Werp het masker af en begin het leven opnieuw

26 augustus 2019

Door Chen Dan, provincie Hunan

Aan het einde van vorig jaar, omdat ik het evangeliewerk in mijn regio niet van de grond kreeg, plaatste Gods familie een broeder van een andere regio over om mijn werk over te nemen. Ik was daar niet van op de hoogte en kreeg het nieuws in plaats daarvan indirect te horen van een zuster met wie ik op dat moment samenwerkte. Ik was erg van streek. Ik vermoedde dat de leidinggevende mij niet geïnformeerd had uit angst dat ik mijn positie niet zou willen opgeven en ruzie zou gaan maken. Als gevolg daarvan vormde ik mij een slecht beeld van de verantwoordelijke zuster. Later ontmoetten de zuster en ik elkaar en ze vroeg hoe ik me voelde over het feit dat ik vervangen zou worden − aanvankelijk wilde ik haar zeggen wat ik echt dacht, maar ik maakte me zorgen dat ze een slechte indruk van mij zou krijgen en dat ze zou denken dat ik naar een positie aan het vissen was. Dus in plaats daarvan zei ik haar, met een zo kalm mogelijke stem: Dat is geen probleem. Ik kon geen constructief werk verrichten, dus het is terecht dat ik vervangen word. Ik heb er niet echt een mening over. Welke taak Gods familie mij ook geeft om te vervullen, ik zal gehoorzamen.” Op die manier verborg ik mijn ware zelf en projecteerde ik een ingebeelde versie van mezelf tegenover de zuster. Daarna zond Gods familie mij uit om een medewerker te worden. Tijdens onze eerste vergadering onder collega’s vertelde onze net overgeplaatste leider in alle openheid over zijn eigen situatie. Eén zin in het bijzonder die hij gebruikte, “alle status en reputatie verloren”, raakte mij als was het een ton bakstenen: het was alsof hij het over mij had. Ik zat daar en voelde me overstuur en droevig − ik voelde de tranen opwellen in mijn ogen, maar ik onderdrukte ze uit angst dat de anderen het zouden merken. Ik wilde mezelf blootgeven, maar ik was tegelijkertijd bang dat mijn collega’s slecht over mij zouden denken. Om geen gezichtsverlies te lijden, verhulde ik opnieuw mijn ware toestand, om anderen niet te laten zien hoezeer ik al was gelouterd. Ik dwong zelfs een glimlach op mijn gezicht om anderen te tonen hoe normaal mijn toestand was. Op die manier nam ik mijn negativiteit mee naar het werk, en ondanks het feit dat ik niet durfde te verslappen en elke dag van zonsopgang tot zonsondergang werkte, leek het dat hoe harder ik werkte hoe inefficiënter ik werd en er ontstonden allerlei problemen. Het evangeliewerk kwam tot een abrupt einde en de leider van het evangelieteam en sommige van zijn leden werden gearresteerd door de politie van de Communistische Partij van China (CCP). Geconfronteerd met dit alles voelde het alsof ik zou instorten en ik dacht enkel aan mijn naderende vervanging. Zelfs toen weigerde ik mezelf bloot te geven en deed ik mezelf sterk en vastberaden voor tegenover mijn broeders en zusters.

Op een dag tijdens spirituele devotie hoorde ik de volgende passage uit een communicatie van Christus: “Sommige mensen zijn wanneer ze met hun broeders en zusters omgaan bang dat deze erachter komen welke moeilijkheden ze in hun hart hebben, en dat de broeders en zusters ze daarmee kunnen bekritiseren en op hen neer kunnen kijken. Wanneer ze spreken proberen ze altijd de indruk te wekken dat ze echt heel ijverig zijn, dat ze God echt willen en heel erg graag de waarheid in praktijk willen brengen. In feite, in hun hart, zijn ze echter bijzonder zwak en passief. Ze doen alsof ze sterk zijn, zodat niemand ze kan doorzien. Dit is ook bedrog. Samengevat, ongeacht wat je doet – of het nu in het leven, tijdens het dienen van God of tijdens het uitvoeren van je plicht is – als je mensen een verkeerd beeld van jezelf voorspiegelt en het gebruikt om hen te misleiden, hen je te laten waarderen en niet op je neer te laten kijken, dan ben je bedrieglijk(‘De meest fundamentele beoefening om een eerlijk iemand te zijn’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Nadat ik deze passage hoorde was ik verbluft. Het oordeel van Christus raakte mij tot in de kern van mijn zijn. Wanneer ik mijn eigen daden afwoog tegen deze woorden bleek dat ik niet meer was dan de verraderlijke persoon waarover God sprak, een echte hypocriet. Om de leider en mijn collega’s de indruk te geven dat ik iemand was die bereid was om zijn status op te geven en om de voorziening te volgen die Gods familie had voorbereid voor mij verhulde ik ijverig mezelf en verborg ik de waarheid terwijl ik het werk van Gods familie en het leven van mijn broeders en zusters opofferde, zonder daarover na te denken. Ik wilde simpelweg niet onthullen tegenover hen hoe negatief mijn toestand en gedrag geworden waren nadat ik vervangen was, dus sinds het moment waarop mij mijn leiderschapspositie afgenomen werd en ik gedelegeerd werd als arbeider pretendeerde ik sterk te zijn en vastberaden, zelfs al voelde ik mezelf vanbinnen negatief en zwak. Ik leefde in de misleiding van Satan. Ik leefde in de miskenning en het verraad van God. En zelfs toen wilde ik mezelf niet blootgeven en de waarheid zoeken om mijn verdorven gezindheid te herstellen. Hoe bedrieglijk was ik toen! Maar hoe goed ik mijn echte gevoelens ook verdoezelde en verborg, ik kon niet ontsnappen aan Gods allesziende oog. De Heilige Geest gebruikte mijn inefficiëntie op het werk om alles bloot te leggen. Ik wilde in geen geval mijn status opgeven en deed alles om geen gezichtsverlies te lijden en mijn status hoog te houden, en om dat te doen projecteerde ik een vals beeld van mezelf om mijn broeders en zusters te misleiden en te verwarren. Hoe kon ik zo dom zijn om niet te weten dat ik met zulk gedrag niet enkel mezelf in de val lokte maar dat ik ook grote schade toebracht aan het werk van Gods familie? Hoe gevaarlijk was het om een spelletje te spelen met het werk van Gods familie en mijn eigen leven!

Op dit punt aangekomen kon ik niet anders dan mezelf de vraag stellen: waarom geef ik altijd een vals beeld van mezelf tegenover anderen? Is dat niet omdat mijn verraderlijke natuur mij dwingt om geen gezichtsverlies te lijden en om mijn status te beschermen? Dankzij de verlichting van de Heilige Geest begon ik te beseffen hoe het gif van Satan etterde in mij. De zegswijzen ‘Zoals een boom leeft voor zijn schors, zo leeft een mens voor zijn gezicht’ en ‘Een man laat zijn naam achter waar hij ook gaat, net zoals een gans zijn kreet uitroept waar hij ook vliegt’ hadden zich zo diep in mijn ziel genesteld dat al mijn daden er diep door beïnvloed waren en ze hen zelfs reguleerden. Ik dacht terug aan hoe dit in het verleden tot uiting was gekomen: hoe vaak was ik bij het vervullen van mijn plichten ingegaan tegen het principe van de waarheid door de realiteit van de situatie te verhullen om geen gezichtsverlies te lijden en uit angst dat anderen mij zouden bekritiseren als ik mijn mening zou geven? Hoe vaak heb ik ernstige schade toegebracht aan mijn leven omdat ik − ondanks dat ik mezelf er pijnlijk bewust van was dat ik er slecht aan toe was en ondanks dat ik wist dat ik mezelf zou moeten blootgeven in de communicatie met anderen − ervoor koos om in stilte te lijden in plaats van mezelf te openen en op zoek te gaan naar het pad van het licht, uit angst dat men zou neerkijken op mij? In essentie verhulde ik mezelf elke keer wanneer mijn gezicht en reputatie op het spel stonden en ik projecteerde een vals beeld om God te misleiden en anderen te verwarren. Zelfs terwijl God mij door ontelbare openbaringen probeerde te redden, gebood mijn verraderlijke natuur mij om een vals beeld te creëren, om God te misleiden en anderen te verwarren. Hoe kon God op deze manier in mij werken? Als ik mijn weg voortzette langs dat pad, hoe kon ik dan redding krijgen? Hoe kon dit alles niét Gods woede wekken? In de greep van angst wierp ik mezelf voor God ter aarde: Almachtige God, ik verdien het niet voor u te komen! Mijn verraderlijke natuur heeft veel schade berokkend aan Gods familie, maar u hebt mij zelfs een kans gegeven om te bekeren. Ik vraag nu niet dat u mij tolereert of dat anderen goed over mij denken, ik vraag alleen dat uw tuchtiging en oordeel voor altijd met mij zijn. Sta me toe door uw tuchtiging en oordeel uw rechtvaardige gezindheid te zien en een beter begrip te krijgen van mijn verraderlijke natuur, zodat ik mijn masker kan afwerpen en op een eerlijke manier kan leven.

Later las ik deze passage van Gods woorden: “Eerlijkheid betekent je hart aan God geven, Hem nooit bedriegen, in alles open naar Hem zijn en de waarheid nooit verbergen. Eerlijkheid betekent ook nooit iets doen wat mensen boven of onder je misleidt, en nooit iets doen om alleen maar bij God in een goed blaadje te komen. Kortom, eerlijk zijn is onzuivere daden en woorden vermijden, en God noch mensen misleiden. […] Als je verborgen zaken niet graag bespreekbaar maakt en niet bereid bent je geheimen, oftewel je moeilijkheden, bloot te geven aan anderen om de weg van het licht te zoeken, zul je het heil niet gemakkelijk verkrijgen en niet gemakkelijk uit de duisternis tevoorschijn komen. Als je veel genoegen schept in het zoeken naar de weg van de waarheid, ben je iemand die altijd in het licht verblijft(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen). In Gods woorden zag ik dat zij die hun geheimen niet willen delen en hun moeilijkheden niet willen blootgeven om naar de waarheid op zoek te gaan, verraderlijk zijn. Want God haat en verafschuwt verraderlijke mensen. De Heilige Geest werkt niet in verraderlijke mensen en hoeveel jaren zij ook besteden aan het belijden van geloof in God, zij zullen Zijn redding nooit ontvangen en zullen uiteindelijk geëlimineerd worden. Dankzij de verlichting van Gods woord kon ik beseffen dat de reden waarom ik gefaald had in mijn dienst aan God in mijn eigen verraderlijke natuur lag. Ik was nooit bereid om mijn hart aan God te schenken, om mijzelf bloot te geven tegenover God of mijn broeders en zusters en om Gods tuchtigingen en oordelen te ontvangen om mezelf te reinigen. Als gevolg daarvan leefde ik in een oneerbare toestand, werkte de Heilige Geest niet meer in mij en was ik in het duister gezonken. Als ik mijn werkelijke toestand had gedeeld tijdens mijn omgang met de zuster die toen de leiding had, dan zou ze zonder meer de waarheid met me hebben gesproken en mijn toestand zou onmiddellijk beter geworden zijn. Als ik mezelf eenvoudigweg had blootgegeven, dan zou mijn relatie met God normaal geweest zijn en dan zou ik geen vooroordelen tegenover haar gekoesterd hebben of zo’n grote schade toegebracht hebben aan het werk van Gods familie. Ik dank God dat Hij aan mij Zijn rechtvaardige gezindheid heeft geopenbaard. Door Gods woord ben ik blootgelegd en beoordeeld en zo kon ik mijn verraderlijke natuur herkennen en wat er aan de basis lag van mijn falen. Gods openbaring en oordeel hebben mij ook een weg getoond waarop ik kan praktiseren: hoeveel moeilijkheden mijn pad ook kruisen, of hoe slecht mijn toestand ook is, enkel door mezelf bloot te geven en de waarheid te gebruiken om een oplossing te vinden en het woord van God te volgen, zal ik het werk van de Heilige Geest ontvangen. Enkel door mijn masker af te werpen en eerlijk te handelen, zal ik de redding van God bereiken.

In de woorden van God vond ik hoop en mijn hart was diep beroerd. Zelfs al hebben mijn daden God diep gepijnigd, Hij heeft mij nooit verlaten en Hij was altijd daar en in stilte liet Hij Zijn redding werken. Achter deze ogenschijnlijk strenge tuchtiging en dit strenge oordeel is Gods ernstige mildheid duidelijk aanwezig. Ik heb echt ervaren wat bedoeld wordt met “liefde zo diep als de liefde die tot uitdrukking komt in de wijze waarop een vader zijn zoon begeleidt”. De essentie van God ligt niet enkel in trouw, maar ook in schoonheid en goedheid. Al wat Hij zegt, is waarheid en dat moet gekoesterd worden door alle mensen, want geen enkel lid van de verdorven mensheid beschikt over deze essentie van God. Ook al is mijn ware natuur verraderlijk en verachtelijk en ook al gaat al wat ik gedaan heb tegen de waarheid in, ik zweer dat ik terugkeer naar God en mijn uiterste best zal doen om de waarheid te zoeken, om verandering in mijn gezindheid te zoeken en om mezelf nooit meer te vermommen om mijn waardeloze status te beschermen en gezichtsverlies te voorkomen. In de toekomst, welke moeilijkheden of slechte situaties mijn pad ook zullen kruisen, ik zweer dat ik mijzelf zal blootgeven aan anderen in de zoektocht naar de waarheid en dat ik eerlijk zal leven om Gods hart te troosten!

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Neem contact op via Messenger