Zijn leden van de geestelijkheid door God benoemd? (deel 1)

22 oktober 2019

Door Ah-dong, Spanje

Opmerking van de redacteur: Veel katholieken geloven dat leden van de geestelijkheid rechtstreeks door God worden benoemd. Ze denken dat wanneer ze zich aan hun priesters onderwerpen, ze zich in feite aan God onderwerpen. Ah-dong hield er ook deze overtuiging op na, maar na een periode van onderzoek en zoeken begon hij de principes achter hoe God mensen gebruikt en benoemd te begrijpen. Nadat hij tot dit nieuwe begrip was gekomen, veranderden zijn oude zienswijzen over deze zaak en verwelkomde Hij de wederkomst van de Heer. Wil je weten hoe hij werd verenigd met de Heer? Lees dan verder en kom meer te weten over de ervaring van Ah-dong.

Ik groeide op in een katholieke familie en op jonge leeftijd hoorde ik onze priester zeggen: “De Heer Jezus sprak tot Petrus en zei: ‘Jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn(Matteüs 16:18–19). Nadat de Heer Jezus was opgestaan uit de dood, kende Hij speciale autoriteit toe aan Petrus. Er is een bijzonder belangrijke sectie in de catechismus waarin wordt gezegd dat de Katholieke Kerk de enige, heilige, katholieke en apostolische kerk is. Toen Petrus overleed, droeg hij zijn speciale autoriteit over aan de priesters, de bisschoppen en de paus. Deze leden van de geestelijkheid blijven ongetrouwd en hun voorhoofd wordt gezalfd met heilige olie. Als zodanig zijn ze gekwalificeerd het gezag en de macht tot het vergeven van zonde te beërven, iets dat door God aan Petrus was toegekend. De kerk heeft onze deze bevoegdheden gegeven, we moeten ze dus namens God uitoefenen …” Vanaf het moment dat ik dit hoorde, geloofde ik altijd dat de priesters degenen waren die door God worden gebruikt, en we naar hun onderwijzingen en leiding moeten luisteren en onze zonde aan hen moesten opbiechten om te worden vergeven. We moesten ook ons eten aan de priester geven om te worden gewijd. (Dingen die door de priester werden gewijd, werden als heilig beschouwd.) Dit waren allemaal zaken die elke gewone parochiaan moest weten en respecteren. Toen ik klein was knielde ik, zodra ik een priester zag, waar ik ook was, neer op de grond om zijn zegening te ontvangen en dacht dat God me zou beschermen omdat ik dit deed. Ik en andere parochianen durfden de priesters en bisschoppen nooit vragen te stellen en twijfelden er zeker niet aan of hun onderwijzingen wel overeenkwamen met Gods wil. Het maakte niet uit of wat ze zeiden goed of fout was, we moesten ons zonder oordeel of kritiek aan hen onderwerpen. Wanneer we iets anders zouden doen, zouden we ons tegen de Heer Jezus verzetten.

Later, nadat ik naar Spanje was geëmigreerd, en ik vaak te druk met mijn werk was, dreef ik steeds verder van God af, bad ik steeds minder tot God en woonde zelden een mis bij. Soms, wanneer ik terugkeerde naar China, hoorde ik mijn moeder praten over hoe de priesters streng hadden verboden contact te leggen met leden van De Kerk van Almachtige God en zelfs talloze opmerkingen hadden gemaakt waarmee ze Bliksem uit het oosten veroordeelden. Toen ik hoorde hoe de priesters hen veroordeelden en in welke krachtige termen mijn ouders zich uitdrukten, zorgde ik ervoor dat ik op mijn hoede bleef voor Bliksem uit het oosten.

