44 Gods daden vullen de enorme uitgestrektheid van het universum
Vers 1
God kijkt neer op alle dingen vanuit de hoogte,
en domineert alle dingen van bovenaf.
Tegelijkertijd heeft God Zijn heil gezonden over de aarde.
God ziet vanuit Zijn geheime plaats voortdurend,
elke beweging van de mens, alles wat ze zeggen en doen.
God kent de mens als de palm van Zijn hand.
De geheime plaats is Gods verblijfplaats,
het firmament is het bed waarop Hij ligt.
Satans kracht kan God niet bereiken,
want Hij is vervuld met majesteit, rechtvaardigheid en oordeel.
Vers 2
God heeft alle dingen betreden met Zijn voeten,
Hij strekt Zijn blik uit over het universum.
En God heeft onder de mensen gelopen,
heeft de zoetheid en de bitterheid geproefd, alle smaken van de mensenwereld;
maar de mensen hebben God nooit echt herkend,
noch merkten ze God op toen Hij rondliep.
Omdat God stil was en geen bovennatuurlijke daden verrichtte,
heeft niemand Hem ooit echt gezien.
Dingen zijn nu niet zoals ze eens waren:
God gaat dingen doen die de wereld door de eeuwen heen nog nooit heeft gezien,
God gaat woorden spreken die mensen door de eeuwen heen nog nooit hebben gehoord,
omdat Hij de hele mensheid vraagt God in het vlees te leren kennen.
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 5