Door de grote rampspoed heb ik veel gewonnen

29 augustus 2019

Door Rongguang, provincie Henan

Ik volgde Almachtige God en omdat ik in Hem geloofde werd ik in de gevangenis gegooid. In die tijd geloofde ik nog niet zo lang en God had me kracht gegeven zodat ik mijn getuigenis ferm kon uitdragen. Ik geloofde echter ten onrechte dat ik daar al aan toe was. Ik dacht dat ik heel veel geloof, liefde en trouw voor God in me had, en daarom besteedde ik niet bijzonder veel aandacht aan het eten en drinken van Gods woorden van oordeel en tuchtiging. Hoewel ik wel las, vergeleek ik het woord waarmee God de mens blootstelt met andere mensen en vond ik dat Gods oordeel niet voor mij gold. Ik wilde alleen maar lezen over profetieën en over de geheimen die God had onthuld, en ook over woorden die te maken hadden met het verkrijgen van zegeningen; dat waren de woorden waarin ik het meeste geïnteresseerd was. Ik las Gods woorden: “De overwinnaars in het koninkrijk zullen op basis van hun verschillende functies en getuigenissen dienen als priester of als volgeling en allen die te midden van verdrukking zegevieren, zullen samen het lichaam van priesters worden in het koninkrijk. […] In het lichaam van priesters zullen er hogepriesters en priesters zijn en de overigen zullen de zonen en het volk van God zijn. Dit wordt allemaal bepaald door hun getuigenis van God tijdens hun verdrukking; het gaat niet om titels die willekeurig worden verleend(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens). “De tijd van tegenspoed zal niet al te lang duren; sterker nog, het zal minder dan een jaar duren. Als het een jaar zou duren, zou de volgende stap van het werk worden vertraagd en zou de gestalte van de mens ontoereikend zijn. Als het te lang zou duren, zouden mensen het niet kunnen doorstaan. De gestalte van de mens heeft namelijk zijn beperkingen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe je het laatste stuk van het pad moet bewandelen). Ik dacht: de positie in het koninkrijk wordt bepaald aan de hand van de manier waarop mensen getuigen tijdens de rampspoed; die getuigenissen kunnen iemands lot beïnvloeden. Als de rampspoed over mij komt, klem ik mijn tanden op elkaar en toon ik genoeg energie om een prachtige getuigenis af te leggen. Op die manier kan ik op een geweldige manier gezegend worden. Daar komt bij dat de rampspoed niet al te lang zal duren – minder dan een jaar. Wat er ook gebeurt, ik zal die periode van lijden goed doorstaan. Ik was geobsedeerd door de gedachte aan de zegeningen en ik besloot me klaar te maken voor de strijd. Ik dacht ik, door op mijn ‘geloof’ en ‘wil’ te vertrouwen, als overwinnaar uit de rampspoed tevoorschijn zou komen.

Gods werk om mensen te redden is prachtig en wijs. In 1996 zorgde God ervoor dat we allemaal te maken kregen met grote rampspoed. Maar toen de rampspoed ons overspoelde, had niemand dat door; het verliep allemaal zo natuurlijk. Mijn ware aard en schandelijke situatie vanwege mijn opportunisme kwamen tijdens die rampspoed aan het licht.

