29. Een warm licht na een donkere tunnel

Door Wang Yuping, China

Net als alle andere broeders en zusters die uitkijken naar de terugkomst van de Heer Jezus, heb ik er ook altijd naar verlangd dat onze Heer snel terugkomt om ons te ontvangen in het koninkrijk van de hemel zodat we kunnen genieten van de zegeningen daarvan. Toen hoorde ik op een dag in november 2006 eindelijk het nieuws van de terugkomst van de Heer. Door het lezen van de door Almachtige God geuite woorden en door de communicatie en getuigenissen van Gods werk in de laatste dagen van broeders en zusters erkende ik uiteindelijk dat de vleesgeworden Almachtige God de teruggekomen Heer Jezus is. Daarna aanvaardde ik vol blijdschap het werk van Almachtige God in de laatste dagen.

Op een keer deelde zuster Yang tijdens een bijeenkomst op zeer ernstige toon deze communicatie met mij: “De laatste tijd zijn er veel broeders en zusters die te maken krijgen met enige verstoring en verleiding van Satan nadat ze Gods werk van de laatste dagen hadden aanvaard. Sommigen worden misleid door de leugens van de CCP-overheid, sommigen worden verontrust en bedreigd door pastors en ouderlingen, anderen worden familie gedwongen of gedwarsboomd, en weer anderen hebben familieleden die ziek worden of een ramp meemaken. Al deze zaken zijn listen van Satan om ons ervan te weerhouden naar God terug te keren. We begrijpen allemaal al dat het oordeelswerk van Almachtige God vanuit Gods huis begint, en dat dit de laatste fase van Gods werk is om de mensheid te redden. Hij doet Zijn uiterste best om de mens te redden, en Satan laat zijn eigen listen en verstoringen op ons los om te voorkomen dat wij voor God kunnen verschijnen en Zijn redding ontvangen. Op dit moment wordt de strijd die in de geestelijke wereld wordt geleverd steeds heviger, dus is het hoogst noodzakelijk dat wij worden uitgerust met de waarheid en onderscheidingsvermogen leren zodat we niet worden misleid wanneer de listen van Satan ons ten deel vallen, maar juist in staat zijn te getuigen voor God. Laten we een passage lezen uit de woorden van Almachtige God.” Dus nam ik het boek met Gods woorden en las ik ernstig de volgende passage: “Terwijl God werkt, verstoort Satan. In de laatste dagen zal hij zijn verstoring afmaken; en zo zal ook Gods werk dan af zijn, en het soort persoon dat God wil voltooien zal dan voltooid zijn. God stuurt de mensen op een positieve manier; Zijn leven is levend water, onmetelijk en grenzeloos. Satan heeft de mens tot op zekere hoogte verdorven, maar uiteindelijk zal het levende water van het leven de mens voltooien; Satan kan dat dan niet meer verhinderen en kan zijn werk dan niet meer doen. Zo krijgt God die mensen helemaal. Satan weigert dit nu nog te accepteren. Hij neemt het voortdurend tegen God op, maar God slaat hier geen acht op. Hij heeft gezegd dat Hij alle duistere krachten en invloed van Satan zal overwinnen. […] God is wijzer dan Satan en Zijn werk overtreft dat van Satan mijlenver. Daarom zei ik voorheen: Het werk dat ik doe wordt in reactie op de listen van Satan uitgevoerd. Uiteindelijk zal ik mijn almacht laten zien, en de machteloosheid van Satan. Als God Zijn werk doet, komt Satan achter Hem aan, totdat hij uiteindelijk vernietigd is – hij zal niet eens weten wat hem overkomt! Hij zal zich de waarheid pas realiseren als hij is stukgesmeten en verpletterd, hij is dan al verbrand in de vuurzee. Zal hij dan niet volledig overtuigd zijn? Hij heeft dan immers geen snode plannen meer!(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Je moet weten hoe de hele mensheid zich tot op heden heeft ontwikkeld). Zuster Yang zei vriendelijk: “In Gods woorden kunnen we lezen dat Satan Gods managementwerk bij elke stap altijd op de hielen zit. God is aan de voorkant aan het werk om de mens te redden, terwijl Satan achterin storend en destructief zit te zijn. Hij is voortdurend aan het wedijveren met God om de mens, en dit gaat met name op tijdens Gods laatste fase van het werk om de mens volledig te redden. En nu doet Satan nog heviger zijn best en gebruikt hij allerlei mensen en dingen om ons te verontrusten en ons ervan af te houden het werk van God te aanvaarden en ons eraan te onderwerpen. Het is het verachtelijke doel van Satan om de mens op afstand te houden van God, om ons God te laten ontkennen en verraden, en op die manier Gods redding te verspelen. Maar Gods wijsheid wordt uitgevoerd in reactie op de listen van Satan. Hij gebruikt de verstoringen van Satan om ons inzicht te geven in Zijn werk, Zijn wijsheid en Zijn almacht en ook om ons in de gelegenheid te stellen om Satans slechtheid en lelijkheid duidelijk te zien. Dus, ongeacht wat we later meemaken, moeten we allemaal bidden tot en vertrouwen op God en de waarheid nastreven. We moeten Satans listen ook doorzien, zodat we getuige kunnen zijn voor God. Het is net zoiets als de beproevingen die Job doormaakte. Hij getuigde voor God en Satan trok zich vernederd terug.” Ik luisterde naar de communicatie van zuster Yang en gaf vol vertrouwen ten antwoord: “Ja, wij geloven in de ware God. Als wij ons verlaten op God, hebben wij niets te vrezen; als ik te maken krijg met de verleidingen van Satan, zal ik zeker aan Gods zijde staan.”

