30. Die dag was de lucht bijzonder helder en zonnig
Vroeger geloofde ik in de Drie-Zelf Kerk in China. Toen ik in het begin deelnam aan bijeenkomsten zeiden de voorgangers vaak tegens ons: “Broeders en zusters, er staat geschreven in de Bijbel ‘Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered’ (Romeinen 10:10). Door ons geloof zijn wij gerechtvaardigd, en omdat we in Jezus geloven zijn we gered. Als we ergens anders in geloofden, zouden we niet gered worden. …” Ik hield deze woorden die de voorganger had gesproken altijd in gedachten. Ze spoorden me aan als ik me ijverig met mijn zoektocht bezighield en actief de bijeenkomsten bijwoonde, terwijl ik erop wachtte dat de Heer zou komen en me in het hemelse koninkrijk zou opnemen. Later werden er een aantal onoorbare daden gepleegd in de kerk en bijgevolg werd ik de bijeenkomsten moe. Niet alleen waren de voorgangers verdeeld en probeerden ze stuk voor stuk aan de top uit te komen en hun eigen leengoed op te zetten, maar ook in hun preken beperkten de voorgangers zich tot het volgen van de lijn die het United Front Work Department (UFWD) had uitgezet. Het UFWD stond onze voorgangers niet toe uit Openbaring te prediken uit angst dat dit ‘tot opschudding onder de mensen zou leiden’. Dus predikten ze niet uit Openbaring. De voorgangers predikten vaak over donaties. Ze zeiden dan dat hoe meer je doneerde, des te meer zegeningen je van God ontving. Toen ik de kerk in deze toestand zag, raakte ik verbijsterd: hoe was de kerk zover gekomen? Geloofden de voorgangers niet in de Heer? Waarom volgden ze het woord van de Heer niet? Waarom hadden ze zelfs geen greintje eerbied voor de Heer? Vanaf dat moment wilde ik niet meer naar de bijeenkomsten van de Drie-Zelf Kerk. Ik had het gevoel dat ze niet oprecht in God geloofden en dat het valse herders waren die zich voordeden als gelovigen om het zuurverdiende geld van de broeders en zusters te krijgen.
Eind 1995 verliet ik de kerk zonder twijfel en sloot me aan bij een huiskerk (de Sola Fide Kerk). Aanvankelijk dacht ik dat de beperkingen van de nationale overheid niet voor hun preken gold. Ze namen zelfs Openbaring op in hun preken en bespraken de laatste dagen, de wederkomst van de Heer enzovoorts. Ik had dus het gevoel dat ze veel beter predikten dan de voorgangers in de Drie-Zelf Kerk en dat het fijner was de bijeenkomsten hier bij te wonen dan bij de Drie-Zelf Kerk. Ik was heel gelukkig. Maar na enige tijd ontdekte ik dat er hier ook sommige collega’s waren die zich met jaloerse twistgesprekken inlieten en scheuring veroorzaakten. Geen van de broeders en zusters leefden volgens de eisen van de Heer en ze waren niet zo liefdevol als voorheen. Toen ik zag dat deze kerk niet heel anders was dan de Drie-Zelf Kerk was ik heel teleurgesteld. Maar ook wist ik niet waar ik een kerk kon vinden die het werk van de Heilige Geest bevatte. Omdat er geen betere keuze was, kon ik alleen maar in de Sola Fide Kerk blijven en bleef ik dus hun bijeenkomsten bezoeken. De voorgangers en predikers zeiden allemaal: “eens gered, altijd gered” en “zolang als je het tot het einde toe volhoudt, zwoegt en werkt voor de Heer en je op de weg van de Heer blijft, dan zul je het hemelse koninkrijk kunnen betreden.” Dus dacht ik toen bij mezelf: wat er ook met andere mensen gebeurt, zolang ik volhard in mijn geloof in de Heer Jezus en de weg van de Heer niet verlaat, heb ik een kans om in het hemelse koninkrijk te worden opgenomen wanneer de Heer terugkeert.
In een oogwenk was het eind 1997, het evangelie van het koninkrijk van God had ons al bereikt en onze kerk was in rep en roer. Leider Li zei tegen ons: “Er is nu een groep opgestaan die Bliksem uit het oosten verspreidt. Ze stelen goede schapen weg bij verschillende denominaties en ze beweren dat de Heer Jezus al is teruggekeerd en dat Hij een nieuwe fase van het werk uitvoert. De Heer Jezus was aan het kruis genageld voor ons en Hij heeft al met Zijn leven betaald om ons te verlossen. We zijn al gered. We moeten het gewoon tot het einde volhouden en als de Heer terugkomt worden we beslist opgenomen in het hemelse koninkrijk. Daarom moeten we voorzichtig zijn en kunnen we absoluut die mensen van Bliksem uit het oosten niet ontvangen. Wie ze ontvangt wordt uit de kerk gestoten! Je moet er ook goed voor zorgen dat je niet luistert naar wat ze zeggen en hun boeken niet leest …” Het leek erop dat bij zo ongeveer iedere bijeenkomst de collega’s op alle niveaus allemaal hierover spraken. Nadat de broeders en zusters hadden gehoord wat ze zeiden, begonnen ze zich onbewust te verzetten en te beschermen tegen Bliksem uit het oosten. Ik werd nog voorzichtiger en behoedzamer, want ik werd bang dat ik door Bliksem uit het oosten gestolen zou worden en daarom mijn kans zou verliezen om het hemelse koninkrijk binnen te gaan.
Het nieuwe jaar 1998 was echter nog maar net begonnen toen ik op een dag onverwachts iemand van De Kerk van Almachtige God tegenkwam en ik het geluk had de eerste keer naar de weg van Bliksem uit het oosten te luisteren. Die dag kreeg ik een telefoontje van mijn oudere zuster en ze nodigde me bij haar thuis uit. Ook nodigde ze zuster Hu uit haar dorp uit om te komen. Toen zuster Hu me zag, glimlachte ze en zei: “O goed, je bent gekomen. Een ver familielid van mij die in de Heer gelooft, is op bezoek bij me. Zullen we allemaal samenkomen?” Graag stemde ik hiermee in. Het duurde niet lang voordat zuster Hu terugkwam met haar familielid. Toen deze zuster ons zag, groette ze ons enthousiast. Hoewel ik haar nooit eerder had ontmoet, voelde ik een soort verbondenheid met haar. Ze zei: “Er is een wijdverbreide leegte in de kerk tegenwoordig. De predikanten hebben niets nieuws of fris om over te prediken. Als ze niet preken over hoe je je moet verweren tegen Bliksem uit het oosten, wordt er alleen maar naar bandjes geluisterd en worden er hymnes gezongen bij iedere bijeenkomst. Dit is alles wat er bij bijeenkomsten plaatsvindt. Medewerkers laten zich in met jaloerse twistgesprekken, ze spannen en zweren samen, ze zijn allemaal uiterst zelfgenoegzaam en niemand luistert naar een ander. De broeders en zusters zijn negatief en zwak en ze zijn hun geloof en liefde kwijt. Velen hebben de Heer verlaten en zijn teruggekeerd naar de wereld om geld te verdienen.” Diep van binnen voelde ik hetzelfde. Ik knikte en zei tegen de zuster: “Zo is het ook in mijn kerk. Voorheen hadden we op elke vergaderplaats twintig tot dertig mensen bij onze maandelijkse vergaderingen, maar nu zijn er alleen nog maar een paar bejaarden en zelfs de predikanten zijn de wereld ingegaan om geld te verdienen! Er is geen lol meer aan op de bijeenkomsten.” De zuster knikte en zei: “Zo’n situatie komt niet meer alleen in bepaalde kerken voor, maar het is een wijdverbreid fenomeen in de hele religieuze wereld. Hieruit blijkt dat het werk van de Heilige Geest niet meer binnen de kerk te vinden is en dus worden er voortdurend onoorbare daden gepleegd − dit is een teken van de wederkomst van de Heer. Het is precies als bij het einde van het Tijdperk van de Wet toen de tempel een plek werd waar vee werd verkocht en mensen geld wisselden. Dit kwam doordat God al opgehouden was met Zijn werk in de tempel en in plaats daarvan geïncarneerd was als de Heer Jezus om een nieuwe fase van het werk buiten de tempel uit te gaan voeren.” Ik luisterde aandachtig en knikte af en toe. De zuster ging verder en zei: “Zuster, in Lucas 17:24-26 staat geschreven: ‘Want zoals de bliksem licht geeft wanneer hij van de ene naar de andere kant van de hemel flitst, zo zal de Mensenzoon verschijnen. Maar eerst moet hij veel lijden en door deze generatie verworpen worden. En zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon.’ Hoe interpreteer jij deze regels van de Heilige Schrift?” Ik dacht daar een tijdje diep over na en lachte toen onhandig en zei: “Zuster, spreken deze regels van de Heilige Schrift niet over de komst van de Heer?” De zuster antwoordde: “Deze regels van de Heilige Schrift bespreken de komst van de Heer. Ze hebben het echter niet over de komst van de Heer Jezus in vroeger tijden. Ze verwijzen juist naar de wederkomst van de Heer in de laatste dagen omdat de Heer hier heel duidelijk profeteert over wat er gebeurt als Hij wederkeert in de laatste dagen. Zuster, op dit moment is het geloof van de gelovigen in de kerk bekoeld en zijn ze negatief en zwak geworden. Dit komt omdat God weer vleesgeworden is om een nieuwe fase van het werk uit te voeren. Gods werk is verder gegaan en iedereen die Gods nieuwe werk niet volgt zal het werk van de Heilige Geest kwijtraken.” Zodra ik de zuster hoorde zeggen dat de Heer Jezus al was wedergekomen, begreep ik meteen dat ze tot Bliksem uit het oosten behoorde, en de moed zonk me in de schoenen. De glimlach verdween van mijn gezicht toen de woorden van mijn leiders die de kerk hadden afgegrendeld meteen in me opkwamen: “In Jezus geloven betekent gered worden en eens gered, altijd gered! … Ontvang hen van Bliksem uit het oosten niet! …” Toen ik aan die woorden van mijn leiders dacht, wilde ik naar huis terug rennen. Maar toen dit idee bij me opkwam, verlichtte de Heer me door me een vers van een hymne in herinnering te brengen: “Jezus is onze toevlucht. Als je moeilijkheden hebt, verberg je bij Hem. Als jij en de Heer samen zijn, wat heb je dan te vrezen?” Dat is het, dacht ik, als de Heer naast me staat, wat heb ik dan te vrezen? De dingen waar ik bang voor ben, komen niet van God, ze komen van Satan. Juist op dat moment zei de zuster: “Als er vragen zijn, deel ze dan vooral. Het woord van God kan alle problemen en moeilijkheden die we hebben oplossen.” Toen ik dit hoorde, dacht ik bij mezelf: misschien ben je niet in staat mijn vragen te beantwoorden! Ik moet er nu achter komen wat er precies gepredikt wordt door Bliksem uit het oosten en hoe er daardoor zoveel goede schapen gestolen kunnen zijn.
Toen ik dit dacht besloot ik in het diepe te springen en het initiatief te nemen. Ik zei: “Onze leiders zeggen steeds dat de Heer Jezus aan het kruis was genageld voor ons en dat Hij al met Zijn leven heeft betaald om ons te verlossen en we dus al gered zijn. Er staat in de Heilige Schrift geschreven: ‘Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered’ (Romeinen 10:10). Omdat we eenmaal gered zijn, zijn we voor altijd gered. Als we maar volhouden tot het einde, worden we zeker in het hemelse koninkrijk opgenomen wanneer de Heer terugkeert. Dit is de belofte die de Heer ons heeft gedaan. Daarom hoeven we geen nieuw werk te aanvaarden dat door God wordt uitgevoerd.”
De zuster glimlachte en zei tegen mij: “Veel gelovigen denken dat de Heer Jezus voor ons aan het kruis genageld is en dat we zijn verlost omdat Hij met Zijn leven daarvoor heeft betaald. Mensen geloven dat ze voor altijd gered zijn als ze eenmaal gered zijn, dat we het alleen maar tot het einde vol hoeven te houden en dat we dan, als de Heer terugkomt, beslist worden opgenomen in het hemelse koninkrijk en dat we geen nieuw werk dat door God wordt uitgevoerd hoeven te aanvaarden. Maar is deze manier van denken echt juist? Komt dit echt overeen met de wil van de Heer? In feite is dit idee, ‘eens gered, altijd gered en als de Heer terugkomt, worden we opgenomen in het hemelse koninkrijk’, slechts een opvatting en een fantasie van de mens, en dit komt gewoon niet overeen met wat de Heer zei. De Heer Jezus heeft niet een keer gezegd dat zij die door hun geloof gered zijn het hemelse koninkrijk binnen mogen gaan. Hij zei juist dat: ‘Maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is’ (Mattheüs 7:21). Gered worden is niet hetzelfde als de wil van de Vader die in de hemel is uitvoeren. Als we het hebben over gered worden door je geloof, verwijst dit ‘gered worden’ naar vergeven worden voor je zonden. Dat wil zeggen, als iemand volgens de wet geëxecuteerd zou moeten worden, maar dan voor de Heer zou verschijnen en berouw zou tonen en de redding van de Heer zou ontvangen, dan zou de Heer hem zijn zonden vergeven en die persoon zou de veroordeling door de wet van zich af kunnen werpen en niet meer geëxecuteerd worden volgens de wet. Dit is de ware betekenis van gered worden. Maar gered worden betekent niet dat een persoon is bevrijd en gelouterd van zijn zonde. Dit hebben we allemaal grondig meegemaakt. Hoewel we al vele jaren in de Heer geloven en we vaak onze zonden opbiechten bij de Heer en berouw tonen, en ook de vreugde en vrede genieten van de vergeving van onze zonden, toch begaan we nog vaak onwillekeurig zonden en zijn we gebonden door onze zonden. Dit is een feit. Zo blijven onze verdorven gezindheden, zoals arrogantie, bedrieglijkheid, zelfzucht, hebzucht, verderfelijkheid enzovoort bijvoorbeeld bestaan. Toch genieten we van het nastreven van de trends in de wereld, van rijkdom en roem en de pleziertjes van het vlees, en begeren we zondig genot. Om onze persoonlijke belangen te beschermen zijn we ook in staat om regelmatig te liegen en anderen te bedriegen. Gered zijn betekent dus niet dat je volledige redding hebt bereikt. Dit is een feit. Er staat in de Heilige Schrift geschreven: ‘Jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig’ (Leviticus 11:45). God is heilig. Zou Hij dan de mensen die vaak zondigen en zich tegen God verzetten het hemelse koninkrijk binnen laten gaan? Als je gelooft dat zij die door hun geloof gered zijn het hemelse koninkrijk binnen mogen gaan, waarom zegt de Heer Jezus dan ook de onderstaande woorden? ‘Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: “Heer, Heer, hebben we niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivelen uitgeworpen? En in uw naam vele wonderlijke werken gedaan?” En dan zal ik hun verklaren: “Ik heb u nooit gekend. Ga weg van mij, u die zonde begaat”’ (Matteüs 7:21-23). Waarom wordt er gezegd dat de Heer bij Zijn wederkomst de bokken van de schapen zal scheiden en het kaf van het koren? Het is daarom volledig onhoudbaar om te zeggen dat zij die door hun geloof gered zijn het hemelse koninkrijk binnen mogen gaan. Het is volkomen in tegenspraak met de woorden van de Heer Jezus en het tart het woord van de Heer! Als we dus het woord van de Heer niet ontvangen en geloven, maar ons liever vasthouden aan de misvattingen die de voorgangers en ouderlingen verspreiden en op onze eigen opvattingen en fantasieën vertrouwen om in God te geloven, dan zullen we nooit in staat zijn aan de eisen van de Heer te voldoen en zullen we nooit in staat zijn in het hemelse koninkrijk te worden opgenomen.”
Ik overwoog de woorden van de zuster grondig en had het gevoel dat wat ze zei heel redelijk was en dus zat ik daar stil te luisteren. De zuster ging door en zei: “Het woord van Almachtige God heeft het mysterie van gered worden en volledig redding bereiken al onthuld. Laten we daarom nu eens kijken naar het woord van Almachtige God en zien wat Hij daarover heeft te zeggen. Almachtige God zegt: ‘Jezus’ werk was in die tijd het werk om heel de mensheid te verlossen. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren. Op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De visie van Gods werk (2)). ‘Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. […] Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven. […] Deze gaat dieper dan de zonde. Ze is aangebracht door Satan en zit diepgeworteld in de mens. Het is niet gemakkelijk voor de mens om zich van zijn zonden bewust te worden. Hij kan zijn eigen diepgewortelde natuur niet herkennen en moet vertrouwen op het oordeel van het woord om dit te bereiken. Alleen zo kan de mens geleidelijk vanaf dit punt veranderen’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)). ‘Je weet alleen dat Jezus zal nederdalen tijdens de laatste dagen, maar hoe precies zal Hij nederdalen? Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit).
Toen ging de zuster door met haar communicatie. “Uit het woord van Almachtige God kunnen we opmaken dat iedere fase van het werk die God uitvoert, uitgevoerd wordt naar de behoeften van het verdorven menselijk ras. Aan het einde van het Tijdperk van de Wet raakte de mens steeds meer verdorven door Satan en beging hij steeds meer zonden. De mens had de wetten van Jehova overtreden en liep gevaar gestenigd te worden en in het vuur van de hemel te branden. God heeft de mensheid lief. Hij incarneerde Zichzelf naar de gelijkenis van het zondige vlees en werd aan het kruis genageld om de mensheid van de zonde te verlossen. Zo lang we dus in de Heer Jezus geloven, zijn we gered en de Heer zal Zich onze zonden niet herinneren. We kunnen rechtstreeks voor God verschijnen en tot Hem bidden en de overvloed van genade genieten die Hij ons verleent. Maar hoewel we verlost zijn, bewijst dat nog niet dat we zonder zonden zijn. Wij, het menselijk ras, zijn al duizenden jaren door Satan verdorven en het gif van Satan heeft diep wortel geschoten in ons − het is ons leven en onze aard geworden. We worden beheerst door onze satanische aard, zoals verwaandheid en arrogantie, bedrog en valsheid, zelfzucht en verachtelijkheid, en hebzucht en kwaad. We kunnen nog steeds regelmatig liegen, ons met bedrog inlaten, zondigen en ons tegen God verzetten. Dit is de oorzaak waarom wij leven in de cirkel van voortdurend zonden begaan en ze dan opbiechten. God is gekomen om op basis van de behoeften van het verdorven menselijk ras en van Gods managementplan om de mensheid te redden, een fase van het werk uit te voeren in de laatste dagen waarin de mensheid geoordeeld en getuchtigd wordt zodat ze gezuiverd kan worden en haar verdorven gezindheid kan veranderen. Uiteindelijk zal God dan diegenen die volledige redding hebben bereikt en die vervolmaakt zijn binnenleiden in Zijn koninkrijk. Als we ons nu dan nog steeds vasthouden aan de opvatting ‘eens gered, altijd gered’ en weigeren Gods werk in de laatste dagen te aanvaarden, dan wordt Satans gif in ons bloed nooit gezuiverd, bereiken we Gods volledige redding nooit en is er geen sprake meer van opgenomen worden in het hemelse koninkrijk. Deze consequenties zijn zeer ernstig. Nu, in deze laatste dagen, zal de mens dus slechts grondig gezuiverd worden, Gods volledige redding bereiken en naar een goede bestemming gaan als hij het Tijdperk van Genade achter zich laat en Almachtige Gods oordeelswerk van de laatste dagen aanvaardt.”
Terwijl ik luisterde naar de communicatie van de zuster, dacht ik bij mezelf: ja, de woorden van Almachtige God zijn zo praktisch. Heb ik gedurende de laatste paar jaren niet voortdurend een leven geleid waarin ik overdag zonden bega en ze ’s nachts opbiecht? Onze zonden zijn ons echt alleen maar vergeven omdat we in de Heer geloven, maar onze zondige aard bestaat nog steeds. We kunnen nog steeds zondigen en ons tegen God verzetten. De Heer is heilig. Hoe kunnen mensen die vaak zondigen en zich tegen Hem verzetten dan opgenomen worden in het hemelse koninkrijk? De woorden van Almachtige God hebben deze kwesties, die zoveel jaren zwaar op mijn geest hebben gedrukt, ontrafeld. De woorden van Almachtige God bevatten echt waarheden die wij moeten zoeken. Is het mogelijk dat Almachtige God werkelijk de teruggekeerde Heer is? Ik moet dit echt eens goed onderzoeken.
Geleidelijk raakte ik wat minder op mijn hoede tegenover de zuster. Maar net toen ik eraan dacht de dingen die we hadden besproken eens te gaan onderzoeken, werd er hard en dringend op de deur geklopt. Zuster Hu rende naar de deur om hem open te maken en mijn voorganger stormde de kamer binnen. Hij keek naar me en daarna naar de zuster die het evangelie van het koninkrijk verspreidde, en zei toen tegen me op een verbaasde en boze toon: “Wat doe jij hier? Heb ik niet tegen jou gezegd dat je niet naar de preken van vreemdelingen mag luisteren? Waarom ben je dan toch hierheen komen rennen om naar hen te luisteren? Ga onmiddellijk naar huis en luister nooit meer naar hen. Als je om de tuin bent geleid, komt je spijt te laat!” Nadat de voorganger klaar was met mij berispen draaide hij zich om en bedreigde de zuster. “En jullie lieden, die Bliksem uit het oosten verspreiden, jullie komen alleen maar naar onze kerk om onze kudde te stelen! Gaat onmiddellijk heen! Als jullie niet weggaan, ben ik niet meer zo beleefd!” Ik walgde ervan de voorganger de zuster zo te zien behandelen. Dus zei ik tegen hem: “Voorganger, deze zuster zei zojuist een paar heel goede dingen en wat ze zei komt overeen met de Bijbel. Ik heb het gevoel dat het echt mogelijk is dat Almachtige God de teruggekeerde Heer is. Waarom luister je niet gewoon even en dan kunnen we beslissen. Zegt de Bijbel bovendien niet: ‘Houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen’ (Hebreeën 13:2)? Wij die in de Heer geloven zouden barmhartigheid moeten tonen en we kunnen mensen niet zo behandelen. Is het niet tegen de leer van de Heer om deze zuster zo buiten te gooien?” Toen schreeuwde de voorganger naar me: “Wat begrijp jij nou? We die in Jezus geloven zijn al gered. We hoeven niet nog een keer gered te worden! Ze zijn hier gekomen om onze kudde te stelen en daarom moeten we hun niet ontvangen!” Op dat moment glimlachte de zuster die het evangelie had verspreid en zei: “We wachten allemaal op de wederkomst van de Heer. Waarom kunnen we dan niet gaan zitten en een gesprek voeren? Als we de wederkomst van de Heer mislopen, hebben we vreselijk spijt …” Zonder te wachten tot de zuster uitgesproken was, begon de voorganger haar naar buiten te duwen en zei: “Zo heb ik genoeg van jou gehoord! Hoe mooi je ook praat, ik luister er toch niet naar! Ga onmiddellijk weg!” En de voorganger ging gewoon zo ver dat hij de zuster duwde, aan haar trok en tegen haar vloekte om haar het huis uit te verdrijven. Toen de zuster weg was keek de voorganger achterom en bedreigde mij: “Schiet op en ga naar huis. Van nu af aan mag je geen contact meer hebben met mensen van Bliksem uit het oosten. Als je dat toch hebt, word je uit de kerk gestoten. En als dat gebeurt krijg je nooit meer de kans Gods lof te ontvangen en het hemelse koninkrijk binnen te gaan.” Omdat ik de communicatie van de zuster al had gehoord, begreep ik dat het werk van de Heer Jezus het verlossingswerk was, maar niet het werk van de mens zuiveren. Pas als de Heer wederkeert om Zijn oordeelswerk in de laatste dagen uit te voeren, zal Hij de mens grondig zuiveren en redden. Zonder Gods oordeelswerk in de laatste dagen te aanvaarden wordt de verdorven gezindheid van de mens niet veranderd en kan hij Gods redding niet verkrijgen en het hemelse koninkrijk niet binnengaan. Daarom hadden de woorden van de voorganger niet zo’n groot effect op mij, dus ging ik er maar in mee, knikte met geveinsde instemming en ging naar huis.
Toen ik thuis was gekomen bleef ik denken aan de communicatie van de zuster, en ik dacht bij mezelf: wat die zuster zei komt helemaal overeen met de Bijbel. Het was echt ongegrond van mij om ‘eens gered, altijd gered’ te geloven! Ik dacht terug aan alle jaren dat ik in de Heer had geloofd en realiseerde me dat ik voortdurend had geleefd in een staat waarin ik zonden beging en deze vervolgens opbiechtte, maar nooit in staat was dit probleem op te lossen en persoonlijk heel wat lijden heb doorstaan. Ik had het gevoel dat als ik zo bleef geloven, ik uiteindelijk Gods lof niet zou kunnen bereiken. Nadat ik naar de communicatie van de zuster had geluisterd, raakte ik er nog meer van overtuigd dat als mensen die in de Heer geloven volledige redding willen bereiken en het hemelse koninkrijk binnen willen gaan, zij werkelijk het werk van de mens oordelen en zuiveren, dat wordt uitgevoerd door de wedergekeerde Heer Jezus, moeten aanvaarden. Dus vroeg ik me af: wat is nu het oordeelswerk van Almachtige God in de laatste dagen werkelijk? En hoe zuivert en verandert Almachtige God de mens? Terwijl ik over die dingen nadacht, bladerde ik door de Bijbel totdat ik een passage zag waarin de Heer Jezus zei: “Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat” (Johannes 16:12-13). Ook las ik dit in de Bijbel: “Want de tijd is gekomen dat het oordeel begint bij het huis van God” (1 Petrus 4:17). “Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt” (Openbaring 2:7). Toen ik dit las, had ik het gevoel dat ik eindelijk uit een droom ontwaakte: Het bleek dat de Heer Jezus al lang geleden had voorspeld dat in de laatste dagen God meer van de waarheid tot uiting zou brengen en een nieuwe fase van het werk zou uitvoeren. Zou dit niet Almachtige God zijn die het werk van de mens oordelen en zuiveren uit komt voeren? O, dacht ik, was de voorganger maar niet gekomen vandaag om zo’n ophef te creëren. Dan had ik serieus kunnen blijven horen over de weg van Almachtige God. Voorheen luisterde ik altijd naar wat de voorgangers en ouderlingen zeiden en zocht en onderzocht ik nooit het werk van Almachtige God in de laatste dagen. Ik deed gewoon wat de voorgangers en ouderlingen zeiden. Vandaag herkende ik pas dat ik geen plaats in mijn hart had voor de Heer. Wat betreft mijn onderzoek naar de wederkomst van de Heer was ik niet op zoek naar de wil van de Heer maar luisterde ik naar de woorden van de voorgangers en de ouderlingen. Hoe dwaas ben ik geweest! Wie van ons in de Heer gelooft, zou Hem moeten verheerlijken en we moeten actief op zoek naar de voetstappen van God met betrekking tot de wederkomst van de Heer, want alleen zo voldoen wij aan Gods wil. Vandaag zag ik dat de handelingen van de voorganger gewoon niet overeenkomen met de wil van de Heer. Ik kan niet meer blindelings luisteren naar wat er gezegd wordt, maar ik moet op zoek naar de weg van Almachtige God, en deze onderzoeken.
De volgende ochtend besloot ik eerst naar zuster Hu thuis te gaan om de zuster die het evangelie van Almachtige God had verspreid te zoeken, zodat we verder konden met onze communicatie. Tot mijn grote verbazing bracht zuster Hu, nog voor ik de deur uit was, deze zuster naar mijn huis. Dit was echt door de Heer geleid. Eerst vroeg ze me zorgelijk of ik lastig was gevallen door de voorganger de dag daarvoor, en ik antwoordde ondubbelzinnig: “Nee. Na de communicatie van gisteren ben ik naar hier gekomen en heb ik zorgvuldig over alles nagedacht. Ik realiseerde me dat we echt niet gezuiverd kunnen worden door alleen maar in de Heer Jezus te geloven. Onze verdorven aard bestaat nog steeds en daarmee zijn we niet in staat Gods volledige redding te bereiken. Bovendien las ik ook nog een passage in de Bijbel waarin inderdaad voorspeld wordt dat de Heer wederkeert om Zijn oordeelswerk in de laatste dagen uit te voeren. Wat ik nu het meest van alles wil weten is waar het oordeelswerk dat Almachtige God in de laatste dagen uit moet voeren eigenlijk over gaat en hoe het oordeelswerk van Almachtige God de mens zal zuiveren en veranderen?”
De zuster zei verrukt: “God zij dank! Deze vraag die jij stelt is werkelijk cruciaal, want het heeft te maken met het belangrijke onderwerp of ons geloof in God ons in staat zal stellen volledige redding te bereiken en het hemelse koninkrijk binnen te gaan, of niet. Laten we eerst eens kijken wat het woord van Almachtige God zegt: ‘Als God deze keer vlees wordt is het Zijn werk om Zijn gezindheid uit te drukken, in de eerste plaats door tuchtiging en oordeel. Met dit als basis brengt Hij meer waarheid tot de mens, laat Hij meer manieren zien om dingen in de praktijk te brengen, en zo bereikt Hij Zijn doel om de mens te overwinnen en te redden van zijn verdorven gezindheid. Dit is de achtergrond van het werk van God in het Tijdperk van het Koninkrijk’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord). ‘Wanneer het gaat over het woord ‘oordeel’, zul je denken aan de woorden die Jehova sprak tot alle plaatsen en de woorden van berisping die Jezus sprak tegen de farizeeërs. Ofschoon ze heel zwaar waren, zijn deze woorden niet Gods oordeel over de mens, alleen woorden die door God gesproken werden in verschillende omgevingen, ofwel, tegen verschillende achtergronden; deze woorden lijken niet op de woorden gesproken door Christus wanneer Hij de mens oordeelt in de laatste dagen. In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid).”
Nadat ze het woord van God had voorgelezen, communiceerde de zuster, en ze zei: “Door het woord van God begrijpen we dat gedurende het oordeelswerk in de laatste dagen Almachtige God veel aspecten van de waarheid gebruikt om de mens bloot te stellen en te analyseren. Hij gebruikt woorden om het verdorven wezen en de waarheid over de verdorvenheid van de mens aan het licht te brengen, om te oordelen over de satanische aard van de mens die zich tegen God verzet en die God verraadt en om alle soorten verdorvenheid in ons leven te zuiveren. Voorbeelden van dergelijke verdorvenheid zijn onder andere vervuld zijn van opvattingen en fantasieën over Gods werk, Gods werk de maat nemen door onze eigen opvattingen als de waarheid te beschouwen en God oordelen, veroordelen en tegen Hem opstaan zoals wij dat wensen. Nog een voorbeeld is dat we, hoewel we misschien in God geloven, echt niet verschillen van ongelovigen; we jagen allemaal roem en rijkdom na en zijn bereid iedere prijs daarvoor te betalen. Maar geen enkel mens leeft om God te behagen. Onze kijk op veel dingen is ook niet te verenigen met God, zoals bijvoorbeeld ons geloof dat zolang we in de Heer geloven we gered zullen zijn, en dat wanneer de Heer komt we in het hemelse koninkrijk zullen worden opgenomen, terwijl in feite God eigenlijk zei dat de mens alleen het hemelse koninkrijk kan binnengaan door de wil van God te volgen. Dit zijn zomaar een paar voorbeelden van de verdorvenheid die we in ons herbergen. Door Gods oordeel en tuchtiging worden deze verdorven gezindheden, deze misvattingen en foute manieren van denken en Satans levensaxioma’s gezuiverd en getransformeerd en zullen wij uiteindelijk waarlijk gehoorzaam zijn aan God. Tegelijkertijd zullen we door Gods oordeel en tuchtiging herkennen dat Gods rechtvaardige gezindheid geen belediging door de mens duldt, komen we te weten wat voor een soort persoon God liefheeft en wat voor een soort persoon God veracht, leren we Gods bedoeling begrijpen om de mens te redden, leren we God eerbiedigen en komen we te weten hoe we de waarheid moeten nastreven en onze plichten goed vervullen om Gods lof te verkrijgen. Door Gods woorden te ervaren en in praktijk te brengen leren we veel waarheden kennen. Zo komen we bijvoorbeeld te weten wat het inhoudt om geloof in God te hebben, wat het betekent om echt redding te verkrijgen, wat het inhoudt om God te gehoorzamen en lief te hebben en wat het betekent om Gods wil te volgen enzovoort. Onze verdorven gezindheden zullen allemaal in verschillende mate veranderen en onze gezichtspunten in het leven en onze waarden worden ook allemaal getransformeerd. Dit is het werk van oordeel en tuchtiging dat God uitvoert op ons en je zou ook kunnen zeggen dat het de redding van Gods liefde is. Alleen dus door oordeel te ontvangen voor de zetel van Christus van de laatste dagen − Almachtige God − zijn we in staat de waarheid te verwerven en pas dan zijn we in staat te ontsnappen aan de zonde, gezuiverd te worden en volledige redding te bereiken. Zuster, ben je in staat deze communicatie te begrijpen?”
Door Gods woorden te lezen en door de communicatie met de zuster, leerde ik Gods werk en Zijn wil kennen. Ik knikte en was zeer geroerd. Ik zei: “God zij dank! Door naar het woord van Almachtige God te luisteren, heb ik leren begrijpen dat God in de laatste dagen de waarheid van Zijn woord gebruikt om het werk van oordeel en zuivering van de mens uit te voeren. Mijn bezigheden in het verleden waren zo vaag en onrealistisch. Nu begrijp ik dat de mens alleen door God gezuiverd kan worden, volledige redding kan bereiken en het hemelse koninkrijk binnen kan gaan door Gods werk van oordeel en tuchtiging in de laatste dagen te aanvaarden. Almachtige God is de wedergekomen de Heer Jezus! Ik ben bereid het werk van Almachtige God van de laatste dagen te aanvaarden en het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden te accepteren zodat mijn verdorven gezindheden snel veranderd kunnen worden.” Toen ze me dit had horen zeggen, glimlachte de zuster gelukkig en bedankte God onophoudelijk.
De woorden van Almachtige God bevrijdden mij van de opvattingen die ik in mijn geest herbergde en ze toonden me hoe ik mijn verdorven gezindheden af kan werpen en gezuiverd kan worden. Ik had het gevoel dat mijn richting en doel in het nastreven van volledige redding nu duidelijk waren en mijn geest voelde helder, standvastig en bevrijd aan. Terwijl ik door het raam naar buiten keek, viel het me op hoe bijzonder helder en zonnig de lucht was op die dag. Ik viel op mijn knieën op de grond en bad tot God: “O God, ik dank u. Om het geluk te hebben u te mogen verwelkomen bij uw wederkomst en getuige te mogen zijn van uw verschijnen gedurende mijn leven is zo’n grote zegening! Maar ik ben blind en onwetend, want ik geloofde de geruchten die door de voorgangers en ouderlingen werden verspreid, ik hield vast aan mijn opvattingen en fantasieën en ik was mijn eeuwige redding bijna kwijt. O God, ik ben zo onwetend en dom! Ik ben bereid berouw te tonen en ik koester deze uiterst zeldzame kans op volledige redding. Ook ben ik bereid meer broeders en zusters in uw aanwezigheid te brengen zodat zij uw redding kunnen bereiken! Amen!”