In juni en juli 1996 bevond ik me in een ander deel van het land en vervulde mijn plicht die bestond uit schrijven. Op een dag kwam de leider van het district naar ons toe en vertelde dat de actuele situatie niet best was: Zuster die en die was door de grote rode draak gearresteerd. Toen we dat hoorden, wilden we voor de zuster bidden en dachten we aan weinig anders meer, want we wisten allemaal dat het regelmatig voorkwam dat mensen in dit land vanwege hun geloof in God gearresteerd werden, want China was een land dat God op deze manier vervolgde. Een paar dagen later hoorden we dat er nog enkele broeders en zusters gearresteerd waren. Weer een paar dagen later hoorden we dat er misschien wel tien mensen gearresteerd waren en dat veel bekende gelovigen, die dienden als leiders in Gods familie, in het geheim gezocht werden. Er waren ook mensen die een premie kregen voor elke arrestatie. De plaatselijke leiders stonden ook op de zwarte lijst van de grote rode draak. Ik merkte dat het niet goed ging, het leek erop dat de grote rode draak wilde proberen de gelovigen in één klap te vernietigen. We voelden een soort dreiging in de lucht hangen, maar we wisten niet wat we in een situatie als deze moesten doen. We wilden contact met de broeder en hem vragen wat we moesten doen, maar we kregen geen contact. Later kwam ik erachter dat de rampspoed een maand eerder al was begonnen. Maar tegen die tijd waren we geestelijk lamgeslagen en durfden we niet zomaar te gissen en Gods werk te definiëren. Daarom wisten we niet dat dit de grote rampspoed was. Het enige wat we voelden was de duistere hand van de grote rode draak die op ons drukte, en om duidelijke redenen konden we ons werk niet voortzetten. We waren er ons vaag van bewust dat het werk gehinderd werd door de hand van God; God zorgde ervoor dat wij met het werk moesten stoppen en ons moesten verbergen, en zo snel mogelijk naar onze geboorteplek moesten terugkeren. Op die manier zouden we veiliger zijn. Het gevolg was dat we ons gedwongen zagen ons te verspreidden en naar onze geboorteplek terug te keren.

Ik was nog maar een week thuis toen er een zuster kwam die me een brief gaf met daarin de mededeling dat een broeder van onze kerk gearresteerd was en dat ik mijn huis onmiddellijk moest verlaten. In die periode voelde ik me net een schichtig hert dat in de koplampen van een auto keek; ik geloofde nergens meer in en ik was geobsedeerd door één gedachte: verberg je zo snel mogelijk zodat de grote draak je niet te pakken krijgt. De grote rode draak is door en door slecht en wreed, en de gewelddadige manieren die hij gebruikt om gelovigen te vernietigen zijn wreed. Als ik in handen van de duivel zou vallen, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. Een zuster nam me daarna mee de bergen in om voor de mijnwerkers te koken. Ik verbleef er samen met twee andere zusters en als er niemand in de buurt was, benutten we de tijd met het eten en drinken van Gods woord, communiceren en het zingen van hymnes. Omdat we een grote voorziening van Gods woorden hadden, was elke dag zeer verrijkend. Helaas was de politie binnen een maand al in het gebied aanwezig en ik had geen andere keuze dan zo snel mogelijk vertrekken. Daarna ging ik in een ander restaurant werken. Alle mensen die ik daar ontmoette waren ongelovigen en ik had weinig met hen gemeen. Bovendien had ik daar Gods woord niet en er was niemand om mee te communiceren; het was zelfs lastig om op een goede manier te bidden. Ik voelde me alleen en wanhopig, en diep vanbinnen begon ik ongewild te klagen. Ik wilde God zelfs verraden: “Het valt echt niet mee om in God te geloven. Ik ben de hele dag nerveus; ik dwaal rond in een wereld zonder rechtvaardigheid, wanneer is dat voorbij? Zou het niet fantastisch zijn om niet in God te geloven en een gemakkelijk en rustig leven te leiden, zoals de ongelovigen?” Hoewel ik dat diep in mijn hart zo aanvoelde, was ik angstig en durfde ik God niet te verlaten. Ik had ook het gevoel dat ik God niet kón verlaten; de gedachte alleen al veroorzaakte pijn. Omdat ik er vroeger niet van hield om Gods woord te lezen, niet op zoek was naar de waarheid en mijn plicht alleen vervulde om gezegend te worden, had ik geen regel van Gods woord in mijn hart gegrift staan toen ik de boeken met Gods woord moest achterlaten. Zonder de levenswoorden van God om me te steunen, leek ik op een dwaas die zijn verstand was verloren. Ik wist niet wat ik moest doen of nastreven. Ik worstelde me wanhopig door de dagen heen. Wat was Gods wil? Waarom had Hij dit voor mij bedacht? Hoe kon ik praktiseren en God tevredenstellen? Ik had niet de kracht om hierover na te denken, ik dacht alleen aan mijn eigen ontberingen. In die periode was mijn geloof in de almacht en alwetendheid van God en mijn geloof in Gods universele overheersing helemaal weg. Omdat mijn hart vervuld was van angst en lafheid, kwam het zelfs zover dat ik weigerde mee te gaan om andere broeders en zusters te bezoeken, toen een zuster mij dat vroeg. Ik had het geloof en de kracht niet, ik baseerde me alleen op mijn eigen geest en gedachten, en dacht dat het na de terugkeer van Hongkong pas beter zou worden in China. Tot die tijd zal de grote rode draak iedereen die oprecht in God gelooft fanatiek onderdrukken en uitroeien. Omdat het nog lang duurt voordat Hongkong weer bij China hoort, moet ik mezelf goed beschermen. In de tweeënhalve maand die ik in het restaurant heb gewerkt, dreef ik steeds verder weg van God, bijna zo ver dat ik alleen Gods naam erkende maar Hem niet meer in mijn hart droeg. Ik voelde me vaak aangetrokken tot zinnelijke pleziertjes; ik wilde weg van God en het leven van een ongelovige leiden. Maar vervolgens miste ik God en de broeders en zusters, en miste ik mijn voormalige kerkelijke leven. Als ik alleen was, kon ik alleen nog maar huilen. Ik voelde diepe spijt: o, God, ik breng de hele dag door met de ongelovigen; als ik niet aan het werk ben, zit ik te eten of voer ik een saai gesprek. Alleen u kent de leegte en pijn van mijn hart. O, God, wanneer is deze lange nacht voorbij? Wanneer zullen we vrij zijn om in u te geloven, net zoals in het verleden, toen we in uw hartelijke familie leefden. Mijn hart werd gekweld en voelde aan alsof het door onkruid overwoekerd werd en ik kon niet langer blijven. Toevallig was het bijna Chinees Nieuwjaar en ik nam de kans waar: ik nam ontslag en keerde snel terug naar mijn broeders en zusters. Later besefte ik dat ik niet alleen degene was geweest met die gedachten; er waren vele broeders en zusters die hetzelfde hadden ervaren en arrestatie door de grote rode draak hadden voorkomen door naar andere streken te vluchten. Ze keerden allemaal naar huis terug omdat ze hetzelfde dachten. Het was een wonderbaarlijke aanwijzing van de Heilige Geest.

Slechts een paar dagen na mijn terugkeer kwam er een zuster om me te vertellen over een kerkelijke bijeenkomst. Toen ik van de zuster hoorde dat de grote rampspoed voorbij was, dat alles weer normaal was en dat ik mijn oude werk weer kon oppakken, duurde het even voordat ik het besefte. “Wat? Is de rampspoed voorbij? Was dit de rampspoed? Het duurt zeker nog een paar maanden voordat Hongkong weer bij China hoort. Hoe kan het dat de rampspoed voorbij is? Dit is niet wat ik had verwacht! Als al die dingen die we hebben meegemaakt de rampspoed waren, is het afgelopen met mij! Wat heb ik tijdens de rampspoed bewezen? Behalve dat ik laf en bang was geweest, had ik geklaagd, Hem verraden en was ik alles ontvlucht. Ik had geen elementen van geloof in mij, laat staan trouw en liefde. Deze keer had God mijn werk op de proef gesteld en had ik volledig gefaald.” Ik liet mijn hoofd wanhopig hangen en werd overspoeld door allerlei gevoelens. Deze keer begreep ik wat God had gezegd voordat de rampspoed was begonnen: “Nadat mijn eigen werk is voltooid, zal de volgende stap zijn dat mensen het pad bewandelen dat ze moeten bewandelen. Iedereen moet begrijpen welk pad hij moet bewandelen − het is een pad en proces van lijden, en is ook een pad van het louteren van je wil om God lief te hebben. Welke waarheden je moet binnengaan, welke waarheden je moet aanvullen, hoe je moet ervaren en vanuit welk aspect je moet binnengaan − je moet dit alles begrijpen. Je moet jezelf nu uitrusten. Wanneer de tegenspoed komt, zal het te laat zijn(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe je het laatste stuk van het pad moet bewandelen). Deze droevige les leert me dat mensen tijdens de rampspoed geen getuigenis kunnen doen als ze de waarheid niet bezitten en op hun eigen verlangens afgaan. Mensen die leven zonder de waarheid in Gods werk zullen zeker ontmaskerd worden; zij zullen zich beslist niet kunnen verschuilen en ook niet langer kunnen doen alsof. Zonder waarheid is je basis als drijfzand en zal je het bij het minste of geringste begeven. Alleen met de waarheid kun je de dingen duidelijk zien, geloof en kracht bezitten, in staat zijn Satan te verslaan en de waarheid in praktijk te brengen om God tevreden te stellen en voor Hem te getuigen. Ik haatte mezelf oprecht: God heeft ons deze dingen lang geleden al herhaaldelijk verteld, waarom geloofde ik het toen dan niet, waarom nam ik het niet serieus!? Er kan niets worden teruggedraaid. Er is geen andere keuze dan vol overgave op zoek gaan naar de waarheid op de weg die voor ons ligt.

Toen de bijeenkomst voorbij was, hoorde ik een zuster geheime informatie van de CCP onthullen: de grote rode draak raast nog steeds agressief rond om gelovigen te arresteren en de vervolging wordt steeds heviger. Toen ik dat hoorde, hoorde ik mijn niet al te gelovige hart fluisteren: de sfeer is zo gespannen en de broeders en zusters vervullen hun plicht. Is dat wel oké? Maar ik zie dat we, ondanks de gespannen situatie, niet zo bang zijn als tijdens de rampspoed. Wanneer we onze plicht vervullen, voelen we ons in ons hart opmerkelijk standvastig en vredig, alsof iedereen de geheime informatie die de zuster ons had verteld alweer is vergeten. De Heilige Geest verricht tevens een grootse taak in de kerk; het duurt niet lang, voordat de grote gebeurtenis plaatsvindt en het evangelie in elk gebied wordt verspreid. Wij krijgen steeds meer werk en elke taak wordt probleemloos uitgevoerd. Broeders en zusters vervullen hun respectievelijke taken naar beste kunnen. En dat alles speelt zich vlak onder de neus van de rode draak af, maar met het werk dat zich zo krachtig uitbreidt, zijn er geen dergelijke arrestaties te midden van de grote verdrukking geweest. Daardoor werd me de waarheid duidelijk: de grote rode draak probeert zich altijd tegen God te verzetten, God te vervolgen en Gods uitverkoren volk te onderdrukken; daar is hij nooit mee gestopt en hij wil God en Zijn uitverkoren volk vernietigen. Soms raakt het zwaard dat hij gebruikt ons niet, en dat betekent dat God over ons waakt en ons beschermt. Soms merken we niet eens dat hij het voornemen heeft om ons te doden, en dat betekent dat God Zijn grote macht gebruikt om ons bescherming te bieden; het betekent niet dat de grote rode draak zijn zwaard heeft neergelegd en ons niet meer zou vervolgen. De grote rode draak heeft zijn zwaard nog nooit neergelegd en zal dat ook nooit doen; hij wil zich tot het einde toe tegen God verzetten en hoe dichter hij bij het einde komt, hoe fanatieker hij wordt, want de grote rode draak is Satan, de boze geest. Hij weet dat de glorierijke dag dat God Zijn reddingswerk zal hebben voltooid, voor hem de laatste dag zal zijn. Dus hoe dichter de dood hem nadert, hoe meer hij zich verzet. Maar wat er ook gebeurt, Gods werk gebruikt de grote rode draak als contrast, hij is dienstbaar in Gods handen en een hulpmiddel om Gods uitverkoren volk te testen. Zijn wreedheid kan Gods werk niet blokkeren en zonder Gods toestemming heeft hij geen macht over Gods uitverkoren volk. Als God niet wil dat hij op jacht gaat, zullen Gods mensen zich vlak onder zijn neus bevinden zonder dat hij hen te pakken kan nemen. Hij is volledig overgeleverd aan Gods genade. Zoals het woord van God zegt: “Wanneer ik officieel met mijn werk begin, bewegen alle mensen zoals ik beweeg, zodat alle mensen in het gehele universum bezig zijn in gelijke tred met mij, er is ‘gejuich’ over het hele universum, en de mens wordt door mij aangespoord. Als gevolg daarvan wordt de grote rode draak zelf door mij opgezweept tot een staat van razernij en ontsteltenis, en dient hij mijn werk en, ondanks het feit dat hij er niet toe bereid is, is het onmogelijk voor hem zijn eigen wensen te volgen, waardoor hij geen andere keus heeft dan zich te onderwerpen aan mijn leiding(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 29). Tijdens de grote rampspoed stond God de grote rode draak toe Gods uitverkoren volk te vervolgen, want Hij wilde gebruikmaken van de grote rode draak en hem voor Gods uitverkoren volk gebruiken om de weerstand van de grote rode draak tegen God duidelijk te maken. Als God ons niet zou toestaan dat wij vervolgd zouden worden, dan zouden wij de woorden die God onthult over de essentie van de verdorvenheid van de grote rode draak niet echt kunnen geloven; we zouden ons niet bewust zijn van de loyaliteit van God. God laat ons daarom de waarheid van de feiten zien als dat gepast is. Alleen op die manier beseffen wij dat alles wat God zegt waar is en dat de grote rode draak inderdaad de vijand is van God, dat het een kwade geest is en dat hij mensen afslacht en hun ziel opslokt. Als deze feiten niet onthuld zouden zijn, zou de grote rode draak mij nog steeds voor de gek kunnen houden. Ik zou hem dan nog steeds geloven als hij het over “vrijheid van godsdienst” en over “wettelijke rechten van burgers” zou hebben. Inmiddels heb ik aan den lijve de achtervolging en vervolging door de grote rode draak ervaren, ik heb met mijn eigen ogen de afschuwelijke gedaante gezien van de slachtpartijen die de grote rode draak heeft aangericht onder Gods uitverkoren mensen. En ik weet dat de vrijheid en democratie die hij verkondigt geheel en al een list is om mensen te misleiden en bedriegen. Ik zie nu duidelijk het kwaad en de afschuwelijke demonische werkelijkheid van de grote rode draak en ik veracht die met heel mijn hart. Ik ben vastbesloten die te slim af te zijn en God tot het einde toe te volgen.

Rampspoed komt van God en de timing ervan ligt zonder twijfel in Gods handen. Als Gods werk resultaat heeft, zal Hij die periode zeker niet rekken. Zoals God zelf zegt: “De tijd van tegenspoed zal niet al te lang duren; sterker nog, het zal minder dan een jaar duren. Als het een jaar zou duren, zou de volgende stap van het werk worden vertraagd en zou de gestalte van de mens ontoereikend zijn. Als het te lang zou duren, zouden mensen het niet kunnen doorstaan. De gestalte van de mens heeft namelijk zijn beperkingen.” God kent ons door en door, Hij kent onze gestalte, Hij kent onze omstandigheden en Hij staat niet toe dat we in ons leven verliezen ervaren. Daarom zal God niet uitstellen, zelfs geen seconde, en zijn we in staat om het allemaal te doorstaan. God heeft in Zijn werk precieze plannen voor ons gemaakt, Hij heeft op alle mogelijke manieren over ons leven nagedacht, maar tijdens mijn rampspoed waren mijn eigen veiligheid en de eventuele ontberingen de enige dingen waar ik aan kon denken; ik dacht helemaal niet aan God. Ik ben werkelijk heel egoïstisch en slecht; ik heb geen rationeel geweten en ik ben het niet waard om in Gods nabijheid te leven. Tijdens mijn rampspoed onthulde God mijn werkelijke gestalte, waardoor ik een realistisch beeld van mezelf kreeg. Ik begreep hoe armzalig, beklagenswaardig en blind ik was; ik begreep dat ik niet in God geloofde en Hem niet liefhad, maar alleen in opstand kwam en me verzette, zelfs zozeer dat ik Hem overal en op elk moment zou kunnen verraden. Op dat moment was ik in staat het gevaar te zien en voelde ik hoe belangrijk het was om de waarheid te bezitten; sindsdien verlang ik vurig naar de waarheid. Rond die tijd las ik de woorden die God had onthuld over de verdorven natuur van de mens, en voelde ik dat Gods woorden in me ontwaakten als een tweezijdig zwaard dat me door merg en been sneed en de smerigheid en onrechtvaardigheid die diep in mijn hart huisden blootlegde. Het zorgde ervoor dat ik inzag hoe slecht en lelijk ik was, en dat Satan me zwaar had bezoedeld. Ik begon een hekel aan mezelf te krijgen en wilde graag veranderen; ik wilde dolgraag een oprecht mens zijn. Ik voelde dat Gods oordeel en tuchtiging mensen werkelijk reinigden, en als ik maar oprecht naar de waarheid zou zoeken, ik vast en zeker ook gereinigd en gered zou worden. De eerste keer dat ik inzag hoe kostbaar Gods woord en hoe belangrijk de waarheid was, werd ik blij vanbinnen; ik geloof eindelijk in God, ik streef naar een nieuw begin en hoop op verlossing. Het gevolg is dat ik mezelf heb voorgenomen dat ik altijd vastberaden en onbewogen God zal volgen en het juiste pad in het leven zal nemen, hoe moeilijk de weg die voor me ligt ook zal zijn.

Door Gods fantastische maatregelen kwamen wij onbewust in aanraking met de rampspoed en konden we daar ook onbewust weer aan ontstijgen. De oogst die dat opleverde was duidelijk en goed zichtbaar. Door de rampspoed zien wij dat God almachtig en wijs is; we zien dat de grote rode draak incapabel en dom is. Hij is losgeslagen en wild, en wordt tegen zijn zin door Gods werk heen en weer geslingerd en hij zal altijd door Gods handen verslagen worden. De grote rode draak probeert tevergeefs Gods uitverkoren volk angst aan te jagen door wrede vervolgingen in te stellen en hij probeert Gods werk te verstoren en te ontmantelen. Hij begrijpt niet dat God dat gebruikt om Zijn mensen te vervolmaken. Ook al ziet het er van buitenaf uit alsof de vervolging van de grote rode draak de mensen is overkomen, in werkelijkheid wordt het allemaal geleid door Gods almachtige hand. Hij drijft mensen uiteen en brengt ze bij elkaar, Hij leidt mensen naar rampspoed en leidt ze weg van rampspoed, Hij staat toe dat mensen verduren totdat ze willen vertrekken, maar Hij heeft de mensen altijd gesteund, aan mensen getrokken en ervoor gezorgd dat mensen niet in staat waren om te vertrekken. Door deze geweldige maatregelen van God kunnen de mensen heel duidelijk het afschuwelijk gezicht van de grote rode draak zien en verachten ze de grote rode draak werkelijk vanuit het diepst van hun hart. De mensen kunnen ook Gods grote kracht zien en Gods liefde, almacht en wijsheid ervaren. Zij zijn standvastiger en onverstoorbaarder bij het volgen van God en zij beseffen hun eigen gestalte en gebreken beter. In hun hart hebben zij een grotere dorst naar God en de waarheid. Het feit dat God de grote rampspoed initieert, is van groot belang; Gods werk kent een grote wijsheid. Dat is onvoorstelbaar. Ik was in staat deel te nemen aan de grote rampspoed die God had geregeld; het was waarlijk Gods verheffing en overdadige liefde en de eer van mijn leven. Elke keer als ik erover nadenk, word ik overmand door emoties en wil ik God vanuit het diepst van mijn hart danken en eren. Als ik de rampspoed niet had meegemaakt, zou ik geen andere keuze hebben gehad dan blindelings te volgen en, uiteindelijk, zou ik gevallen en omgekomen zijn vanwege het niet verkregen hebben van de waarheid en het niet veranderd hebben van mijn gezindheid. Als ik de rampspoed niet had meegemaakt, zou ik geen waar geloof in God hebben; ik zou de moeilijkheden van Gods werk en dat het niet meevalt om mensen te redden, niet begrijpen. Als ik de rampspoed niet zou hebben meegemaakt, zou ik niet het ware gezicht van de grote rode draak kunnen zien en zou ik nog steeds waanideeën hebben over deze duistere samenleving, zou ik nog steeds dol zijn op deze wereld en zou ik God niet met een ijzeren hart kunnen volgen. Het is het prachtige en wijze werk van God dat me heeft overwonnen, het is Gods almacht en grote liefde die me heeft gebracht waar ik nu ben! Vanaf nu maakt het niet meer uit met welke beproevingen en verdrukkingen ik te maken krijg, ik zal me volledig op mijn geloof en liefde voor God baseren om voor God te getuigen en Zijn hart te vertroosten.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger