7. Hoe worden de drie fasen van Gods werk elke fase dieper, zodat mensen kunnen worden gered en vervolmaakt?
Relevante woorden van God:
Het gehele management van God is onderverdeeld in drie fases en in elke fase worden er passende eisen aan de mens gesteld. Bovendien worden Gods eisen aan de mensheid met het verstrijken en de voortgang van de tijdperken steeds hoger. Zo bereikt dit werk van Gods management stap voor stap zijn climax, tot de mens het feit van de ‘verschijning van het Woord in het vlees’ aanschouwt; op deze manier worden de eisen aan de mens ook steeds hoger, alsook de eisen aan de mens om getuigenis af te leggen. Hoe beter de mens in staat is om werkelijk met God mee te werken, hoe meer hij God verheerlijkt. De medewerking van de mens is het getuigenis dat hij moet afleggen en het getuigenis dat hij aflegt, is de praktijk van de mens. Of Gods werk dus wel of niet het beoogde effect kan hebben en of er wel of niet sprake kan zijn van een oprechte getuigenis, hangt dus onlosmakelijk samen met de medewerking en het getuigenis van de mens. Wanneer het werk is voltooid, dat wil zeggen: wanneer al het management van God is voleindigd, zal van de mens een verhevener getuigenis worden vereist. Wanneer het werk van God het einde nadert, zullen de praktijk en de intrede van de mens hun hoogtepunt bereiken. De mens moest in het verleden voldoen aan de wetten en de geboden en hij moest geduldig en nederig zijn. Vandaag moet de mens al Gods regelingen gehoorzamen en God uitermate liefhebben; hij moet God zelfs in tijden van verdrukking blijven liefhebben. Deze drie fases zijn eisen die God aan de mens stelt, stap voor stap, door Zijn gehele management heen. Elke fase van Gods werk gaat dieper dan de vorige en in elke fase zijn de eisen aan de mens verhevener dan de voorgaande fase; op deze manier krijgt Gods gehele management geleidelijk aan vorm. Juist omdat de eisen aan de mens steeds hoger worden, komt de gezindheid van de mens steeds dichter bij de normen die God eist; pas dan onttrekt de hele mensheid zich geleidelijk aan de invloed van Satan tot de hele mensheid, na de voleinding van Gods werk, van de invloed van Satan verlost zal zijn.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens
Het werk van Gods management begon bij de schepping van de wereld en de mens staat centraal in dit werk. Je kunt zeggen dat Gods schepping van alle dingen er omwille van de mens is. Het werk van Zijn management strekt zich over duizenden jaren uit. Dat werk gebeurt niet in luttele minuten of seconden of een oogwenk, en evenmin in een of twee jaar. Hij moest immers meer dingen scheppen die nodig zijn voor het overleven van de mens. Denk bijvoorbeeld aan de zon, de maan, allerlei levende wezens, voedsel plus een leefomgeving voor de mensheid. Dit was het begin van Gods management.
Daarna droeg God de mensheid over aan Satan. De mens leefde onder het domein van Satan, wat gaandeweg leidde tot Gods werk in het eerste tijdperk: het verhaal van het Tijdperk van de Wet … Gedurende enkele duizenden jaren van het Tijdperk van de Wet raakte de mensheid gewend aan de leiding van het Tijdperk van de Wet. Men begon er lichtvaardig mee om te gaan en zich langzaam maar zeker aan de zorg van God te onttrekken. Zo kwam het dat ze niet alleen onder de wet vielen maar ook afgoden aanbaden en slechte dingen deden. Ze genoten de bescherming van Jehova niet meer. Ze leefden eigenlijk alleen maar voor het altaar in de tempel. Het werk van God was in feite lang daarvoor al niet meer onder hen. Ook al hielden de Israëlieten vast aan de wet en gebruikten ze de naam van Jehova, en geloofden ze zelfs met trots dat alleen zij het volk en de uitverkorenen van Jehova waren, onttrok de heerlijkheid van God zich onopgemerkt aan hen …
…………
Zoals altijd het geval is geweest, begon God Zijn nieuwe werk van de tweede fase na het werk van Jehova in het Tijdperk van de Wet: het vlees aannemen – als vleesgeworden mens tien, twintig jaar – en Zijn werk verkondigen en doen onder gelovigen. Toch wist niemand en erkende maar een klein groepje mensen dat Hij de vleesgeworden God was nadat de Heer Jezus aan het kruis genageld en herrezen was. […] Zodra de tweede fase van Gods werk was voltooid − na de kruisiging − was Gods werk volbracht om de mens van zonde terug te winnen (dat wil zeggen: de mens uit de handen van Satan terug te winnen). Vanaf dat moment hoefde de mens alleen maar de Heer Jezus als de Heiland aan te nemen voor de vergeving van zijn zonden. De zonden van de mens waren zogezegd geen belemmering meer om het heil te verkrijgen en tot God te komen. Satan kon ze ook niet meer ter beschuldiging tegen de mens inbrengen. God had namelijk Zelf het echte werk gedaan. Hij was in de gedaante van het zondige vlees gekomen en God was Zelf het zondoffer. Op die manier kwam de mens van het kruis af, verlost en gered dankzij het vlees van God, de gelijkenis van dit zondige vlees. De mens kwam zo na de gevangenschap door Satan een stap dichter bij het aanvaarden van de verlossing voor Gods aangezicht. Deze fase van het werk was uiteraard het management van God, één stap verder dan het Tijdperk van de Wet en van een dieper niveau dan het Tijdperk van de Wet.
…………
En toen kwam het Tijdperk van het Koninkrijk, een meer praktische fase van het werk en tevens het moeilijkst door de mens te aanvaarden. Hoe dichter die mens namelijk tot God komt, hoe dichter Gods roede de mens nadert en hoe duidelijker Gods aangezicht voor de mens verschijnt. Na de verlossing van de mensheid keert de mens officieel terug naar de familie van God. De mens dacht dat het nu tijd was om te genieten, maar hij krijgt een frontale aanval van God te verduren die niemand had voorzien. Dit blijkt een doop te zijn die het volk van God moet “genieten”. Met een dergelijke behandeling kunnen mensen niet anders dan bij zichzelf denken: ik ben het lam, vele jaren verloren, dat God tegen een hoge prijs heeft teruggekocht. Waarom behandelt God mij dan zo? Is dit Gods manier om mij uit te lachen en aan de kaak te stellen? … Na jaren is de mens verweerd geraakt, na raffinering en tuchtiging aan den lijve te hebben ondervonden. De mens heeft weliswaar de ‘glorie’ en ‘romantiek’ van voorbije tijden verloren, maar is, zonder het te weten, de principes van menselijk gedrag gaan begrijpen. Hij is Gods jarenlange toewijding aan het redden van de mensheid gaan waarderen. De mens begint zijn eigen barbaarsheid langzaamaan te verafschuwen. Hij begint te haten hoe verwilderd hij is, al zijn misvattingen jegens God en de onredelijke eisen die hij aan Hem heeft gesteld. De tijd kan niet worden teruggedraaid. Voorbije gebeurtenissen worden de spijtige herinneringen van de mens. De woorden en liefde van God worden echter de drijvende kracht in het nieuwe leven van de mens. De wonden van de mens genezen dag na dag. Zijn kracht keert terug, hij staat op en ziet op naar het aangezicht van de Almachtige … Dan ontdekt hij dat Hij altijd aan zijn zijde is geweest, en dat Zijn glimlach en Zijn mooie gestalte nog steeds zo intrigerend zijn. Zijn hart is nog steeds vervuld met zorg voor de mensheid die Hij heeft geschapen. Zijn handen zijn nog steeds zo warm en krachtig als in het begin. Het lijkt alsof de mens is teruggekeerd naar de hof van Eden, maar dat de mens deze keer niet langer naar de verleidingen van de slang luistert, zich niet meer afwendt van het aangezicht van Jehova. De mens knielt voor God neer, kijkt op naar Gods glimlachende gelaat en offert zijn kostbaarste offerande − O! Mijn Heer, mijn God!
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 3: De mens kan alleen gered worden onder Gods management
Het werk van Jezus was slechts een stap hoger dan het Oude Testament; het werd gebruikt om een nieuw tijdperk te beginnen en dat tijdperk te leiden. Waarom zei Hij: “Ik ben niet gekomen om de wet te vernietigen maar om haar te vervullen?” Maar toch was er in Zijn werk veel dat anders was dan de wetten die in gebruik waren en de geboden die gevolgd werden door de Israëlieten van het Oude Testament, want Hij kwam niet om de wet te gehoorzamen, maar haar te vervullen. Het proces van het vervullen behelsde veel reële dingen: Zijn werk was praktischer en reëler, en bovendien was het meer levend, en niet de blinde naleving van doctrines. Onderhielden de Israëlieten de sabbat niet? Toen Jezus kwam nam Hij de sabbat niet in acht, want Hij zei dat de Mensenzoon de Heer van de sabbat was, en als de Heer van de sabbat kwam, zou Hij doen zoals Hij het wilde. Hij was gekomen om de wetten van het Oude Testament te vervullen en de wetten te veranderen. Alles wat vandaag wordt gedaan is gebaseerd op het heden, toch rust het nog steeds op het werk van Jehova in het tijdperk van de Wet en komt niet buiten deze reikwijdte. Je tong bewaken, geen overspel plegen, bijvoorbeeld, zijn dit niet de wetten van het Oude Testament? Vandaag is wat van je vereist wordt niet enkel beperkt tot de Tien Geboden; het omvat geboden en wetten die hoger zijn dan die van voorheen, maar dit betekent niet dat wat ervoor kwam afgeschaft is, want ieder stadium van het werk van God wordt voortgezet op de fundering van het stadium dat daarvoor kwam. Wat betreft dat wat Jehova aan Israël heeft geïntroduceerd, zoals het verplichten van mensen om offerandes te brengen, hun vader en moeder te eren, geen afgoden te vereren, anderen niet te mishandelen of vervloeken, geen overspel te plegen, niet te roken of drinken, en geen dode dingen te eten of bloed te drinken: vormt dit niet zelfs vandaag nog het fundament van je gedragscode? Het is op de fundering van het verleden dat het werk is uitgevoerd tot op het heden. Hoewel de wetten van het verleden niet meer genoemd worden en er nieuwe eisen aan je worden gesteld, zijn deze wetten verre van afgeschaft maar juist op een hoger plan gesteld. Als je zegt dat ze afgeschaft zijn betekent dat, dat het voorgaande tijdperk verouderd is, terwijl er enkele geboden zijn die je in alle eeuwigheid moet eren. De geboden van het verleden zijn al in praktijk gebracht en zijn al het wezen van de mensheid geworden; het is niet nodig om geboden te herhalen dat je niet mag roken, niet mag drinken, enzovoorts. Op deze fundering worden nieuwe geboden gelegd voor jullie behoeften van vandaag, naar jullie gestalte en naar gelang het werk van vandaag. Geboden uitvaardigen voor het nieuwe tijdperk betekent niet het afschaffen van de geboden van het oude tijdperk, maar ze hoger op deze fundering tillen om de daden van de mens vollediger te maken, en meer in lijn met de realiteit. Als jullie vandaag alleen maar gevraagd werd de geboden te volgen en je aan het Oude Testament te houden op dezelfde manier als de Israëlieten en als je zelfs de wetten moest memoriseren die door Jehova voorgeschreven zijn, zou er geen mogelijkheid zijn dat jullie konden veranderen. Als jullie je alleen aan die beperkte wetten moesten houden of ontelbare wetten uit het hoofd moesten leren, zou jullie oude natuur diep verankerd blijven en zou er geen manier zijn om die te ontwortelen. Zodoende zouden jullie steeds verdorvener worden en geen van jullie zou gehoorzaam worden. Wat wil zeggen dat een paar eenvoudige geboden of ontelbare wetten niet in staat zouden zijn jullie te helpen de daden van Jehova te leren kennen. Jullie zijn niet hetzelfde als de Israëlieten. Door het volgen van de wetten en het uit het hoofd leren van de geboden waren ze in staat de daden van Jehova mee te maken en hun devotie uitsluitend aan Hem te geven, maar jullie zijn niet in staat om dit te bereiken. Een paar geboden van het tijdperk van het Oude Testament zijn niet alleen niet in staat om jullie je hart over te laten geven, of jullie te beschermen, maar zullen jullie in plaats daarvan lui maken en je verlagen tot Hades. Want mijn werk is het werk van overwinning en is gericht op jullie ongehoorzaamheid en oude natuur. De vriendelijke woorden van Jehova en Jezus voldoen vandaag niet aan de strenge woorden van oordeel. Zonder zulke strenge woorden zou het onmogelijk zijn om jullie ‘experts’, die duizenden jaren lang ongehoorzaam zijn geweest, te overwinnen. De wetten van het Oude Testament hebben hun macht over jullie al lang geleden verloren en het oordeel van vandaag is veel geduchter dan de oude wetten. Het meest geschikte voor jullie is oordeel, en niet de onbeduidende beperking van wetten, want jullie zijn niet de mensheid van het eerste begin, maar een mensheid die al duizenden jaren verdorven is. Wat de mens nu moet bereiken is volgens de werkelijke staat van de mens vandaag, volgens het kaliber en de eigenlijke gestalte van de mens van vandaag, en het vereist niet dat je doctrine volgt. Dit is opdat er veranderingen bereikt kunnen worden in je oude natuur, opdat je je opvattingen opzij kunt zetten.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De visie van Gods werk (1)
Hoewel het pad dat de mens tegenwoordig bewandelt, ook het pad is van het kruis en het lijden, verschilt datgene wat de mens tegenwoordig in praktijk brengt, en wat hij eet, drinkt en waar hij van geniet, enorm van datgene wat er van hem werd gevraagd onder de wet en in het Tijdperk van Genade. Wat tegenwoordig van de mens wordt gevraagd, lijkt niet op dat wat in het verleden werd gevraagd en zelfs nog minder op dat wat in het Tijdperk van de Wet van de mens werd gevraagd. Welnu, wat werd van de mens gevraagd in de tijd van de wet, toen Hij Zijn werk in Israël deed? Het was niets meer dan dat de mens de sabbat moest eren en zich aan de wetten van Jehova moest houden. Niemand mocht werken op de sabbat of de wetten van Jehova overtreden. Maar nu geldt dat niet. De mens werkt, verzamelt en bidt op de sabbat zoals gebruikelijk, en er worden hem geen beperkingen opgelegd. In het Tijdperk van Genade moest men worden gedoopt en verder werd hun gevraagd om te vasten, het brood te breken, wijn te drinken, hun hoofden te bedekken en elkaars voeten te wassen. Nu zijn deze regels afgeschaft, maar er worden hogere eisen gesteld aan de mens, want het werk van God verdiept zich onophoudelijk en de intrede van de mens reikt steeds hoger. In het verleden legde Jezus de mens de handen op en bad, maar nu alles is gezegd, wat is het nut van het opleggen van handen? Woorden alleen al kunnen resultaten boeken. Toen Hij in het verleden de mens Zijn handen oplegde, was dat om hem te zegenen en zijn ziekten te genezen. Zo werkte de Heilige Geest in die tijd, maar dat is nu niet meer zo. Nu gebruikt de Heilige Geest woorden om te werken en resultaten te boeken. Zijn woorden zijn jullie duidelijk gemaakt en jullie moeten ze in praktijk brengen, precies zoals het jullie verteld is. Zijn woorden zijn Zijn wil. Ze zijn het werk dat Hij wil doen. Door Zijn woorden leer je Zijn wil kennen en dat wat Hij je vraagt te bereiken. Je brengt Zijn woorden direct in praktijk zonder dat handen hoeven te worden opgelegd. Sommigen zullen misschien zeggen: “Leg uw handen op mij! Leg mij uw handen op, zodat ik u zegen mag ontvangen en dat ik uw deelgenoot mag zijn.” Deze praktijken uit het verleden zijn allemaal achterhaald en niet meer van toepassing, want het tijdperk is veranderd. De Heilige Geest werkt in overeenstemming met het tijdperk, zonder willekeur en zonder zich te houden aan vastgestelde regels. Het tijdperk is veranderd en een nieuw tijdperk brengt noodzakelijkerwijs nieuw werk met zich mee. Dit geldt voor iedere werkfase en Zijn werk wordt dus nooit herhaald. In het Tijdperk van Genade deed Jezus nogal wat van dat soort werk, zoals het genezen van ziekte, het uitdrijven van demonen, de mens Zijn handen opleggen om voor hem te bidden en hem te zegenen. Maar het zou zonder betekenis zijn om dat nu weer te doen. De Heilige Geest werkte toen op die manier, want het was het Tijdperk van Genade en er was voldoende genade voor de mens. Er werd geen enkele compensatie van welke aard dan ook van hem gevraagd en zolang hij geloofde, ontving hij genade. Iedereen werd zeer genadig behandeld. Nu is het tijdperk veranderd en het werk van God is doorgegaan. Door tuchtiging en oordeel worden de opstandigheid van de mens en de onreine dingen in de mens uitgedelgd. In die fase van verlossing betaamde het God om op die manier te werken en de mens blijk te geven van voldoende genade, zodat de mens kon worden verlost van zonde en deze door genade vergeven kon worden. Dit huidige tijdperk is bedoeld om de ongerechtigheid in de mens aan het licht te brengen door middel van tuchtiging, oordeel, het treffen met woorden en eveneens door middel van het disciplineren en de openbaring van woorden, zodat de mensheid daarna kan worden gered. Dit is werk gaat dieper dan de verlossing. De genade in het Tijdperk van Genade was voldoende voor de mens. Nu de mens deze genade al heeft ervaren, heeft hij deze niet meer nodig. Dit werk is nu verleden tijd en hoeft niet langer te worden verricht. Nu moet de mens worden gered door het oordeel van het woord. Nadat de mens is geoordeeld, getuchtigd en gelouterd, wordt zijn gezindheid daarmee veranderd. Is dit niet allemaal vanwege de woorden die ik heb gesproken? Iedere werkfase wordt gedaan overeenkomstig de voortgang van de gehele mensheid en het tijdperk. Al het werk is betekenisvol en het wordt allemaal gedaan met het oog op de uiteindelijke redding, zodat de mensheid in de toekomst een goede bestemming mag hebben en de mensheid uiteindelijk kan worden onderverdeeld naar haar soort.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)
Tijdens het werk van de laatste dagen is het woord machtiger dan de manifestatie van wonderen en tekenen en het gezag van het woord overtreft dat van wonderen en tekenen. Het woord brengt de verdorven gezindheid die diep begraven ligt in het hart van de mens helemaal aan het licht. Je kunt haar absoluut niet vanuit jezelf herkennen. Wanneer zij door het woord voor je wordt blootgelegd, zul je haar als vanzelfsprekend ontdekken. Je zal haar niet kunnen ontkennen en je zal rotsvast overtuigd zijn. Is dit niet het gezag van het woord? Dit is het resultaat dat tegenwoordig door het werk van het woord bereikt wordt. Daarom is het dus niet door de genezing van ziekte en het uitdrijven van demonen dat de mens volledig kan worden gered van zijn zonden. Evenmin kan hij compleet gemaakt worden door de manifestatie van wonderen en tekenen. Het gezag om ziekte te genezen en demonen uit te drijven levert de mens alleen maar genade op, maar het vlees van de mens behoort nog steeds tot Satan en de verdorven satanische gezindheid is nog steeds in de mens achtergebleven. Met andere woorden: dat wat nog niet gereinigd is, behoort nog steeds tot zonde en vuiligheid. Pas nadat hij met behulp van het woord is gereinigd, kan hij worden gewonnen door God en een geheiligd mens worden. Toen de demonen uit de mens waren verdreven en hij was verlost, betekende dit alleen dat hij uit de handen van Satan was gerukt en terug bij God was gekomen. Zonder reiniging of verandering door God blijft hij echter een verdorven mens. Er is nog steeds vuil, verzet en ongehoorzaamheid in de mens. De mens is alleen teruggekeerd tot God door Zijn verlossing, maar hij heeft niet de geringste kennis van God en is nog steeds in staat zich tegen Hem te verzetten en Hem te verraden. Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. Al het werk dat op deze dag wordt gedaan, is dusdanig dat de mens gezuiverd en veranderd kan worden. Door het oordeel en de tuchtiging door het woord en door de loutering kan de mens zijn verdorvenheid uitdelgen en rein worden gemaakt. Beter nog dan deze werkfase als een fase van redding te beschouwen, zou het treffender zijn om te zeggen dat deze het werk is van zuivering. Waarachtig, deze fase is een fase van overwinning, en ook de tweede fase in het reddingswerk. Het is door het oordeel en de tuchtiging van het woord dat de mens kan worden gewonnen door God en het is door het gebruik van het woord om te louteren, te oordelen en te onthullen, zodat alle onzuiverheden, opvattingen, motieven en persoonlijke aspiraties in het hart van de mens volledig bekend worden. Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven. Toen de mensen bijvoorbeeld beseften dat ze van Moab afstamden, gingen zij zich beklagen, wilden ze het leven niet meer nastreven en werden zij volkomen negatief. Toont dit niet aan dat de mensheid zich nog steeds niet geheel kan onderwerpen aan de heerschappij van God? Is dit niet precies hun verdorven satanische gezindheid? Toen je niet aan tuchtiging werd onderworpen, reikten je handen hoger dan de anderen, zelfs die van Jezus. En je riep met luide stem: “Wees een geliefde zoon van God! Wees een intieme vriend van God! Wij zouden nog liever sterven dan zwichten voor Satan! Kom in opstand tegen de oude Satan! Kom in opstand tegen de grote rode draak! Moge de grote rode draak op een ellendige manier ten val komen! Moge God ons compleet maken!” Jouw geroep was harder dan dat van alle anderen. Maar toen kwamen de tijden van tuchtiging en opnieuw werd de verdorven gezindheid van de mens geopenbaard. Toen stopten zij met roepen en hun voornemen mislukte. Dit is de verdorvenheid van de mens. Deze gaat dieper dan de zonde. Ze is aangebracht door Satan en zit diepgeworteld in de mens. Het is niet gemakkelijk voor de mens om zich van zijn zonden bewust te worden. Hij kan zijn eigen diepgewortelde natuur niet herkennen en moet vertrouwen op het oordeel van het woord om dit te bereiken. Alleen zo kan de mens geleidelijk vanaf dit punt veranderen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)
In het werk van de redding van de mens worden drie fasen uitgevoerd, dat wil zeggen dat de strijd met Satan is verdeeld in drie fasen die voorafgaan aan het compleet verslaan van Satan. Doch, de innerlijke waarheid van het gehele werk van de strijd met Satan is dat de effecten daarvan worden behaald tijdens verschillende stappen van het werk: het schenken van genade aan de mens, het worden van een zondoffer voor de mens, het vergeven van de zonden van de mens, het overwinnen van de mens en het vervolmaken van de mens. In werkelijkheid is de strijd met Satan niet het ter hand nemen van wapens tegen Satan, maar de redding van de mens, het bewerken van het leven van de mens en het veranderen van de gezindheid van de mens, zodat hij getuigenis mag geven voor God. Dit is hoe Satan wordt verslagen. Satan wordt verslagen door het veranderen van de verdorven gezindheid van de mens. Wanneer Satan is verslagen, namelijk wanneer de mens volledig is gered, dan zal de beschaamde Satan compleet gebonden zijn en op deze manier zal de mens volledig zijn gered. Dus de substantie van de redding van de mens is de strijd met Satan en de oorlog met Satan is voornamelijk weerspiegeld in de redding van de mens. De fase van de laatste dagen, waarin de mens moet worden overwonnen, is de laatste fase in de strijd met Satan en is ook het werk van de complete redding van de mens van het domein van Satan. De innerlijke betekenis van de overwinning van de mens is de terugkeer van de belichaming van Satan, de mens die door Satan verdorven is gemaakt, naar de Schepper volgend op zijn overwinning, waardoor hij Satan zal verlaten en compleet naar God terug zal keren. Op deze manier zal de mens volledig worden gered. Daarom is het werk van overwinning het laatste werk in de strijd tegen Satan en de laatste fase in Gods management met als doel Satan te verslaan. Zonder dit werk, zou de volledige redding van de mens uiteindelijk onmogelijk zijn. Satan totaal verslaan zou ook onmogelijk zijn en de mensheid zou nooit in staat zijn om de geweldige bestemming te bereiken of vrij te komen van Satans invloed. Derhalve kan het werk van redding van de mens niet worden voltooid voordat de strijd met Satan is besloten, want de kern van het werk van Gods beheer is omwille van de redding van de mensheid. De eerste mensheid was in de handen van God, maar vanwege Satans verleiding en verdorvenheid, werd de mens gebonden door Satan en viel hij in de handen van de kwade. Zo werd Satan het object om te worden verslagen in het werk van Gods management. Omdat Satan de mens in bezit nam en omdat de mens de voorraad is van al Gods management, moet de mens, om te worden gered, worden teruggegrepen uit de handen van Satan, dat wil zeggen dat de mens terug moet worden genomen na gevangen te zijn gehouden door Satan. Zodoende moet Satan worden verslagen door de veranderingen in de oude gezindheid van de mens, veranderingen die zijn oorspronkelijke verstand herstellen. Op deze manier kan de mens, die gevangen is gehouden, terug worden gegrepen uit de handen van Satan. Als de mens wordt bevrijd uit de invloed en gebondenheid van Satan, zal Satan worden beschaamd, de mens zal uiteindelijk worden teruggenomen en Satan zal worden verslagen. En omdat de mens is bevrijd uit de duistere invloed van Satan, zal de mens de buit worden van deze hele strijd en Satan zal het object worden dat zal worden gestraft wanneer deze strijd eenmaal is voltooid, waarna het totale werk van de redding van de mensheid zal zijn voltooid.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het normale leven van de mens herstellen en hem meenemen naar een geweldige bestemming