9 Almachtige God is gezeteld op de glorieuze troon
1 De zegevierende Koning zit op Zijn glorieuze troon. Hij heeft de verlossing volbracht en Zijn hele volk geleid om in glorie te verschijnen. Hij houdt het universum in Zijn handen en heeft met Zijn goddelijke wijsheid en macht Sion gebouwd en stevig gemaakt. Met Zijn majesteit oordeelt Hij over de zondige wereld; Hij heeft geoordeeld over alle naties en alle volken, de aarde en de zeeën en alle levende dingen daarin, en ook hen die dronken zijn van de wijn van de promiscuïteit. God zal beslist over hen oordelen.
2 God zal beslist kwaad op hen zijn, en daarin zal de majesteit geopenbaard worden van God, wiens oordeel onmiddellijk is en zonder vertraging geveld wordt. Het vuur van Zijn toorn zal hun afschuwelijke misdaden beslist verbranden en op enig moment zal hun onheil overkomen; ze zullen geen vluchtweg kennen en zich nergens kunnen verbergen, ze zullen jammeren en tandenknarsen en vernietiging over zich afroepen. De zegevierende, geliefde zonen van God zullen beslist in Sion blijven en er nooit uit vertrekken. De talrijke volken zullen nauwlettend naar Zijn stem luisteren, ze zullen Zijn daden zorgvuldig in acht nemen en de geluiden van hun lofprijzingen zullen nooit ophouden.
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 3