In maart 2018 ontmoette ik mijn toekomstige vrouw in Spanje en begon ik tijd met haar door te brengen. Zij was ook een katholiek, we hadden dus vaak gesprekken over ons geloof. Op een keer, terwijl ik met mijn vrouw aan het praten was over de priesters, merkte ze op dat priesters tegenwoordig God niet meer verhogen en van Hem getuigen, en ons overeenkomstig Gods woord predikten, maar in plaats daarvan de mis gebruikten om zichzelf te verheerlijken, waarbij ze opschepten over hoeveel landen ze hadden bezocht, in hoeveel diocesen ze hadden gepreekt, en hoe succesvol ze waren geweest in het vermenigvuldigen van het kerklidmaatschap. Ze schepten op dat de kerk afhankelijk was van hun leiderschap om te kunnen bloeien. De kerkleden die dit hoorden keken allemaal hoog op tegen de priesters en vereerden ze, en elke keer dat ze een probleem tegenkwamen vroegen ze hen om raad. Het kwam maar zelden voor dat kerkleden actief op zoek gingen naar Gods bedoeling. Sommige priesters moedigde parochianen aan geld te doneren en predikten dat hoe meer geld je aan de kerk schonk, hoe groter Gods zegen zou zijn. Sommige priester leken alleen maar om geld te geven. Wanneer kerkleden een bepaalde priester uitnodigden om in hun kerk te preken en hem voor zijn diensten meerdere duizenden dollars betaalden, stopte de priester, ongelofelijk maar waar, zonder aarzeling direct al het geld in zijn zak. Aan kerkleden die relatief weinig geld doneerden besteedden de priesters nauwelijks tijd en ze namen tegenover hen een koude, onverschillige houding aan. Ik stond versteld dit allemaal te horen. Ik dacht bij mezelf: zijn de priesters niet allemaal vroom en vol liefde voor alle mensen? Hoe konden deze mensen, waarvoor ik zoveel respect en bewondering heb, zich zo gedragen? Ik durfde niet te geloven dat dit alles war was. Later hoorde ik echter ook dat de Communistische Partij van China, de CCP, van plan was de Katholieke Kerk te vernieuwen met “Chinese karakteristieken”, en dat de paus de nieuwe, door de CCP benoemde geestelijkheid reeds had geaccepteerd. Een aantal van de vromere kerkleden vroegen zich af: “Staat dat niet gelijk aan een compromis sluiten met Satan?” Toen ik eraan dacht wat de priesters niet allemaal hadden gedaan dat niet in overeenstemming met Gods wil was, begon ik mezelf af te vragen: waren de priesters en de paus werkelijk gekozen en benoemd door God?

Op een dag vertelde mijn vrouw met opgewonden: “Ah-dong, ik heb de afgelopen dagen video’s en films van De Kerk van Almachtige God bekeken en ik ben erachter gekomen dat de Heer Jezus, waar we zo lang op hebben gewacht, eindelijk is wedergekeerd als Almachtige God, de Christus van de laatste dagen. Almachtige God heeft de waarheid uit doen gaan en heeft het oordeelswerk beginnende bij het huis van God uitgevoerd, waarmee Hij ons de weg toont van reiniging en intrede in het koninkrijk van de hemel. De woorden van Almachtige God hebben gezag en kracht – ik voel dat het Gods stem is, het is God die ons roept en tot ons spreekt! Waarom probeer je het woord van Almachtige God niet te lezen?” Toen ik dit nieuws hoorde, was ik een beetje verrast. Ik dacht bij mezelf: dit is ongelofelijk – is God werkelijk wedergekeerd? Wat heeft God gezegd? Zouden de woorden die God heeft geuit mijn verwarring kunnen oplossen? Ik wilde dit tot op de bodem uitzoeken, maar toen ik me herinnerde hoe de priesters Bliksem uit het oosten hadden veroordeeld voelde ik onmiddellijk weerstand en bedacht me dat het niet zo’n goed idee was dit te onderzoeken, Ik bad dus stilletjes en zei: “Lieve God, mijn vrouw zegt dat u bent wedergekeerd, maar ik ben er niet zo zeker van dat u bent teruggekeerd als Almachtige God en ik durf Almachtige God niet zo lichtvaardig te aanvaarden. Lieve Heer, ik bid dat u me verlicht en me op het juiste pad leidt, zodat ik niet mijn weg kwijtraak.”

Tijdens deze periode was ik besluiteloos: “Zou ik het onderzoeken of niet? Als Almachtige God werkelijk de wederkomst van de Heer was en ik het niet aanvaardde, zou ik dan niet Gods reddende genade mislopen en daar de rest van mijn leven spijt van hebben?” Ik dacht lang en hard na en besloot uiteindelijk online mijn onderzoek uit te voeren. Op deze manier zou ik niet in direct contact komen met mensen van De Kerk van Almachtige God en zou dus geen gevaar lopen of schade riskeren. Toen ik tot dit besluit gekomen was, opende ik mijn browser en vond hun website ‘Evangelie van de komst van het Koninkrijk’. In het boek ‘Het Woord verschijnt in het vlees’, zag ik de volgende twee passages: “Nu er getuigd is van Almachtige God (de Koning van het koninkrijk) strekt het bereik van Gods management zich volkomen uit over het hele universum. Niet alleen in China is er getuigd van Gods verschijning, maar in alle naties en in alle landen is er getuigd van de naam van Almachtige God” “Sommige mensen vrezen, sommigen zijn beschroomd, sommigen ontwaken, sommigen letten erop aandachtig te luisteren, sommigen voelen diepgaand berouw zodat ze spijt betuigen en een nieuw begin maken, sommigen wenen bitter en smartelijk, sommigen laten alles achter en gaan wanhopig op zoek, sommige mensen onderzoeken zichzelf en durven niet meer roekeloos te handelen, sommigen proberen vol overgave tot God te naderen, sommige mensen onderzoeken hun eigen geweten terwijl ze zich afvragen waarom hun leven geen vooruitgang kan boeken. Sommigen zijn nog steeds in de war, sommigen ontketenen hun voeten en gaan moedig voorwaarts, waarbij ze de sleutel grijpen en geen tijd verspillen aan het rekening houden met hun leven; sommigen aarzelen nog steeds en verkeren in het ongewisse over visie, waardoor de last die ze dragen en met zich meevoeren in hun hart beslist zwaar is(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 8). Deze woorden karakteriseerden perfect al onze houdingen tegenover Gods verschijning en werk in de laatste dagen, alsook mijn eigen zorgen en overwegingen. Ik dacht eraan hoe ik, toen mijn vrouw me vertelde dat God was wedergekeerd als Almachtige God, de Christus van de laatste dagen, en me had uitgenodigd samen met haar De Kerk van Almachtige God te onderzoeken, had geaarzeld en het niet durfde te onderzoeken omdat ik geloofde in de veroordeling van Bliksem uit het oosten door de priesters. Mijn vrouw daarentegen had zich niet laten weerhouden door de priesters en had actief de woorden en het werk van Almachtige God gezocht. Waren mijn vrouw en ik geen perfecte voorbeelden geweest van de twee soorten mensen beschreven in de zinsdelen: “Sommige mensen vrezen” en “sommigen laten alles achter en gaan wanhopig op zoek”? Deze passage raakte mijn hart – alleen God onderzoekt ons hart en onze geest en kan doordringen tot de essentie van onze gedachten en gevoelens. Op dat ogenblik voelde ik dat deze woorden Gods woorden waren, dat ze kracht en gezag hadden en dat geen mens in staat zou zijn geweest ze te uiten. Derhalve besloot ik te beginnen Almachtige Gods werk in de laatste dagen formeel te onderzoeken en met de broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God te communiceren en te discussiëren.

Door over het woord van Almachtige God te communiceren met mijn broeders en zusters, begon ik te begrijpen dat de sleutel tot het zoeken en onderzoek van de ware weg lag in het in overeenstemming met Gods woord te doen – alleen de wijze maagden hechtten bijzonder belang aan het luisteren naar Gods stem. Ik leerde ook de betekenis van Gods incarnatie, het diepe mysterie van Gods naam en hoe onderscheid te maken tussen de ware en de valse Christus. Dit waren waarheden die ik nooit had begrepen in mijn jaren als katholiek. Ik had ook nog nooit gehoord over priesters of nonnen die deze waarheden bespraken. Het was allemaal zo fris en verlichtend! De communicaties van de broeders en zusters waren allemaal in overeenstemming met de rede, waren allemaal in overeenstemming met de Bijbel en overtuigden me volkomen. Ik was bij hen niet langer op mijn hoede. Vanaf dat moment woonden mijn vrouw en ik regelmatig bijeenkomsten bij en communiceerden we met de broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God.

Aan het einde van een van de bijeenkomsten schoot me plotseling een vraag te binnen en dus vroeg ik een zuster: “Wij katholieken geloven dat de priesters, bisschoppen en de paus allemaal tot degenen behoren die door God worden gebruikt, en of wat ze nu zeggen juist of onjuist is, we moeten ons altijd aan hen onderwerpen. Onszelf aan hen onderwerpen is hetzelfde als ons aan God onderwerpen. Komt dit inzicht overeen met Gods wil?”

De zuster antwoordde opgewonden: “Broeder, je hebt een heel belangrijke vraag opgeworpen. Deze vraag heeft direct te maken met de vraag of we in ons geloof in God God moeten volgen of mensen moeten volgen. Wij geloven, gebaseerd op wat God tot Petrus zegt in het evangelie van Matteüs, hoofdstuk 16, vers 18-19, dat Petrus degene is die God gebruikt en dat de priesters, bisschoppen en de paus de erfgenamen van Petrus zijn en dus ook tot degenen behoren die God gebruikt. Als zodanig behandelen we deze leden van de geestelijkheid op dezelfde manier als dat we God behandelen – we luisteren naar elk van hun woorden, gehoorzamen elk van hun bevelen, en vereren en volgen hen. Is dit een passende interpretatie? We hebben Gods opdracht aan Petrus overgedragen in de handen van de kerkleiders en geloven dat zij Petrus’ erfgenamen zijn en degenen die God gebruikt. Heeft deze opvatting enige basis in de Bijbel, wordt ze gestaafd door Gods woord? Als die niet zo is, vloeien onze opvattingen dan voort uit de opvattingen en voorstellingen van gewone stervelingen? Misschien moeten we een ogenblik pas op de plaats maken en overwegen: in het Tijdperk van de Wet koos en benoemde God Mozes, maar betekent dit dan ook dat alle leiders van het joodse geloof door God waren gekozen en benoemd? In het Tijdperk van Genade koos en benoemde de Heer Jezus persoonlijk de twaalf apostelen, maar betekent dit dan ook dat alle priesters, bisschoppen en pausen van het Tijdperk van Genade persoonlijk door God werden gekozen en benoemd? Wanneer het ons aan waarheid ontbreekt is het makkelijk verschillende ideeën te verwarren en ons te onderwerpen aan voorschriften. Als we dit echter doen, wordt het heel gemakkelijk om in God te geloven en tegelijkertijd gewone stervelingen blindelings te vereren en te volgen. Welk soort mensen zijn dus gekwalificeerd om degenen die God gebruikt te worden genoemd? Almachtige God zegt: ‘Het werk dat uitgevoerd wordt door degene die gebruikt wordt door God draagt bij aan het werk van Christus of de Heilige Geest. God heeft deze mens doen opstaan onder de mensen; hij is hier om alle uitverkorenen van God te leiden en God heeft hem ook op doen staan om het werk van de menselijke samenwerking uit te voeren. Met zo iemand, die het werk van de menselijke samenwerking kan uitvoeren, kunnen meer eisen van God tegenover de mens en het werk dat de Heilige Geest onder de mensen uit moet voeren via hem verwezenlijkt worden. Een andere manier om dit te zeggen is: Gods doel bij het gebruiken van deze mens is dat alle mensen die God volgen Gods wil beter kunnen begrijpen en meer van Gods vereisten kunnen verwezenlijken. God heeft iemand op doen staan, die wordt gebruikt om zulk werk uit te voeren, omdat de mens niet in staat is om Gods woorden of Gods wil meteen te begrijpen. Deze persoon die gebruikt wordt door God kan ook worden beschreven als een medium waarmee God de mens begeleid, als de “vertaler” die communiceert tussen God en de mens. […] Wat betreft het wezen van zijn werk en de achtergrond van het gebruikt worden, laat God de mens die door Hem gebruikt wordt opstaan. Hij wordt door God voorbereid op Gods werk en doet mee aan het werk van God Zelf. Geen enkele persoon zou zijn werk over kunnen nemen, het is de menselijke samenwerking die een integraal deel vormt van het goddelijke werk. […] Hij die door God gebruikt wordt, is echter iemand die door God is voorbereid en die een zeker kaliber bezit en menselijkheid heeft. Hij is van tevoren voorbereid en volmaakt gemaakt door de Heilige Geest en wordt volledig geleid door de Heilige Geest en vooral als het om zijn werk gaat, wordt hij geleid en geïnstrueerd door de Heilige Geest, als gevolg daarvan wijkt hij niet af van het pad van het leiden van de uitverkorenen van God, want God neemt zeker verantwoordelijkheid voor Zijn eigen werk en doet altijd Zijn eigen werk(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over het gebruik door God van de mens).

Uit het woord van Almachtige God blijkt duidelijk dat God in elk tijdperk rechtstreeks mensen zal oprichten en persoonlijk een groep mensen zal benoemen om te helpen met Gods werk. Dit zijn mensen die God van tevoren voorbereidt zodat Zijn werk nog effectiever kan zijn. Allen die persoonlijk zijn benoemd en gebruikt door God worden gesteund door Zijn woord. Net zoals God in het Tijdperk van de Wet Mozes benoemde om de Israëlieten te leiden en persoonlijk tot hem sprak: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren(Exodus 3:12). In het tijdperk van Genade, toen de Heer Jezus Petrus benoemde om de kerk te wijden, had Petrus ook Gods woord als bewijs. Jezus vertrouwde Petrus drie keer de taak toe Gods kudde te wijden en zei zelfs dat Hij de sleutels van het koninkrijk van de hemel aan Petrus gaf. We kunnen dus met stelligheid zeggen dat degenen die door God worden gebruikt, Gods persoonlijke getuigenis en woord als bewijs hebben.

Bovendien bestaat het werk van degenen die God benoemt en gebruikt uit het helpen bij Gods werk en wordt alles bevestigd door het werk van de Heilige Geest. Het werk en de preken van zulke mensen verheffen en leggen in elk aspect getuigenis af voor God, ze stellen Gods volgelingen in staat het geestelijk voedsel voor het leven te ontvangen, werkelijk te worden gewijd, binnen te gaan in Gods woord, kennis te verwerven van de waarheid en groei in het leven te bereiken. Deze werken en preken stellen mensen ook in staat een nog hechtere relatie met God op te bouwen en een steeds dieper begrip van Hem te verwerven. Omdat God rechtvaardig en heilig is, stemmen degenen die God benoemd en gebruikt zeker overeen met Gods wil. Hij zou nooit mensen voor het uitvoeren van het werk van de kerk gebruiken die de waarheid verachten, zichzelf ophemelen en God als hun vijand beschouwen. Wanneer we nu de priesters, bisschoppen en de paus beoordelen op basis van de principes volgens welke God mensen gebruikt en op basis van het effect dat wordt bereikt door het werk van degenen die God gebruikt, lijkt het er dan op alsof ze persoonlijk zijn benoemd door God? Hebben ze Gods woord als bewijs? Lossen hun preken en werk onze praktisch vragen en problemen op en stellen ze ons in staat Gods bedoelingen te begrijpen en een steeds grotere kennis van God te verwerven? We hebben allemaal persoonlijk ervaren dat ze niet tot deze dingen in staat zijn, dat ze niet Gods persoonlijke getuigenis bezitten en het hen ontbreekt aan het werk van de Heilige Geest als bevestiging. Hoe kunnen ze dan ooit behoren tot degenen die God gebruikt?”

Nadat ik naar de communicatie van de zuster had geluisterd, dacht ik diep na over de kwestie en zei tenslotte: “Dus degenen die God persoonlijk benoemt moeten Gods woord en het werk van de Heilige Geest als bevestiging hebben. Door het aanvaarden van het bewateren en de leiding van degenen die God gebruikt, kunnen we spirituele bevrediging verwerven, een beter begrip van Gods woord verwerven en groeien in kennis van God. Wat betreft de priesters en andere huidige leden van de geestelijkheid – God heeft nooit gezegd dat zij behoren tot degenen behoren die door God worden gebruikt of dat ze Petrus’ erfgenamen zijn. Deze leden van de geestelijkheid scheppen vaak op over hoe ze enorme pijn kunnen verdragen en zich opofferingen getroosten, maar ze verheffen niet en getuigen niet voor God. Niet alleen beoefenen ze Gods woord niet, ze leiden ons ook nooit bij het beoefenen en ervaren van Gods woord. Als gevolg daarvan zijn wij gelovigen volkomen verstoken van geestelijk voedsel en lijden we enorme dorst. Nog gekmakender is hoe sommige priesters de armen lijken te verachten en bij de rijken in een goed blaadje willen komen, ze behandelen niet alle gelovigen gelijk. Uit dit alles blijkt duidelijk dat de priesters en andere leden van de geestelijkheid eenvoudigweg het werk van de Heilige Geest niet bezitten, laat staan de bevestiging van de Heilige Geest – ze behoren eenvoudig niet tot degenen die door God worden gebruikt. Helaas had ik, door de valse interpretaties van de Bijbel van de priesters, altijd gedacht dat de priesters en andere leden van de geestelijkheid allemaal door God waren benoemd en dat het me aan hen onderwerpen hetzelfde was als me onderwerpen aan God. Als zodanig behandelde ik ze zoals ik God Zelf zou behandelen. Nu ik terugkijk zie ik hoe ongelofelijk absurd en ongerijmd dit was. Almachtige God zij dank voor het oplossen van mijn verwarring.”

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Het licht van het oordeel

Door Enhui, Maleisië “God kijkt naar alle landen en beveelt alle dingen, en aanschouwt alle woorden en daden van de mens. Zijn management...

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger