1

Nu ik God de hele tijd, tot aan vandaag toe, heb gevolgd,

zie ik dat God liefde is.

Tijdens vele smarten en mislukkingen,

vormen Zijn woorden mijn troost.

Door mijzelf via Zijn woorden te zien,

kom ik erachter dat mijn verdorvenheid diep is.

Mijn satanische aard is diepgeworteld,

en zorgt ervoor dat ik in zonde leef.

Arrogant en verwaand, liegend en bedriegend,

lijk ik niet veel op een mens.

Ik gedraag me zoals ik dat wil,

en beoefen zelden de waarheid.

Mijn acties hebben geen principes,

maar ik denk dat ik de werkelijkheid van de waarheid bezit.

Ik ben niets meer dan een hypocriet,

ik gehoorzaam God geheel niet.

Ik ben gefocust op het nastreven

van status en roem.

Mijn binnenkomst in het leven is flinterdun.

In tegenstelling tot Petrus ontbreekt het me,

voldoe ik niet, aan zijn geest.

Zo beschamend, het ontbreekt me aan woorden.

2

Beproevingen en tegenspoed tonen

dat ik zonder liefde voor God ben.

Ik geef alleen maar om mijn vlees,

en helemaal niets om God.

Ik vrees voor de kwelling van de arrestatie,

en ben bang zoals Judas te worden.

Ik ben bang voor de dood geweest,

en heb een onwaardig leven geleefd.

Ik zie mijn werkelijke gestalte in

de openbaring van de feiten.

Zonder de werkelijkheid van de waarheid,

zal ik zeker God verraden.

Hoe zou ik zonder liefde voor God in mijn hart

mij kunnen toewijden en gehoorzamen?

Ik heb er spijt van dat ik de jaren dat ik geloof

niet gebruik om de waarheid na te streven.

Ontmaskerd door vervolging,

tegenspoed en beproevingen,

zie ik met mijn eigen ogen

mijn gevaarlijke situatie.

Zonder de werkelijkheid van de waarheid,

kan er geen sterke getuige zijn.

3

Beproevingen, louteringen en het feit dat ik onder handen werd genomen en gesnoeid,

ontmaskerde mijzelf en wat ik doe.

Ik zet doctrines uiteen

en voer excuses aan om mijzelf te verdedigen.

Hoe zou ik met leugens en bedrog in mijn hart

werkelijk eerlijk kunnen zijn?

Nadenkend kom ik er achter dat mijn gezindheid

niet veel veranderd is in de vele jaren dat ik geloof heb gehad.

Hoe dwaas de waarheid niet te zoeken,

en toch binnen te willen gaan in het koninkrijk!

Gods gezindheid, trouw, rechtvaardig,

zonder waarheid zal ik door God worden uitgeworpen.

Ik zie dat ik te veel tekort kom,

en dat mijn verdorven gezindheid niet is gezuiverd.

Ik heb al die jaren in God geloofd zonder de waarheid na te streven,

zodat ik me nu zo ellendig voel.

Hoe zou ik zonder zelfreflectie hebben kunnen weten

dat ik het pad van Paulus bewandelde?

Ik besluit Petrus te evenaren

en er naar te streven God lief te hebben

en aan Gods wil te voldoen.