Op een dag niet lang daarna liep ik net na een dag het evangelie uitdragen naar mijn voordeur, toen mijn buurvrouw zwaaiend met haar handen op me af kwam rennen en zei: “Waarom ben je zo laat thuis? Er is een vreselijk ongeluk gebeurd! Eerder op de dag kwam die vriend van je zoon, Liu, je vrachtwagen lenen, maar hij kreeg hem niet aan de praat, dus haalde hij de tractor om hem zo aan de gang te krijgen, maar na een paar pogingen kwam hij nog steeds niet in beweging. Toevallig was Hu er ook bij, dus die stapte in de tractor en zette hem meteen in de vijfde versnelling. De tractor schoot weg en de metalen kabel die aan de vrachtwagen vastzat trok ineens strak, knapte en sloeg Hu tegen zijn slaap. Er begon meteen bloed uit te stromen. Hij is naar het ziekenhuis gebracht.” Ineens was mijn hoofd helemaal leeg. Ik stormde naar binnen en bad tot God: “O God! Ik weet niet wat uw wil is. Waarom is dit mij ineens overkomen? Leg het mij alstublieft uit.” Nadat ik had gebeden, moest ik denken aan de communicatie van zuster Yang over waarheden met betrekking tot dit geestelijke gevecht, en toen begreep ik het. Deze zaken waren gewoon een kwestie van Satan die me probeerde te verleiden en te verontrusten. Satan wilde deze tegenslagen alleen maar gebruiken om mij aan te vallen zodat ik aan God zou gaan twijfelen, Hem de schuld zou geven en Hem zou ontkennen. Ik besefte dat het echt een geestelijk gevecht was! Juist op dat moment schoten me de woorden van God te binnen: “Als je – op je weg naar het leren liefhebben van God – in staat bent om naast God te staan, terwijl Hij strijdt met Satan en je niet terugkeert naar Satan, dan zul je de liefde voor God hebben bereikt, en zal de kracht van je getuigenis blijven bestaan(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen houden van God is werkelijk geloven in God). Gods woorden vervulden me van een groot vertrouwen en ik dacht bij mezelf: hoe jij me ook probeert te verstoren, Satan, ik zal nooit in jouw listen trappen; ik zal God niet de schuld geven of aan Hem twijfelen maar aan Zijn zijde staan. Ik zal Almachtige God volgen zoals dat mij betaamt. Zodra ik de wil van God had begrepen, voelde ik me een stuk rustiger in mijn hart.

Maar Satan was niet bereid zijn nederlaag toe te geven; hij rustte niet in zijn veldtocht om mij via andere mensen en dingen te verontrusten. Terwijl Hu in het ziekenhuis lag, zadelde zijn familie mijn gezin met alle verantwoordelijkheid op; ze wilden dat wij voor alle medische kosten opdraaiden. Ik bleef maar proberen met hen te onderhandelen en zei dat ik bereid was de helft te betalen, maar zij bleven weigeren. Zo’n twintig dagen later was Hu genezen, maar hij werd nog steeds niet uit het ziekenhuis ontslagen. Dit werd opzettelijk gedaan om mijn gezin af te persen. Op een dag zei Hu: “Die vrachtwagen is van jullie, dus moeten jullie alle kosten betalen.” Hu’s vrouw stond ook op en schreeuwde: “Dat is zo! Dat ongeluk was met jullie truck, en dus moeten jullie alles betalen.” Daar stond ik, terwijl zij me maar bleven kwellen, en ik werd heel kwaad. Ik was onbedoeld bij deze zaak betrokken geraakt. Ik voelde me echt diep getroffen en verkeerde emotioneel in grote verwarring. Ik wilde niet meer met hen praten, dus liep ik ontstemd de ziekenkamer uit. Terwijl ik de trap afliep, dacht ik bij mezelf: ik geloof in God, dus als dit soort dingen mij overkomen, moet ik niet zo kwaad worden maar zo’n zaak als deze in Gods handen leggen. Ik moet me op God verlaten. Toen ik thuiskwam, sloeg ik mijn boek met Gods woorden open en las dit: “Elke stap van het werk dat God in mensen verricht, lijkt van buitenaf op interacties tussen mensen, alsof het voortkomt uit menselijke bepalingen of menselijke interventie. Maar achter de schermen is elke stap en alles wat gebeurt een weddenschap van Satan bij God en moeten mensen rechtop blijven staan in hun getuigenis van God. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Job toen hij werd beproefd: achter de schermen ging Satan een weddenschap aan met God en wat er gebeurde met Job, waren daden van mensen en hun tussenkomst. Achter elke stap die God in jullie verricht, zit Satans weddenschap met God. Achter dit alles vindt er een strijd plaats. […] Je moet weten dat alles wat er met je gebeurt een grote beproeving is. Het zijn gelegenheden waarbij God wil dat je getuigt(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen houden van God is werkelijk geloven in God). Terwijl ik deze woorden las, dacht ik eraan terug hoe ik die dag tegenover zuster Yang had opgeschept dat ik vast en zeker aan Gods zijde zou staan als de verleidingen van Satan mij ten deel vielen. Ik had me nooit voorgesteld dat ik, als Satan me keer op keer kwam kwellen, niet in staat zou zijn kalm voor God te komen en Zijn wil na te streven, maar dat mijn geest altijd in beslag genomen zou zijn. Ik vond dit vreselijk; betekende dit eigenlijk niet dat ik in de listen van Satan trapte? Pas toen ik lang had nagedacht over alle aspecten van deze zaak, zag ik echt in hoe sinister en slecht Satan is. Hij had deze kwestie gebruikt om mij te verontrusten, om me kwaad te maken over mijn wereldlijke belangen; sterker nog, hij wilde dit gebruiken om mij zover te krijgen dat ik Almachtige God zou ontkennen en verraden. Ik wist dat ik niet in Satans listen mocht trappen, maar ik was bereid op God te vertrouwen en deze zaak aan God over te dragen. Ik wist dat zaken als of Hu al of niet uit het ziekenhuis ontslagen zou worden en hoeveel geld ik uiteindelijk zou moeten uitgeven allemaal georkestreerd werden door de handen van God, en ik zou me aan de uitkomst onderwerpen, wat die ook was. Zodra ik Gods wil had begrepen en bereid was te getuigen voor God, was ik tot mijn verrassing de volgende dag getuige van een van Gods wonderbaarlijke daden. God blies een jongeman in om Hu in zijn ziekenhuiskamer op te zoeken en hem op de vingers te tikken: “Ik vind het onverdraaglijk om naar iemand als jij te kijken, iemand die goede mensen pest en anderen geld afperst. Als ik het was, zou ik je geen stuiver geven!” Andere patiënten in die kamer bemoeiden zich ermee: “Je hebt gelijk, hij was degene die uit zichzelf op die tractor stapte en nu wil hij geld van die persoon. Wat onredelijk!” “Ja! Degene die de vrachtwagen leende, moet ook meebetalen! Ze kunnen de eigenaar niet voor alles laten betalen!” Toen Hu dat hoorde, boog hij zijn hoofd en zei hij niets. Drie dagen later werd hij uit het ziekenhuis ontslagen. Diep in mijn hart wist ik dat God achter dit alles zat, dat Hij deze weg voor mij had geopend.

Nadat ik dit allemaal had doorgemaakt, zag ik hoe gemeen en verachtelijk Satan is. Hij had mensen en dingen om mij heen gebruikt om mij te verontrusten en me aan te vallen om te proberen mij zover te krijgen dat ik tegenover God zou klagen, Hem de schuld zou geven en me van Hem zou verwijderen omdat ik wat geld zou verliezen. Hij wilde dat ik zou lijden in het leven. En tegelijkertijd zag ik ook dat Hij, toen ik ophield me druk te maken om mijn vleselijke winst en verlies, toen ik me in mijn geloof op God ging verlaten en toen ik aan Gods zijde ging staan, de woorden van niet-gelovigen gebruikte om een weg voor mij te openen door Satan te dwingen zich in schaamte terug te trekken. Dat stelde me in staat om Gods gezag te zien om alles te mobiliseren en over alles te regeren. Het is precies zoals in Gods woorden geschreven staat: “Ik zal allen mobiliseren om mij te dienen en ik zal bovendien mijn macht openbaren, zodat iedereen kan zien dat er in de hele universum-wereld geen enkel voorwerp niet in onze handen is, er geen enkele persoon niet in onze dienst is en er geen enkele prestatie niet voor ons wordt verricht(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 119). Hoe meer ik Gods woorden lees, hoe meer ik Gods almacht en Zijn wonderbaarlijkheid zie. Omdat ik zag dat alle dingen in Gods handen liggen, werd mijn geloof in God nog sterker en was ik nog meer bereid om meer van Zijn werk te ervaren in wat er ook verder gebeurt, en me op God te verlaten om Satans verleidingen te boven te komen.

Een maand later viel me opnieuw een verleiding van Satan ten deel. Op een dag kwam mijn pasgetrouwde dochter op bezoek, maar ineens viel ze flauw bij de voordeur. Mijn buurvrouw tilde haar op en hielp haar het huis in. Eerst dacht ik dat het een gewone verkoudheid was en dacht ik er verder niet echt over na, maar ik had nooit verwacht dat ze midden in de nacht ineens van top tot teen zou gaan beven. Ik werd doodsbang en had geen idee wat ik moest doen, maar ik pakte haar snel vast en hield haar tegen mijn borst, en na verloop van enige tijd leek ze een beetje op te knappen. De volgende ochtend zei ze: “Ga je taken maar doen, moeder, het komt wel goed met me.” Stilletjes bad ik tot God: “Lieve God! Alle dingen liggen in uw handen, dus ik vertrouw mijn dochter aan u toe.” Daarna draaide ik me om naar mijn dochter en zei: “Je moet meer tot God bidden en je op God verlaten, Jing, want Hij is onze krachtige ondersteunende macht.” Nadat ik haar daartoe had aangespoord, ging ik mijn taken verrichten. Toen ik twee dagen later terugkeerde, bleek mijn dochter tot mijn schrik buiten westen in het ziekenhuis te liggen. Mijn schoondochter wendde zich tot mij en zei verdrietig: “Toen jij was vertrokken, ma, ging het bergafwaarts met Jing. Toen de dokter haar had onderzocht, zei hij dat ze een hersenbloeding had gehad en dat ze een craniotomie moest ondergaan. Maar omdat haar man hier een paar dagen niet was en jij ook niet, was er niemand om voor haar te tekenen. En nu is de kans om haar nog te opereren verkeken. Ik heb de dokter ook tegen de schoonmoeder van Jing horen zeggen dat haar aandoening ongeneeslijk is en dat ze, zelfs als ze weer ontwaakte, in een vegetatieve toestand zou verkeren.” Bij deze woorden was het alsof er een mes in mijn hart werd omgedraaid, en de tranen stroomden over mijn wangen. Ik kon dit eenvoudig niet als de waarheid aanvaarden. Ik klampte me vast aan een sprankje hoop en sprak een specialist aan, maar die zei hoofdschuddend: “We hebben alles gedaan wat we konden, we hebben geweldig ons best gedaan, maar de beste uitkomst is dat ze, als ze weer bij bewustzijn komt, in een vegetatieve toestand verkeert.” Toen ik dat hoorde, kreeg ik het gevoel dat de hemel op me was neergestort. Ik verkeerde in een toestand van grenzeloos lijden. Toen mijn schoonzoon later zag hoe mijn dochter eraan toe was, liet het hem niet alleen koud of ze zou leven of sterven, maar hij richtte zich ook nog eens tot mij en zei met een volslagen gebrek aan menselijkheid dat ik de bruidsschat maar moest teruggeven die hij ons had gegeven toen ze trouwden. De weg naar huis vanaf het ziekenhuis leek die dag vreselijk lang; ik was een verloren ziel die over die weg dwaalde. Ik kreeg het gevoel of ik door een lange, donkere tunnel liep en voor me uit geen licht zag.

Toen ik thuiskwam, sloeg ik zwakjes mijn boek met Gods woorden open en las het volgende: “Op aarde zijn er allerlei kwade geesten die eindeloos op jacht zijn naar een rustplaats en voortdurend op zoek zijn naar lijken van mensen die opgegeten kunnen worden. Mijn volk, blijf onder mijn hoede en bescherming! Gedraag je nooit bandeloos! Gedraag je nooit roekeloos! Bied je trouw liever aan in mijn huis, alleen met trouw kun je een tegenaanval inzetten tegen de sluwheid van de duivel(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 10). “Wanneer je geconfronteerd wordt met lijden, moet je in staat zijn je niet druk te maken over het vlees en geen klachten te uiten tegen God. Wanneer God Zich voor je verbergt, moet je het geloof kunnen hebben om Hem te volgen, om je vorige liefde te behouden zonder deze te laten haperen of verdwijnen. Wat God ook doet, je moet je aan Zijn plan onderwerpen en bereid zijn je eigen vlees te vervloeken in plaats van klachten over Hem te uiten. Wanneer je voor beproevingen staat, moet je God tevredenstellen, hoewel je misschien bitter zult wenen of zult aarzelen om afstand te doen van een geliefd object. Alleen dit is ware liefde en geloof(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Degenen die vervolmaakt zullen worden, moeten loutering ondergaan). Terwijl ik die woorden van God las, dacht ik terug aan de gebeurtenissen die net hadden plaatsgevonden, en ik kon echt zien hoe verachtelijk, kwaadaardig en bruut Satan was. In zijn pogingen om mij uit Gods handen los te rukken en mijn ziel te verzwelgen, voerde hij als hij maar even de gelegenheid kreeg zijn sluwe listen tegen me uit en viel hij me aan. Om te beginnen werd ik door iemand afgeperst en ging ik gebukt onder het vooruitzicht dat ik financieel verlies zou lijden; ditmaal gebruikte Satan mijn beminde dochter om me weer te verleiden en probeerde hij de ziekte van mijn dochter te gebruiken om mij over God te laten klagen, me God te laten ontkennen en te verraden, zodat ik Gods redding van de laatste dagen zou kwijtraken. Het waren allemaal sluwe listen van Satan. Het was net zoiets als de beproevingen waarvoor Job in zijn tijd te staan kwam. Achter dat alles was een strijd gaande; Satan wilde Job zover krijgen dat hij God zou verlaten en ontkennen, door hem zijn rijkdom en zijn kinderen te laten kwijtraken, maar Job gaf God nooit de schuld. In plaats daarvan prees hij Gods naam, waardoor Satan zich beschaamd terugtrok; hij gaf een mooie en klinkende getuigenis voor God. Al was mijn vlees zwak, ik wist dat ik de sluwe listen van Satan moest doorzien en aan Gods zijde moest staan. God zegt: “Alleen met trouw kun je een tegenaanval inzetten tegen de sluwheid van de duivel.” “Je moet God tevreden stellen ondanks enige tegenzin om afstand te doen van iets waar je van houdt, of ondanks jammerlijk huilen. Alleen dit kan ware liefde en geloof worden genoemd.” God gebruikte de aanvallen van Satan om mijn geloof en mijn trouw aan God te vervolmaken. Leven en dood van de mens liggen beide in Gods handen, dus ik was bereid mijn dochter in Zijn handen over te dragen. Terwijl ik daar over nadacht, knielde ik op de grond terwijl er bittere tranen over mijn wangen rolden, en ik bad tot God: “Almachtige God! Het lot van mensen ligt in uw handen. Als u niet toestaat dat dat gebeurt, zal mijn dochter niet sterven zolang er nog maar een enkele ademtocht in haar lijf is. En als de dokters gelijk hebben en ze is straks een plant, dan zal ik u absoluut niet de schuld geven, maar zal ik u blijven volgen.”

Laat die avond zat ik naast het ziekenhuisbed van mijn dochter en op een bepaald moment dommelde ik in. Ik werd helemaal verdoofd wakker toen ik mijn dochter hoorde zeggen: “Mama, mama, ik heb dorst.” Toen ik de stem van mijn dochter hoorde, sloeg mijn hart een slag over en ik sprong overeind. Ik wreef in mijn ogen en staarde haar aan. Haar handen bewogen echt en haar ogen waren geopend. Meteen raakte ik zo overweldigd door emoties dat ik niet wist wat ik moest zeggen, en het enige wat ik kon uitbrengen was: “O! God! O! God!” Iemand anders op de ziekenzaal zei ook verbijsterd: “O, het is een wonder! Hoe is het mogelijk dat ze zomaar beter is geworden?” Ik was zo opgetogen dat ik van oor tot oor zat te grijnzen. Nu zag ik pas goed dat leven en dood van de mens werkelijk allebei in Gods handen zijn; Gods daden zijn wonderbaarlijk. God was Degene die mijn dochter had gered. Drie dagen later kreeg mijn dochter op wonderbaarlijke wijze haar gezondheid terug en leek ze weer helemaal de oude. Nadat ik deze klap van Satan had ondergaan, was ik in staat te zien hoe heftig het gevecht was dat in de geestelijke wereld wordt geleverd, en ik kon Satans sinistere verachtelijkheid en kwaadaardige wreedheid duidelijk zien. Tegelijkertijd verwierf ik een veel beter inzicht in de wil van God. God had toegestaan dat deze beproevingen mij overkwamen zodat Hij me des te beter kon redden en vervolmaken. Dat stelde mij in staat Gods almacht en wijsheid te herkennen. Het stelde me ook in staat Gods gezag en soevereiniteit te zien. Dat vervolmaakte mijn geloof, loyaliteit en gehoorzaamheid jegens God; dit redde me van de invloed van Satan, en stelde me in staat in mijn leven te groeien. God is echt beminnelijk.

Later las ik deze passage uit de woorden van God: “Mijn volledige managementplan, een plan dat een tijdsduur van zesduizend jaar overspant, is ingedeeld in drie fasen of drie tijdperken: het Tijdperk van de Wet in het begin; het Tijdperk van Genade (dat tevens het Tijdperk van Verlossing is); en het Tijdperk van het Koninkrijk in de laatste dagen. De inhoud van mijn werk in deze drie tijdperken verschilt per tijdperk, al naargelang het karakter ervan, maar het is altijd afgestemd op de noden van de mensheid. Of, juister gezegd, mijn werk wordt verricht als gevolg van de listen waarvan Satan zich bedient in de strijd die ik tegen hem voer. Kortom, het doel van mijn werk is Satan verslaan, mijn wijsheid en almacht volledig manifesteren en alle trucs van Satan blootleggen en daarmee het menselijke geslacht, dat nu nog leeft onder zijn domein, te redden. Het is om mijn wijsheid en almacht tentoon te spreiden, en tegelijkertijd ook de ondraaglijke afschuwelijkheid die Satan is te onthullen. Bovendien is het om mijn schepselen te onderrichten over het onderscheid tussen goed en kwaad, hen te doen beseffen dat ik de heerser ben over alle dingen om duidelijk te zien dat Satan de vijand van de mens is, de allerlaagste van het laagste, de kwaadaardige. En om met absolute zekerheid het verschil te zien tussen goed en kwaad, waarheid en onwaarheid, heiligheid en vuilheid en wat groots is en wat laaghartig is. Op deze manier zal de onwetende mens in staat worden gesteld om voor mij te getuigen dat niet ik, maar Satan de mensheid ten verderve voert en dat alleen ik – de Heer der schepping – de mensheid kan redden en haar zal overstelpen met alles waaruit de mens plezier en vreugde schept. En ze zullen weten dat ik de Heer van alle dingen ben en dat Satan slechts een van de vele wezens is die ik geschapen heb, maar dat hij zich tegen mij heeft gekeerd(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het ware verhaal achter het werk van het Tijdperk van Verlossing). Deze woorden van God gaven me een beter inzicht in Gods wil. Ik zag dat alles wat God doet, redding en liefde voor de mensheid is. Terwijl ik terugdacht aan de ene na de andere beproeving die ik had doorgemaakt, besefte ik dat ik het soms heel moeilijk had gehad, maar dat ik er veel bij had gewonnen. Dankzij deze ervaringen was ik gaan zien hoe Satan altijd de mensen en dingen om me heen gebruikte om mij lastig te vallen, maar dat God al die tijd aan mijn zijde was, en Zijn woorden gebruikte om mij te verlichten en te leiden, zodat ik meer onderscheidingsvermogen zou verwerven. Hij bood mij een pad om te volgen, geloof en kracht, zodat ik sterk kon zijn in tijden van passiviteit en zwakte. Bij elke stap die ik verzette was ik in staat me te onttrekken aan Satans duistere invloed en getuige te zijn van Gods wonderbaarlijke daden. Dankzij deze ervaringen werd ik rijper en steviger in mijn leven. Dankzij het feit dat ik dit allemaal had doorgemaakt hield ik het gevoel over dat ik niet bang meer hoefde te zijn voor deze verstoringen en kwellingen van Satan, omdat God aan mijn zijde is. Zolang wij vertrouwen op God en niet afwijken van Zijn woorden, zolang wij geloven in God, zal Hij ons leiden naar de overwinning op Satans verleidingen en aanvallen, en zullen wij een veilig bestaan leiden onder bescherming van Gods toeziend oog. Nu ben ik er nog meer van overtuigd dat Almachtige God de teruggekomen Heer Jezus is. Hij is mijn Heer, mijn God! Ik erken ook dat wij als wezens geschapen zijn. En ongeacht of wij zegeningen of tegenslagen ondervinden, moeten wij God altijd gehoorzamen en aanbidden. Ik heb dit vaste voornemen: mijn hart is vastbesloten Almachtige God te volgen tot aan het eind van de weg!

Vorige: 28. Door de mist heen breken om het licht te zien

Volgende: 30. Die dag was de lucht bijzonder helder en zonnig

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

11. Ik ben herenigd met de Heer

Door Lilan, Zuid-KoreaAlmachtige God zegt: “Christus van de laatste dagen brengt het leven en brengt de blijvende en eeuwige weg van de...

6. Luister! Wie spreekt er?

Door Zhou Li, China Voor een predikant van de kerk is er niets pijnlijker dan spirituele verarming en niets hebben om over te preken. Ik...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger