660 Lied van de overwinnaars
1 Het koninkrijk groeit onder de mensen, het krijgt vorm onder de mensen, het verheft zich onder de mensen; geen enkele macht kan mijn koninkrijk vernietigen. Wie van mijn volk is in het huidige koninkrijk, wie van jullie is niet een mens onder de mensen? Wie staat buiten de menselijke omstandigheden? Wanneer mijn nieuwe uitgangspunt aan de massa wordt verkondigd, hoe zal de mensheid dan reageren? Jullie hebben met eigen ogen de toestand van de mensheid kunnen aanschouwen; jullie koesteren toch zeker geen hoop meer dat jullie voor altijd in deze wereld kunnen blijven?
2 Ik wandel nu temidden van mijn volk, ik woon onder mijn volk. Degenen die mij nu ware liefde betonen zijn gezegend. Gezegend zijn zij die zich aan mij onderwerpen, zij zullen zeker in mijn koninkrijk verblijven; gezegend zijn zij die mij kennen, zij zullen macht hebben in mijn koninkrijk; gezegend zijn zij die naar mij op zoek zijn, zij zullen zeker aan de ketenen van Satan ontsnappen en zich in mijn zegen verheugen; gezegend zijn zij die zichzelf kunnen verloochenen, zij zullen zeker mijn bezit worden en de overvloed van mijn koninkrijk erven.
3 Zij die druk in de weer zijn voor mij zal ik gedenken, zij die kosten noch moeite sparen voor mij zal ik met blijdschap omarmen, zij die mij offers brengen zal ik vreugde schenken. Zij die vreugde vinden in mijn woorden zal ik zegenen; zij vormen beslist de pilaren waar de nokbalk van mijn koninkrijk op steunt, ze krijgen beslist ongekende overvloed in mijn huis en niemand kan bij hen in de schaduw staan.
4 Hebben jullie ooit de zegeningen aanvaard die jullie zijn gegeven? Hebben jullie ooit naar de beloften gestreefd die er vanwege jullie gedaan zijn? Onder leiding van mijn licht zullen jullie de wurggreep van de duistere krachten doorbreken. In het donker zullen jullie zeker het licht dat jullie begeleidt niet uit het oog verliezen. Jullie zullen beslist meester van de schepping zijn. Jullie overwinnen Satan beslist. Als het koninkrijk van de grote rode draak ten onder gaat, zullen jullie ongetwijfeld opstaan tussen de talloze massa’s om mijn overwinning te bewijzen. Jullie zullen beslist resoluut en standvastig zijn in het land van Sinim. Door jullie lijden zullen jullie de zegen erven die van mij komt, en zullen jullie mijn glorie door het hele universum uitstralen.
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 19