Waarom heb ik het pad van de farizeeërs gelopen?
Ik ben een arrogante en verwaande persoon, en status is mijn achilleshiel. Al vele jaren word ik in mijn geloof gekneveld door reputatie en status en ik heb mezelf daar niet van kunnen bevrijden. Keer na keer werd ik gepromoot en vervangen; ik heb veel tegenslagen gehad in mijn positie en heb onderweg veel hobbels moeten nemen. Na vele jaren behandeld en gelouterd te zijn, voelde ik dat ik mijn positie niet serieus nam. Ik wilde niet zijn zoals ik in het verleden was, te denken dat zolang ik een leider was ik vervolmaakt kon worden door God en dat wanneer ik niet een leider was er geen hoop was voor mij. Ik zag in dat welke plicht ik ook vervulde, ik enkel de waarheid moest nastreven, en ik zou vervolmaakt worden door God; reputatie en status nastreven is de weg van de antichrist. Nu heb ik het gevoel dat welke plicht ik ook vervul, ik het kan aanvaarden geen hoge positie te hebben. Het is de wet van hemel en aarde dat de schepping zijn rol vervult. Waar je ook geplaatst wordt, je moet de bepalingen van God accepteren. Blootgelegde verdorvenheid van bekendheid en status kunnen worden opgelost door het nastreven van waarheid. Wat ik ook tegenkom wanneer ik mijn plicht vervul, zolang ik de waarheid begrijp ben ik bereid de prijs te betalen. In dat opzicht dacht ik dat ik de weg van het nastreven van de waarheid al aan het bewandelen was. Ik dacht dat ik menselijkheid en rede had teruggewonnen. God doorzoekt het hart en onderzoekt de geest. Hij wist dat ik onzuiver was in mijn zoektocht naar de waarheid en dat ik niet écht het pad bewandelde van de zoektocht naar waarheid. God wist welke methode Hij moest gebruiken om mij te reinigen en te redden.
Aan het einde van juni 2013 werd de leider hier vervangen. Daarna kozen de broeders en zusters mij als nieuwe leider. Gods familie liet mij toe op te staan en het werk te doen. Toen ik hoorde dat ik zo’n grote verantwoordelijkheid kreeg, voelde ik dat ik niet de werkelijkheid van de waarheid bezat en dat ik het werk niet zou kunnen doen. De omvang was zo groot en er waren zoveel broeders en zusters. Hoe kon ik hen leiden? Er waren zoveel mensen die meer innerlijke kwaliteiten hadden dan ik en die vervangen waren. Hoe kon ik het beter doen? Zou dit mij niet ontmaskeren? Ik wilde niet de hoogtes en dieptes doormaken. Zolang ik mijn plichten kon vervullen zou ik mijn uiterste best doen wanneer het werk dat ook vereiste. Als gevolg weigerde ik ter plekke: “Nee, ik ben niet competent voor dit werk. …” Ik zocht naar allerlei redenen en excuses. Ik dacht echt dat het rationeel was dat te doen en dat het de waarheid was. Later kon ik dankzij de communicatie van mijn broeders en zusters herkennen dat ik het vergif van de grote rode draak in mij droeg; dat is ‘Hoe groter ze zijn, hoe harder ze vallen’ en ‘Het is eenzaam aan de top’. Ik wilde niet opnieuw gekweld worden door status. Zelfs al wist ik door na te denken dat de reden waarom deze mensen verplaatst waren, was omdat ze niet naar waarheid zochten en omdat hun natuur te verderfelijk was en omdat ze velerlei kwaad deden; maar in het diepst van mijn geest geloofde ik dat als ik niet een grote leider zou zijn, er niet de mogelijkheid zou zijn om kwaad te doen; dat was een bescherming voor mezelf. Dan dacht ik dat ik vanwege mijn geloof en het verkondigen van het evangelie, door de CCP werd vervolgd en niet terug naar huis kon gaan. Ik had geen uitweg. Wanneer ik een groot leider zou worden en uiteindelijk Gods gezindheid zou beledigen en verbannen zou worden omdat ik de waarheid niet bezat, dan zou ik echt niet verder kunnen leven. Omdat ik gekneveld was door deze opvattingen en door dit vergif leefde ik in duisternis en kwelling. In mijn pijn werd ik gedwongen tot God te roepen: “O God, geconfronteerd met deze verantwoordelijkheid weet ik dat u mij verheven hebt. Ik weet dat het weigeren ervan verraad is aan God. Maar nu leef ik gekneveld door het vergif van Satan en ik kan hier niet uit weggeraken. Ik heb een diepe angst om deze grote verantwoordelijkheid te dragen, ik heb schrik dat mijn natuur gevaarlijk is, dat ik niet over de waarheid beschik en dat ik gestraft zal worden voor een ernstig kwaad. Oh God, ik ben gepijnigd en erg in de war. Ik weet niet hoe me te onderwerpen aan God. Ik vraag u, God, me te helpen en te verlossen.” Tijdens mijn gebed verlichtte God me om aan een passage uit Gods woord te denken: “En jullie kennis over mij stopt niet bij deze misvattingen. Nog erger zijn jullie godslastering tegen Gods Geest en kwaadsprekerij over de hemel. Daarom zeg ik dat een dergelijk geloof als dat van jullie er alleen maar voor zorgt dat jullie verder van mij afdwalen en nog meer tegen mij opstaan. Tijdens vele jaren van werk hebben jullie veel waarheden gezien, maar weten jullie wat mijn oren hebben gehoord? Hoevelen onder jullie zijn bereid om de waarheid aan te nemen? Jullie geloven allemaal dat jullie bereid zijn om de prijs voor de waarheid te betalen, maar hoevelen hebben werkelijk omwille van de waarheid geleden? Jullie hart kent alleen ongerechtigheid, daarom geloven jullie dat iedereen, wie hij ook is, verdraaid en bedrieglijk is” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe je de God op aarde kunt leren kennen). Gods oordelende woorden veranderden mijn verwarring en pijn in angst en beven. Vooral “godslastering tegen Gods Geest”, “kwaadsprekerij over de hemel”, en “Jullie hart kent alleen ongerechtigheid”, deze woorden waren als een zwaard dat in mijn hart stak en ze deden me de gerechtigheid, de grootsheid en de woede van Gods gezindheid voelen. Ik zag dat mijn huidige situatie echt verzet bood tegen God en God lasterde en dat het te pijnlijk was! Om die reden kon mijn rebelse hart een ommekeer maken en ik wierp me ter aarde voor God omdat ik me wilde onderwerpen aan Hem. Ik onderzocht welk deel van mezelf er ontmaskerd was. Ik wist niet hoe vaak ik het oordeel en de tuchtiging van God had ervaren gedurende de jaren, maar ik kende Gods liefde en redding niet en bovendien begreep ik Hem verkeerd en vrijwaarde ik mezelf van Hem, waardoor ik het nog erger maakte. Ik verweet God alles dat onrechtvaardig was alsof Gods werk te lastig was voor de mens. Na vele jaren Gods werk ervaren te hebben, was mijn relatie tot God niet verbeterd of standvast geworden; wel integendeel, ik raakte meer vervreemd en verwijderd van God. Er was een grote kloof tussen God en mij die ik niet kon overbruggen. Is dit wat ik geoogst heb na al deze jaren? Op dit moment kon ik herkennen dat mijn egoïstische en erbarmelijke natuur mij dreef naar het verraden van mijn geweten. Ik was vergeten welke prijs God voor mij betaald had; ik was Zijn verlossing en training voor mij vergeten. Op dat moment bad ik opnieuw tot God: “O God, ik zal niet langer op het gif van Satan leven, ik zal uw hart niet langer verwonden. Ik ben bereid het oordeel en de tuchtiging van God te accepteren en mijn rug te draaien naar mijn dwalende standpunten.” Daarna las ik de preek gegeven op 15 juni 2013 van boven: “Iedereen die niet van God houdt bewandelt het pad van de antichrist en zal uiteindelijk ontmaskerd en geëlimineerd worden. Gods werk van de laatste dagen is het redden en vervolmaken van mensen en elke verderfelijke persoon die niet gered werd zal ontmaskerd en geëlimineerd worden. Daarom zal elke persoon zijn eigen soort volgen. Waarom worden er zoveel mensen ontmaskerd in het uitvoeren van allerlei kwaad met hun status en macht? Dat is niet omdat hun status hen benadeelt. Het fundamentele probleem is de essentie van de natuur van de mens. Status kan mensen zeker en vast ontmaskeren, maar wanneer een goedhartige persoon een hoge positie heeft, dan zal die niet allerlei kwaad doen. Sommige mensen zullen geen kwaad doen wanneer ze geen status hebben. Aan de oppervlakte lijken het goede mensen, maar als ze status verkrijgen, dan zullen ze allerlei soorten kwaad doen” (Communicatie van boven). Door deze communicatie kon ik inzien hoe absurd en grotesk de denkbeelden waren die aanwezig waren in mijn hart. Of iedereen nu het pad van de zoektocht naar waarheid kan bewandelen of niet, is niet gebaseerd op het hebben of het niet hebben van status, en het is niet zo dat het hebben van status het moeilijk maakt om het pad van het zoeken naar waarheid te bewandelen. De sleutel ligt erin of de natuur van de mens de waarheid liefheeft of niet en of de mens al dan niet God liefheeft. Ik dacht, omdat ik mezelf jarenlang had ‘ingehouden’, dat ik mijn status niet al te belangrijk vond en ik dacht dat ik als een grasspriet was die niet verlangde om een grote boom te worden en dat ik eerlijk kon zijn in het zoeken naar waarheid en in het vervullen van mijn plichten. Ik zou niet zoals vroeger pijn, zwakte, negativiteit en wanhoop voelen wanneer ik zag dat Gods familie andere mensen dan mezelf promoveerde. Door deze uitingen geloofde ik dat mijn gezindheid in zekere mate veranderd was en dat ik het pad van Petrus al aan het bewandelen was. Vandaag, in het licht van feiten en waarheid, kon ik mijn ware kleuren helder zien: ik liet mijn status nooit echt los, maar ik was eerder slimmer en scherpzinniger. Na dit vele malen behandeld te hebben, was ik mijn hart niet aan God aan het geven en was ik niet eerlijk op zoek naar liefde voor God. Ik was eerder mezelf aan het beschermen. Mijn toekomstplannen wogen altijd zwaar in mijn geest. Ik had de absurde gedachte in mijn hart geplant dat ‘hoge posities niet veilig zijn’. Hoe toonde ik liefde voor God en hoe bewandelde ik het pad van Petrus?
Wat betreft mijn verkeerde inzichten las ik ‘De principes van het bepalen van je plicht en plaats’ en ook ‘De principes van besteding voor God’ in ‘Praktijk en oefeningen voor principieel gedrag’. In deze principes bevonden zich de woorden van het gebed van Petrus: “U weet waar ik toe in staat ben en u weet bovendien welke rol ik kan spelen. Uw wil is mijn wet en alles wat ik heb draag ik aan u op. U alleen weet wat ik voor u kan doen. Hoewel Satan mij danig voor de gek heeft gehouden, en ik tegen u ben opgestaan, geloof ik dat u mij die overtreding niet toerekent, dat u mij niet daarnaar zult behandelen. Ik wil mijn hele leven aan u opdragen. Ik vraag nergens om. Ik heb geen andere hoop of plannen; ik wil alleen handelen naar uw bedoeling en uw wil uitvoeren. Ik zal uit uw bittere drinkbeker drinken, ik behoor aan u toe” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe Petrus Jezus leerde kennen). “Er bestaat geen verband tussen de plicht van de mens en of hij gezegend of vervloekt is. Zijn plicht is wat de mens hoort te vervullen; het is zijn gezworen plicht en zou niet afhankelijk moeten zijn van vergoeding, voorwaarden of redenen. Dan pas is er sprake van zijn plicht vervullen. Een mens die gezegend is, geniet goedheid als hij na het oordeel vervolmaakt wordt. Een mens die vervloekt is, krijgt straf als zijn gezindheid onveranderd blijft nadat hij getuchtigd en geoordeeld is, dat wil zeggen dat hij niet vervolmaakt is. Als schepsel hoort de mens zijn plicht te vervullen, hij moet doen wat hij hoort te doen, en wat hij kan doen, of hij nu gezegend of vervloekt zal worden. Dit is de fundamentele voorwaarde voor de mens, als iemand die op zoek is naar God. Je moet je plicht niet vervullen alleen om gezegend te worden en je moet niet weigeren iets te doen uit angst om vervloekt te worden. Laat me jullie dit ene ding vertellen: Als de mens in staat is om zijn plicht te vervullen, betekent het dat hij doet wat hij hoort te doen. Als de mens niet in staat is om zijn plicht te vervullen, laat het zien dat de mens opstandig is” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het verschil tussen de bediening van vleesgeworden God en de plicht van de mens). Uit Gods woorden blijkt dat Petrus God echt lief wilde hebben, zijn hele leven lang, en dat hij in alles gehoorzaamde aan Gods bepalingen; hij maakte geen eigen keuzes en had geen eigen eisen. Hoe God de dingen ook regelde, Petrus onderwierp zich altijd. Uiteindelijk deed hij zijn plicht als een schepsel en gaf hij God zijn leven en zijn extreme liefde voor Hem. De reden waarom Petrus slaagde in zijn geloof in God was niet vanwege de plicht die hij vervulde. In mijn eigen opvatting was Petrus de eerste apostel van de twaalf, en had hij zo’n hoge positie dat het makkelijk voor hem was om kwaad te doen en was hij vatbaar om ontmaskerd en geëlimineerd te worden. Maar Petrus koos het juiste pad en de Heer Jezus gaf hem de geweldige aanstelling van het hoeden van de kerken. Hij werkte in zijn positie niet als apostel. Hij was op de achtergrond en onbekend, hij was ijverig en secuur in het vervullen van zijn plichten als een schepsel, om God echt lief te hebben, en om zich te onderwerpen aan Hem. Hij verkreeg Gods tevredenheid door zijn uiterste best te doen in het vervullen van zijn plichten. Dat was het geheim van zijn succes. Nadat ik mezelf spiegelde aan Petrus’ gebed en aan het oordeel en de tuchtiging van Gods woord, schaamde ik me. Gods woord trof me in mijn hart en maakte het mogelijk voor mij om te zien dat ik me niet onderwierp aan God en dat ik me tegen Hem verzette. In mijn geloof in God behield ik altijd mijn eigen verwachtingen en plannen. Al deze jaren had ik het druk met gejaagd te zoeken naar een uiteindelijke bestemming, voor mijn toekomstperspectieven, voor bekendheid, winst en status. Wanneer ik slechts een deel van mijn plichten uitvoerde, probeerde ik een deal te sluiten met God en God er een stempel ter goedkeuring op te laten drukken, om te garanderen dat ik gered zou worden. Mijn eisen aan God om dit te doen, maken duidelijk dat de natuur van Satan in mij te egoïstisch, deerniswekkend en kwaad was. Ik had niet de minste redelijkheid en het geweten die een schepsel zou moeten hebben. Ik wees mijn benoeming af omdat ik een verraderlijke natuur heb. Ik wees Gods oproep af met als doel mezelf te beschermen en ik gebruikte daarvoor een absurd argument en zocht naar excuses. Ik discussieerde met God. Ik was niet redelijk. Op dat moment las ik Gods woorden: “Als de mens in staat is om zijn plicht te vervullen, betekent het dat hij doet wat hij hoort te doen. Als de mens niet in staat is om zijn plicht te vervullen, laat het zien dat de mens opstandig is.” In mijn geweten voelde ik een diepe zelfbeschuldiging; ik dacht terug aan hoe alles wat ik had, mij gegeven was door God en dat God alles regelde wat ik kon doen en wat ik zou ervaren. Keer op keer daalde Gods oordeel en tuchtiging op mij neer om mij mijn redelijkheid en geweten te doen terugwinnen en om het voor mij mogelijk te maken om mijn plichten waarlijk te vervullen als een schepsel. Ongeacht wat God van mij eiste, ik had mezelf moeten opofferen en Gods liefde moeten terugbetalen. Anders zou het verraad zijn en zou ik gestraft moeten worden! Vandaag is de kwestie niet of Gods aanstelling geregeld was door iemand, maar wel dat het God is die het pad test dat ik al deze jaren bewandeld heb en waarnaar ik op zoek was al deze jaren. Vandaag beschik ik niet over de werkelijkheid van waarheid en ben ik klein van gestalte. God gaf me deze verantwoordelijkheid niet omdat ik op dit moment geschikt ben daartoe; het is daarentegen bedoeld om mij de mogelijkheid te bieden mijn zoektocht naar waarheid te verbeteren en de training te accepteren. Het dwingt me mezelf volledig over te geven aan God en de werkelijkheid van God liefhebben binnen te treden met heel mijn hart, ziel, sterkte en geest. In het verleden leefde ik met absurde ideeën. Ik geloofde dat ik mijn plichten en status had verzekerd. Terwijl ik mijn plichten met die houding en met die achtergrond vervulde, ervoer ik weinig loutering of veel druk. Het legde daarentegen wel mijn bedorven gezindheid bloot, via mijn zelfgenoegzaamheid en tevredenheid met mijn huidige situatie. Het legde mijn egoïstische en deerniswekkende denkbeelden bloot: ik wilde mijn plichten vervullen met geloof in God zonder tot het uiterste te gaan om God voldoening te geven en lief te hebben. Op dat moment kon ik tot mezelf komen: na al deze jaren dacht ik dat ik het pad van Petrus die de waarheid zocht al aan het bewandelen was. Maar vandaag leggen de feiten bloot dat ik voornamelijk belang hechtte aan mijn toekomstperspectieven. Ik had geen greintje liefde voor God en ik was niet bereid om een zware last te dragen of mijn hele zelf op te offeren voor God. Hoe lag dit in de lijn met dat waar Petrus naar op zoek was?
In mijn zoektocht las ik Gods woorden: “Als een schepsel van God zou de mens de plicht van een schepsel van God moeten willen uitvoeren, God moeten willen liefhebben zonder andere keuzes te maken, want God is de liefde van de mens waard. Zij die God willen liefhebben moeten niet op zoek zijn naar eigen gewin of naar iets waar zij zelf naar verlangen. Dat is de meest juiste manier van zoeken. Als dat waar je naar op zoek bent de waarheid is, dat wat je in praktijk brengt de waarheid is, en dat wat je bereikt een verandering in je gezindheid is, dan is het pad dat je bewandelt het juiste. Als dat wat je zoekt de zegeningen van het vlees zijn, en dat wat je in praktijk brengt de waarheid van je eigen opvattingen is, en als er geen verandering in je gezindheid optreedt, en je helemaal niet gehoorzaam bent aan God in het vlees, en je nog altijd in vaagheid leeft, dan zal datgene waar je naar op zoek bent je naar de hel voeren, want het pad dat je bewandelt is het pad van de mislukking. Of je vervolmaakt of geëlimineerd wordt hangt af van je persoonlijke zoektocht, wat ook inhoudt dat succes of mislukking afhangen van het pad dat de mens bewandelt” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt). Gods woord is de waarheid, de weg en het leven, en op dat punt integreerde ik opnieuw mijn huidige situatie met twee passages van Gods woord. Ik besefte dat Gods woord Petrus’ pad tot succes al had blootgelegd, evenals de uiting van het pad tot succes. Petrus’ pad tot succes verwees niet naar het niet zoeken van status of het uitzoeken en kiezen van plichten. Het ging niet alleen over op negatieve aspecten overwonnen te worden, het verwees voornamelijk naar het positief zoeken naar het liefhebben van God en naar het vervullen van je plicht als een schepsel. Meer nog, het juiste pad bewandelen zal positieve en echte resultaten voortbrengen, zoals het beter kennen van God, meer onderworpen zijn door het zoeken naar waarheid en het in de praktijk brengen ervan, en niet langer je eigen eisen, verwachtingen en onzuiverheden koesteren; je gezindheid zal zich veranderen, en, belangrijker nog, mensen zullen beter de waarheid betreden en een hoe langer hoe echtere liefde voor God koesteren, zodat ze zich volledig overgeven aan God met geen andere vereisten en zodat ze hun hele leven lang God naarstig liefhebben. Ik dacht dat ik het juiste pad bewandelde en dat ik de werkelijkheid van een zekere waarheid al betreden had. Maar waar in de blootgelegde feiten was mijn uiting in het verkrijgen van de waarheid en het transformeren van mijn gezindheid? Waar was mijn uiting van het waarlijk liefhebben van God? Wanneer ik het inderdaad had binnengetreden, dan zou ik getest kunnen worden. Ongeacht welke bepalingen God maakt, ik zou ze kunnen ondergaan. Wanneer ik er echt in zou zijn binnengetreden, dan zou ik de substantie van de natuur van Satan in mezelf kunnen doorzien en dan zou ik Gods redding echt kunnen zien. Ik zou meer bereid zijn mezelf op te offeren voor God en Zijn liefde terug te betalen. Met deze feiten en met het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden besefte ik dat ik het verkeerde pad bewandelde. Ik bewandelde niet het pad van het vervullen van mijn plichten als een schepsel, noch was ik op zoek naar liefde voor God. Ik bewandelde daarentegen het pad van het vinden van mijn eigen belangen en persoonlijke verwachtingen; het was het pad van het verraden van God door gedwongen te worden te volgen en een beperkte prijs te betalen om mezelf te beschermen en te garanderen dat ik een uiteindelijke bestemming zou hebben. Ik heb altijd de genoegens van het vlees nagejaagd. Om tijdelijk comfort te bereiken, wilde ik Gods oordeel en tuchtiging niet accepteren en wilde ik de waarheid niet ontvangen; ik wilde God niet liefhebben, alles opgeven voor God of alles uitputten voor God via Zijn oordeel en tuchtiging en beproevingen en verfijning. Mijn standpunt in het diepst van mijn hart was: probeer gewoon plichten vredig uit te voeren, beledig de gezindheid van God niet. Uiteindelijk zal ik een goede bestemming bereiken en dat zal genoeg zijn. Gods woord heeft herhaaldelijk laten zien dat de kernoorzaak van Paulus’ falen ligt in zijn dealen met God. Hij werkte voor zijn toekomstige beloning en kroon en hij had niet de minste vorm van onderwerping en liefde voor de Heer van de schepping. Uiteindelijk leidde het tot zijn falen en het ondergaan van Gods straf. Gods woord waarschuwt ons duidelijk: “[…] zullen degenen die werken voor hun bestemming uiteindelijk geen succes oogsten. Gebrek aan geloof in God is immers het gevolg van bedrog door de mensen zelf” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over bestemming). Dit type investering wordt niet met oprechtheid gedaan; het heeft een valse verschijning en het is misleidend. Ik had echt m’n nek uitgestoken en ik vermeed het oordeel van Gods woorden door mijn eigen pad te bewandelen. Gedomineerd door mijn natuur heb ik altijd het pad bewandeld door mensen te volgen die gefaald hadden. Wanneer Gods werk van redding neerkwam op mij, kon ik het goede niet van het kwaad onderscheiden en beet ik de hand die mij voedde. Ik bood God enkel wanbegrip, weerstand en verraad. Op dat punt kon ik duidelijk zien hoe egoïstisch en betreurenswaardig mijn natuur was. Ik geloofde al deze jaren in God en ik genoot van God en toch verzette ik me tegen God, omdat ik voortdurend wachtte om zaken te doen met God. Ik had geen greintje liefde voor God in mijn hart. Dat is precies de reden waarom ik het verkeerde pad bewandelde en dat was precies waar God het over had: “Omdat de mens er niet goed in is om zichzelf helemaal aan God te wijden, omdat de mens niet bereid is zijn plicht jegens de Schepper uit te voeren, omdat de mens de waarheid heeft gezien maar haar vermijdt en zijn eigen pad bewandelt, omdat de mens altijd op zoek is door het pad te gaan van hen die gefaald hebben, omdat de mens altijd de Hemel tart, daarom faalt de mens altijd, raakt hij altijd in de valstrik van Satan gevangen en verstrikt in zijn eigen net” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt).
Daarna las ik de communicatie van boven, die stelde: “Er zijn mensen die onvermijdelijk deze angsten bezitten: ‘Ik vervul mijn plicht, maar ik ben bang voor het bewandelen van het pad van de antichrist; ik ben bang iets fout te doen en God weerstand te bieden’. Zijn er veel mensen met dit soort van angsten? Vooral zij die werker en leider zijn, hebben gezien dat er iemand was die erg toegewijd zocht in het verleden, gaven had en een goede geest, totdat diegene viel. Zo iemand was behoorlijk goed in prediken, maar viel uiteindelijk ook, onverwacht. Ze zeggen: ‘Wanneer ik die dingen doe, zal ik dan zoals hen eindigen en zelf ook vallen?’ Als je iemand bent die God liefheeft, ben je dan nog bang voor zulke zaken? Als je God echt liefhebt, zou je dan nog gecontroleerd worden door je angsten? Mensen die God liefhebben staan altijd open voor Zijn wil en zullen niet het verkeerde doen. […] Als je echt kan onderscheiden wat het bewandelen is van het pad van de antichrist en wat het bewandelen is van het pad van het streven naar waarheid en vervolmaakt worden, waarom ben je dan bang voor het nemen van het pad van de antichrist? Toont die angst niet dat je het nog steeds wilt bewandelen en dat je niet bereid bent het verkeerde pad te verlaten? Is dat niet het probleem?” (‘Hoe liefde voor God te zoeken en te getuigen voor God’ in ‘Preken en communicatie IX’). Aan de hand van de openbaring van het gezelschap van boven kon ik beter inzien dat mensen die God niet liefhebben het pad van de antichrist bewandelen; dat mensen die God niet liefhebben de bron van mislukking zijn; ik zag ook duidelijker de redenen en de excuses van Satan die verborgen lagen in mij; ik kon de truken van Satan doorzien. Ik was niet bereid de grotere verantwoordelijkheden te accepteren en ik had schrik om het pad van het falen te bewandelen en dat maakte duidelijk dat mijn natuur egoïstisch was, weerzinwekkend en slecht. Ik maakte duidelijk dat ik mezelf en Satan al te zeer liefhad en dat ik het pad van de antichrist – het zoeken naar status en bekendheid en verwachtingen en toekomstige bestemmingen – niet verachte. Ik beminde de waarheid niet en had geen greintje liefde voor God. Ik kon ook perfect begrijpen wat boven zei over mensen die vele jaren geloofden in God en toch geen liefde hadden voor God: dat zij geen menselijke natuur hadden; je zou kunnen zeggen dat zij allen een zekere kwade natuur hadden; ze waren allen egoïstische, weerzinwekkende en slechte mensen. Dus ik had ware kennis over de substantie van mijn eigen natuur. Tegelijkertijd zorgde het er ook voor dat ik mijn verkeerde meningen een andere richting kon opduwen en kon worden vrijgelaten en de juiste richting en het juiste pad van beoefening kon inslaan, zodat ik niet langer egoïstisch en weerzinwekkend leefde; alles wordt geregeld door God en ik moet enkel waarlijk op zoek gaan naar waarheid en liefde voor God beoefenen wanneer ik mijn plichten vervul.
Geprezen zij God voor Zijn oordeel en tuchtiging die het doel van mijn zoeken hebben doen omdraaien en mij teruggehaald hebben van het verkeerde pad. Het liet me ook echt de substantie van de natuur van Satan zien die in mij huisde en de bron vinden van mijn falen. Ik geloofde al deze jaren in God en nooit had ik God lief. Ik voelde schaamte en zelfverwijt. Ik heb God echt teleurgesteld en ik heb God al te zeer gekwetst. Mijn hart verlangt ernaar een ware liefde voor God te ontwikkelen. Petrus werd vervolmaakt, omdat hij God waarlijk liefhad en omdat hij de wil en de doorzettingskracht had om naar waarheid te zoeken. Zelfs al ben ik daar ver van verwijderd, zal ik niet langer zo verachtelijk en misselijkmakend leven met als doel mezelf te beschermen; ik ben bereid om het liefhebben van God tot mijn doel te maken in mijn zoektocht, en ik zal geen krachten sparen en ik zal de prijs betalen in het vervullen van mijn plichten. Ik zal echt de last van mijn verantwoordelijkheden dragen en waarheid beoefenen wanneer ik mijn plichten vervul en de werkelijkheid van het liefhebben van God binnengaan.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.