leerde. Als sommige mensen niet naar bijeenkomsten kwamen, wilde ik niet weten waarom en koos ervoor ze op te geven. Ik was veel te laks wat mijn plicht betreft.

Ik moest denken aan wat God zegt: “Hoe je tegen Gods opdrachten aankijkt is bijzonder belangrijk en is een heel serieuze zaak! Als je niet kunt voltooien wat God de mensen heeft toevertrouwd, dan ben je niet geschikt om in Zijn aanwezigheid te leven en zul je moeten worden gestraft. Het is door de Hemel voorgeschreven en door de aarde bevestigd dat mensen elke opdracht moeten voltooien die God hun toevertrouwt. Dit is hun grootste verantwoordelijkheid, en is even belangrijk als hun eigen leven. Als je Gods opdrachten niet serieus neemt, dan verraad je Hem op de meest ernstige wijze. In dit opzicht ben je nog beklagenswaardiger dan Judas en dien je vervloekt te worden. Mensen moeten een grondig begrip verwerven van hoe ze wat God hen toevertrouwt moeten beschouwen en moeten, op z’n minst, begrijpen dat de opdrachten die Hij de mensheid toevertrouwt verheerlijkingen en speciale gunsten van God zijn; dat zijn glorieuze dingen. Al het andere kan worden opgegeven; zelfs als iemand zijn eigen leven moet opofferen, moet hij nog steeds Gods opdracht uitvoeren(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Hoe de natuur van de mens te leren kennen). Ik schaamde me na het lezen van Gods woorden. Als een van Gods scheppingen moet ik mijn plicht goed vervullen. Dit is mijn missie en de reden van mijn bestaan. Als ik dit niet kann, dan ben ik de functie waarvoor ik geschapen ben kwijtgeraakt, en ben ik niet waardig om voor God te leven. God zal me dan uiteindelijk verachten en uitwerpen. Het koninkrijk evangelie verspreiden is Gods meest urgente wens, en voor mijn plicht moet ik me volledig inzetten en geen slordig werk leveren. Ik dacht aan Gods roeping van Noach om de ark te bouwen. Noach gaf niet op, ook al was het een uiterst moeilijke taak. Hij vroeg God niet wanneer de ark klaar zou zijn, of wanneer de vloed zou komen. Hij volgde gewoon Gods instructies op en bouwde de ark. Toen ik dat doorhad, besefte ik dat ik anders met mijn plicht moest omgaan. Ik moest Noachs voorbeeld volgen en mijn uiterste best doen in het vervullen van mijn plicht. Tijdens een bijeenkomst deelden anderen eens hun ervaringen met prediken, en hoe zij met Gods woorden problemen van belangstellenden voor het evangelie oplosten. Ik was diep geraakt door wat ik van hen hoorde. Ik wilde niet meer lui zijn. Ik wilde verantwoordelijk zijn. Ik wilde al mijn energie in mijn plicht stoppen.

Ik lette vaak op welke mensen niet naar bijeenkomsten kwamen. Ik nam dan meteen contact op met wie er niet waren en besprak Gods woorden met hen. Toen ik iedereen zo met hart en ziel benaderde, woonden de meesten de bijeenkomsten regelmatig bij. Ik weet nog dat iemand al dagen niet was geweest. Ik stuurde haar een berichtje, maar toen ik een aantal dagen geen reactie kreeg, begon ik me zorgen te maken. Ik vroeg broeder Derly, een begieter, wat er aan de hand was. Hij zei dat ze moeilijkheden op het werk had, dus deelde hij wat van Gods woorden met haar. Toen ik dat hoorde, leek me dat niet genoeg. Ik vroeg broeder Derly om haar per telefoon te benaderen. Na dat contact wilde ze die dag tot mijn verrassing wel naar de bijeenkomst komen. Ze verontschuldigde zich dat ze niet eerder was gekomen. Ze sloot zich al snel aan bij de kerk. Ik was dolgelukkig en God heel dankbaar.

Ik las dat God ook zegt: “Als je echt de beschikking hebt over een geweten en rede dan zul je, wanneer je iets doet, er iets meer je hart in steken, en iets meer vriendelijkheid, verantwoordelijkheid en aandacht, en dan zul je een grotere inspanning aan kunnen wenden. Wanneer je meer inspanning aan kunt wenden, zal het resultaat van de plichten die je uitvoert, verbeteren. Je resultaten zullen beter zijn en dit stelt zowel andere mensen als God tevreden(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, deel drie). “Je moet zorgen dat je van de kant van de positiviteit binnengaat. Als je passief afwacht dan ben je nog steeds negatief. Je moet proactief zijn in je samenwerking met mij; wees ijverig en nooit lui. Communiceer voortdurend met mij en bereik zelfs een diepere intimiteit met mij. Als je het niet begrijpt, wees dan niet ongeduldig om snelle resultaten te zien. Het is niet zo dat ik het je niet zal vertellen; ik wil zien of je op mij vertrouwt wanneer je in mijn aanwezigheid bent en of je je in vertrouwen van mij afhankelijk durft te stellen. Je moet altijd dichtbij mij blijven en alle zaken in mijn handen leggen. Keer niet tevergeefs terug. Nadat je onbewust voor een bepaalde periode dichtbij mij bent geweest, zullen mijn intenties aan je worden geopenbaard. Als je ze begrijpt, zul je waarlijk voor mijn aangezicht staan, en zul je mijn gezicht waarlijk gevonden hebben. Je zult van binnen veel helderheid en standvastigheid hebben, en je zult iets hebben waar je op kunt vertrouwen. Je zult dan zowel macht als vertrouwen hebben en je zult een pad hebben dat voorwaarts leidt. Alles zal gemakkelijk naar je toekomen(Het Woord, Vol. 1, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 9). Vroeger was ik passief in mijn plicht en pakte niet door. Ik liet belangstellenden voor het evangelie achteloos in de steek. Gods woorden maakten me duidelijk dat wat in ons hart is heel belangrijk is. Wanneer we liefdevol met mensen omgaan en oprecht communiceren, zullen we Gods leiding ervaren. Met dat inzicht bad ik tot God, om hulp zodat ik mijn plicht goed kon vervullen, en zijn woorden bewust in praktijk kon brengen. Nadien sprak ik die belangstellenden voor het evangelie gericht aan. Als zij aan de beginselen voor prediking voldeden, verdiepte ik me verder in hun situatie tot ze Gods werk aannamen. Toen ik dat deed, voelde ik dat God me beetje bij beetje leidde, en me hielp begrijpen hoe ik mijn plicht moest vervullen. Ik voelde me daardoor gerustgesteld van binnen. God zij dank!

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Lessen geleerd door beproeving

Door Li Yong, China Nadat ik christen was geworden, werd ik meerdere keren gearresteerd door de CCP, maar ik heb de Heer nooit verraden. Ik...

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger