78. Lessen geleerd door beproeving

Door Li Yong, China

Nadat ik christen was geworden, werd ik meerdere keren gearresteerd door de CCP, maar ik heb de Heer nooit verraden. Ik aanvaardde enkele jaren geleden het werk van de laatste dagen van Almachtige God, en weer of geen weer, ik preekte altijd ijverig het evangelie en deed mijn plicht. Ik dacht dat ik altijd trouw zou zijn aan God, wat ik ook te verduren kreeg, en ik dacht niet dat ik beproeving of loutering nodig had om het te bewijzen. Tot ik de beproeving van ziekte onderging en mijn sterfelijkheid het hoofd moest bieden, toen ik eindelijk de betekenis van Gods werk van beproeving en loutering leerde, en begon te begrijpen hoe God die gebruikt om ons te zuiveren en te redden, in welke vorm het ook komt.

Op een dag in oktober 2014, kwam ik terug van een bijeenkomst toen ik mijn ledematen slap voelde worden en ik wankelend begon te lopen. Ik dacht dat het door de koude lucht kwam en ik alleen wat medicijnen hoefde te nemen. Ik was niet al te ongerust. Maar even later begonnen mijn oren, vingers en tenen langzaam zwart te worden. En ik werd steeds magerder. Ik begon te denken dat ik misschien iets ernstigs had, maar ik dacht, dat God me zou beschermen, omdat ik me al die jaren zo had ingespannen in mijn plicht. Het kon niet iets heel ergs zijn. Ik was er zeker van dat het zichzelf zou oplossen. Maar tot mijn verbazing werd het niet beter nadat ik wat medicijnen had genomen. Mijn vrouw en dochters brachten me naar het ziekenhuis voor enkele onderzoeken, en toen de uitslagen kwamen, zeiden ze dat ik zowel ernstige anemie als hepatitis B had. Ze zeiden dat het onbehandelbaar zou zijn als het nog veel erger werd. Toen ik dat hoorde, voelde ik mijn hele lichaam slap worden. Ik kon niet accepteren wat ze me hadden verteld. Ik dacht: ik heb jarenlang zoveel offers gebracht. Ik heb veel geleden om mijn plicht te doen. Ik ben gearresteerd en bedreigd door de CCP, maar ik heb God nooit verraden, en nam mijn plicht weer op toen ik werd vrijgelaten. Hoe kan ik zo ziek zijn geworden? Waarom heeft God me niet beschermd? Wat hadden al mijn offers voor zin als ik niet beter kan worden? Ik heb al die jaren in God geloofd zonder Zijn zegeningen te ontvangen, en nu is mijn lichaam ziek. Ik denk dat ik niet meer zo hard moet proberen om mijn plicht te doen. Hoeveel ik ook lijd, het is toch voor niets. In deze tijd bleef ik mijn plicht doen. Maar ik deed het zonder enthousiasme. Tijdens bijeenkomsten vroeg ik mijn broeders en zusters niet naar hun problemen. Ik las Gods woorden, maar ik wilde niet communiceren. Na een tijdje begon mijn toestand steeds slechter te worden. Mijn lichaam kon zichzelf niet meer dragen en ik was de hele dag duizelig. Mijn leider gaf me een tijdje vrij om thuis uit te rusten en op krachten te komen. Ik zag hoe mijn broeders en zusters hun plicht vrolijk en energiek deden. Maar ik? Ik was nu zo ziek dat ik mijn plicht helemaal niet kon doen. Ik dacht dat God misschien had besloten om me niet te redden. Hoe meer ik hieraan dacht, hoe meer verdriet en pijn ik voelde. Ik kwam voor God en begon te bidden: “God, ik ben getroffen door deze ziekten, en ik voel me zo zwak en gekweld. Ik weet dat ik u niet de schuld moet geven, maar ik begrijp niet wat uw wil is. Help me om het te begrijpen.”

Nadat ik had gebeden, las ik een passage uit Gods woorden: “Al het werk dat God doet in de mens heeft zijn eigen doelen en betekenis; God doet geen zinloos werk, noch doet Hij werk dat zonder voordeel voor de mens is. Loutering betekent niet dat mensen van Gods aangezicht worden verwijderd, noch betekent het dat ze in de hel worden vernietigd. Het betekent veeleer het veranderen van de gezindheid van de mens tijdens de loutering, het veranderen van zijn intenties, zijn oude inzichten, het veranderen van zijn liefde voor God en het veranderen van zijn hele leven. Loutering is een echte test voor de mens en een vorm van echte training, en alleen tijdens loutering kan zijn liefde zijn inherente functie dienen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen door het ervaren van loutering kan de mens ware liefde bezitten). Ik dacht zorgvuldig na over Gods woorden en kreeg een beetje inzicht in Zijn wil. God test ons niet om ons te straffen, maar om ons te zuiveren en veranderen. Ik werd gelouterd door mijn ziekte. God wilde me niet elimineren, maar me de onzuivere intentie achter mijn geloof laten inzien, en mijn verkeerde gezichtspunt over streven veranderen zodat ik God echt kon liefhebben en gehoorzamen. God probeerde me te zuiveren en te redden. Toen ik dat besefte, voelde ik me schuldig en beschaamd. Geconfronteerd met een beproeving had ik niet geprobeerd Gods wil te begrijpen. Ik begreep Hem verkeerd en gaf Hem de schuld. Wat was ik onredelijk. Ik kon niet leven in negativiteit en pijn. Ik moest gehoorzamen, de waarheid zoeken en over mezelf nadenken en mezelf kennen.

Later las ik nog een passage uit Gods woorden: “Mensen beschouwen het bereiken van genade en het genieten van vrede gewoon als symbolen van geloof in God, en het streven naar zegeningen als de basis voor geloof in God. Maar heel weinig mensen streven ernaar om God te kennen of streven naar een verandering in hun gezindheid. Het geloof in God van mensen is erop gericht om een geschikte bestemming en alle genade onder de zon van God te ontvangen, om God hun dienaar te maken, om God een vredige, vriendschappelijke relatie met hen te laten onderhouden en om nooit een conflict tussen hen te laten ontstaan. Dat wil zeggen: hun geloof in God verwacht van God de belofte om aan al hun eisen te voldoen, om alles aan ze te geven waar ze om bidden, zoals dat in de Bijbel staat: ‘Ik zal naar al jullie gebeden luisteren.’ Zij verwachten dat God over niemand oordeelt of niemand aanpakt, aangezien God altijd de vriendelijke Heiland Jezus is, die altijd en overal een goede relatie met mensen onderhoudt. Hun manier van geloven is als volgt: ze stellen gewoon schaamteloze eisen aan God en hebben daarbij het idee dat Hij die gewoon blindelings voor ze zal inwilligen, of ze nu opstandig of gehoorzaam zijn. Ze blijven gewoon voortdurend ‘schulden van God innen’, in de overtuiging dat Hij die, zonder Zich te verzetten, moet ‘terugbetalen’ en bovendien tweemaal zoveel moet betalen; ze hebben het idee dat God, of Hij nu iets van ze gekregen heeft of niet, alleen door hen gemanipuleerd kan worden en dat Hij niet eigenmachtig mensen kan orkestreren en dat Hij al helemaal niet, wanneer Hij wil en zonder hun toestemming, eigenmachtig aan mensen Zijn wijsheid en rechtvaardige gezindheid mag openbaren die vele jaren verborgen zijn gebleven. Zij belijden simpelweg hun zonden aan God in de overtuiging dat God die gewoon zal vergeven, dat het Hem niet de keel uit gaat hangen en dat dit zo altijd maar door zal gaan. Zij vertellen God simpelweg wat Hij moet doen en Hij gehoorzaamt gewoon, want in de Bijbel staat dat God niet is gekomen om door de mens gediend te worden, maar om te dienen, en dat Hij is gekomen om dienaar van de mens te zijn. Hebben jullie niet altijd op deze manier geloofd? Wanneer jullie niets van God kunnen krijgen, willen jullie graag wegrennen. En wanneer jullie iets niet begrijpen, raken jullie erg verbitterd en gaan jullie zelfs zo ver dat jullie met allerlei krachttermen smijten. Jullie staan God simpelweg niet toe om Zijn wijsheid en wonder volledig te uiten, maar jullie willen alleen maar genieten van tijdelijk gemak en comfort. Tot nu toe spreken uit jullie houding in jullie geloof in God dezelfde oude opvattingen. Als God jullie maar een greintje grootsheid toont, worden jullie al ongelukkig; zien jullie nu precies hoe jullie gestalte is? Denk niet dat jullie allemaal trouw zijn aan God terwijl jullie oude opvattingen in feite niet zijn veranderd. Wanneer je niets overkomt, denk je dat alles voor de wind gaat en heb je God tot het uiterste lief. Maar overkomt je iets kleins, dan kom je in het dodenrijk terecht. Is dit je trouw aan God?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Jullie moeten de zegeningen van status opzijzetten en Gods wil begrijpen om de mens heil te brengen). Gods woorden lieten me mijn ware gesteldheid zien. Ik bracht geen offers om de waarheid te vinden, of om te proberen om God te kennen, maar om Gods genade en zegeningen te ontvangen. Ik probeerde God te bedriegen en met Hem te marchanderen. Toen alles goed ging en ik Gods genade ontving, had ik vol hartstocht mijn plicht gedaan. Ik wilde altijd graag mijn broeders en zusters helpen en met hen communiceren, hoe ver ze ook waren, of hoe hard ik ook moest werken, of wat voor weer het ook was. Maar nu ik ziek was en geen genade ontving, voelde ik me gekwetst en klaagde ik en gaf God de schuld. Ik verzette me en redetwistte met Hem. Vooral nu mijn toestand met de dag slechter werd, verloor ik mijn vertrouwen in God en werd ik laks in mijn plicht. Ik geloofde niet in God om te streven naar waarheid of leven. Ik gebruikte God voortdurend om mijn verlangen naar zegeningen te bevredigen. Ik deed het uit eigenbelang. Mijn geloof in Hem was onoprecht. Wat was ik egoïstisch en verachtelijk. Als ik zo in God geloofde, zou ik, ook al genoot ik materiële zegeningen, als mijn levensgezindheid niet veranderde, worden geëlimineerd door God.

Later las ik nog een passage uit Gods woorden: “Loutering is het beste middel waardoor God mensen volmaakt maakt; alleen loutering en bittere beproevingen kunnen de ware liefde voor God in de harten van mensen naar boven brengen. Zonder ontbering missen mensen de ware liefde voor God; als ze niet binnenin getest worden, als ze niet echt onderworpen zijn aan loutering, dan zal hun hart altijd buiten rondzweven. Nadat je tot een bepaald punt bent gelouterd, zul je je eigen zwakheden en moeilijkheden zien, je zult zien hoeveel je mist en dat je niet in staat bent om de vele problemen die je tegenkomt te overwinnen en je zult zien hoe groot je ongehoorzaamheid is. Alleen tijdens beproevingen zijn mensen in staat om hun werkelijke gesteldheid echt te kennen; beproevingen maken mensen beter in staat om volmaakt te worden gemaakt(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen door het ervaren van loutering kan de mens ware liefde bezitten). Gods woorden gaven me een duidelijker beeld van Zijn wil om mensen te redden. God heeft veel manieren om mensen te veranderen en volmaakt te maken. Dat ik ziek werd, was Gods manier om me op de proef te stellen en te zuiveren. Ik had God niet verraden toen ik gevangen was gezet. Ik had God nooit de schuld gegeven van tegenspoed. Ik dacht dat ik trouw was aan God en ik had een sterk geloof in Hem. Als deze ziekte niet was gekomen, had ik nooit geweten van mijn verdorven gezindheid, en mijn onzuivere intenties om te streven naar zegeningen. Erger nog, dan had ik nooit geweten wat God bedoelde toen Hij zei: “Alleen tijdens beproevingen zijn mensen in staat om hun werkelijke gesteldheid echt te kennen; beproevingen maken mensen beter in staat om volmaakt te worden gemaakt.” Nu begreep ik dat deze ziekte Gods manier was om me te redden en te vervolmaken. Dit was Gods liefde voor mij. Toen ik dit besefte, gaf ik God niet meer de schuld en begreep ik Hem niet meer verkeerd. Hoe mijn toestand ook zou worden, ik zou Gods orkestraties gehoorzamen en mijn intentie om zegeningen te ontvangen verzaken. Daarna nam ik mijn medicijnen en vertrouwde mezelf toe aan God, terwijl ik streefde naar Zijn leiding. Elke dag deed ik mijn best om mijn plicht te doen. Maar ik verwachtte niet, dat mijn ziekte zou genezen zonder dat ik het besefte. Mijn hart was vol dankbaarheid jegens God.

In mei 2015 nam ik bewateringsplicht op me. Ik koesterde deze plicht echt. Ik bracht mijn tijd door met bezinning over Gods woorden, en als mijn broeders en zusters problemen hadden, dacht ik erover na en zocht ik passages in Gods woorden die hen konden helpen. Na een tijdje verbeterde het werk van de kerk. Mijn broeders en zusters waren meer gedreven om hun plichten uit te voeren, en hadden het vertrouwen om getuigenis te geven als ze voor beproevingen stonden. Ik was opgetogen. Ik dacht dat God me had gezegend door me doeltreffender te maken in mijn plicht, wat een bewijs was dat hij mijn harde werken prees.

Maar op 5 juni dat jaar, maakte ik me op om naar een bijeenkomst te gaan toen ik opeens heel duizelig werd. Het voelde alsof de grond draaide. Mijn gezicht en kleren waren al gauw nat van het zweet, en ik had vreselijke hoofdpijn. Het waren dezelfde symptomen die ik had gehad toen ik voor het eerst ziek werd, alleen nog erger dan voorheen. Ik had het gevoel dat ik doodging. Ik dacht bij mezelf: hoe kan het dat deze ziekte terug is? Ik werk elke dag hard om mijn plicht te doen. Waarom beschermt God me niet? Ben ik nog niet trouw genoeg aan God? Mijn vrouw merkte mijn gesteldheid en zij en mijn dochters brachten me met spoed naar het ziekenhuis. Toen de uitslagen doorkwamen, ontweek de arts me en sprak in plaats daarvan met mijn dochters. Toen wist ik dat als het geen kanker was, het wel iets anders was wat ernstig was. Ik begon van streek te raken, maar toen dacht ik: zo waren de symptomen de eerste keer ook, en ze gingen uiteindelijk over. Vandaag ligt dit ook in Gods handen. Ik doe nog steeds mijn plicht, dus het zal wel niet zo heel erg zijn, toch? Bij deze gedachte begon ik te kalmeren. Even later kwamen mijn dochters snikkend binnen en zeiden tegen mijn vrouw: “De dokter zei dat papa leverkanker heeft…” Ze was geschokt toen ze dat hoorde. Met z’n drieën omhelsden ze elkaar en huilden bittere tranen.

Mijn geest was in verwarring en ik voelde een vreselijke pijn. Hoe kon ik leverkanker hebben? Het was bijna niet te behandelen en ik kon elk moment sterven. Wat moesten mijn vrouw en dochters als ik stierf? Hadden al die jaren van hard werken en opoffering hiertoe geleid? Werden de zegeningen van het hemelse koninkrijk me ontzegd? Op dat moment was ik zo verdrietig en wanhopig. Mijn vrouw zei huilend tegen me: “Als je deze ziekte hebt, komt dat omdat God het heeft toegestaan. God is rechtvaardig. We moeten Hem niet de schuld geven of verkeerd begrijpen. We moeten proberen Zijn wil te begrijpen.” De woorden van mijn vrouw herinnerden me eraan, dat God inderdaad rechtvaardig is. Ik moest Zijn wil zoeken zonder te klagen. Toen ik zag hoe verdrietig mijn vrouw was, moest ik ook huilen. Met tranen in mijn ogen bad ik in stilte tot God: “God, u doet niets zonder betekenis. Help me om uw wil te begrijpen.” Na mijn gebed voelde ik me veel rustiger. Ik wist dat er geen remedie was voor wat ik had, en ik wilde het mijn gezin financieel niet nog zwaarder maken, dus ik vroeg om naar huis te mogen om te rusten.

Twee dagen later kwamen mijn broeders en zusters me bezoeken en vroegen hoe ik me voelde. Toen ik hen zag en dacht aan de ernst van mijn toestand, begon ik te huilen en zei: “Dat jullie allemaal hier bij me zijn en om me geven, is Gods liefde. Maar met een ziekte als deze zal ik er niet lang meer zijn. Ik zal mijn plicht niet meer kunnen doen zoals gewoonlijk, en ik zal niet meemaken dat Gods koninkrijk wordt verwezenlijkt.” Een zuster troostte me en zei geduldig tegen me: “Broeder, deze ziekte is een van Gods beproevingen.” “Je moet meer bidden, de waarheid zoeken, Gods wil begrijpen en getuigenis geven, zelfs tijdens je ziekte.” Later gaf ze me enkele passages uit Gods woorden over de betekenis van Gods beproevingen van mensen. Een ervan maakte diepe indruk op me: “In hun geloof in God is wat mensen proberen te verkrijgen, zegeningen voor de toekomst: dat is het doel in hun geloof. Alle mensen hebben deze intentie en deze hoop. Maar de verdorvenheid in hun natuur moet door beproevingen worden opgelost. In wat voor aspecten je niet bent gereinigd, dat zijn juist de aspecten waarin je gelouterd moet worden – zo heeft God het geregeld. God schept een omgeving voor jou en dwingt jou om daarin gelouterd te worden zodat je je eigen verdorvenheid kunt kennen. Uiteindelijk bereik je een punt waarop je liever sterft, je plannen en verlangens opgeeft en je onderwerpt aan de soevereiniteit en regeling van God. Daarom zullen mensen, als zij niet enkele jaren van loutering hebben doormaakt en niet een bepaalde mate van lijden hebben ondergaan, zich niet kunnen bevrijden van de slavernij van de verdorvenheid van het vlees in zijn denken en in zijn hart. De aspecten waarin je nog altijd onderworpen bent aan de slavernij van Satan en waarin je nog altijd je eigen verlangens en je eigen eisen hebt – dat zijn juist die aspecten waarin je zou moeten lijden. Want alleen door te lijden kunnen mensen lessen leren, de waarheid verkrijgen en Gods wil begrijpen. Sterker nog: veel waarheden worden begrepen door het ervaren van pijnlijke beproevingen. Niemand kan vanuit een comfortabele en gemakkelijke omgeving of onder gunstige omstandigheden Gods wil begrijpen, Gods almacht en wijsheid erkennen of Gods rechtvaardige gezindheid waarderen. Dat zou onmogelijk zijn!(‘Hoe men tijdens beproevingen God dient te behagen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Nadat ik dit had gelezen, dacht ik na over mezelf. Toen ik eerder de beproeving van ziekte had ervaren, dacht ik dat ik standvastig was en mijn intentie om zegeningen te ontvangen had losgelaten. Maar nu mijn ziekte was teruggekeerd en nog erger was dan voorheen, werd ik opnieuw ontmaskerd. Ik zag dat mijn intentie om zegeningen te ontvangen diepgeworteld was en dat het me niet gelukt was om Gods test te doorstaan. Als ik niet steeds op de proef was gesteld en was gelouterd, waren deze diepgewortelde intentie om zegeningen te ontvangen en mijn wilde verlangens moeilijk te zien geweest, laat staan dat ik was veranderd en gezuiverd. Tegelijkertijd zag ik Gods heilige en rechtvaardige gezindheid. Hij onderzoekt het hart van de mens nauwlettend en wist van mijn gebreken en verdorvenheid. Hij gebruikte mijn ziekte om me te louteren en dwong me om mezelf te kennen, de waarheid te zoeken, en mijn verdorven gezindheid te verhelpen. Beproeving en loutering zijn Gods liefde. Later dacht ik na over mijn gedrag, en vroeg me af waarom ik geconfronteerd met mijn ziekte God verkeerd had begrepen en de schuld had gegeven. Probeerde ik nog steeds te marchanderen met God? Wilde ik niet altijd Gods zegeningen, terwijl ik niet bereid was te accepteren wat Hij voor me had geregeld? Ik had altijd geprobeerd te onderhandelen met God, maar wat was de oorzaak?

Een tijdje later las ik enkele van Gods woorden: “Alle mensen leefden voor zichzelf. Ieder voor zich en God voor ons allen – dit vat de natuur van de mens samen. Mensen geloven in God omwille van zichzelf: ze geven dingen op, putten zichzelf uit voor God en zijn trouw aan God, maar toch doen ze al deze dingen omwille van henzelf. Samenvattend: het wordt allemaal gedaan om zegeningen voor henzelf te ontvangen. In de wereld wordt alles gedaan om er persoonlijk beter van te worden. In God geloven heeft als doel zegeningen te ontvangen, het is om zegeningen te verwerven dat men alles opzij zet. Men kan veel lijden doorstaan om zegeningen te ontvangen. Dit is allemaal empirisch bewijsmateriaal voor de verdorven natuur van de mens(‘Het verschil tussen externe veranderingen en veranderingen van gezindheid’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). “Niets is moeilijker aan te pakken dan de eisen die mensen aan God stellen. Als niets wat God doet overeenkomt met je eigen denken, en als Hij niet handelt volgens jouw denken, dan verzet je je waarschijnlijk – dit toont aan dat de mens zich, van nature, tegen God verzet. Dit probleem moet bekend zijn en opgelost worden door het zoeken naar de waarheid. Degenen die zonder de waarheid zijn, stellen veel eisen aan God, terwijl degenen die de waarheid werkelijk begrijpen, geen enkele eis stellen. Ze voelen slechts dat ze God niet voldoende tevreden hebben gesteld, dat ze God niet voldoende gehoorzaam zijn. Dat mensen altijd eisen stellen aan God weerspiegelt hun verdorven natuur. Als je dit niet als een serieus probleem behandelt, als je het niet behandelt als iets belangrijks, dan zullen er risico’s en verborgen gevaren op je pad van het geloof zijn. Je bent in staat de meest gewone dingen te overwinnen, maar wanneer je lot, je vooruitzichten en je bestemming erbij betrokken zijn, ben je misschien wel niet in staat ze te overwinnen. Wanneer je op dat moment nog zonder de waarheid bent, kan het goed zijn dat je terugvalt in je oude manieren en zo één van degenen wordt die zal worden vernietigd(‘Mensen eisen te veel van God’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’).

De openbaringen in Gods woorden hielpen me om te begrijpen dat deze pogingen om met God te onderhandelen, berustten op het satanische vergif van ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’ en ‘Sta nooit vroeg op tenzij er een voordeel aan verbonden is.’ Wat ik ook deed, ik dacht altijd eerst aan hoe ik ervan kon profiteren en zegeningen kon ontvangen. Zelfs in mijn plicht had ik altijd mijn eigen motieven en tekortkomingen. Ik was niet helemaal trouw geweest aan God. Achteraf gezien had ik op de weg die ik had bewandeld, altijd oppervlakkige offers gebracht voor Gods werk, terwijl ik in feite probeerde deze kleine offers te ruilen voor grote zegeningen. Om Gods zegeningen te ontvangen, had elk leed de moeite waard geleken. Maar toen mijn verlangens niet werden bevredigd en ik steeds weer ziek werd, tot het erop leek dat ik zou sterven, kwamen al mijn onbegrip, verwijten, verzet en verraad jegens God aan het licht. Ik had mijn plicht gedaan om mijn bestemming te bereiken. Ik had God gebruikt en bedrogen. Ik was mijn geweten en verstand verloren. Ik was slecht en verachtelijk geweest. Als Gods orkestraties me niet steeds weer hadden ontmaskerd, had ik nooit ingezien hoe egoïstisch en bedrieglijk ik was. Ik had mijn streven naar zegeningen behandeld alsof het gepast was en had Gods eisen ver achter me gelaten. Wat ik ook had gedaan, welke offers ik ook had gebracht, het maakte niet uit, God zou dit nooit prijzen. Ik streefde niet naar de waarheid. Als het mijn intentie was om zegeningen voor mezelf te krijgen, zou God me verfoeien en straffen. Ik ben dankbaar dat Gods woorden me hebben verlicht en me in staat stelden mezelf te leren kennen door deze ziekte en mijn onredelijke eisen los te laten. Dit is Gods redding voor mij. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik besefte hoe groot Gods liefde is. Ik bad tot God: “God. Het is door uw goede wil dat ik kanker kreeg. Mijn leven en dood liggen in uw handen. Ik zal u gehoorzamen en getuigenis geven om u te behagen.”

Nadat ik had gebeden, las ik een passage uit Gods woorden: “Je ondergaat de beproevingen van Job en ondergaat tegelijkertijd de beproevingen van Petrus. Toen Job op de proef werd gesteld, stond hij standvastig in zijn getuigenis en uiteindelijk werd Jehova aan hem geopenbaard. Pas nadat hij standvastig had gestaan in zijn getuigenis, was hij waardig het aangezicht van God te zien. Waarom wordt er gezegd: ‘Ik verberg me voor het land van vuiligheid, maar laat mijzelf zien aan het heilige koninkrijk’? Dat betekent dat alleen wanneer je heilig bent en standvastig staat in je getuigenis, je de waardigheid kunt hebben om het aangezicht van God te zien. Als je niet voor Hem standvastig kunt staan in je getuigenis, heb je niet de waardigheid om Zijn aangezicht te zien. Als je je terugtrekt of klachten uit tegen God wanneer je louteringen ondergaat, en er zodoende niet in slaagt om voor Hem standvastig te staan in je getuigenis en je Satans mikpunt van spot wordt, zul je niet de verschijning van God winnen. Als je bent zoals Job, die te midden van beproevingen zijn eigen vlees vervloekte en geen klachten uitte tegen God, en zijn eigen vlees kon verafschuwen zonder te klagen of te zondigen met zijn woorden, dan zul je standvastig staan in je getuigenis. Wanneer je tot op zekere hoogte louteringen ondergaat en nog steeds zoals Job kunt zijn, volkomen gehoorzaam ten overstaan van God en zonder andere vereisten van Hem of je eigen noties, dan zal God aan je verschijnen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Degenen die vervolmaakt zullen worden, moeten loutering ondergaan). Gods woorden lieten me Zijn heilige en rechtvaardige wezen zien. God verschijnt alleen aan hen die standvastig zijn in hun getuigenis als ze worden beproefd en gelouterd. Toen God Job op de proef stelde, werden zijn rijkdom, kinderen, gezondheid en geluk hem allemaal afgenomen door Satan, en zijn lichaam was bedekt met zweren. Maar hij klaagde niet en gaf God niet de schuld. Hij haatte en vervloekte alleen zichzelf. Geconfronteerd met deze grote beproeving, kon hij nog steeds Gods soevereiniteit gehoorzamen en Zijn naam verheerlijken in zijn positie als geschapen wezen. Hij zei zelfs: “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen” (Job 1:21). Deze woorden waren als een mooie, krachtige getuigenis van God tegenover Satan, en ten slotte verscheen God aan Job. Dat was de waarde die Jobs leven had. Mijn beproeving was gekomen, omdat God me Zijn bijzondere goedheid toonde. Ik moest Gods orkestraties gehoorzamen, net als Job. Ik mocht me niet laten beheersen door mijn kanker, maar mijn leven overdragen aan God en standvastig en krachtig van God getuigen tegenover Satan en Gods hart behagen. Alleen dat is ware trouw en ware gehoorzaamheid. Ik schoof mijn zorgen terzijde en gaf me over aan Gods soevereiniteit en al gauw verbeterde mijn toestand. Mijn eten smaakte me beter, ik kon me weer normaal bewegen en ik kon zelfs naar beste vermogen mijn plicht doen. Later brachten mijn dochters me naar het ziekenhuis voor controle. De arts kon niet geloven wat er was gebeurd. Hij zei dat patiënten zoals ik zeldzaam waren, en dat het feit dat ik het had overleefd zonder behandeling in het ziekenhuis niets minder was dan een wonder. Toen wist ik dat dit God was die me beschermde. Ik voelde dat mijn leven in Gods handen lag, en ervoer Gods soevereiniteit over alle dingen.

Een tijdje later stak mijn ziekte opnieuw de kop op. Mijn vrouw en dochters brachten me naar het ziekenhuis, en toen de hoofdarts zag hoe ernstig mijn ziekte was, riep hij er een specialist bij om me te onderzoeken. Toen de uitslagen van het lab terugkwamen, zei de specialist dat ze niet de apparatuur hadden om me te behandelen. Hij stelde voor dat we 200.000 yuan betaalden om me over te brengen naar het provinciale ziekenhuis, waar ze het misschien konden behandelen. Mijn dochter zei huilend tegen mijn vrouw: “Hoorde je hoe hij dat zei? Niemand zal papa kunnen behandelen. Meer dan dertig mensen hebben in ons dorp de afgelopen jaren kanker gekregen en ze zijn allemaal gestorven.” Het gezicht van mijn vrouw was nat van de tranen. Ik voelde me als een ter dood veroordeelde. Opnieuw voelde ik de dood naderen, en ik begon onwillekeurig te klagen. Hoe kon deze ziekte zijn teruggekomen en nog steeds zo ernstig zijn? Maar deze keer nam ik het mezelf kwalijk. Ik voelde berouw over mijn ongehoorzaamheid aan God. Ik dacht aan al mijn aanrakingen met de dood en hoe God me had beschermd en me elke keer in leven had gehouden. Ik had duidelijk Gods soevereiniteit gezien, dus waarom begreep ik God niet echt? God alleen had gezag over leven en dood, niet die artsen. En dus kwam ik voor God en bad. Ik zei: “Lieve God, opnieuw word ik geconfronteerd met mijn eigen dood. Ik weet dat uw goede wil erachter zit. Mijn leven en dood liggen in uw handen. Ik zal u gehoorzamen en van u getuigen om u te behagen.”

Nadat ik had gebeden, las ik wat van de woorden van God: “Wie van de hele mensheid wordt niet verzorgd in de ogen van de Almachtige? Wie leeft niet te midden van de voorbestemming van de Almachtige? Gebeurt iemands leven en dood volgens zijn eigen keuze? Bestuurt de mens zijn eigen lot? Veel mensen schreeuwen om de dood, maar toch is deze ver van hen verwijderd; veel mensen willen degenen zijn die sterk in het leven staan en vrezen de dood, maar zonder dat ze er erg in hebben nadert de dag van hun ondergang die hen in de afgrond van de dood stort; veel mensen kijken naar de lucht en zuchten diep; veel mensen huilen met grote, jammerende uithalen; veel mensen weerstaan beproevingen niet; en veel mensen worden de gevangene van verleiding. Hoewel ik niet persoonlijk verschijn om mij duidelijk aan de mens te laten zien, vrezen veel mensen mijn aangezicht, ze zijn enorm bang dat ik ze zal neerhalen, dat ik ze zal versmachten. Kent de mens mij werkelijk, of niet? Niemand kan het met zekerheid zeggen, nietwaar?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 11). Gods woorden hadden kracht en gezag en gaven me vertrouwen. God is de Schepper en God beheerst alles. Als geschapen wezen wist ik dat ik de soevereiniteit van de Schepper moest gehoorzamen. Als ik mijn leven koesterde en God de schuld gaf, zou ik me tegen Hem verzetten, Hem verraden en zou ik me schamen om Hem tegemoet te treden, en zou mijn leven geen zin hebben. Toen ik dat allemaal begreep, voelde ik me niet langer beheerst door dood of ziekte. Ik zei tegen mijn vrouw en dochters: “Wees niet verdrietig. Hoewel de dokter me ter dood heeft veroordeeld, geloof ik dat mijn leven en dood in Gods handen liggen. Alles wat God doet, is rechtvaardig. Zolang ik kan ademhalen, zal ik standvastig getuigenis geven om God te behagen.” Later ging ik terug naar huis om op krachten te komen. Elke dag kwam ik voor God en bad ik en las ik Gods woorden. Ik voelde me kalm en rustig. De dokter gaf me twee dozen serum van nog geen tien yuan om te injecteren. Ik gebruikte het een maand, en mijn vingers kregen weer kleur en mijn eetlust kwam terug. Langzaamaan kreeg ik mijn kracht en energie terug tot het weer net zo was als voordat ik ziek werd. Toen ik voor controle terugging naar het ziekenhuis, zei de dokter dat het een wonder was dat ik zo snel was hersteld. Dank aan God. Ik wist dat dit allemaal te danken was aan God en dat niemand anders dan Hij me kon hebben gered. Het is zoals God zegt: “Het is duidelijk dat het niet de mens is die de macht van leven en dood in handen heeft, niet een bepaald wezen in de natuurlijke wereld, maar de Schepper, wiens gezag uniek is. Het leven en de dood van de mens zijn niet het product van een of andere natuurwet, maar het gevolg van de soevereiniteit van het gezag van de Schepper(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III). Ik had Gods soevereiniteit, gezag en wonderbaarlijke daden ervaren. Ik had Zijn liefde en redding gezien. Vanuit het diepst van mijn hart dankte en prees ik Hem. Toen de mensen in het dorp me zagen, stonden ze allemaal versteld. Ze zeiden dat ze niet hadden gedacht dat ik het zou halen, dat ze niet hadden verwacht dat ze me zo gezond zouden terugzien, en dat ik echt geluk had dat ik zo op het nippertje was ontsnapt. Maar ik wist in mijn hart: dit had niets te maken met geluk. Dit waren Gods kracht en gezag. God had me gered. Niet lang daarna pakte ik mijn plicht in de kerk weer op. Er ging vijf jaar voorbij, en mijn ziekte kwam niet meer terug. Dat was meer dan ik durfde hopen. Ik dank God echt voor wat er is gebeurd.

Door deze beproevingen van mijn ziekte, kreeg ik door de openbaringen van Gods woorden en geconfronteerd met de feiten, wat inzicht in mijn verkeerde ideeën over vertrouwen en verdorven gezindheid, en leerde ik Gods soevereiniteit, Zijn rechtvaardige gezindheid en Zijn prachtige wezen kennen. Ik liet mijn intentie om zegeningen te krijgen varen, en leerde om mijn meest zinvolle en waardevolle leven te leiden. Wat ben ik dankbaar voor Gods goedheid.

Vorige: 75. Mijn beproeving

Volgende: 80. Je jeugd doorbrengen in de gevangenis

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger