De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (5)

Tijdens de vorige bijeenkomst hebben we gecommuniceerd over punt vijf van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers. In de communicatie over punt vijf hebben we enkele uitingen en praktijken van valse leiders ontleed en de communicatie over dit punt is afgerond. Nu zullen we communiceren over de onderdelen zes en zeven van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers. Wat houden deze twee onderdelen precies in? (Punt zes: Bevorder en cultiveer allerlei gekwalificeerd talent, zodat allen die de waarheid nastreven de kans krijgen om zich te oefenen en zo snel mogelijk de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan. Punt zeven: Wijs verschillende soorten mensen op verstandige manier toe en zet ze in op basis van hun menselijkheid en sterke punten, zodat ieder optimaal wordt benut.) Laten we de verschillende praktijken en uitingen van valse leiders met betrekking tot deze twee onderdelen eens ontleden. Deze twee onderdelen vallen onder dezelfde categorie, die gaat over het bevorderen, cultiveren en inzetten van allerlei mensen in de kerk. Laten we eerst communiceren over de principes van Gods huis voor het bevorderen en cultiveren van allerlei talent dat kwalificeert. Zullen jullie op die manier dan niet in grote lijnen een aantal principes kunnen begrijpen die leiders en werkers bij dit werk moeten volgen? Jullie denken misschien: als leiders en werkers komen we vaak met deze zaken in aanraking, we zijn al bekend met dit werk en hebben er enige ervaring mee. Dus zelfs als U er niets meer over zou zeggen, is het ons wel duidelijk en hoeft U er niet specifiek verder over te communiceren. Is het dus onnodig om erover te communiceren? (We hebben Uw communicatie hierover nodig. We doorgronden de principes in dit opzicht nog niet en kunnen bepaalde getalenteerde mensen nog steeds niet onderscheiden.) De meeste leiders en werkers hebben nog een erg onduidelijk beeld van hoe ze dit werk moeten doen, zitten in een aftastende fase en begrijpen de precieze principes niet, dus moeten we nog steeds over de details communiceren.

Punt zes: Bevorder en cultiveer allerlei gekwalificeerd talent, zodat allen die de waarheid nastreven de kans krijgen om zich te oefenen en zo snel mogelijk de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan

De betekenis van het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen door Gods huis

Waarom bevordert en cultiveert Gods huis allerlei getalenteerde mensen? Is het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen bedoeld om wetenschap, onderwijs of literatuur te bedrijven? Gods uitverkorenen behoren allemaal al te weten dat wanneer Gods huis diverse soorten getalenteerde mensen bevordert en cultiveert, dit niet gebeurt om een of ander hightechproduct te maken en een wonder te creëren, of om onderzoek te doen naar de geschiedenis van de menselijke ontwikkeling, en al helemaal niet om plannen te smeden voor de toekomst van de mensheid. Waarom bevordert en cultiveert Gods huis dan allerlei getalenteerde mensen? Begrijpen jullie dit of niet? (Om het evangelie van het koninkrijk te verspreiden.) Het verspreiden van het evangelie van het koninkrijk – dat is één reden. Wat nog meer? (Zodat iedereen die de waarheid nastreeft de kans krijgt zich te oefenen.) Juist, dat antwoord is heel redelijk en raak. Het is zodat nog meer mensen die de waarheid nastreven de kans krijgen zich te oefenen en zo snel mogelijk de waarheidswerkelijkheid binnengaan. Beide antwoorden die jullie zojuist gaven zijn correct en nauwkeurig. De bevordering en cultivering van allerlei getalenteerde mensen door Gods huis betreft enerzijds de verspreiding van het evangelie van het koninkrijk en Gods werk, en anderzijds ieders persoonlijke streven en binnengaan. Dit zijn de twee overkoepelende aspecten. Wat betekent het concreet dat Gods huis allerlei getalenteerde mensen bevordert en cultiveert? Welk specifiek werk verrichten deze mensen die in de kerk worden bevorderd en gecultiveerd? Wanneer Gods huis iemand bevordert en cultiveert tot teamleider, supervisor of kerkleider of -werker, wordt diegene dan tot functionaris benoemd? (Nee.) Gods huis bevordert en cultiveert mensen zodat zij verantwoordelijk kunnen zijn voor specifieke projecten of taken binnen de diverse werkonderdelen van de kerk, zoals evangeliewerk, tekstueel werk, filmproductiewerk, begietingswerk, enkele algemene zaken, enzovoort. Hoe voeren zij deze specifieke taken uit? Door de diverse werkonderdelen van de kerk op zich te nemen in overeenstemming met Gods vereisten, de waarheidsprincipes van Gods woorden en de werkregelingen van Gods huis, en zo hun plicht te vervullen volgens Gods vereisten en te handelen naar de waarheidsprincipes. Als we zien dat deze mensen worden bevorderd en gecultiveerd om werk op zich te nemen, is het niet een officiële titel of status die hen in staat stelt hun werk goed te doen. Zij moeten juist een bepaald kaliber hebben om een specifieke taak op zich te kunnen nemen, dat wil zeggen: op zich nemen wat God hun heeft toevertrouwd, of met andere woorden, een plicht en verplichting die verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Dit is de specifieke betekenis en definitie van het bevorderen en cultiveren van diverse soorten getalenteerde individuen, zoals vermeld in punt zes van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers. Daarom is het doel van Gods huis bij het bevorderen en cultiveren van mensen het cultiveren van allerlei getalenteerde mensen die de diverse werkonderdelen van de kerk goed uitvoeren, in overeenstemming met Gods vereisten en de werkregelingen van Gods huis, zodat zij de verschillende specifieke taken van de kerk op zich kunnen nemen. Tegelijkertijd cultiveert en traint Gods huis deze mensen, zodat ze leren hoe ze Gods woorden moeten overdenken, over de waarheid moeten communiceren en volgens principes moeten handelen. Zo worden ze geleid om de waarheid in praktijk te brengen, naar Gods woorden te leven en de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan. Dit stelt hen in staat echte ervaringen en getuigenissen te hebben, waarna ze anderen kunnen leiden, begieten en voorzien en de diverse werkonderdelen van de kerk goed kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd kunnen Gods uitverkorenen in staat worden gesteld zich aan God te onderwerpen, van God te getuigen en de plicht van het prediken van het evangelie te vervullen. De methode die in de praktijk wordt gebruikt voor het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen is tweeledig: enerzijds mensen leiden in het beoefenen en ervaren van Gods woorden, zodat ze zichzelf leren kennen, hun verdorven gezindheden afwerpen en de waarheidswerkelijkheid binnengaan; anderzijds dat de leiders en werkers hun eigen praktische ervaring van trouw en onderwerping inzetten om mensen te leiden en te cultiveren in het vervullen van hun plichten en het afleggen van krachtige getuigenissen van God. Dit zijn de twee belangrijkste wegen die in de praktijk worden gebruikt om diverse soorten getalenteerde mensen te cultiveren. Dit is het concrete werk dat hoort bij het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen, en dit is ook de ware betekenis ervan.

De vereiste criteria voor diverse soorten getalenteerde mensen die Gods huis bevordert en cultiveert

1. De vereiste criteria voor leiders en werkers en voor supervisors van de diverse werkonderdelen

Naar wie verwijzen ‘de diverse soorten getalenteerde mensen die door de kerk worden bevorderd en gecultiveerd’? Welke reikwijdte heeft dit? Ten eerste gaat het om mensen die supervisor kunnen zijn van de diverse werkonderdelen. Wat zijn de vereiste normen voor supervisors van de verschillende werkonderdelen? Er zijn drie hoofdcriteria. Ten eerste moeten ze het vermogen hebben om de waarheid te bevatten. Alleen wie de waarheid zuiver en zonder afwijking en absurditeit kan bevatten en daaruit conclusies kan trekken, is iemand met een goed kaliber. Mensen met een goed kaliber moeten op zijn minst een geestelijk begrip hebben en in staat zijn zelfstandig de woorden van God te eten en te drinken. Tijdens het proces van het eten en drinken van Gods woorden moeten ze in staat zijn zelfstandig het oordeel, de tuchtiging en het snoeien van Gods woorden te aanvaarden, en de waarheid te zoeken om hun eigen noties, verbeeldingen, de vermenging van hun eigen wil en hun verdorven gezindheden op te lossen. Bereiken ze deze norm, dan betekent dit dat ze weten hoe ze Gods werk moeten ervaren — en dat is een uiting van goed kaliber. Ten tweede moeten ze een last dragen voor het kerkwerk. Mensen die werkelijk een last dragen, hebben niet alleen enthousiasme, maar ook werkelijke levenservaring, begrijpen enkele waarheden en kunnen bepaalde problemen doorzien. Ze zien dat er in het kerkwerk en onder Gods uitverkorenen veel moeilijkheden en problemen zijn die opgelost moeten worden. Ze zien dit met eigen ogen en maken zich er in hun hart zorgen over – dit is wat het betekent om een last te dragen voor het kerkwerk. Als iemand alleen een goed kaliber heeft en de waarheid kan bevatten, maar lui is, de gemakken van het vlees begeert, niet bereid is echt werk te doen en alleen wat werk verricht wanneer de Boven een deadline stelt en hij er niet onderuit kan – dan is dit iemand die geen last draagt. Mensen die geen last dragen, zijn mensen die de waarheid niet nastreven, zonder rechtvaardigheidsgevoel, en nietsnutten die zich de hele dag volproppen zonder ergens serieus over na te denken. Ten derde moeten ze werkvermogen bezitten. Wat betekent ‘werkvermogen’? Eenvoudig gezegd betekent het dat ze niet alleen werk kunnen toewijzen en mensen instructies geven, maar ook problemen kunnen signaleren en oplossen – dit is wat het betekent om werkvermogen te bezitten. Daarnaast hebben ze ook organisatorische vaardigheden nodig. Mensen met organisatorische vaardigheden zijn bijzonder bedreven in het samenbrengen van mensen, het organiseren en regelen van werk en het oplossen van problemen. Wanneer ze werk regelen en problemen oplossen, kunnen ze mensen volledig overtuigen en hen tot gehoorzaamheid brengen – dit is wat organisatorische vaardigheden hebben betekent. Degenen die werkelijk werkvermogen hebben, kunnen specifieke taken die door Gods huis zijn geregeld, uitvoeren. Ze kunnen dit snel en besluitvaardig en zonder enige slordigheid uitvoeren, en bovendien de diverse taken goed uitvoeren. Dit zijn de drie normen van Gods huis voor het cultiveren van leiders en werkers. Als iemand aan deze drie normen voldoet, is hij een zeldzaam, getalenteerd persoon en moet hij onmiddellijk worden bevorderd, gecultiveerd en getraind; na een inwerkperiode kan hij dan het werk op zich nemen. Over iemand die kaliber heeft, een last draagt en werkvermogen bezit, hoeven anderen zich bij diens werk niet voortdurend zorgen te maken, toezicht te houden of hem aan te sporen. Ze zijn initiatiefrijk; ze weten welke taken op welk moment moeten worden gedaan, welke taken geïnspecteerd en onder toezicht gehouden moeten worden en welke taken beoordeeld of nauwlettend in de gaten gehouden moeten worden. Ze zijn zich goed bewust van deze zaken. Zulke mensen zijn in hun werk relatief betrouwbaar en degelijk, en grote problemen zullen zich niet voordoen. Zelfs als er problemen optreden, zijn het slechts kleinigheden die het geheel niet beïnvloeden en God hoeft Zich geen zorgen te maken over het werk dat deze mensen doen. Alleen degenen die in hun werk werkelijk op eigen benen kunnen staan, bezitten echt werkvermogen. Degenen die niet op eigen benen kunnen staan en over wie anderen zich voortdurend zorgen moeten maken, die in de gaten gehouden en onder toezicht geplaatst moeten worden en die zelfs bij het handje genomen moeten worden om uit te leggen wat ze moeten doen – dat zijn de mensen met een extreem slecht kaliber. De resultaten van het werk van mensen met een middelmatig kaliber zijn absoluut middelmatig, en deze mensen moeten door anderen in de gaten worden gehouden en onder toezicht staan voordat ze iets kunnen doen. Mensen met een goed kaliber kunnen daarentegen na een trainingsperiode op eigen benen staan. Telkens wanneer de Boven hun instructies voor een taak heeft gegeven en over enkele principes heeft gecommuniceerd, begrijpen ze die, voeren ze het werk in overeenstemming daarmee uit, volgen ze in grote lijnen de juiste koers zonder noemenswaardige afwijkingen of gebreken en behalen ze de resultaten die van hen worden verwacht – dat is wat het betekent om werkvermogen te bezitten. Gods huis roept bijvoorbeeld op om de kerk te zuiveren en antichristen en kwaadaardige mensen te identificeren en te verdrijven; mensen met werkvermogen wijken bij het uitvoeren van deze taak doorgaans niet af. Zodra een antichrist verschijnt, duurt het minstens een half jaar voordat hij wordt ontmaskerd en verwijderd. In die periode kunnen mensen met werkvermogen hem identificeren, over de waarheid communiceren om de uitingen van de antichrist te ontleden, en de broeders en zusters helpen hem te onderscheiden en niet misleid te worden, zodat ze gezamenlijk kunnen opstaan om de antichrist te ontmaskeren en te verdrijven. Wanneer antichristen of kwaadaardige mensen opduiken binnen het werkterrein van mensen met werkvermogen, raken de meeste broeders en zusters doorgaans niet misleid of beïnvloed. Alleen enkele verwarde mensen en degenen met een zeer slecht kaliber raken misleid, en dit is een normaal verschijnsel. Mensen met een goed kaliber en werkvermogen kunnen in hun werk deze resultaten bereiken. Zulke mensen bezitten de waarheidswerkelijkheid en voldoen aan de norm als leiders en werkers.

Van de diverse soorten getalenteerde mensen die Ik zojuist noemde, was het eerste type degenen die supervisor kunnen zijn van de diverse werkonderdelen. De eerste vereiste voor hen is dat ze het vermogen en het kaliber hebben om de waarheid te begrijpen. Dit is de minimale vereiste. De tweede vereiste is dat ze een last dragen – dit is onmisbaar. Sommige mensen begrijpen de waarheid sneller dan gewone mensen, hebben geestelijk begrip, een goed kaliber, bezitten werkvermogen en kunnen na een periode van praktiseren absoluut op eigen benen staan. Maar er is een ernstig probleem met deze mensen: ze dragen geen last. Ze houden van eten, drinken, plezier maken en boemelen. Ze zijn zo geïnteresseerd in deze dingen, maar als hun wordt gevraagd specifiek werk te doen dat van hen vraagt ontberingen te ondergaan, een prijs te betalen en zichzelf wat in toom te houden, worden ze lusteloos en beweren ze een of andere kwaal of aandoening te hebben, en dat hun hele lichaam ongemakkelijk aanvoelt. Ze zijn bandeloos en ongedisciplineerd, achteloos, eigenzinnig en losbandig. Ze eten, slapen en maken plezier wanneer ze maar willen, en doen alleen wat werk wanneer ze daar zin in hebben. Als het werk wat zwaar of vermoeiend is, verliezen ze hun interesse en willen ze hun plicht niet langer vervullen. Is dat een last dragen? (Nee.) Mensen die lui zijn en de gemakken van het vlees begeren, zijn niet degenen die bevorderd en gecultiveerd behoren te worden. Er zijn ook mensen wier kaliber ruim voldoende is voor een taak, maar helaas dragen ze gewoon geen last; ze houden er niet van om verantwoordelijkheid te nemen en ze houden niet van problemen en maken zich niet graag zorgen. Ze hebben geen oog voor het werk dat gedaan moet worden, en zelfs als ze het zien, willen ze er zich niet om bekommeren. Zijn dit soort mensen kandidaten voor bevordering en cultivering? Absoluut niet. Mensen moeten een last dragen om te worden bevorderd en gecultiveerd. Een last dragen kan ook worden omschreven als het hebben van verantwoordelijkheidsgevoel. Verantwoordelijkheidsgevoel hebben heeft meer te maken met menselijkheid; een last dragen heeft betrekking op een van de normen die Gods huis gebruikt om mensen te beoordelen. Wie een last draagt en daarnaast ook twee andere dingen bezit – het vermogen en kaliber om de waarheid te bevatten en werkvermogen – is het type mens dat kan worden bevorderd en gecultiveerd; dit type mens kan supervisor zijn van de diverse werkonderdelen. Dit zijn de vereiste normen voor het bevorderen en cultiveren van mensen tot verschillende soorten supervisors, en mensen die aan deze normen voldoen, zijn kandidaten voor bevordering en cultivering.

2. De vereiste criteria voor getalenteerde mensen in diverse professionele vakgebieden die speciale talenten of gaven bezitten

Naast het type mens dat supervisor kan zijn van de diverse werkonderdelen, is er nog een ander type mens dat bevorderd en gecultiveerd kan worden: degenen met bijzondere talenten of gaven of die over bepaalde professionele vaardigheden beschikken. Wat is de norm die Gods huis hanteert voor het cultiveren van zulke mensen tot teamleiders? Kijk eerst naar hun menselijkheid – zolang ze in redelijke mate van positieve dingen houden en geen kwaadaardige mensen zijn, is dat voldoende. Sommige mensen vragen misschien: “Waarom hoeft van hen niet te worden verlangd dat ze de waarheid nastreven?” Omdat teamleiders geen kerkleiders of werkers zijn, en ook geen begieters, zou het eisen dat ze voldoen aan de norm van het nastreven van de waarheid te hoog gegrepen zijn en voor de meesten onhaalbaar. Dit wordt niet gevraagd van mensen die algemene zaken of specifieke professionele taken uitvoeren; als dat wel zo was, zouden maar weinigen in aanmerking komen en moeten de normen dus worden verlaagd. Zolang mensen hun vakgebied verstaan, het werk op zich kunnen nemen, geen kwaad doen en geen verstoringen veroorzaken, is dat voldoende. Voor deze mensen, die deskundig zijn in bepaalde vaardigheden en professionele vakgebieden en enkele sterke punten hebben, geldt: als zij in Gods huis werk gaan uitvoeren dat enige vakkennis vereist en met hun vakgebied te maken heeft, is het voldoende zolang ze qua karakter relatief argeloos en oprecht zijn, niet kwaadaardig, geen verwrongen begrip hebben, ontberingen kunnen verdragen en bereid zijn een prijs te betalen. De eerste vereiste voor het cultiveren van zulke mensen tot teamleiders is dus dat ze relatief gezien van positieve dingen houden, en daarnaast ontberingen kunnen verdragen en een prijs kunnen betalen. Wat nog meer? (Ze moeten een oprecht karakter hebben, niet kwaadaardig zijn en geen verwrongen begrip hebben.) Hun karakter moet relatief oprecht zijn, ze mogen geen kwaadaardige mensen zijn en geen verwrongen begrip hebben. Sommige mensen vragen misschien: “Kan hun vermogen om de waarheid te bevatten dan als hoog worden beschouwd? Kunnen ze, na de waarheid te hebben gehoord, tot de waarheidswerkelijkheid ontwaken en die binnengaan?” Het is onnodig dit allemaal te vereisen; de eis dat zulke mensen geen verwrongen begrip hebben, is voldoende. Wanneer mensen zonder verwrongen begrip hun werk doen, is een van de voordelen dat ze waarschijnlijk geen hinder veroorzaken of iets belachelijks doen. Gods huis heeft bijvoorbeeld herhaaldelijk gecommuniceerd over de principes rond de kleur van acteurskostuums: die moeten waardig en fatsoenlijk zijn, en liever kleurrijk dan saai. Toch zijn er nog steeds mensen die simpelweg niet begrijpen wat hun wordt verteld, niet vatten wat ze horen, niet in staat zijn het te begrijpen en de principes in deze vereisten van Gods huis niet herkennen. Uiteindelijk kiezen ze kostuums die allemaal grauw zijn – is dat geen verwrongen begrip? (Ja.) Dit is wat het betekent om een verwrongen begrip te hebben. Wat betekent het hoofdzakelijk om relatief gezien van positieve dingen te houden? (Dat je in staat bent de waarheid te aanvaarden.) Juist. Het betekent dat je woorden en dingen kunt aanvaarden die overeenstemmen met de waarheid, en dat je Gods woorden en alle aspecten van de waarheid kunt aanvaarden en je eraan kunt onderwerpen. Of zulke mensen deze dingen nu in praktijk kunnen brengen of niet, ze mogen er diep vanbinnen in elk geval geen weerstand tegen voelen en er geen afkeer van hebben. Zulke mensen zijn goede mensen; in de volksmond zou je zeggen dat het fatsoenlijke mensen zijn. Wat kenmerkt fatsoenlijke mensen? Ze voelen walging, afkeer en weerzin jegens de boosaardige daden die ongelovigen graag begaan, en ook jegens de boosaardige trends die zij volgen. Trends in de ongelovige wereld verheerlijken bijvoorbeeld boosaardige machten, en veel vrouwen willen een rijk iemand trouwen of iemands maîtresse zijn. Is dat niet boosaardig? Mensen die de waarheid liefhebben, vinden zulke dingen bijzonder weerzinwekkend en sommigen zeggen: “Zelfs als ik niemand kon vinden om mee te trouwen, zelfs als ik van armoede zou sterven, zou ik nooit zo iemand zijn.” Met andere woorden, ze beschouwen zulke mensen met minachting en verachting. Een kenmerk van fatsoenlijke mensen is dat ze boosaardige trends weerzinwekkend en walgelijk vinden en degenen die door zulke trends zijn verstrikt, minachten. Deze mensen zijn redelijk oprecht; als het gaat over geloven in God en een goed mens zijn, het juiste pad bewandelen, God aanbidden en het kwaad mijden, boosaardige trends mijden en al het slechte gedrag in de wereld mijden, voelen ze diep vanbinnen dat dit iets goeds is. Of ze zich ertoe kunnen zetten om dit allemaal te bereiken of niet, en hoe groot hun vastberadenheid om in God te geloven en het juiste pad te bewandelen ook is, uiteindelijk verlangen ze diep vanbinnen naar een leven in het licht en naar een plek waar rechtvaardigheid heerst. Oprechte mensen als deze zijn het type dat in redelijke mate van positieve dingen houdt. Degenen die door Gods huis bevorderd en gecultiveerd moeten worden, moeten op zijn minst het karakter van een oprechte menselijkheid en liefde voor positieve dingen bezitten. Dit is ook de eerste vereiste norm voor het bevorderen van getalenteerde mensen met professionele vaardigheden en sterke punten. De tweede norm is dat zulke mensen ontberingen kunnen ondergaan en een prijs kunnen betalen. Dat wil zeggen, wanneer het gaat om carrières of werk waar ze gepassioneerd over zijn, kunnen ze hun eigen verlangens, de genoegens van het vlees of een comfortabele levensstijl opzijzetten en zelfs hun eigen toekomstperspectieven opgeven. Bovendien is wat ontbering of vermoeidheid voor hen geen groot probleem; zolang ze iets betekenisvols doen waarvan ze geloven dat het juist is, geven ze met plezier de vleselijke genoegens en voordelen op – of hebben ze ten minste de vastberadenheid en de wens dat te doen. Sommige mensen zeggen: “Soms begeert die persoon nog steeds de gemakken van het vlees: soms willen ze uitslapen of lekker eten, en soms willen ze eropuit om te wandelen of om wat te lanterfanten – maar meestal kunnen ze ontberingen ondergaan en een prijs betalen; alleen hun stemming brengt hen soms op zulke gedachten. Zou dit een probleem zijn?” Nee. Het zou te veel gevraagd zijn om te eisen dat ze de genoegens van het vlees volledig opzijzetten, behalve in speciale omstandigheden. Over het algemeen geldt: zodra je zulke mensen een taak geeft, groot of klein, en of het nu iets is wat ze graag doen of niet, hoe moeilijk de taak ook is, of hoe groot de ontbering die ze moeten doorstaan, of welke prijs ze ook moeten betalen, zullen ze die, zolang je deze opdraagt, gegarandeerd naar beste vermogen uitvoeren, zelfs zonder dat je hen in de gaten hoeft te houden of toezicht op hen hoeft te houden. Zulke mensen kunnen ontberingen doorstaan en een prijs betalen; dit is opnieuw een kenmerk van fatsoenlijke mensen. Wat betekent het om in staat te zijn ontberingen te doorstaan en een prijs te betalen? Het betekent grondig, uiterst toegewijd en aandachtig zijn, en bereid zijn elke ontbering te doorstaan en elke prijs te betalen om zaken naar behoren af te ronden. Zulke mensen houden zich, als het op het uitvoeren van taken aankomt, aan hun beloften en zijn betrouwbaar, in tegenstelling tot mensen die gulzig en lui zijn, van vrije tijd houden en arbeid verafschuwen en winst boven alles stellen. Die mensen breken hun beloften, spreken voortdurend valse woorden om anderen te misleiden en te paaien; ze aarzelen niet om te liegen en valse eden te zweren om hun doelen te bereiken – God zal zulke mensen niet redden. God houdt van eerlijke mensen. Alleen eerlijke mensen houden zich aan hun woord en zijn trouw aan hun plichten, en alleen wie ontberingen kan doorstaan en een prijs kan betalen om Gods opdracht te vervullen, kan door God worden gered. In staat zijn ontberingen te doorstaan en een prijs te betalen is het tweede kenmerk en de tweede uiting die men moet bezitten om door Gods huis te worden bevorderd en gecultiveerd. De derde norm is geen verwrongen begrip hebben. Dat wil zeggen, na het luisteren naar Gods woorden, weten ze ten minste waar die naar verwijzen, begrijpen wat God zegt en is hun begrip niet afwijkend of absurd. Als je het bijvoorbeeld over de kleur blauw hebt, zullen ze die niet verwarren met zwart, en als je het over grijs hebt, zullen ze dat niet verwarren met paars. Dit is het absolute minimum. Zelfs als hun begrip soms verwrongen is, kunnen ze het aanvaarden wanneer anderen hen daarop wijzen, en als ze zien dat iemand anders een zuiverder begrip heeft dan zijzelf, accepteren ze dat graag – zulke mensen hebben een zuiver begrip. Ten vierde mogen ze geen kwaadaardige mensen zijn. Is dit gemakkelijk te begrijpen? Geen kwaadaardig mens zijn betekent op zijn minst dit: wanneer ze niet hebben bereikt wat Gods huis van hen vroeg of wanneer ze de principes hebben geschonden en iets verkeerd hebben gedaan, moeten zulke mensen kunnen aanvaarden en zich onderwerpen wanneer ze worden gesnoeid, zonder weerstand en zonder negativiteit of noties te verspreiden. Bovendien kunnen ze, in welke groep ze zich ook bevinden, met de meeste mensen opschieten en in harmonie met hen omgaan. Zelfs wanneer iemand hen kwetst door onaangename woorden, verdragen ze dat zonder wrok te koesteren, en als iemand hen pest, vergelden ze geen kwaad met kwaad, maar nemen ze verstandig afstand en blijven ze uit de buurt. Hoewel zulke individuen nog geen eerlijke mensen zijn, zijn ze op zijn minst vrij argeloos en doen ze geen kwaad. Als iemand hen beledigt, nemen ze geen wraak, kwellen ze de ander niet en onderdrukken ze diegene evenmin. Bovendien proberen zulke mensen niet hun eigen onafhankelijke koninkrijken te stichten, zich tegen Gods huis te verzetten, noties over God te verspreiden, over Hem te oordelen of iets te doen dat hinder of verstoringen veroorzaakt. De vier bovenstaande punten zijn de basiscriteria voor het bevorderen en cultiveren van getalenteerde mensen die enkele sterke kanten hebben en over bepaalde professionele vaardigheden beschikken. Zolang ze aan deze vier criteria voldoen, kunnen ze in principe bepaalde plichten op zich nemen en bepaalde taken op de juiste manier uitvoeren.

Sommige mensen vragen misschien: “Waarom omvatten de criteria waaraan getalenteerde mensen moeten voldoen om bevorderd en gecultiveerd te worden niet het begrijpen van de waarheid, het bezitten van de waarheidswerkelijkheid en het kunnen vrezen van God en mijden van het kwaad? Waarom omvatten ze niet het kennen van God, zich aan God onderwerpen, trouw zijn aan God en een schepsel zijn dat aan de norm voldoet? Zijn deze dingen achterwege gelaten?” Zeg Mij: als iemand de waarheid begrijpt en de waarheidswerkelijkheid is binnengegaan, zich aan God onderwerpt, trouw is aan God, een Godvrezend hart heeft en bovendien God kent, Hem niet weerstaat en een schepsel is dat aan de norm voldoet, moet zo iemand dan nog worden gecultiveerd? Als iemand dit alles werkelijk heeft bereikt, is het resultaat van de cultivering dan niet al behaald? (Ja.) Daarom maken deze criteria geen deel uit van de vereisten voor getalenteerde mensen die worden bevorderd en gecultiveerd. Omdat kandidaten worden bevorderd en gecultiveerd uit mensen die de waarheid niet begrijpen en vol verdorven gezindheden zijn, is het onmogelijk voor deze kandidaten die worden bevorderd en gecultiveerd om de waarheidswerkelijkheid al te bezitten, of zich al volledig aan God te onderwerpen, laat staan al absoluut trouw te zijn aan God. En ze zijn beslist nog verder verwijderd van God te kennen en een Godvrezend hart te hebben. De criteria waaraan alle soorten getalenteerde mensen bovenal moeten voldoen om bevorderd en gecultiveerd te worden, zijn die welke we zojuist hebben genoemd – de meest realistische en specifieke. Sommige valse leiders zeggen: “We hebben hier geen getalenteerde mensen die bevorderd en gecultiveerd kunnen worden. Die-en-die begrijpt de waarheid niet, die-en-die doet dingen zonder een Godvrezend hart, die-en-die aanvaardt het niet om gesnoeid te worden, die-en-die is niet loyaal …” enzovoort, terwijl ze een hele reeks gebreken opsommen. Wat impliceren deze valse leiders eigenlijk door zulke dingen te zeggen? Het is alsof die mensen niet bevorderd en gecultiveerd kunnen worden omdat ze de waarheid niet begrijpen, Gods werk niet ervaren en de waarheidswerkelijkheid nog niet bezitten, enzovoort, terwijl de leiders zelf wel leiders konden worden omdat zij al enige praktijkervaring hebben en de waarheidswerkelijkheid bezitten. Is dat niet wat deze valse leiders bedoelen? In hun ogen is niemand zo goed als zijzelf en is niemand anders geschikt om leider te zijn. Dit is de arrogante gezindheid van valse leiders; zodra het gaat om de bevordering en cultivering van mensen door Gods huis, zitten ze vol noties en verbeeldingen.

III. De vereiste criteria voor personeel algemene zaken

Ik noemde zojuist twee soorten mensen waarop Gods huis zich met name richt om te cultiveren. De ene soort zijn mensen die leiders en werkers kunnen zijn, de andere soort mensen die verschillende professionele taken op zich kunnen nemen. Er is ook nog een ander type mens. Van hen kan niet worden gezegd dat ze bijzondere sterke punten of professionele vaardigheden bezitten; hun werk omvat geen geavanceerde technologie. Met andere woorden: deze mensen verrichten bepaald werk voor algemene zaken in de kerk en houden zich bezig met bepaalde zaken die buiten het wezenlijke werk van de kerk vallen. Zij zijn het type mens dat werk voor algemene zaken uitvoert. Wat zijn de voornaamste vereisten van Gods huis voor zulke mensen? Het meest cruciale vereiste is dat ze de belangen van Gods huis kunnen verdedigen, geen buitenstaanders helpen ten koste van Gods huis en de belangen van Gods huis niet verraden om de gunst van Satan te winnen. Dat is alles. Ongeacht of ze een begaafd communicator, tot de maatschappelijke elite behoren of een bijzonder talent hebben, ze moeten de belangen van Gods huis kunnen verdedigen wanneer ze externe zaken voor Gods huis afhandelen. Wat omvatten de belangen van Gods huis? Geld, materialen, de reputatie van Gods huis en de kerk en de veiligheid van de broeders en zusters – elk van deze aspecten is zeer belangrijk. Wie de belangen van Gods huis kan verdedigen, bezit normale menselijkheid, is oprecht genoeg en bereid de waarheid in praktijk te brengen. Sommige mensen hebben geen onderscheidingsvermogen en zeggen: “Er is iemand met een boosaardige menselijkheid, maar hij kan het werk van Gods huis verdedigen.” Is dat mogelijk? (Nee, zeker niet.) Hoe kunnen kwaadaardige mensen het werk van Gods huis verdedigen? Ze verdedigen alleen hun eigen belangen. Dus als iemand werkelijk de belangen van Gods huis kan verdedigen, heeft diegene beslist een goed karakter en een goede menselijkheid; dat kan niet verkeerd zijn. Als iemand bij het doen van dingen voor Gods huis buitenstaanders helpt ten koste van Gods huis en de belangen ervan verraadt en niet alleen grote economische en materiële schade veroorzaakt voor Gods huis, maar ook de reputatie van Gods huis en de kerk ernstig aantast, is zo iemand dan een goed mens? Zulke mensen deugen beslist niet. Het kan hun niets schelen hoe groot de materiële en financiële verliezen van Gods huis zijn; voor hen telt vooral dat ze er zelf beter van worden en de gunst winnen van ongelovigen. Ze sturen niet alleen geschenken naar ongelovigen, maar doen tijdens onderhandelingen zelfs voortdurend concessies aan hen – het komt niet in hen op om voor de belangen van Gods huis te strijden. En toch liegen ze tegen Gods huis door te zeggen hoe ze het werk hebben volbracht en de belangen van Gods huis hebben verdedigd – terwijl het werk van de kerk intussen al schade heeft geleden en de ongelovigen flink van Gods huis hebben geprofiteerd. Als iemand bij het afhandelen van externe zaken in elk opzicht de belangen van Gods huis kan verdedigen, is zo iemand dan een goed mens? (Ja.) En als zo’n persoon geen ander werk in Gods huis kan doen en alleen geschikt is voor dit type werk voor algemene zaken, moet diegene dan door Gods huis worden bevorderd? (Ja.) Naast dat ze werkvermogen hebben en hun werk kunnen uitvoeren volgens de door Gods huis vereiste principes, kunnen ze ook de belangen van Gods huis verdedigen; daarmee voldoen ze aan de norm, en zulke mensen moeten worden bevorderd. Daarentegen is het zo dat degenen die voortdurend schade toebrengen aan de belangen van Gods huis, die een blijvend risico vormen voor de veiligheid van de broeders en zusters en die voortdurend nadelige effecten en gevolgen veroorzaken voor de reputatie van Gods huis en de kerk – zulke mensen mogen niet worden bevorderd of gecultiveerd. Als ze toch worden bevorderd en ingezet, moeten ze snel worden ontheven. Er zijn ook mensen die bij het uitvoeren van hun taken steeds in de problemen komen: ze krijgen ongelukken tijdens het rijden, verprutsen de zaken die ze afhandelen, veroorzaken conflicten die tot voortdurende klachten leiden, en weten bij gebreken niet hoe ze die moeten verhelpen. Zulke mensen hebben een zwak verstand, zijn ongelukbrengers en verkwisters. Als dit type persoon een teamleider, supervisor, leider of werker wordt, moet zo iemand niet alleen snel worden ontheven, maar ook uit de kerk worden verwijderd, want zulke personen zijn een bron van rampspoed en dragers van ongeluk. Zolang er één of twee van zulke mensen in de kerk zijn, kan er geen vrede in de kerk zijn. Zulke mensen lijken boze geesten in zich te hebben, of de pest te hebben. Wie met hen in contact komt, zal rampspoed ondergaan, zo iemand moet dus onverwijld met wortel en tak worden uitgeroeid. Zelfs de gelaatstrekken van deze mensen zijn helemaal verkeerd, vol sluwe of duivelse trekken of afzichtelijk lelijk. Iedereen die met hen in contact komt, krijgt het gevoel dat er iets ergs staat te gebeuren. Mensen van dit type moeten worden ontheven en verwijderd; alleen dan kan het goed gaan met de kerk. Het bevorderen en cultiveren van diverse mensen in de kerk vereist vasthouden aan principes en het uitoefenen van onderscheidingsvermogen om zo in overeenstemming met de principes te handelen. Onder de diverse soorten mensen die worden bevorderd en gecultiveerd, zijn er degenen die als kerkleiders en werkers dienen, zij die verantwoordelijk zijn voor diverse professies in de kerk en ook mensen die de algemene zaken van de kerk afhandelen. De verschillende criteria waaraan deze verschillende soorten getalenteerde mensen moeten voldoen, zijn ook duidelijk gecommuniceerd. Wanneer jullie de principes helder hebben over hoe leiders en werkers gekozen worden en hoe mensen worden bevorderd en gecultiveerd, zal al het werk van de kerk op het juiste spoor komen.

Sommige mensen vragen misschien: “Waarom worden de mensen die door Gods huis bevorderd en gecultiveerd worden ‘getalenteerd’ genoemd?” Met de getalenteerde mensen waarover we spreken, bedoelen we de kandidaten voor bevordering en cultivering. Voor mensen die verschillende plichten vervullen gelden verschillende vereisten, en omdat ze zich in het proces van bevordering en cultivering bevinden, is het dus ruim voldoende dat deze zogenaamde getalenteerde mensen voldoen aan de criteria die we zojuist hebben genoemd. Het zou onrealistisch zijn te verwachten dat deze mensen de waarheidswerkelijkheid al bezitten, al onderworpen en trouw zijn en God al vrezen. De getalenteerde mensen waarover we spreken zijn dus alleen degenen die enkele kwaliteiten en integriteit bezitten die bij een normale menselijkheid horen en het kaliber hebben om de waarheid te bevatten – als zodanig worden ze als gekwalificeerd beschouwd. Het betekent niet dat ze de waarheid al begrijpen en de waarheidswerkelijkheid zijn binnengegaan, noch dat ze al absolute onderwerping aan God hebben bereikt na Zijn oordeel en tuchtiging te hebben aanvaard en dergelijke. Natuurlijk verwijst de term ‘getalenteerde mensen’ niet naar mensen met een universitaire opleiding of een doctoraat, noch naar mensen met een bevoorrechte familieachtergrond, een hoge sociale status of speciale vaardigheden of gaven – het verwijst niet naar zulke mensen. Omdat ze bevorderd en gecultiveerd moeten worden, hebben sommige mensen die professioneel werk gaan verrichten dat beroep misschien nog nooit uitgeoefend of gestudeerd. Maar zolang ze voldoen aan die verschillende criteria voor bevordering en cultivering, bereid zijn te leren en aanleg hebben om een bepaald beroep te leren, kan Gods huis hen bevorderen en cultiveren. Wat bedoel Ik hiermee? Ik bedoel niet dat iemand alleen bevorderd en gecultiveerd kan worden als diegene van nature uitblinkt in een bepaald beroep. Het gaat er juist om dat, als ze bereid zijn te leren en de voorwaarden bezitten, of zelfs alleen maar enige basiskennis in dit vakgebied hebben, ze bevorderd en gecultiveerd kunnen worden – dat is het principe. Hiermee eindigt onze communicatie over de criteria waaraan de diverse getalenteerde mensen moeten voldoen die Gods huis wil bevorderen en cultiveren.

De doelen van Gods huis bij het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen

Vervolgens zullen we communiceren over waarom Gods huis allerlei getalenteerde mensen bevordert en cultiveert. Sommige mensen begrijpen dit niet helemaal en denken: zou het niet volstaan als Gods huis de diverse getalenteerde mensen gewoon direct bevordert en inzet? Waarom moeten ze eerst een tijd worden gecultiveerd en getraind? Begrijpen jullie dit of niet? Laten we het eerst hebben over het soort mensen dat leiders en werkers wordt. Waarom bevordert en cultiveert Gods huis degenen die bevattingsvermogen hebben, die een last dragen voor de kerk en werkvermogen bezitten? Omdat zij, hoewel ze gekwalificeerd zijn wat betreft hun kaliber en aan de criteria voldoen, nog geen echte ervaring hebben en de waarheid niet begrijpen – laat staan dat ze weten hoe ze de waarheid in praktijk moeten brengen en volgens principes moeten handelen. Ze moeten een tijd lang worden getraind en begeleid; pas wanneer ze de principes van het doen van hun plicht beheersen en echte ervaring hebben, kunnen ze formeel worden ingezet. Als zij – net als de broeders en zusters in de kerk – Gods woorden zouden eten en drinken, naar preken zouden luisteren, het kerkleven zouden leiden en zich zouden oefenen in het doen van een plicht en pas bevorderd en gecultiveerd zouden worden zodra hun leven was gegroeid, dan zou hun vooruitgang te traag zijn. Hoeveel jaren zou het dan duren voordat ze geschikt zijn voor Gods gebruik? Zou dat het kerkwerk niet beïnvloeden? Daarom, zolang iemand het vermogen heeft de waarheid te bevatten, werkvermogen bezit en een last draagt, moet diegene daarom worden bevorderd en gecultiveerd en gevraagd worden zich te oefenen in het doen van de plicht van een leider of werker en een last opgelegd krijgen. Enerzijds zorgt dit ervoor dat ze hun sterke punten optimaal benutten. Anderzijds is het, wanneer ze bijzondere situaties tegenkomen, noodzakelijk om met hen over de waarheid te communiceren om hun moeilijkheden op te lossen. Soms moeten ze ook worden gesnoeid, en indien nodig gedisciplineerd, talrijke beproevingen en loutering ondergaan en veel lijden doorstaan. Alleen door een dergelijke praktische training boeken ze echte vooruitgang, begrijpen ze stap voor stap de waarheid en beheersen ze de principes, en kunnen ze zo snel mogelijk het werk van leiders en werkers op zich nemen. Op deze manier leiders en werkers cultiveren en trainen levert betere resultaten op en gaat sneller. Dat is gunstig voor het werk van Gods huis en nog gunstiger voor het binnengaan in het leven van Gods uitverkorenen, omdat leiders en werkers met praktische ervaring Gods uitverkorenen direct kunnen begieten en voorzien. Wanneer Gods huis iemand bevordert en cultiveert tot leider, legt het diegene een grotere last op om hen te trainen en te zorgen dat ze op God vertrouwen en naar de waarheid streven; alleen dan zal zijn gestalte zo snel mogelijk groeien. Hoe groter de last die hem wordt opgelegd, hoe meer druk er op hem wordt uitgeoefend en hoe meer hij gedwongen wordt de waarheid te zoeken en te vertrouwen op God. Uiteindelijk zullen ze hun werk naar behoren kunnen doen en Gods wil volgen en zo de juiste weg naar redding en vervolmaking inslaan – dit is het effect dat wordt bereikt wanneer Gods huis mensen bevordert en cultiveert. Zonder deze specifieke taken te doen, zouden ze niet weten wat hun tekortkomingen zijn, niet weten hoe ze volgens principes moeten handelen en niet weten wat het betekent de waarheidswerkelijkheid te bezitten. Specifiek werk doen helpt hen dus hun tekortkomingen te ontdekken en in te zien dat ze, afgezien van hun gaven, de waarheidswerkelijkheid missen; het helpt hen te voelen hoe arm en meelijwekkend ze zijn, zodat ze beseffen dat als ze niet op God vertrouwen en de waarheid niet zoeken, ze tot geen enkel werk in staat zullen zijn; het zorgt ervoor dat ze zichzelf werkelijk leren kennen en duidelijk inzien dat als ze de waarheid en veranderingen in gezindheid niet nastreven, het onmogelijk voor hen is om geschikt te zijn voor Gods gebruik. Dit zijn alle effecten die moeten worden bereikt wanneer leiders en werkers worden gecultiveerd en getraind. Alleen door deze aspecten te begrijpen kunnen mensen de waarheid met beide benen op de grond nastreven, zich bescheiden gedragen, verzekerd zijn dat ze niet langer over zichzelf opscheppen bij hun werk, consequent God verhogen en van God getuigen tijdens hun plicht en stap voor stap de waarheidswerkelijkheid binnengaan. Wanneer iemand wordt bevorderd en gecultiveerd tot leider, leert diegene de gesteldheden van verschillende mensen te onderscheiden, zich te oefenen in het zoeken van de waarheid om de moeilijkheden van verschillende mensen op te lossen, verschillende soorten mensen te ondersteunen en te voorzien en mensen de waarheidswerkelijkheid binnen te leiden. Tegelijkertijd moeten ze zich oefenen in het oplossen van allerlei problemen en moeilijkheden die tijdens het werk ontstaan en leren hoe ze diverse soorten antichristen, kwaadaardige mensen en niet-gelovigen moeten onderscheiden en aanpakken, en hoe ze het werk van het zuiveren van de kerk moeten verrichten. Zo ervaren ze, vergeleken met anderen, meer mensen, gebeurtenissen, dingen en meer door God georkestreerde omgevingen, en eten en drinken ze steeds meer van de woorden van God en gaan ze steeds meer waarheidswerkelijkheden binnen. Dit is een kans om zichzelf te oefenen, nietwaar? Hoe meer oefenmogelijkheden er zijn, hoe rijker de ervaringen van mensen, hoe breder hun inzichten en hoe sneller ze groeien. Maar als mensen geen leiderschapswerk doen, hebben ze alleen te maken met hun persoonlijk leven, ondergaan ze alleen persoonlijke ervaringen en herkennen ze alleen persoonlijke verdorven gezindheden en diverse persoonlijke gesteldheden – allemaal zaken die alleen op henzelf betrekking hebben. Zodra ze leiders worden, komen ze meer mensen, meer gebeurtenissen en omgevingen tegen, wat hen stimuleert om vaak voor God te komen om de waarheidsprincipes te zoeken. Voor hen vormen deze mensen, gebeurtenissen en dingen ongemerkt een last, en ze creëren natuurlijk ook zeer gunstige omstandigheden om de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan, wat een goede zaak is. En dus zal iemand die kaliber bezit, een last draagt en werkvermogen heeft, langzaam binnengaan als gewone gelovige, maar sneller als leider of werker. Is het voor mensen een goede zaak om de waarheidswerkelijkheid snel binnen te gaan, of langzaam? (Snel.) Daarom maakt Gods huis voor mensen met kaliber, die een last dragen en werkvermogen hebben, een uitzondering door hen te bevorderen – tenzij ze de waarheid niet nastreven en er niet naartoe werken; in dat geval zal Gods huis hen niet dwingen. Zolang iemand het fundament van het geloof in God heeft, voldoet aan de criteria voor een leider of werker en bereid is de waarheid na te streven en door God gebruikt te worden, zal Gods huis diegene zonder twijfel bevorderen en cultiveren, de gelegenheid geven zich te oefenen in het zijn van een leider of werker en hem leren het werk van de kerk te doen, mensen te onderscheiden, alle verschillende problemen in de kerk aan te pakken en uiteenlopende taken uit te voeren volgens de werkregelingen. Als mensen tijdens hun trainingsperiode de waarheid kunnen aanvaarden en accepteren dat ze gesnoeid worden, zich kunnen onderwerpen aan Gods orkestratie en regelingen, de waarheid zoeken om allerlei problemen op te lossen en leren met allerlei soorten mensen om te gaan, hen te onderscheiden en aan te pakken volgens Gods woorden, dan krijgen ze vat op de relevante waarheidsprincipes, gaan ze de waarheid begrijpen en gaan ze de werkelijkheid binnen – dit zijn dingen die gewone gelovigen niet kunnen ervaren of verkrijgen. Is het vanuit dit oogpunt bezien een goede of een slechte zaak als Gods huis iemand bevordert en cultiveert? Is het in hun voordeel of een moeilijkheid die hun wordt opgedrongen? Het is in hun voordeel. Wanneer sommige mensen net bevorderd zijn, weten ze natuurlijk niet welke taken ze moeten doen of hoe ze die moeten doen en zijn ze een beetje verbijsterd. Dat is normaal; wie is er ooit geboren die alles meteen kon? Als je alles zou kunnen, zou je beslist de meest arrogante en verwaande persoon zijn en voor niemand buigen – zou je in dat geval de waarheid nog kunnen aanvaarden? Als je alles zou kunnen, zou je dan nog steeds op God vertrouwen en tot Hem opzien? Zou je dan nog steeds de waarheid zoeken om de problemen van je eigen verdorvenheid op te lossen? Zeker niet. Integendeel, je zou arrogant en verwaand zijn en de weg van antichristen bewandelen, strijden om macht en status en voor niemand buigen, mensen misleiden en verstrikken, en het werk van de kerk verstoren en hinderen – zou je in dat geval nog door Gods huis kunnen worden gebruikt? Als je weet dat je veel tekortkomingen hebt, moet je leren gehoorzamen en je onderwerpen, en de diverse taken goed uitvoeren volgens de vereisten van Gods huis; zo bereik je geleidelijk het punt waarop je je plicht zodanig kunt vervullen dat het aan de norm voldoet. Maar de meeste mensen zijn zelfs niet in staat tot zoiets eenvoudigs als gehoorzamen en zich onderwerpen, dus moeten ze Gods huis niet verwijten dat het hen niet bevordert en cultiveert. Omdat je niet kunt gehoorzamen – zelfs gehoorzamen gaat je te boven – zou Gods huis je dan durven te bevorderen en te cultiveren? (Nee.) En waarom niet? Jou inzetten zou te riskant zijn, te veel moeite, te veel zorgen! Want als Gods huis je ooit zou inzetten, zou je de controle over mensen kunnen krijgen en hen op het pad van slechtheid kunnen leiden – daarom is het zo riskant. Als je zou worden ingezet, zou je roekeloos wandaden kunnen begaan en het werk in totale wanorde kunnen storten; Gods huis zou je moeten ontheffen en de hele puinhoop voor je moeten opruimen – daarom is het te veel moeite. En als je zou worden ingezet, zou je niet weten hoe je het werk moet doen en zou je werk totaal geen effect hebben; bij al het werk dat je doet, zou je moeten worden aangespoord, onder toezicht gehouden en gevolgd moeten worden door de Boven, die in alle zaken zou moeten ingrijpen – dus waarom zou je worden ingezet? Je bent te zorgwekkend! Zo iemand kan absoluut niet worden ingezet. Zelfs als ze zouden worden gecultiveerd, zou het niets uithalen, maar juist veel problemen veroorzaken en ook de cultivering van anderen beïnvloeden; zou dat dan niet meer nadelen opleveren dan voordelen? (Ja.)

Sommige mensen krijgen, omdat ze nooit door Gods huis worden bevorderd of ingezet, ideeën in hun hoofd en zeggen: “Waarom merkt de Boven mij nooit op? Waarom bevordert en cultiveert Gods huis mij nooit? Het is niet eerlijk!” Nou, je moet eerst afwegen of je kunt gehoorzamen en of je je kunt onderwerpen aan de regelingen van Gods huis. Ten tweede moet je afwegen of je voldoet aan de drie criteria die Gods huis stelt voor het bevorderen en cultiveren van mensen tot leiders en werkers: het vermogen hebben om de waarheid te bevatten, een last dragen en werkvermogen bezitten. Voldoe je aan deze criteria, dan zul je vroeg of laat de kans krijgen om bevorderd, gecultiveerd en ingezet te worden. Om door Gods huis bevorderd te worden, worden er dingen van je gevraagd. En wat zijn die dingen? Er wordt van je vereist dat je handelt volgens de principes en vereisten van Gods huis; doen wat van je wordt gevraagd en op de manier die wordt gevraagd. Zo word je gecultiveerd om eerst te leren principieel te handelen, de waarheid te zoeken, je aan de waarheid te onderwerpen en harmonieus samen te werken. Tijdens de periode dat je wordt gecultiveerd, zal Gods huis je soms snoeien; soms streng berispen; soms informeren naar de voortgang van je werk; soms precies nagaan hoe het werk gaat en je werk controleren; en soms zal het testen wat je standpunt is over een bepaalde zaak. Het doel van deze tests is niet om het je moeilijk te maken, maar om je in deze zaken te laten begrijpen wat Gods bedoelingen zijn en welke houding en principes je moet hebben. Gods huis doet dit om je te trainen en je te laten oefenen. En wat is het oogmerk en doel van het trainen van mensen? Dat ze de waarheid kunnen begrijpen. Het doel van de waarheid begrijpen is dat mensen zich aan de waarheid kunnen onderwerpen en volgens principes kunnen handelen, hun plaats innemen en trouw hun plicht vervullen, en tijdens het doen van hun plicht de verschillende waarheidswerkelijkheden binnengaan en veranderingen in hun gezindheid bereiken. Op deze manier traint Gods huis leiders en werkers. Zolang leiders en werkers de waarheid begrijpen, is er hoop dat ze Gods uitverkoren volk kunnen leiden in het begrijpen van de waarheid. Hoeveel waarheden leiders en werkers ook begrijpen, zoveel waarheden hebben de mensen die zij leiden de kans om te begrijpen. Wanneer leiders en werkers de waarheidsprincipes in hun werk begrijpen, kunnen ook degenen die zij leiden de principes in hun werk begrijpen en de waarheidswerkelijkheid binnengaan. Daarom moeten leiders en werkers die training ondergaan een beter kaliber bezitten dan andere mensen. Zij worden als eersten in staat gesteld de waarheidsprincipes te begrijpen en gaan als eersten de waarheidswerkelijkheid binnen, en vervolgens leiden zij meer mensen in het binnengaan van de waarheidswerkelijkheid en het begrijpen van de waarheidsprincipes. Wat vinden jullie van zo’n aanpak? (Die aanpak is goed.) Zulke mensen zijn misschien niet hoogopgeleid of welbespraakt, of ze begrijpen niet veel van technologie of actuele zaken en politiek. Ze zijn misschien niet eens zo bedreven in een bepaald vakgebied. Maar ze zijn in staat de waarheid te begrijpen en na het horen van Gods woorden kunnen ze die in de praktijk brengen en ervaren, en kunnen ze de waarheidsprincipes vinden, meer mensen leiden in het binnengaan van de werkelijkheid van Gods woorden en zich houden aan de waarheidsprincipes. Dit is wie we bedoelen als we spreken over het soort getalenteerde mensen dat wordt bevorderd en gecultiveerd om als leiders te dienen. Is dit abstract? (Nee.) Sommige mensen vragen misschien: “U spreekt over getalenteerde mensen – is dat de maatschappelijke elite? Moeten ze een of ander bedrijf hebben gerund, een soort algemeen directeur of ondernemer in de maatschappij zijn geweest? Zijn het staatslieden met een politieke achtergrond, of zakelijke talenten, of talenten uit artistieke en literaire kringen? Zijn het uitzonderlijk begaafde mensen?” De getalenteerde mensen over wie in Gods huis wordt gesproken, zijn anders dan de getalenteerde mensen in de wereld. Wat wordt er bedoeld met deze term ‘getalenteerde mensen’ die we gebruiken? Het betekent de waarheid kunnen begrijpen en mensen de waarheidswerkelijkheid kunnen binnen leiden; weten hoe je diverse soorten mensen onderscheidt en hoe je de verschillende gesteldheden en moeilijkheden waarin mensen zich bevinden oplost; het hebben van de juiste zienswijzen en houdingen bij kwesties die je tegenkomt, en de zienswijzen en houdingen bezitten die mensen die in God geloven en Hem volgen zouden moeten hebben. Het verwijst niet naar mensen zonder geestelijk begrip, noch naar hypocrieten of mensen die hoogdravend spreken en retoriek spuien. Integendeel, het verwijst naar mensen die de waarheidswerkelijkheid bezitten. Dit is wat ‘getalenteerde mensen’ betekent. Is dit hol? (Nee.) Zijn deze criteria die Gods huis vereist van dit soort getalenteerde mensen, die het bevordert en cultiveert tot leiders en werkers, niet heel praktisch? (Ja.) Uiterst praktisch! Van zulke kandidaten worden geen hoge academische kwalificaties gevraagd, maar ze moeten op zijn minst het kaliber bezitten om de waarheid te bevatten. Sommige mensen zeggen misschien: “Als er geen hoge academische kwalificaties van hen worden gevraagd, mogen ze dan analfabeet zijn?” Gods woorden lezen is onmogelijk zonder enige opleiding. Ze moeten het geschreven woord begrijpen, maar ze hebben geen hoge academische kwalificaties nodig. Onder degenen die in Gods huis worden bevorderd, bevinden zich mensen met een middelbareschooldiploma, mensen met een universitaire graad en gepromoveerden; er zijn dus geen grenzen wat betreft opleidingsniveau. Bovendien zijn er geen beperkingen qua sociale status. Van boeren en intellectuelen tot zakenmensen en huisvrouwen – alle soorten mensen zijn welkom. Behalve dat er geen beperkingen zijn wat betreft opleidingsniveau en sociale status, gelden de criteria die ik eerder noemde. Is dat redelijk? (Ja.) Uiterst redelijk! Begrijpen jullie nu iets beter wat Ik bedoel met ‘de getalenteerde mensen die Gods huis bevordert en cultiveert’? (Ja.) Mensen die aan deze criteria voldoen – het vermogen hebben om de waarheid te bevatten, een last dragen en werkvermogen bezitten – zijn kandidaten voor bevordering en cultivering door Gods huis. Voldoen ze aan deze criteria, dan zijn ze gekwalificeerd. Voor andere zaken als opleiding, familieachtergrond, sociale status, uiterlijk, enzovoort, zijn de eisen niet zo hoog. Dit gaat over het bevorderen en cultiveren van mensen tot leiders en werkers.

We hebben zojuist enkele criteria besproken waaraan getalenteerde mensen met vaardigheden of een vak moeten voldoen om te worden bevorderd en gecultiveerd: ze moeten positieve dingen liefhebben en de waarheid kunnen aanvaarden, hun bevattingsvermogen mag niet verwrongen zijn, ze moeten trouw hun plicht kunnen doen, tegenspoed kunnen doorstaan en een prijs kunnen betalen zonder te klagen, en op zijn minst geen kwaad doen – deze criteria zijn essentieel voor deze mensen. Wat is dan het doel van het bevorderen en cultiveren van deze mensen? Op dezelfde manier is het doel dat deze mensen, telkens wanneer ze problemen tegenkomen bij het vervullen van hun plicht en het doen van specifiek werk, de waarheid kunnen zoeken om die op te lossen en volgens de principes kunnen handelen. Tijdens het proces van het beoefenen van het binnengaan van het leven worden ze onbewust getraind en gereguleerd, en oefenen ze in het loslaten van hun eigen bedoelingen, het corrigeren van hun verkeerde en absurde, wereldse opvattingen, het loslaten van kinderachtige gedachten en vooroordelen, noties en verbeeldingen over het geloof in God en dergelijke dingen. Natuurlijk is dit oefeningsproces bedoeld zodat mensen hoe dan ook geleidelijk de waarheid kunnen begrijpen en leren zich te onderwerpen en de verschillende waarheidswerkelijkheden binnen te gaan. In het leerproces maken ze zich geleidelijk de waarheidsprincipes eigen, leren ze wat het betekent om in God te geloven, wat het betekent om de waarheid te beoefenen en wat het betekent om je plicht te vervullen; ten slotte begrijpen ze geleidelijk wat ze moeten doen om hun plicht naar behoren te vervullen, hoe ze dingen moeten doen zoals een gelovige dat hoort te doen, enzovoort – dit alles is wat mensen gaandeweg binnengaan nadat ze zijn bevorderd en gecultiveerd. Het proces waarin mensen geleidelijk binnengaan, is het proces van gecultiveerd worden, en het proces van gecultiveerd worden is feitelijk het proces waarin mensen oefenen om de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan. Maar als je niet bent bevorderd en gecultiveerd en je slechts een gewone gelovige bent die bijeenkomsten bijwoont, Gods woorden leest, over de waarheid communiceert of lofzangen leert, dan vervul je door op deze manier in God te geloven niet werkelijk je plicht als een schepsel; je bent dan nog ver verwijderd van het vervullen van je plicht op een manier die aan de norm voldoet. Je hebt zelfs geen duidelijkheid over welke principes je zou moeten vatten bij het vervullen van je plicht en kunt alleen wat doctrines en slogans uitspreken; daarom ben je de waarheidswerkelijkheid nog niet binnengegaan en vordert je binnengaan van het leven traag. Op dezelfde manier is het doel van het bevorderen en cultiveren van deze mensen die zich met professionele taken bezighouden dat ze de waarheidswerkelijkheid sneller binnengaan en een beter en nauwkeuriger begrip van de waarheidsprincipes verkrijgen. Degenen die de waarheidsprincipes kunnen vatten en de waarheidswerkelijkheid kunnen binnengaan – dat zijn de getalenteerde mensen die door Gods huis worden bevorderd en gecultiveerd. Wat wordt met dit soort getalenteerde mensen bedoeld? Het gaat om degenen die – op basis van het liefhebben van positieve dingen en die ontberingen kunnen doorstaan, een prijs betalen, geen verwrongen bevattingsvermogen hebben en geen kwaadaardige mensen zijn – begrip van de waarheidsprincipes hebben bereikt, de waarheidswerkelijkheid zijn binnengegaan en zich kunnen onderwerpen aan God en de regelingen van Gods huis en enigszins een Godvrezend hart hebben. Dit is het tweede soort getalenteerde mensen waarover Ik spreek. De vereisten voor hen zijn ook praktisch, voldoende specifiek en niet abstract. Wordt er van dit soort getalenteerde mensen dan vereist dat ze de crème de la crème van de maatschappij zijn, maatschappelijk ervaren zijn, bepaalde academische kwalificaties hebben en een zekere sociale status hebben? (Nee.) Gods huis vereist nooit van mensen dat ze sociale status, bekendheid, academische kwalificaties of een hoog kennisniveau hebben – zulke dingen worden nooit vereist. Bij het bevorderen en cultiveren van mensen kijkt Gods huis niet naar hun uiterlijk, dat wil zeggen, hoe lelijk of aantrekkelijk ze zijn. Afgezien van het niet bevorderen van het soort mensen dat eruitziet als ongelovigen, of die afzichtelijk of boosaardig van uiterlijk zijn, zijn de andere criteria de criteria die Ik zojuist noemde – dit zijn de meest praktische. Ongelovigen kijken bij het bevorderen van iemand eerst naar het uiterlijk van die persoon: mannen moeten knap zijn, zoals functionarissen, en vrouwen mooi als feeën. Daarnaast vergelijken ze academische kwalificaties, sociale status, familieachtergrond en kunstgrepen van mensen. Als je hoge academische kwalificaties hebt maar geen kunstgrepen kent, zal dat ook niet volstaan; je zult nooit worden bevorderd en niemand zal hoog van je opgeven. Heb je hoge academische kwalificaties en echt talent, maar ben je niet bijzonder knap, klein van stuk en weet je niet hoe je moet vleien of dicht bij je superieuren moet komen, dan zul je je leven lang nooit worden bevorderd of gecultiveerd en zal niemand je ontdekken. Daarom hebben ongelovigen het gezegde: “Er zijn veel snelle paarden, maar weinigen die ze kunnen herkennen.” Geldt dit ook in Gods huis? (Nee, dat geldt niet.) Geldt de uitdrukking “Echt goud is voorbestemd om uiteindelijk te schitteren” dan wel? Is die geldig? (Nee.) Cynische mensen, die voor niemand wijken, zeggen dit vaak. Altijd willen schitteren – dat is een menselijke ambitie. De verschillende soorten getalenteerde mensen die door Gods huis worden bevorderd en gecultiveerd, zijn geen goud, maar gewone mensen. De bevordering en cultivering waarover we het hebben, is slechts een manier van spreken; in feite gaat het om door God verheven worden. Ben jij – een schepsel – goud voor de Schepper? Je bent slechts stof, nog niet eens koper of ijzer. Waarom zeg Ik dat je stof bent en geen goud? Er is niets prijzenswaardigs aan mensen. Sommigen vragen misschien: “Is wat U zei niet tegenstrijdig? Zei U zojuist niet dat iemand kan worden bevorderd als hij voldoet aan het criterium van het liefhebben van positieve dingen?” Zou jij als mens geen positieve dingen moeten liefhebben? Als je een paar positieve dingen liefhebt, maakt dat je dan tot goud? Laat dat je dan schitteren? Als je een paar positieve dingen liefhebt, betekent dat dan dat je de waarheid hebt? Alleen wie de waarheid bezit, schittert. Heb je de waarheid niet, hoe kan er dan worden gezegd dat je schittert? Feit is dat een schepsel geen enkele waarheid begrijpt. Het bezitten van enige menselijkheid en enig vermogen en kaliber om de waarheid te bevatten, betekent niet dat men van nature de waarheid bezit. Mensen bezitten de waarheid niet. Zelfs als hun menselijkheid rechtschapen of vriendelijk is, zijn deze dingen niet de waarheid maar slechts kwaliteiten die de normale menselijkheid behoort te bezitten. Spreek daarom niet van schitteren. Wanneer kan iemand dan een beetje schitteren? Wanneer iemand de woorden van Job kan uitspreken: “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen. De naam van Jehova zij gezegend” (Job 1:21), dan kan men zeggen dat men een beetje schittert en in het licht leeft. Wanneer je de waarheidswerkelijkheid die je bezit en de waarheid die je begrijpt kunt gebruiken om anderen te voorzien, te ondersteunen en te leiden, waardoor ze voor God en in de waarheidswerkelijkheid kunnen worden gebracht, zich aan God kunnen onderwerpen en God kunnen aanbidden, alleen dan kun je een beetje schitteren.

De verschillende soorten getalenteerde mensen die Gods huis cultiveert, zijn niet bovennatuurlijk begaafd maar gewone, verdorven mensen. Zolang ze de waarheid aanvaarden, gehoorzamen en zich onderwerpen, en een zeker kaliber bezitten, zal Gods huis hen bij uitzondering bevorderen en cultiveren. Wanneer Ik spreek over het bij uitzondering bevorderen en cultiveren van mensen, gaat dit over verheven worden door God: dat je de kans krijgt om voor God te komen, Gods leiding te aanvaarden en te aanvaarden dat God je cultiveert en traint, zodat je gedurende deze periode zo snel mogelijk de waarheidswerkelijkheid binnengaat, de waarheidsprincipes nauwkeurig vat, je plicht vervult op een manier die aan de norm voldoet en leeft met de menselijke gelijkenis. Dit is wat in Gods huis bedoeld wordt met de term ‘getalenteerde mensen’. Zulke mensen zijn helemaal niet groots of indrukwekkend. Ze begrijpen gewoon de waarheid en bezitten de waarheidswerkelijkheid, vervullen hun plicht gewetensvol en verantwoordelijk, tonen enige oprechtheid en kunnen een kleine prijs betalen, en handelen niet roekeloos op basis van hun noties en verbeeldingen. Is het gepast dat Gods huis mensen die aan deze criteria kunnen voldoen bij uitzondering bevordert en cultiveert en traint? Is het heilzaam voor mensen? Het is uiterst heilzaam voor mensen! Net als andere gelovigen geloven degenen die bevorderd en gecultiveerd worden in God, lezen ze Gods woorden, luisteren ze naar preken en vervullen ze hun plicht. Maar vergeleken met andere gelovigen groeien zij sneller en verkrijgen zij meer. Willen jullie meer verkrijgen, of slechts een beetje? (Meer verkrijgen.) De meeste mensen hebben dit verlangen, wat betekent dat ze van positieve dingen houden. Soms communiceer ik met enkele teams over het binnengaan van het leven, en heel wat mensen komen meeluisteren, wat aantoont dat de meeste mensen een verlangen naar de waarheid hebben, bereid zijn meer van de waarheid te begrijpen en ook bereid zijn de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan. In het begin communiceerde Ik met enkele mensen, maar ze waren echt afgestompt. Ik praatte lange tijd, maar ze reageerden niet, zonder zelfs maar de geringste hint van een glimlach. Na jaar of twee contact met hen te hebben gehad, werden de meesten natuurlijker in hun gezichtsuitdrukkingen en reageerden ze, en gaandeweg kwamen hun reacties wat sneller. Dat wil zeggen, ze veranderden van dode mensen in levende mensen en hun geest ontwaakte. Hoe werd dit bereikt? Als mensen de waarheid niet begrijpen, blijven ze dode mensen, hoeveel ze ook van positieve dingen houden of hoe slim of intelligent ze ook zijn. Sommige mensen zijn in het begin dom en traag van begrip, niemand in de buitenwereld heeft een hoge dunk van hen; ze zijn niet erg geleerd en hun horizon is niet erg breed. Maar nadat ze in God geloven, kunnen ze vele waarheden begrijpen en vele dingen duidelijk zien en dan de gelijkenis van een mens uitleven, waardoor ze levende mensen worden. Wat betekent ‘levende mensen’? Het gaat er niet om of je fysieke lichaam levend of dood is, of je lichaam kan bewegen of ademen, maar of je geest zich bewust is van en gevoelig is voor Gods woorden en de waarheid. Levende mensen reageren op de waarheid en op Gods woorden. Na het horen van Gods woorden hebben ze bewustzijn, een pad, een plan en een doel. Dode mensen vertonen zulke uitingen niet. Dus als Gods huis iemand bevordert en cultiveert, zal die persoon relatief meer verkrijgen. Hoe kunnen mensen die niet aan deze criteria voldoen en niet worden bevorderd of gecultiveerd toch voldoende verkrijgen? Hoe kunnen ze snel de waarheidswerkelijkheid binnengaan? Ze moeten leren Gods woorden te beoefenen en te ervaren, inzicht in vele waarheden verkrijgen en ook de waarheid kunnen toepassen om mensen te onderscheiden en problemen op te lossen – dan kunnen ze de waarheidswerkelijkheid binnengaan.

Sommige mensen zeggen: “Omdat Gods huis allerlei getalenteerde mensen bevordert en cultiveert en hen zo snel mogelijk de waarheidswerkelijkheid laat binnengaan, betekent dat dan niet dat mensen die niet getalenteerd zijn de waarheidswerkelijkheid niet kunnen binnengaan?” Is het juist om dat te zeggen? (Nee, het is verkeerd.) Zijn er na het communiceren over dit onderwerp sommigen enthousiast geworden, terwijl anderen moedeloos en teleurgesteld raakten? Men moet het zo bekijken: degenen die zijn bevorderd en gecultiveerd, mogen niet trots zijn. Je hebt niets om over op te scheppen: dit is Gods genade en zegen. Wanneer God je meer geeft, vraagt Hij je ook om meer van jezelf te geven. Als Gods huis jou bij uitzondering bevordert en cultiveert, betekent dit dat je een hogere prijs moet betalen. Als je deze ontberingen kunt doorstaan, zul je vanzelf meer verkrijgen. Als je zegt: “Ik ben niet bereid deze ontberingen te doorstaan,” zul je de waarheid niet verkrijgen, noch Gods zegen ontvangen. Sommige mensen zeggen: “Ik wil die dingen verkrijgen, maar ik denk niet dat ik dat kan, omdat Gods huis mij niet bij uitzondering zal bevorderen en cultiveren. Ik voldoe niet aan de criteria.” Het maakt niet uit als je niet aan de criteria voldoet. Zolang je de waarheid nastreeft en er hard naar streeft, zal God je niet onrechtvaardig behandelen. Deze mensen die worden bevorderd en gecultiveerd, kunnen alleen eerder de waarheidswerkelijkheid binnengaan vanwege hun kaliber en vanwege hun verschillende omstandigheden. Maar dit vroege binnengaan betekent niet dat zij de enigen zijn die de waarheidswerkelijkheid kunnen binnengaan. Het betekent alleen dat ze eerder iets meer kunnen verkrijgen en iets eerder de waarheidswerkelijkheid kunnen binnengaan. Degenen die niet zijn bevorderd, zullen iets op hen achterblijven, maar dit betekent niet dat ze de waarheidswerkelijkheid niet kunnen binnengaan. Of iemand de waarheidswerkelijkheid kan binnengaan of niet, hangt af van zijn streven. Deze mensen die worden bevorderd en gecultiveerd, kunnen de waarheidsprincipes sneller vatten en de waarheidswerkelijkheid sneller binnengaan tijdens het cultiveringsproces, wat het werk van Gods huis ten goede komt. Daarom is het juist om mensen te bevorderen en te cultiveren van wie wordt vastgesteld dat ze een goed kaliber hebben en de waarheid liefhebben. Als iemand zulke mensen kan vinden en hen bevordert en cultiveert zonder jaloers op hen te zijn of hen neer te halen, maar hen juist zorg biedt, dan houdt diegene rekening met Gods bedoelingen. Als sommigen daarentegen jaloers zijn en zich zorgen maken dat deze mensen beter zijn dan zij en hen voorbijstreven en hen daarom uitsluiten en neerhalen, is dit duidelijk een kwaadaardige daad en iets wat antichristen vaak doen. Alleen kwaadaardige mensen en antichristen vallen de broeders en zusters aan en sluiten hen buiten.

Het begrip en de houding die men behoort te hebben met betrekking tot de bevordering en cultivering van mensen door Gods huis

Waar we zojuist over hebben gecommuniceerd, zijn de doelen van Gods huis bij het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen. Welk soort werk degenen ook doen die voor bevordering en cultivering worden geselecteerd – of het nu technisch werk, gewoon werk of de algemene zaken van de kerk betreft – het is er, kortom, allemaal op gericht hen te helpen de waarheidsprincipes te begrijpen en de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan, zodat ze hun plicht zo snel mogelijk kunnen vervullen op een manier die aan de norm voldoet om aan Gods bedoelingen te voldoen. Dit is wat God van mensen vereist, en het is natuurlijk ook nodig voor het werk van de kerk. Begrijpen jullie nu de betekenis van het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen door Gods huis? Zijn er nog misverstanden? (Nee.) Sommige mensen zeggen: “Nu deze persoon tot leider is bevorderd en status heeft, is hij geen gewoon mens meer.” Is het juist of verkeerd om dit te zeggen? (Het is verkeerd.) Anderen zeggen misschien: “Wie leiders worden, hebben status, maar het is eenzaam aan de top. Hoe hoger je klimt, hoe harder je valt!” Is het juist of verkeerd om dit te zeggen? Het is duidelijk verkeerd. Op welke mensen slaat het gezegde “Hoe hoger je klimt, hoe harder je valt”? Het slaat op mensen met ambities en verlangens, op antichristen. Wanneer degenen die de waarheid nastreven leiders worden, is dat niet hoog klimmen – het is God die hen bij uitzondering verheft, en Gods zegen die deze last op hen legt en hen toestaat leiderschapswerk te doen. “Hoe hoger je klimt, hoe harder je valt” is een conclusie die door ongelovigen wordt getrokken en beschrijft de gevolgen van hun streven naar een carrière in de ambtenarij. Die niet-gelovigen hebben geen onderscheidingsvermogen en passen dit gezegde toe op positieve mensen, wat een ernstige fout is. Anderen zeggen misschien: “Hij is geboren op het platteland en nu is hij kerkleider geworden – een hoogvliegende feniks uit nederige komaf.” Is het juist of verkeerd om dit te zeggen? Dit zijn de duivelse woorden van ongelovigen en mogen niet op Gods uitverkorenen worden toegepast. In Gods huis zegent God degenen die de waarheid nastreven, die eerlijk zijn, die goedhartig zijn en die het werk van Gods huis verdedigen. Zodra deze mensen de waarheid begrijpen en enige gestalte krijgen, zullen ze vroeg of laat worden bevorderd voor cultivering en oefening om degenen te vervangen die valse leiders en antichristen zijn. In Gods huis zijn positieve mensen die vele beproevingen en tests hebben doorstaan en het werk van Gods huis consequent hebben verdedigd, mensen die Gods goedkeuring wegdragen. Het zou ongepast zijn om deze mensen te beschrijven met de duivelse woorden van ongelovigen. Daarom zijn degenen die altijd de duivelse woorden van ongelovigen gebruiken om zaken in Gods huis te beschrijven en hun eigen opvattingen te uiten, mensen die de waarheid niet begrijpen en die absurde opvattingen over dingen hebben. Hun opvattingen over dingen zijn helemaal niet veranderd en zijn nog steeds de opvattingen van ongelovigen. Ze hebben al jaren in God geloofd en toch geen enkele waarheid verkregen, en ze bekijken dingen nog steeds niet volgens Gods woorden – zulke mensen zijn dus niet-gelovigen en ongelovigen. Wanneer mensen gepromoveerd worden tot leider of werker, of gevormd worden voor technisch werk, waarvoor ze als supervisor worden aangesteld, dan is dit niets anders dan een last die aan hen wordt toevertrouwd door Gods huis. Het is een opdracht, een verantwoordelijkheid, en natuurlijk ook een speciale plicht, een speciale kans en een uitzonderlijke verheffing – er is niets prijzenswaardig aan. Als mensen door Gods huis worden bevorderd en gecultiveerd, betekent dit niet dat ze een speciale positie of status hebben in Gods huis, zodat ze een speciale behandeling of gunst kunnen genieten. In plaats daarvan krijgen ze na uitzonderlijke verheffing in Gods huis de uitstekende voorwaarden om door Gods huis getraind te worden, om wezenlijk kerkwerk te oefenen, en tegelijk stelt Gods huis hogere normen aan hen, wat heel bevorderlijk is voor het binnengaan van het leven. Als iemand in Gods huis wordt bevorderd en gecultiveerd, betekent dit dat er strenge eisen aan hen worden gesteld en dat ze onder strikt toezicht komen. Gods huis zal het werk dat zij doen streng inspecteren, erop toezien en stimuleren, en begrip en aandacht hebben voor hun binnengaan van het leven. Genieten de mensen die door Gods huis worden bevorderd en gecultiveerd vanuit deze gezichtspunten een speciale behandeling, speciale status en speciale positie? Absoluut niet – en nog minder genieten ze een bijzondere rang. Als mensen die zijn bevorderd en gecultiveerd het gevoel hebben dat zij kapitaal hebben verkregen door hun plicht op redelijk effectieve wijze te doen en daardoor stagneren en de waarheid niet meer nastreven, zullen ze gevaar lopen als ze op beproeving en tegenspoed stuiten. Als hun gestalte te gering is, zullen ze waarschijnlijk geen stand kunnen houden. Sommigen zeggen: “Als mensen bevorderd en gecultiveerd zijn als leider, hebben zij een rang. Zelfs als ze geen eerstgeborenen zijn, hebben ze in ieder geval de hoop een van Gods mensen te worden. Ik ben nooit bevorderd of gecultiveerd, dus heb ik dan geen hoop om tot Gods volk te behoren?” Het is verkeerd om zo te denken. Om tot Gods volk te behoren, moet je levenservaring hebben en iemand zijn die zich aan God onderwerpt. Of je nu een leider, werker of gewone volgeling bent: iedereen die de waarheidswerkelijkheid bezit, behoort tot Gods volk. Zelfs als je een leider of werker bent, ben je nog steeds een zwoeger als je de waarheidswerkelijkheid mist. In feite is er niets bijzonders aan mensen die worden bevorderd en gecultiveerd. Het enige verschil met anderen is dat ze een gunstiger omgeving, betere kansen en gunstigere omstandigheden hebben om specifiek werk te doen dat de waarheidsprincipes betreft. Zelfs als het grootste deel van je werk een bepaald vakgebied betreft, maar er geen waarheidsprincipes zijn om het te reguleren en te toetsen, dan is de plicht die je vervult niet in overeenstemming met de principes en ben je slechts aan het zwoegen en zul je beslist Gods goedkeuring niet ontvangen. Wat zijn de vereisten van Gods huis voor de verschillende getalenteerde mensen die worden bevorderd en gecultiveerd? Om door Gods huis te worden bevorderd en gecultiveerd, moeten ze op zijn minst mensen zijn met een geweten en rede, mensen die de waarheid kunnen aanvaarden, die trouw hun plicht doen en zich kunnen onderwerpen aan Gods orkestraties en regelingen, en op zijn minst moeten ze in staat zijn het te aanvaarden en zich te onderwerpen wanneer ze worden gesnoeid. Het resultaat dat bereikt moet worden bij mensen die cultivering en training door Gods huis ondergaan, is niet dat ze functionarissen of bazen kunnen worden, of de groep kunnen aanvoeren, of dat ze mensen kunnen adviseren over hun denkwijze, en zeker niet dat ze betere professionele vaardigheden, een hoger opleidingsniveau hebben of een grotere reputatie hebben, of in één adem genoemd worden met degenen die in de wereld beroemd zijn om hun professionele vaardigheden of politieke prestaties. Het beoogde resultaat is juist dat ze de waarheid begrijpen en Gods woorden uitleven, en dat ze mensen worden die God vrezen en het kwaad mijden. Tijdens hun training leren ze de waarheid te begrijpen en de waarheidsprincipes te vatten en krijgen ze beter inzicht in wat het geloof in God precies is en hoe ze God moeten volgen – dit is uiterst heilzaam voor degenen die de waarheid nastreven om vervolmaakt te worden. Dit is het resultaat en de norm die Gods huis wenst te bereiken bij het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen, en het is ook de grootste oogst die degenen die worden bevorderd en gebruikt binnenhalen.

Sommige mensen vervullen hun plicht relatief verantwoordelijk en worden goedgekeurd door Gods uitverkorenen, en daarom worden ze door de kerk gecultiveerd om leiders of werkers te worden. Nadat ze status hebben gekregen, voelen ze dat ze zich onderscheiden van de massa en denken: Waarom is de keuze van Gods huis op mij gevallen? Is het niet omdat ik beter ben dan jullie allemaal? Klinkt dit niet als iets wat een kind zou zeggen? Het is onvolwassen, belachelijk en naïef. In werkelijkheid ben je geen haar beter dan andere mensen. Het is alleen dat je voldoet aan de criteria om door Gods huis te worden gecultiveerd. Of je deze verantwoordelijkheid al dan niet kunt dragen, deze plicht goed kunt vervullen of deze opdracht kunt voltooien, is een ander verhaal. Als mensen door de broeders en zusters tot leider worden gekozen, of door Gods huis worden bevorderd om een bepaalde taak of plicht te doen, betekent dit niet dat zij een speciale status of positie hebben, of dat zij meer en dieper inzicht in de waarheid hebben dan andere mensen. Ook betekent het niet dat zij in staat zijn zich aan God te onderwerpen en Hem niet zullen verraden. En zeker betekent het niet dat zij God kennen en vrezen. Ze hebben in feite niets van dit alles bereikt. De bevordering en cultivering betekent niets meer dan dat: eenvoudigweg bevordering en cultivering. Het is niet hetzelfde als voorbestemd zijn en door God worden goedgekeurd. Hun promotie en cultivering houdt simpelweg in dat ze bevorderd zijn en gecultiveerd gaan worden. Het eindresultaat van deze cultivering hangt ervan af of deze mensen de waarheid nastreven en of ze het pad van het nastreven van de waarheid kunnen kiezen. Dus wanneer mensen in de kerk worden bevorderd en gecultiveerd tot leider, is dit niet meer dan bevordering en cultivering. Het betekent niet dat ze al voldoen aan de norm en competente leiders zijn, dat ze al in staat zijn om het werk van een leider op zich te nemen en echt werk te doen. Dat is niet het geval. De meeste mensen doorzien deze dingen niet en kijken op basis van hun eigen verbeeldingen, op tegen degenen die bevorderd zijn. Dit is een vergissing. Bezitten mensen die bevorderd worden, ongeacht het aantal jaren dat ze al geloven, werkelijk waarheidswerkelijkheid? Niet noodzakelijk. Zijn zij in staat om de werkregelingen van Gods huis te implementeren? Niet noodzakelijk. Hebben ze verantwoordelijkheidsgevoel? Zijn ze trouw? Kunnen ze zich onderwerpen? Zijn ze in staat bij problemen de waarheid te zoeken? Dit alles is onbekend. Hebben deze mensen een Godvrezend hart? En hoe groot zijn hun Godvrezende harten? Zijn ze in staat hun eigen wil los te laten wanneer ze iets doen? Zijn ze in staat God te zoeken? Kunnen ze in de periode dat zij leiderschapswerk doen regelmatig voor God komen om Gods bedoelingen te zoeken? Zijn ze in staat om mensen de waarheidswerkelijkheid binnen te leiden? Daar zijn ze zeker niet toe in staat. Ze hebben geen training ontvangen en te weinig ervaring, daarom zijn ze niet tot deze dingen in staat. Daarom betekent het bevorderen en cultiveren van mensen niet dat ze de waarheid al begrijpen, en ook niet dat ze hun plicht al volgens de norm kunnen vervullen. Wat is dan het doel en de betekenis van het bevorderen en cultiveren van mensen? Het doel is dat zo’n persoon individueel wordt bevorderd om te oefenen en om speciaal begoten en getraind te worden, zodat hij de waarheidsprincipes begrijpt, evenals de principes, middelen en methoden om uiteenlopende dingen te doen en problemen op te lossen. Het doel is ook dat ze leren omgaan met verschillende omgevingen en mensen en leren de dingen aan te pakken in lijn met Gods wil en zodanig dat de belangen van Gods huis worden beschermd. Gelet op deze punten, betekent dit dat getalenteerde mensen die door Gods huis bevorderd en gecultiveerd worden, vóór of tijdens hun bevordering of cultivering al voldoende in staat zijn hun werk uit te voeren en hun plicht goed te vervullen? Natuurlijk niet. Daarom is het onvermijdelijk dat deze mensen tijdens de cultiveringsperiode te maken krijgen met snoei, oordeel en tuchtiging, ontmaskering en zelfs ontheffing. Dit is normaal en hoort bij training en cultivering. Men moet geen hoge verwachtingen hebben van of onrealistische eisen stellen aan degenen die worden bevorderd en gecultiveerd. Dat zou onredelijk en oneerlijk tegenover hen zijn. Jullie kunnen toezicht houden op hun werk. Als jullie tijdens hun werk problemen ontdekken of dingen die de principes schenden, kunnen jullie de kwestie ter sprake brengen en de waarheid zoeken om deze problemen op te lossen. Wat jullie niet moeten doen is over hen oordelen, hen veroordelen, aanvallen of uitsluiten, want ze zitten enkel in de cultiveringsperiode en mogen niet worden gezien als vervolmaakte mensen, laat staan als onberispelijke mensen of mensen die de waarheidswerkelijkheid bezitten. Net als jullie verkeren ze zich in een periode van training. Het verschil is dat zij meer werk en verantwoordelijkheden op zich nemen dan gewone mensen. Zij hebben de verantwoordelijkheid en de verplichting om meer werk te doen; zij moeten een grotere prijs betalen, meer ontberingen doorstaan, meer mentale inspanning leveren, meer problemen oplossen, meer kritiek van mensen verdragen, en natuurlijk ook harder werken. Vergeleken met gewone mensen die hun plicht vervullen, moeten zij wat minder slapen, wat minder van de goede dingen genieten en niet zoveel roddelen. Dat is wat hen bijzonder maakt; verder zijn ze hetzelfde als ieder ander. Waarom zeg Ik dit? Het is om iedereen duidelijk te maken dat ze de verschillende soorten getalenteerde mensen die in Gods huis worden bevorderd en gecultiveerd, correct moeten benaderen, dat ze geen overdreven strenge eisen aan hen moeten stellen en dat ze uiteraard ook geen onrealistische mening over hen moeten hebben. Het is dwaas om hen overdreven te bewonderen en tegen hen op te kijken; het is onmenselijk en onrealistisch om buitensporig strenge eisen aan hen te stellen. Wat is dan de redelijkste manier om met hen om te gaan? Beschouw hen als gewone mensen en, wanneer je iemand nodig hebt om een probleem te bespreken, communiceer met hen, leer van elkaars sterke punten en vul elkaar aan. Daarnaast is het ieders verantwoordelijkheid om erop toe te zien of leiders en werkers daadwerkelijk werk verzetten en of ze de waarheid gebruiken om problemen op te lossen; dit zijn de normen en principes om te bepalen of een leider of werker aan de norm voldoet. Als een leider of werker algemene problemen kan aanpakken en oplossen, is hij geschikt. Maar als ze zelfs gewone problemen niet kunnen hanteren en oplossen, zijn ze ongeschikt om leider of werker te zijn en moeten ze snel uit hun positie worden ontheven. Er moet iemand anders worden gekozen en het werk van Gods huis mag niet worden vertraagd. Het vertragen van het werk van Gods huis schaadt jezelf en anderen. Niemand heeft daar baat bij.

Sommige mensen worden gepromoveerd en gecultiveerd door de kerk en krijgen een goede kans om te trainen. Je zou kunnen zeggen dat zij verheven en gezegend zijn door God. Hoe moeten zij hun plicht doen? Het eerste principe waar ze zich aan moeten houden, is de waarheid begrijpen. Als ze de waarheid niet begrijpen, moeten ze de waarheid zoeken, en als ze de waarheid daarna nog steeds niet begrijpen, moeten ze zelf iemand vinden die de waarheid begrijpt om mee te communiceren en samen op zoek te gaan. Dan kan het probleem sneller en tijdiger worden opgelost. Als je om de waarheid te begrijpen en het probleem op te lossen alleen focust op meer tijd om zelfstandig Gods woorden te lezen en meer tijd om deze woorden te overdenken, gaat het te langzaam. Het spreekwoord luidt niet voor niks: ‘Verre wateren lessen geen acute dorst’. Als je met de waarheid snel vooruitgang wilt boeken, moet je leren hoe je in harmonie met anderen kunt samenwerken, meer vragen kunt stellen en meer kunt zoeken. Alleen dan zal je leven snel groeien en kun je problemen vlug oplossen zonder enige vertraging. Denk niet dat jouw bevordering betekent dat jij de waarheidswerkelijkheid bezit. Dat is niet het geval: je bent maar net bevorderd en nog op proef, je begrijpt de waarheid nog niet echt en bezit de waarheidswerkelijkheid niet, en je hebt deze gestalte nog niet. Je bent alleen voor bevordering en cultivering geselecteerd, omdat jij de last van het werk ervaart en het kaliber van een leider hebt. Zo verstandig zou je moeten zijn. Als je je, nadat je bent bevorderd tot leider of werker, op je status gaat beroepen en gelooft dat je iemand bent die de waarheid nastreeft en de waarheidswerkelijkheid bezit – en als je, ongeacht de problemen van de broeders en zusters, doet alsof je alles begrijpt en geestelijk bent – dan is dat dwaas en vergelijkbaar met huichelachtige farizeeën. Je moet waarheidsgetrouw zijn in je woorden en daden. Wanneer je iets niet begrijpt, kun je anderen om hulp vragen of met de Boven communiceren – daar is niets schandelijks aan. Zelfs als je niets vraagt, weet de Boven nog steeds je ware gestalte en dat het je aan de waarheidswerkelijkheid ontbreekt. Zoeken en communiceren is wat je behoort te doen; dit is het verstand dat bij een normale menselijkheid hoort en het principe waaraan leiders en werkers zich moeten houden. Het is niet iets om je voor te schamen. Als je denkt dat het, zodra je leider bent, gênant is om de principes niet te begrijpen of om voortdurend vragen te stellen aan andere mensen of aan de Boven, en je daarom – uit angst dat anderen op je neer zullen kijken – voordoet alsof je alles begrijpt, alles weet, werkvermogen hebt, elk kerkwerk aankunt en niemand nodig hebt om je eraan te herinneren, met je te communiceren, je te voorzien of te ondersteunen, dan is dat gevaarlijk en ben je te arrogant en zelfgenoegzaam en ontbreekt het je aan rede. Je kent niet eens je eigen maat – maakt dat je niet tot een warhoofd? Zulke mensen voldoen feitelijk niet aan de criteria om door het huis van God te worden bevorderd en gecultiveerd, en vroeg of laat worden ze ontheven en geëlimineerd. Daarom moet elke leider of werker die net is bevorderd beseffen dat hij de waarheidswerkelijkheid niet bezit en dit zelfbewustzijn moet hebben. Je bent nu een leider of werker, niet omdat je door God bent aangesteld, maar omdat andere leiders en werkers je hebben bevorderd of Gods uitverkorenen je hebben gekozen; dit betekent niet dat je de waarheidswerkelijkheid en een ware gestalte bezit. Als je dit begrijpt, bezit je enige rede. Dat is de rede die leiders en werkers moeten bezitten. Begrijpen jullie het nu? (Ja.) Hoe moeten jullie dus precies te werk gaan? Hoe moeten jullie harmonieuze samenwerking in praktijk brengen? Hoe moeten jullie de waarheid zoeken om problemen op te lossen telkens wanneer jullie die tegenkomen? Deze dingen moet men begrijpen. Als er verdorven gezindheden worden geopenbaard, zoek dan de waarheid en los ze zo snel mogelijk op. Als ze niet tijdig worden opgelost en ze je werk beïnvloeden, is dat een probleem. Ook als je een vakgebied niet kent, moet je die onverwijld gaan leren. Omdat sommige plichten vakkennis vereisen, zal het, als je alleen de waarheid begrijpt zonder enige vakkennis te beheersen, ook je werkresultaten beïnvloeden. Je moet op zijn minst enige basisvakkennis beheersen en begrijpen, zodat je effectief het werk van mensen kunt opvolgen en begeleiden. Ben je alleen vakbekwaam maar begrijp je de waarheid niet, dan zullen er eveneens tekortkomingen in je werk zijn; daarom moet je ook de waarheid nastreven en samenwerken met mensen die de waarheid begrijpen om je plicht naar behoren te vervullen. Dat je professionele vaardigheden bezit of een bepaald kennisgebied beheerst, betekent niet dat je volgens de principes kunt handelen; daarom is het essentieel om communicatie te zoeken met mensen die de waarheid begrijpen – dit is een principe waar jullie je aan moeten houden. Wat je ook doet, doe je niet anders voor. Je bevindt je in de trainings- en cultiveringsperiode, je hebt een verdorven gezindheid en je begrijpt de waarheid nog totaal niet. Zeg Mij: weet God van deze dingen? (Ja.) Zou je er dan niet dwaas uitzien als je je anders voordeed? Willen jullie dwaze mensen zijn? (Nee, dat willen we niet.) Als jullie geen dwaze mensen willen zijn, wat voor soort mensen moeten jullie dan zijn? Wees mensen met rede – mensen die nederig de waarheid zoeken en de waarheid aanvaarden. Doe niet alsof; wees geen huichelachtige farizeeën. Wat je weet is slechts wat vakkennis; het zijn niet de waarheidsprincipes. Je moet, op basis van het begrijpen van de waarheidsprincipes, een manier vinden om je professionele sterke punten passend te benutten en je verworven kennis en geleerdheid te gebruiken. Is dit geen principe? Is dit geen pad voor de praktijk? Zodra je leert dit te doen, heb je een pad om te volgen en kun je de waarheidswerkelijkheid binnengaan. Wat je ook doet, wees niet koppig en doe niet alsof. Koppig zijn en je anders voordoen is geen rationele manier van doen. Het is eerder de dwaaste manier van handelen. Mensen die naar hun verdorven gezindheden leven, zijn de dwaaste mensen. Alleen wie de waarheid zoekt en zaken behandelt volgens de waarheidsprincipes zijn de slimste mensen.

Hebben jullie door deze communicatie nu het juiste begrip van en de juiste zienswijze op de bevordering en cultivering van allerlei getalenteerde mensen door Gods huis? (Ja.) Nu jullie hier de juiste zienswijze op hebben, kunnen jullie deze mensen dan op de juiste manier benaderen? Jullie moeten op de juiste manier omgaan met hun sterke punten én met de tekortkomingen en gebreken in hun menselijkheid, werk, vakgebied en diverse andere aspecten – al deze dingen moeten correct worden benaderd. Bovendien, of je nu wordt bevorderd en gecultiveerd tot leider of werker, of een getalenteerd individu in een bepaald vakgebied bent, jullie zijn allemaal gewoon, allemaal door Satan verdorven en niemand van jullie begrijpt de waarheid. Niemand van jullie moet zich dus vermommen of verbergen; jullie moeten juist leren je open te stellen in de communicatie. Begrijp je iets niet, geef dan toe dat je het niet begrijpt. Weet je niet hoe je iets moet doen, geef dan toe dat je het niet weet. Welke problemen of moeilijkheden zich ook voordoen, communiceer samen en zoek de waarheid om een oplossing te vinden. Voor de waarheid is iedereen als een zuigeling: arm, meelijwekkend en volstrekt behoeftig. Wat mensen moeten doen, is zich onderwerpen aan de waarheid, een nederig en verlangend hart hebben, de waarheid zoeken en aanvaarden, en vervolgens de waarheid beoefenen en onderwerping aan God bereiken. Door dit te doen, kunnen mensen tijdens het vervullen van hun plichten en in hun werkelijke leven de waarheidswerkelijkheid van Gods woorden binnengaan. Iedereen is gelijk voor de waarheid. Degenen die bevorderd en gecultiveerd worden, zijn niet veel beter dan anderen. Iedereen heeft Gods werk ongeveer even lang ervaren. Degenen die niet worden bevorderd of gecultiveerd, moeten ook de waarheid nastreven terwijl ze hun plichten vervullen. Niemand mag anderen het recht ontzeggen om de waarheid na te streven. Sommige mensen zijn ijveriger in het nastreven van de waarheid en hebben enig kaliber. Daarom worden zij bevorderd en gecultiveerd. Dit heeft te maken met de behoeften van het werk in Gods huis. Waarom heeft Gods huis zulke principes voor het promoveren en inzetten van mensen? Omdat mensen uiteenlopende kalibers en karakters hebben, en iedere persoon een ander pad kiest, leidt dit tot verschillende uitkomsten in het geloof van mensen in God. Degenen die de waarheid nastreven, worden gered en worden opgenomen in het koninkrijk, terwijl degenen die de waarheid helemaal niet accepteren en niet trouw hun plicht doen, worden geëlimineerd. Gods huis cultiveert en gebruikt mensen op basis van de vraag of zij de waarheid nastreven en of zij trouw hun plicht doen. Is er een onderscheid te maken in de hiërarchie van verschillende mensen in Gods huis? Voorlopig is er geen hiërarchie wat betreft posities, waarde, status of rang van verschillende mensen. In ieder geval gedurende de periode dat God werkt om mensen te redden en te begeleiden, is er geen verschil tussen mensen op basis van rangen, posities, waarde of status. Alleen wat betreft het werk en de plichten die vervuld moeten worden, is er verschil. Uiteraard worden sommigen tijdens deze periode bij uitzondering bevorderd en gecultiveerd om enkele speciale taken te verrichten, terwijl anderen vanwege bijvoorbeeld problemen met hun kaliber of hun familiesituatie zulke kansen niet krijgen. Maar redt God dan niet degenen die niet zulke kansen hebben gekregen? Dit is niet het geval. Is hun waarde en positie lager dan die van anderen? Nee. Iedereen is gelijk voor de waarheid, iedereen heeft de kans om de waarheid na te streven en te verwerven, en God behandelt iedereen op eerlijke en redelijke wijze. Wanneer zijn er duidelijke verschillen zichtbaar in de positie, waarde en status van mensen? Dat gebeurt wanneer mensen aan het einde van hun pad komen en Gods werk voltooid is, en er eindelijk een conclusie wordt getrokken over de houdingen en zienswijzen die elke persoon heeft getoond in het proces van het nastreven van redding en tijdens het doen van zijn plicht, evenals over ieders diverse uitingen en houdingen ten opzichte van God – dat wil zeggen, wanneer er een volledig verslag in Gods aantekenboek staat. Op dat moment zullen er ook verschillen in hun waarde, positie en status zijn, omdat de uitkomsten en bestemmingen van mensen verschillend zullen zijn. Pas dan worden al deze dingen zichtbaar en kunnen ze bij benadering worden vastgesteld, terwijl nu iedereen nog gelijk is. Hebben jullie dit begrepen? Kijken jullie uit naar die dag? Kijken jullie ernaar uit en vrezen jullie die tegelijkertijd? Waar jullie naar uitkijken, is dat er op die dag eindelijk een resultaat zal zijn en jullie die dag ondanks alle moeilijkheden eindelijk hebben bereikt; en wat jullie vrezen, is dat jullie het pad niet goed hebben bewandeld, dat jullie onderweg zijn gevallen en hebben gefaald, en dat de uiteindelijke uitkomst onbevredigend zal zijn – erger dan jullie je voorstellen en verwachten. Hoe verdrietig, hoe pijnlijk en hoe teleurstellend zou dat zijn! Denk niet zo ver vooruit; het is onpraktisch om zo ver vooruit te denken. Kijk eerst naar wat er voor jullie ligt, bewandel het pad onder jullie voeten zorgvuldig, doe het werk dat voorhanden is goed en vervul de plichten en verantwoordelijkheden die God jullie heeft toevertrouwd. Dat is het meest cruciale en belangrijkste. Begrijp de waarheid en de principes voor het vervullen van jullie plicht die jullie nu zouden moeten begrijpen, en communiceer erover totdat ze glashelder zijn – zodat jullie ze helder voor ogen hebben en bij alles wat jullie doen duidelijk en nauwkeurig weten wat de principes zijn. Zorg ervoor dat jullie de principes niet schenden, er niet van afwijken, geen verstoringen of hinder veroorzaken, en niets doen wat de belangen van Gods huis schaadt. Dit alles is wat jullie nu moeten binnengaan. Het is onnodig dat we over toekomstige zaken spreken en evenmin nodig dat jullie ernaar vragen of erover nadenken. Het is nutteloos om zo ver vooruit te denken – dat is niet waar je over zou moeten nadenken. Sommigen zullen misschien vragen: “Waarom zouden we er niet over nadenken? De rampspoed is nu zo groot geworden, is het dan niet tijd dat we over zulke dingen nadenken?” Is het tijd? Beïnvloedt het feit dat de rampspoed groot is je ingang in de waarheid? (Nee, dat doet het niet.) De rampspoed is zo groot geworden, maar wanneer houd Ik ooit bijeenkomsten of preken die specifiek over rampspoed gaan? Ik richt me nooit op de rampspoed; Ik spreek altijd alleen over de waarheid, zodat jullie de waarheid en Gods bedoelingen kunnen begrijpen en zodat jullie begrijpen hoe jullie je plicht goed moeten vervullen en de waarheidswerkelijkheid kunnen binnengaan. Tegenwoordig begrijpen sommige mensen niet eens wat de waarheidswerkelijkheid is en wat doctrines zijn. Ze spuien elke dag dezelfde paar woorden, doctrines en holle frasen en toch hebben ze het gevoel dat ze de waarheidswerkelijkheid zijn binnengegaan. Ik maak me zorgen om hen, maar zij maken zich geen zorgen over zichzelf. Ze blijven nog steeds nadenken over die zaken in de verre toekomst – over die dingen nadenken is niet praktisch.

Het doel van het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen is niet om hen tot actievelingen te maken, noch om van hen in de toekomst een soort steunpilaar worden, maar om sommige mensen die de waarheid relatief gezien meer nastreven en voldoen aan de criteria voor bevordering en cultivering de kans te geven om in geschikte omgevingen en onder gunstigere omstandigheden te trainen. Het belangrijkste is dat ze Gods woorden kunnen begrijpen, de waarheid begrijpen en de waarheidswerkelijkheid binnengaan. Is dit niet wat mensen zouden moeten bereiken door in God te geloven? Is dit niet wat mensen zouden moeten verkrijgen door in God te geloven? Wat is momenteel het belangrijkste dat jullie nu moeten nastreven om de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan? Hebben jullie daar plannen of stappen voor? Ik zal jullie een truc vertellen die eenvoudig, gemakkelijk en snel is. Eenvoudig gezegd is de waarheidswerkelijkheid binnengaan in feite de waarheid beoefenen. Om de waarheid te beoefenen, is het noodzakelijk om eerst iemands verdorven gezindheden aan te pakken. Wat is het snelste beginpunt om iemands verdorven gezindheden op te lossen? Voor jullie is de eenvoudigste, snelste en meest probleemloze manier om eerst het probleem van plichtmatigheid in het vervullen van jullie plicht op te lossen en jullie verdorven gezindheden stap voor stap op te lossen. Hoe lang zal het duren voordat jullie het oplossen? Hebben jullie een plan? De meeste mensen hebben geen plan, maar blijven er alleen in gedachten mee bezig zonder te weten wanneer ze er officieel mee moeten beginnen. Hoewel ze weten dat ze plichtmatig zijn, zetten ze geen stappen om het op te lossen en hebben ze geen concrete oplossing. Lui zijn in het vervullen van je plicht, niet nauwgezet zijn, onverantwoordelijk zijn en het niet serieus nemen – dit zijn allemaal uitingen van plichtmatigheid. De eerste stap is het oplossen van het probleem van plichtmatigheid. De tweede stap is het oplossen van het probleem van handelen naar eigen wil. Maak je over andere zaken, zoals af en toe oneerlijk spreken of bedrieglijke of arrogante gezindheden openbaren, voorlopig geen zorgen. Is het niet praktischer en effectiever om eerst plichtmatigheid en handelen naar eigen wil aan te pakken? Zijn deze twee kwesties niet het gemakkelijkst te herkennen? Zijn ze niet gemakkelijk op te lossen? (Ja.) Ben je je ervan bewust wanneer je plichtmatig handelt? Besef je het wanneer je eraan denkt lui te zijn? Besef je het wanneer je eraan denkt trucs uit te halen of sluw te zijn en jezelf te dienen door bedrog? (Ja.) Als je het beseft, is het gemakkelijk op te lossen. Begin met het oplossen van de problemen die je gemakkelijk kunt opmerken en waarvan je je innerlijk bewust bent. Plichtmatig omgaan met je plicht is een heel duidelijk en veelvoorkomend probleem, maar ook een hardnekkig en moeilijk op te lossen probleem. Bij het vervullen van een plicht moet men leren gewetensvol, zorgvuldig, nauwgezet en verantwoordelijk te zijn en deze op een bijzonder degelijke manier te doen, dat wil zeggen, door de ene voet voor de andere te zetten. Men moet al zijn kracht inzetten om die plicht goed te doen, totdat men tevreden is met hoe men die heeft uitgevoerd. Als men de waarheid niet begrijpt, moet men de principes zoeken en handelen volgens die principes en Gods vereisten; men moet bereidwillig meer moeite doen om zijn plicht goed te doen en die nooit op een plichtmatige manier doen. Alleen door op deze manier te praktiseren kan men vrede in zijn hart voelen, zonder dat zijn geweten hem verwijten maakt. Is plichtmatigheid gemakkelijk op te lossen? Zolang je geweten en rede hebt, kun je het oplossen. Ten eerste moet je tot God bidden: “God, ik begin aan mijn plicht. Als ik plichtmatig ben, vraag ik U mij te disciplineren en mij in mijn hart te berispen. Ik vraag U ook mij te leiden om mijn plicht goed te doen en niet plichtmatig te zijn.” Praktiseer elke dag op deze manier en kijk hoe lang het duurt voordat het probleem van je plichtmatigheid is opgelost, je plichtmatige gesteldheden verminderen, de onzuiverheden in je plicht afnemen, je werkelijke resultaten verbeteren en je efficiëntie toeneemt in de vervulling van je plicht. Je plicht vervullen zonder plichtmatig te zijn – is dit iets wat je kunt bereiken door op jezelf te vertrouwen? Kun jij het beheersen wanneer je plichtmatig bent? (Het is niet gemakkelijk.) Dat is dan lastig. Als het echt moeilijk voor jullie is om dit te beheersen, hebben jullie een groot probleem! Welke dingen kunnen jullie dan doen zonder plichtmatig te zijn? Sommige mensen zijn erg kieskeurig in wat ze eten; als een maaltijd niet naar hun zin is, zullen ze de hele dag niet in een goed humeur zijn. Sommige vrouwen houden ervan zich op te tutten en op te maken; geen haartje ontsnapt aan hun aandacht. Sommige mensen zijn goed in zaken doen; ze berekenen alles tot op de cent nauwkeurig. Als jullie met zo'n gewetensvolle houding te werk gaan, kunnen jullie voorkomen plichtmatig te zijn. Los eerst het probleem van plichtmatigheid op en daarna het probleem van handelen naar eigen wil. Handelen naar eigen wil is een veelvoorkomend probleem, en ook dit herkennen mensen gemakkelijk bij zichzelf. Met een beetje zelfreflectie kan men inzien dat men handelt naar eigen wil, wat niet in overeenstemming is met de waarheidsprincipes. Problemen die mensen herkennen, zijn gemakkelijk op te lossen. Begin eerst met het aanpakken van deze twee kwesties: het probleem van plichtmatigheid en dat van handelen naar eigen wil. Streef ernaar om binnen een jaar of twee resultaten te boeken, zodat jullie in niets wat jullie doen nog plichtmatig zijn, naar eigen wil handelen of met de onzuiverheden van jullie wil werken. Zodra deze twee problemen zijn opgelost, zijn jullie niet ver verwijderd van het vervullen van jullie plicht op een manier die aan de norm voldoet. En als jullie zelfs die problemen niet kunnen oplossen, zijn jullie nog ver verwijderd van onderwerping aan God of het rekening houden met Zijn bedoelingen – dan hebben jullie er absoluut nog geen begin mee gemaakt.

Zojuist hebben we gecommuniceerd over de criteria en doelen voor het bevorderen en cultiveren van allerlei geschikte talenten, en ook over het begrip en de zienswijze die men zou moeten hebben wat betreft de bevordering en cultivering van allerlei getalenteerde mensen door Gods huis. Een ander aspect is de houding en benadering die men zou moeten hebben ten opzichte van de verschillende soorten getalenteerde mensen die worden bevorderd en gecultiveerd. Dit zijn enkele kwesties die in punt zes gecommuniceerd zouden moeten worden. Laten we dus vervolgens, specifiek met betrekking tot punt zes, ontmaskeren en analyseren hoe valse leiders het werk van het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen uitvoeren. Dit is de hoofdinhoud waarover we zullen communiceren.

De houdingen en uitingen van valse leiders wat betreft het bevorderen en cultiveren van allerlei getalenteerde mensen

Valse leiders begrijpen de waarheid niet en zoeken de waarheid niet. Daarom maken ze, wanneer het gaat om het belangrijke werk van het bevorderen en cultiveren van allerlei geschikte talenten in Gods huis, er een potje van, zetten ze alles op hun kop en voldoen ze eenvoudigweg niet aan de vereisten van Gods huis. Omdat ze de criteria voor het bevorderen en cultiveren van allerlei geschikte talenten niet begrijpen, laat staan Gods bedoelingen, en evenmin de betekenis ervan begrijpen, is het voor hen erg moeilijk om dit werk op een manier uit te voeren die aan de norm voldoet en in overeenstemming is met de principes. De verschillende soorten ‘getalenteerde’ mensen die valse leiders tijdens hun werk cultiveren, vormen een bont gezelschap. In plaats van geschikte talenten te bevorderen en te cultiveren, bevorderen valse leiders mensen die op geen enkele manier bevorderd en gecultiveerd zouden moeten worden om als leiders of werkers te dienen, en laten ze toe dat deze mensen van de kerk leven en Gods offergaven verkwisten. Valse leiders doen allemaal dit soort dingen, waardoor sommige mensen die de waarheid nastreven en een gevoel van rechtvaardigheid hebben, onder de voet worden gelopen en niet worden bevorderd en ingezet. In plaats daarvan worden nietsnutten in de ogen van deze valse leiders tot zogenaamde getalenteerde mensen gemaakt, die zij vervolgens bevorderen en cultiveren. Wat zijn dan de uitingen van valse leiders wanneer zij dit werk doen? Stel bijvoorbeeld dat Gods huis, omdat het werk dit vereist, enkele mensen moet vinden om externe zaken af te handelen. Naar welke mensen zou het dan moeten zoeken? Ik heb zojuist verschillende criteria opgesomd: werkvermogen hebben, plichten kunnen vervullen volgens de principes die Gods huis vereist en de belangen van Gods huis kunnen verdedigen. Weten valse leiders wat deze principes zijn? Vanzelfsprekend niet, dus hoe vinden zij mensen om externe zaken af te handelen? Ze denken bij zichzelf: wie kan externe zaken afhandelen? Er is een zuster die scherp van geest is en snel reageert, die welbespraakt is en weet hoe ze met mensen moet omgaan. Haar ogen schieten berekenend heen en weer wanneer ze spreekt en de meeste mensen kunnen haar niet doorgronden. Ze is wat ongeschikt als kerkleider, maar uitstekend geschikt voor het afhandelen van externe zaken, dus ik kies haar. Alleen is haar opleidingsniveau wat laag, en ik vrees dat ongelovigen op haar neer zullen kijken, dus zoek ik een universitair afgestudeerde – die voorzitter was van haar studentenvereniging – om met haar samen te werken. Deze persoon is vrij slim, maar heeft relatief weinig maatschappelijke ervaring en relatief weinig van de wereld gezien, dus kan ze van haar partner leren. Van deze twee heeft de een een laag opleidingsniveau en de ander is hoogopgeleid, de een heeft maatschappelijke ervaring en de ander niet – ze zijn toch ideaal om samen te werken? De een is welbespraakt en gevat, scherpzinnig en een echte sociale hoogvlieger; telkens wanneer ze met ongelovigen omgaat, merken ze niet dat ze een gelovige is. De ander is hoogopgeleid en heeft sociale status; telkens wanneer ze met ongelovigen omgaat, kijken ze niet op haar neer. Wat denken jullie van deze twee principes waarmee valse leiders mensen selecteren? Valse leiders geloven dat, zolang iemand welbespraakt is, een scherp verstand en snelle reflexen heeft, hij de algemene zaken voor Gods huis kan afhandelen. Is dit een juiste manier om mensen te selecteren? (Nee.) Waarom is het niet juist? (Zulke mensen zijn vaak behoorlijk sluw; hoewel ze het met anderen over wereldse filosofieën kunnen hebben en weten hoe ze met mensen moeten omgaan, kunnen ze de belangen van Gods huis niet per se verdedigen.) Dat klopt. Het belangrijkste is dat, welke zaken iemand voor Gods huis ook afhandelt, hij op zijn minst oprecht moet zijn en de belangen van Gods huis moet kunnen verdedigen. Betekent het dat iemand, alleen omdat hij welbespraakt is en de doden weer tot leven kan praten, de belangen van Gods huis kan verdedigen? Betekent het dat iemand, omdat hij scherpzinnig, welbespraakt en gevat is, de belangen van Gods huis kan verdedigen? (Nee, dat betekent het niet.) Zelfs als hij een eed zweert, is het nutteloos; ook wanneer je eisen aan hem stelt, is dat even zinloos – hij moet dat karakter hebben. Maar valse leiders onderzoeken deze dingen niet; ze letten alleen op wie maatschappelijke ervaring heeft, wie sluw, scherpzinnig, welbespraakt en gevat is, wie weet hoe hij zich naar de gelegenheid moet gedragen, en wie als een kameleon en een echte sociale hoogvlieger is. Ze denken dat zulke mensen algemene zaken in Gods huis kunnen afhandelen. Is dit geen vergissing? Dit is een vergissing wat betreft de principes en normen voor het selecteren van mensen. Het feit is dat dit soort persoon extreem glad van tong is: met wie hij ook te maken heeft, alles wat hij zegt is een leugen en hoeveel eden hij ook zweert, hij verandert niet. Bij het doen van dingen verdedigt hij alleen zijn eigen belangen, en vooral wanneer hij met gevaar wordt geconfronteerd, beschermt hij eerst en vooral zichzelf en denkt hij nooit aan de belangen van Gods huis. Zolang hij een goede relatie met ongelovigen heeft, vindt hij dat voldoende; of de belangen van Gods huis wel of niet worden geschaad, kan hem niets schelen. De veiligheid van de broeders en zusters houdt hij evenmin in overweging, en of Gods naam te schande wordt gemaakt kan hem ook niets schelen; hij denkt alleen aan zijn eigen hachje. Valse leiders kunnen dit soort persoon niet doorzien en denken dat hij het meest geschikt is om externe zaken voor Gods huis af te handelen. Is dat niet dwaas? Hij verraadt de belangen van Gods huis, maar de valse leiders hebben dat niet eens door en wijzen hem toch belangrijke taken toe en zijn voor alles van hem afhankelijk. Is dat niet de dwaasheid ten top? Zijn mensen die welbespraakt, gevat en scherpzinnig zijn, mensen met oprechte bedoelingen? Als je niet met hen bent omgegaan of hen niet zorgvuldig hebt geobserveerd, zul je het niet weten. Wanneer je met hen omgaat en zaken afhandelt, let er dan vooral op of wat ze zeggen overeenkomt met wat ze doen. Dit kan al door één gebeurtenis worden getest. Stel bijvoorbeeld dat je dingen aan het verplaatsen bent. Wanneer ze dit zien, zullen ze je niet helpen. Pas wanneer je het werk hebt voltooid, komen ze naar je toe en zeggen: “Hoe kun je zulk vermoeiend werk alleen doen? Ik had je geholpen als je het maar had gevraagd, hoe druk ik het ook had. Je ziet er uitgeput uit. Ik zal later voor je koken; vandaag hoef jij dat niet te doen.” Na die woorden verdwijnen ze. Je bent totaal uitgeput en toch moet je nog koken. En zodra je klaar bent met koken, komen ze eten en zeggen dan zelfs: “Waarom heb je me niet geroepen toen je op het punt stond te gaan koken? Je bent helemaal uitgeput en toch kook je een maaltijd voor mij – hoe kan dat nu juist zijn? Omdat je het toch al hebt gemaakt, eet ik het gewoon op. Ik kook de volgende maaltijd. Geef me een seintje wanneer je in de toekomst werk hebt dat moet worden gedaan.” Eén zo’n gebeurtenis is genoeg om hen volledig te doorzien. Ze zijn bijzonder glad van tong, gevat en weten wat ze moeten zeggen. Ze weten hoe ze zich naar de gelegenheid moeten gedragen, maar alles wat ze ooit doen is mooie dingen zeggen, zonder ooit echt werk te verrichten. Zijn zulke mensen betrouwbaar? Als je hen vraagt de algemene zaken van Gods huis af te handelen, kunnen zij dan de belangen ervan verdedigen? Kunnen zij de reputatie van de kerk hooghouden en de veiligheid van de broeders en zusters waarborgen? (Nee.) Zijn het eigendom en de belangen van Gods huis hun eerste prioriteit? Verre van dat. De ogen en het verstand van valse leiders zijn blind voor zulke gemakkelijk te herkennen problemen; ze zien ze gewoon niet. In plaats daarvan spreken ze enkel woorden en doctrines. Wie door God wordt bemind en wie niet, wie de waarheid liefheeft en wie niet, wat het betekent om een fundament te bezitten in je geloof in God en welke mensen geen fundament hebben, welke mensen hun plicht trouw vervullen en welke niet trouw zijn in het vervullen van hun plicht – daarover spreken ze op een redelijke en logische manier en lijkt alsof ze het echt te begrijpen, maar het zijn allemaal holle frasen en doctrines. Telkens wanneer hun wordt gevraagd mensen te onderscheiden, zijn hun ogen en verstand blind; ze weten gewoon niet hoe ze mensen moeten doorgronden. Hoe lang ze ook met dit soort mensen omgaan, ze doorzien hen nog steeds niet en wijzen hun zelfs belangrijke taken toe.

Het is al een verfoeilijke daad dat valse leiders de verkeerde mensen inzetten, en toch verergeren ze deze wandaad door nog verfoeilijker te handelen. Stel bijvoorbeeld dat een valse leider de verkeerde persoon heeft ingezet. Deze persoon is totaal ongeschikt om supervisor te zijn en voldoet niet aan de criteria van Gods huis om bevorderd en gecultiveerd te worden. Toch staat de valse leider erop hem in te zetten en inspecteert nooit zijn werk, in de overtuiging: “Je mag degenen die je inzet niet wantrouwen, en degenen die je wantrouwt niet inzetten. Aangezien ik jou heb uitgekozen en bevorderd, zul je dit werk goed kunnen doen; ga dus je gang en doe het werk zoals het jou goeddunkt. Ik steun je in alles wat je doet en het heeft geen zin dat iemand hiertegen bezwaar maakt!” Ze hebben de verkeerde persoon ingezet en toch lieten ze hun fout doorlopen tot het einde – zóveel vertrouwen hebben ze in zichzelf. Valse leiders zijn allemaal blind. Ze zien geen enkel probleem, onderscheiden niet welke mensen kwaadaardige mensen of niet-gelovigen zijn, hebben totaal niet door wie het werk van de kerk verstoort en hindert en wijzen zelfs belangrijke taken toe aan warhoofden. Valse leiders schenken groot vertrouwen aan wie ze ook maar bevorderen en onbezonnen vertrouwen ze hun belangrijk werk toe. Daardoor maken die mensen er een puinhoop van in het werk van de kerk, wat de verspreiding van het evangelie ernstig beïnvloedt en de belangen van Gods huis schaadt. Valse leiders doen zelfs alsof ze hier niets van afweten. De Boven vraagt hen: “Hoe functioneert de persoon die jij hebt bevorderd? Is hij geschikt om dit werk uit te voeren? Verdedigt hij het werk van de kerk en de belangen van Gods huis? Zal hij op kritieke momenten zichzelf beschermen of juist het werk van de kerk verdedigen?” Deze valse leiders antwoorden: “Hij heeft een eed gezworen om het werk van de kerk te verdedigen. Bovendien gelooft hij al twintig jaar in God. Hoe zou hij zichzelf kunnen beschermen en de belangen van Gods huis verraden? Hij zal de belangen van Gods huis heus wel verdedigen.” De Boven antwoordt: “Is wat je zegt nauwkeurig? Heb je zijn werk geïnspecteerd?” Deze valse leiders antwoorden: “Ik heb zijn werk niet geïnspecteerd, maar ik heb hem opgedragen niet zijn eigen belangen te verdedigen maar het werk van de kerk, en hij heeft me beloofd dat te doen.” Wat heb je eraan dat ze jou een belofte doen? Ze komen niet eens de eed na die ze voor God hebben afgelegd. Denk je dat hun belofte aan jou een garantie is? Kunnen ze werkelijk doen wat ze hebben beloofd? Aangezien je hun werk niet hebt gecontroleerd, hoe weet je dan of ze iemand zijn die de belangen van Gods huis verdedigen? Waarom geloof je zo in jezelf? Zijn zulke valse leiders geen schurken? Door de verkeerde persoon in te zetten, hebben ze al een grote fout gemaakt. Vervolgens verergeren ze die fout door nooit navraag te doen naar het werk van die persoon, het niet te onderzoeken of te controleren en er geen toezicht op te houden of het te observeren. Het enige wat ze doen is deze persoon maar blijven tolereren terwijl hij roekeloos handelt en wandaden begaat. Zo werken valse leiders. Telkens wanneer er voor een werkonderdeel mensen tekort zijn, wijzen valse leiders achteloos een verantwoordelijke aan en voor hen is de kous daarmee af. Ze inspecteren het werk nooit, en gaan ook niet echt ter plaatse om met die persoon om te gaan, hem te observeren en te proberen meer over hem te weten te komen. Op sommige plaatsen is de omgeving niet bevorderlijk om die persoon te ontmoeten en tijd met hem door te brengen, maar jij moet wél naar zijn werk vragen en indirect nagaan wat hij heeft gedaan en hoe hij het heeft gedaan – je kunt het de broeders en zusters vragen of iemand die dicht bij hem staat. Dat is toch best haalbaar? Maar valse leiders nemen niet eens de moeite om vragen te stellen, zo zelfverzekerd zijn ze. Hun werk beperkt zich tot bijeenkomsten houden en doctrines te prediken; zodra die bijeenkomsten voorbij zijn en het werk is verdeeld, doen ze niets meer. Ze volgen niet op en gaan ook niet na of de geselecteerde persoon werkelijk werk kan doen. In het begin kende je die persoon niet, maar op basis van zijn kaliber, zijn uiterlijke manifestaties en enthousiasme dacht je dat hij geschikt was voor dit werk en zette je hem in. Daar is niets mis mee, want niemand weet hoe mensen zich zullen ontwikkelen. Maar nadat je hem hebt bevorderd, zou je dan niet moeten opvolgen en onderzoeken of hij werkelijk werk doet, hoe hij werkt en of hij plichtmatig, glad of laks is geweest? Dit is precies het werk dat je zou moeten doen, maar je doet er niets van en neemt geen enkele verantwoordelijkheid. Je bent een valse leider en je zou moeten worden ontheven en geëlimineerd.

Valse leiders begaan een ernstige fout: nadat ze mensen hebben bevorderd, leggen ze hun het werk uit, spuien wat doctrine, spreken een paar bemoedigende woorden en laten het daarbij. Ze volgen het werk nooit op en raken niet betrokken bij concrete taken. Als je zegt dat je een pover kaliber hebt en geen inzicht in mensen, zou je het concrete werk kunnen opvolgen om te zien hoe het ervoor staat; zo zou je volledig grip op de situatie krijgen. Maar valse leiders volgen het werk totaal niet op. Neem bijvoorbeeld het drukken van boeken, een concrete taak. Een valse leider wees iemand aan die hiervoor verantwoordelijk was, maar controleerde die persoon in een half jaar tijd niet één keer. Het gevolg was dat na zes maanden alle gedrukte boeken ondeugdelijk bleken te zijn – een regelrechte puinhoop! Dit is typerend voor valse leiders: ze doen helemaal geen concreet werk. Hoe moet je te werk gaan als je het drukken van een boek regelt? Je moet eerst een geschikte supervisor aanstellen en vervolgens toezicht houden op zijn werk en controleren hoe hij het doet en of het dreigt mis te lopen. Je moet toezicht houden en het werk opvolgen en problemen direct oplossen zodra je ze ontdekt – alleen zo kun je garanderen dat er niets misgaat. Maar valse leiders doen dit niet. Ze denken dat hun verantwoordelijkheid er slechts in bestaat doctrines te spuien en mensen zover te krijgen dat ze die begrijpen, in de veronderstelling dat problemen vanzelf worden opgelost zolang mensen de doctrines maar begrijpen. Daarom richten ze zich alleen op het spuien van doctrines en het roepen van leuzen, en raken ze niet betrokken bij concrete taken. Wat valse leiders betreft, denken ze dat het niet hun zaak is om betrokken te raken bij concrete taken en dat dit de zorg van de mensen onder hen zou moeten zijn. Wat doen ze dan zelf? Ze commanderen de hele situatie van bovenaf en worden een nutteloze functionaris. Wat het werk ook is, ze zijn afwezig of er niet bij betrokken. Nadat ze mensen de principes hebben verteld, zeggen ze, als hun wordt gevraagd naar gedetailleerde kwesties of concrete paden: “Het concrete werk is aan jullie, ik heb hier geen verstand van.” Daarom weten ze niet hoe degenen onder hen het werk aanpakken. Vragen als: is de supervisor competent en kan hij het werk aan, hoe is zijn menselijkheid, streeft hij de waarheid na, is hij verantwoordelijk in zijn plicht, werkt hij plichtmatig, of maakt hij amok en doet hij slechte dingen, of loopt het werk vertraging op, enzovoort? – van dit alles weten valse leiders niets. Ze slenteren maar wat rond als pennenlikkers uit de ongelovige wereld, zonder enig werkelijk werk te doen. In de kerken waar ze werken, weten valse leiders het niet wanneer sommige supervisors het werk tot stilstand hebben gebracht, wanneer sommige supervisors hun eigen onafhankelijke koninkrijken stichten of wanneer andere supervisors hun eigenlijke plichten verzuimen en in plaats daarvan hun dagen doorbrengen met eten, drinken en plezier maken. Ze knijpen zelfs een oogje dicht wanneer sommige supervisors een buitengewoon pover kaliber hebben, een verwrongen bevattingsvermogen en het werk totaal niet aankunnen. Zulke valse leiders zijn slechts lege hulzen, alleen leiders in naam, en ze doen niets van het wezenlijke werk van een leider. Op het eerste gezicht lijken deze valse leiders zich heel goed te gedragen. Ze wijzen supervisors aan voor elk werkonderdeel, roepen deze mensen van tijd tot tijd bijeen voor een bijeenkomst en brengen de rest van hun tijd op één plek door met geestelijke oefeningen, bidden, Gods woorden lezen, naar preken luisteren, gezangen leren en hun eigen preken schrijven. Er zijn valse leiders die de hele week hun kamer niet eens uitkomen. Er zijn ook valse leiders die niets anders doen dan online bijeenkomsten houden, zonder ooit de werkplekken te bezoeken om de situatie te begrijpen. De broeders en zusters zien hen lange tijd niet in levenden lijve en hebben geen idee van de levenservaringen of de gestalte van de valse leiders. Tijdens bijeenkomsten behandelen valse leiders alleen enkele algemene zaken. Maar wat elke supervisor concreet doet, of de mensen die ze hebben bevorderd en gecultiveerd geschikt zijn voor het gegeven werk, wat hun houding is bij het vervullen van hun plicht, of ze aandachtig en grondig zijn in hun werk, of ze negatief en plichtmatig zijn, of deze mensen het juiste pad volgen, of het juiste mensen zijn – om al deze zaken bekommeren valse leiders zich niet; ze vragen er niet naar en willen er ook niets van weten. Is de aard van dit probleem niet ernstig? (Ja.)

Gods huis heeft getalenteerde mensen nodig die verstand hebben van bepaalde vakgebieden en bepaalde vaardigheden bezitten en het zal deze mensen cultiveren om die vakken te bestuderen, zodat ze een plicht in Gods huis kunnen vervullen. Wat voor soort mensen denken jullie dat valse leiders uitkiezen? Ze verzamelen alle jonge mensen die naar de universiteit zijn geweest en het geloof in God van hun ouders hebben overgenomen, kijken wie welbespraakt is en wie graag in het middelpunt van de belangstelling staat, en zeggen tegen hen: “Gods huis wil jullie cultiveren; jullie zijn het reserveleger en de nieuwe krachten.” Vervolgens wijzen ze deze mensen een plicht toe. In werkelijkheid hebben deze mensen nog nooit een plicht vervuld, ontbreekt het hun aan allerlei ervaring en begrijpen ze de waarheid totaal niet. Maar valse leiders geven hun de voorkeur en mogen hen graag, dus beginnen ze hen te cultiveren. Ze wijzen deze mensen plichten toe op basis van wat hun expertise hen geschikt maakt om te leren; sommigen worden toegewezen aan tekstueel werk, anderen aan filmproductie, weer anderen aan het maken van video’s en weer anderen aan acteren. Voor valse leiders is het al genoeg zolang deze mensen maar een plicht hebben. Valse leiders onderzoeken niet of deze mensen de waarheid liefhebben of kunnen aanvaarden, noch gaan ze na wat ze nastreven of wat hun doelen zijn. Wat gebeurt er uiteindelijk? Sommigen van hen worden geëlimineerd. Dit komt doordat ze losbandig en ongeremd zijn, wereldse trends najagen, hun dagen doorbrengen met zich op te doffen en met anderen aan te pappen, en geen enkele regel begrijpen of ook maar enige manieren hebben – het is overduidelijk dat het niet-gelovigen en ongelovigen zijn. Ze verzuimen hun eigenlijke werk tijdens het vervullen van hun plichten en doen alles op een plichtmatige manier, maar valse leiders zien dit totaal niet. Zijn valse leiders niet blind? (Ja.) Waardoor wordt deze blindheid veroorzaakt? Is het niet doordat valse leiders blind van geest zijn? Blind zijn en blindheid van geest zijn twee kenmerken van valse leiders. Hoewel hun ogen wijd open zijn, begrijpen valse leiders niets en kunnen ze door niemand heen kijken – ze zijn dus blind. In hun geest hebben ze geen enkel onderscheidingsvermogen of zienswijzen over wie of wat dan ook. Wat ze ook zien, ze hebben geen enkel vermogen om goed van slecht te onderscheiden, en ze hebben geen houding, geen meningen en geen definities – dit is een ernstig geval van blindheid van geest. Valse leiders zijn allemaal mensen die al vele jaren in God geloven en vaak naar preken luisteren, dus hoe komt het dat ze die niet-gelovigen niet kunnen onderscheiden? Dit bewijst verder dat valse leiders van een zeer pover kaliber zijn, dat ze de waarheid niet kunnen bevatten, en dat, hoeveel waarheden ze ook horen, alles vergeefs is en ze die niet begrijpen. Ze zijn blind en blind van geest, en totaal niet in staat om mensen te onderscheiden. Hoe zouden ze geschikt kunnen zijn om leiders of werkers in de kerk te zijn? Ze geloven dat goede praters getalenteerde mensen zijn en dat mensen die kunnen zingen en dansen ook getalenteerde personen zijn. Wanneer ze mensen zien die een bril dragen of mensen die naar de universiteit zijn geweest, beschouwen ze hen als getalenteerde personen. En wanneer ze mensen met status in de maatschappij zien, rijke mensen, mensen die weten hoe ze zaken moeten doen en zich met bedrieglijke praktijken bezighouden en mensen die een of ander belangrijk werk in de maatschappij doen, beschouwen valse leiders hen als getalenteerde personen. Ze geloven dat Gods huis dit soort mensen zou moeten cultiveren. Ze kijken niet naar het karakter van deze mensen of naar de vraag of hun geloof in God een fundament heeft. Nog minder kijken ze naar de houding waarmee deze mensen met God en de waarheid omgaan. Ze kijken alleen naar de sociale status en achtergrond van mensen. Is het niet absurd dat valse leiders op deze manier naar mensen en zaken kijken? Valse leiders kijken op dezelfde manier naar mensen en zaken als ongelovigen – hun zienswijze is die van de ongelovigen. Dit bewijst afdoende dat valse leiders geen mensen zijn die de waarheid liefhebben en begrijpen, en dat het hun volledig aan onderscheidingsvermogen ontbreekt. Zijn ze niet extreem oppervlakkig? Ze zijn werkelijk blind – heel erg blind.

Ik heb ooit een valse leider ontmoet die lachte en praatte als Ik met hem sprak, maar zodra Ik hem naar zijn werk vroeg, staarde hij wezenloos en suf voor zich uit en reageerde op niets van wat Ik tegen hem zei. Het kaliber van deze persoon is veel te pover om hem in te zetten. Geen wonder dat hij niets begreep van wat Ik hem vertelde en het niet kon uitvoeren. Waar Ik ook met hem over sprak, hij bleef maar zeggen: “Ik heb een bijeenkomst gehouden en een paar dagen geleden het werk gecontroleerd.” Ik zei: “Heb je naast het houden van bijeenkomsten geen andere taken? Er is zoveel werk te doen in de kerk, waarom zoek je niet iets anders om te doen?” Hij zei: “Is leider of werker zijn niet gewoon bijeenkomsten houden? Er is niets anders te doen dan bijeenkomsten houden – ik weet niet hoe ik iets anders moet doen!” Dit toont aan dat hij, toen hij die functie aanvaardde, voorbestemd was om een valse leider te zijn, en dat hij geen echt werk kan doen, omdat zijn kaliber buitengewoon pover is! Een buitengewoon pover kaliber leidt tot blind zijn en blindheid van geest. Wat betekent blind zijn? Het betekent dat, wat iemand ook ziet, hij geen specifieke problemen kan ontdekken en zijn ogen dus geen enkel doel dienen. Wat betekent blindheid van geest? Het betekent dat, wat er ook gebeurt, iemand zich niet bewust is van het probleem en het niet begrijpt en niet kan zien waar de kern van het probleem ligt – dit is wat het betekent om blind van geest te zijn. Als iemand blind van geest is, is hij volkomen verloren. Valse leiders zijn op deze manier blind en blind van geest. Zouden jullie zeggen dat valse leiders zich van streek voelen als ze deze woorden horen? Ze denken: mijn ogen zijn behoorlijk groot, maar Hij zegt dat ik blind ben; en ik heb goede bedoelingen, toch zegt Hij dat ik blind van geest ben – Zijn definitie is niet bijzonder nauwkeurig, toch? Waarom noemt Hij me niet gewoon een valse leider? Waarom voegt Hij eraan toe dat ik ook blind en blind van geest ben? Als Ik het niet zo zou formuleren, zouden de valse leiders, gezien hun kaliber, dan ooit beseffen dat ze een pover kaliber hebben? (Nee, dat zouden ze niet kunnen.) Is het niet juist dat zeggen dat deze valse leiders blind en blind van geest zijn de zaak perfect uitlegt? Stel bijvoorbeeld dat een antichrist bezig is zijn eigen onafhankelijke koninkrijk in de kerk te vestigen. Maar valse leiders zeggen: “Deze persoon is zeer bekwaam. Hij was vroeger professor aan de universiteit en spreekt duidelijk, methodisch, ordelijk en welbespraakt. Bovendien heeft hij geen plankenkoorts, hoe groot het publiek ook is.” Het is zonneklaar dat de persoon over wie ze spreken een farizeeër is die zijn eigen onafhankelijke koninkrijk opbouwt, maar ondanks dat prijzen valse leiders hem. Is dat niet blind zijn? (Ja.) Als iemand vals zingt en je hoort het niet, kan dat dan als blind noemen? (Nee.) Dat is een vaktechnische kwestie, geen kwestie van kaliber. Maar nadat ze zoveel waarheden hebben gehoord, kunnen valse leiders antichristen niet eens als zodanig onderscheiden. Ze zien niet of iemands menselijkheid goed of slecht is, of iemand een kandidaat is voor bevordering en cultivering door Gods huis, of iemand een niet-gelovige is of oprecht in God gelooft, en evenmin of iemand trouw is in het vervullen van zijn plicht. Wat hebben ze dan al die jaren van preken luisteren eigenlijk opgestoken? Ze hebben geen enkele waarheid verworven, wat betekent dat ze blinde dwazen zijn; zo blind zijn valse leiders. Ze geloven dat de voornaamste taak van een leider is om preken te kunnen houden, en wel twee of drie uur lang, en dat zolang ze woorden en doctrines kunnen spreken, leuzen kunnen roepen en mensen kunnen opzwepen, ze voldoen aan de norm voor leiders, het werk aankunnen, de waarheidswerkelijkheid bezitten en God tevreden met hen is. Wat voor logica is dat? Omdat valse leiders de waarheid niet begrijpen, een te pover kaliber hebben en blind en blind van geest zijn, bezitten ze absoluut geen vermogen om verschillende soorten mensen te onderscheiden en te doorzien. Zijn ze dan in staat om verschillende soorten mensen op een redelijke manier in te zetten? (Nee.) Ze hebben maar één strategie: wie vroeger leraar was, wordt aangesteld om preken te houden; wie in de buitenlandse handel zat, wordt aangesteld om algemene zaken te regelen; wie Engels spreekt, wordt aangesteld als vertaler, en wie welbespraakt is en een dikke huid heeft, wordt aangesteld om het evangelie te prediken. Wie timide is, wordt aangesteld om thuis ervaringsgetuigenissen te schrijven; wie dapper is en graag optreedt, wordt benoemd tot acteur, en wie functionaris wil worden, wordt benoemd tot leider of regisseur. Zo zetten valse leiders mensen in, zonder enige principes.

Binnen het werk waarvoor valse leiders verantwoordelijk zijn, worden vaak mensen die werkelijk de waarheid nastreven en voldoen aan de criteria voor bevordering en cultivering tegengehouden. Sommigen van hen prediken het evangelie en anderen worden toegewezen aan ontvangstplichten. Feit is dat ze allemaal kaliber hebben, enige waarheden begrijpen en het waard zijn om als leiders en werkers te worden gecultiveerd; alleen houden ze er niet van met zichzelf te pronken of in het middelpunt van de belangstelling te staan. Toch schenken valse leiders totaal geen aandacht aan deze mensen. Ze gaan niet met hen om, informeren niet naar hen en cultiveren nooit getalenteerde mensen voor Gods huis. Ze concentreren zich alleen op het verstrikken van degenen die hen vleien, om hun eigen egoïstische verlangens te bevredigen. Als gevolg daarvan worden degenen die werkelijk de waarheid nastreven niet bevorderd en gecultiveerd, terwijl juist degenen die graag in het middelpunt van de belangstelling staan, die welbespraakt zijn, die weten hoe ze mensen moeten paaien en die gesteld zijn op roem, gewin en status – zij worden allemaal bevorderd. Zelfs degenen die in de maatschappij functionaris zijn geweest, CEO van een bedrijf, of bedrijfsmanagement hebben gestudeerd, krijgen belangrijke posities toegewezen. Of die mensen nou ware gelovigen zijn of niet, of ze de waarheid nastreven of niet, het zijn in ieder geval de mensen die worden bevorderd en ingezet binnen het werk waarvoor valse leiders verantwoordelijk zijn. Is dit het inzetten van mensen volgens de principes? Is het feit dat valse leiders alleen zulke mensen bevorderen niet precies zoals het er in de ongelovige maatschappij aan toegaat? Gedurende de periode dat valse leiders werken, worden degenen die daadwerkelijk werk kunnen verrichten bij het vervullen van hun plicht, die een gevoel van gerechtigheid hebben en die de waarheid en positieve dingen liefhebben, niet bevorderd of gecultiveerd, en krijgen ze nauwelijks kansen om te trainen. In plaats daarvan krijgen juist degenen die welbespraakt zijn, graag met zichzelf pronken, weten hoe ze mensen moeten paaien en gesteld zijn op roem, gewin en status, de belangrijke posities toegewezen. Zulke mensen lijken vrij slim, maar in werkelijkheid hebben ze geen bevattingsvermogen, een zeer slecht kaliber en een povere menselijkheid; ze dragen geen werkelijke last voor hun plichten en zijn het totaal niet waard om te worden gecultiveerd. Toch zijn zij het die de posities van leiders en werkers in de kerk bezetten. Het gevolg is dat veel van het werk van de kerk niet tijdig en soepel op gang komt of traag vordert en dat de werkregelingen van Gods huis pas met veel vertraging worden geïmplementeerd. Dit zijn de gevolgen en consequenties voor het kerkwerk die ontstaan doordat valse leiders mensen verkeerd inzetten.

De meeste valse leiders hebben een laag kaliber. Hoewel ze welbespraakt lijken, hebben ze totaal geen vermogen om de waarheid te bevatten, in die mate dat het hun aan geestelijk begrip ontbreekt. Ze zijn blind en blind van geest, doorzien geen enkele kwestie en begrijpen de waarheid totaal niet, wat op zichzelf al een fataal probleem is. Ze hebben een nóg ernstiger probleem: zodra ze enkele woorden en doctrines begrijpen en onder de knie hebben en een paar leuzen kunnen roepen, menen ze dat ze de waarheidswerkelijkheid bezitten. Dus welk werk ze ook doen en wie ze ook kiezen om in te zetten, ze zoeken de waarheidsprincipes niet, communiceren niet met anderen en houden zich al helemaal niet aan de werkregelingen en de principes van Gods huis. Zo zelfverzekerd zijn ze dat ze geloven dat hun ideeën altijd juist zijn en ze doen wat ze maar willen. Daardoor raken ze bij moeilijkheden of uitzonderlijke omstandigheden het spoor bijster. Bovendien geloven ze vaak ten onrechte dat ze, omdat ze al vele jaren in Gods huis werken en voldoende leiderschapservaring hebben, weten hoe ze het kerkwerk moeten laten functioneren en het verder moeten ontwikkelen. Ze lijken deze dingen te hebben begrepen, maar in werkelijkheid weten ze absoluut niet hoe ze welk werk dan ook moeten verrichten. Ze pakken het kerkwerk aan zoals het hun goeddunkt – volgens hun eigen noties, inbeeldingen, ervaring, routines en hun eigen regels. Zo verzanden de verschillende werkonderdelen van de kerk in wanorde en verwarring, waardoor werkelijke resultaten uitblijven. Als er in een team enkele mensen zijn die de waarheid begrijpen en wat werkelijk werk kunnen doen, kunnen zij het werk van dat team normaal laten verlopen. Maar dit heeft helemaal niets te maken met hun valse leider. Dat het werk goed loopt, komt doordat er in het team een paar goede mensen zijn die wat werkelijk werk kunnen doen en het op koers houden; het betekent niet dat hun valse leider werkelijk werk heeft gedaan. Geen enkel werk komt tot stand zonder dat er een paar van zulke goede mensen de leiding hebben. Valse leiders zijn simpelweg niet in staat hun werk te doen en vervullen geen enkele functie. Waarom maken valse leiders zo’n puinhoop van het kerkwerk? De eerste reden is dat valse leiders de waarheid niet begrijpen, niet over de waarheid kunnen communiceren om problemen op te lossen en ook niet zoeken hoe ze problemen moeten oplossen; zo stapelen de problemen zich op en komt het kerkwerk tot stilstand. De tweede reden is dat valse leiders blind zijn en geen getalenteerde personen kunnen onderscheiden. Ze weten niet hoe ze de teamsupervisors op de juiste manier moeten aanpassen, waardoor bepaalde werkzaamheden zonder geschikte verantwoordelijke blijven en vastlopen. De derde reden is dat valse leiders zich te veel als functionarissen gedragen. Ze houden geen toezicht op het werk en geven geen begeleiding, en waar er een zwakke schakel in het werk is, nemen ze niet proactief deel en bieden ze geen begeleiding bij de concrete aspecten van het werk. Stel bijvoorbeeld dat bij een bepaald werkonderdeel meerdere uitvoerders van het werk nieuwe gelovigen zijn zonder veel fundament, zonder de waarheid te begrijpen, die weinig vertrouwd zijn met het werkveld en de principes van het werk niet echt onder de knie hebben. Een valse leider, blind, ziet deze problemen niet. Hij gelooft dat het prima is zolang iemand het werk maar doet – of het goed of slecht gebeurt, maakt hem niet uit. Hij beseft niet dat hij elke zwakke schakel, waar dan ook in het kerkwerk, moet opvolgen, inspecteren en begeleiden, en dat hij persoonlijk moet deelnemen aan het oplossen van problemen en degenen die hun plicht vervullen moet ondersteunen totdat ze de waarheid begrijpen, volgens de principes handelen en op het goede spoor komen. Pas dan hoeft hij zich niet langer zoveel zorgen te maken. Zo werken valse leiders niet. Zien dat iemand het werk doet, dan besteden ze er geen aandacht meer aan. Ze stellen geen vragen, hoe het werk ook verloopt. Waar er een zwakke schakel in het werk is of een supervisor met een laag kaliber, geven ze geen persoonlijke begeleiding bij het werk en nemen ze zelf niet deel aan het werk. En als een supervisor de taak aankan, controleren valse leiders persoonlijk de zaken nog minder of geven ze nog minder begeleiding. Ze doen het gewoon rustig aan, en zelfs als iemand een probleem meldt, vragen ze er niet naar – ze vinden dat overbodig. Valse leiders doen helemaal niets van dit concrete werk. Samengevat zijn valse leiders ontaarden die geen greintje echt werk verrichten. Ze geloven dat elk werk afgerond is zodra er iemand de leiding heeft en alle hens aan dek zijn om het werk uit te voeren. Ze denken dat ze alleen maar af en toe een bijeenkomst hoeven te houden en navraag te doen als er een probleem ontstaat. Ondanks dat ze zo te werk gaan, geloven valse leiders nog steeds dat ze goed werk leveren en zijn ze behoorlijk tevreden met zichzelf. Ze denken: er zijn geen problemen met welk werkonderdeel dan ook. Het personeel is volledig geregeld en de supervisors zijn op hun plaats. Ik ben zo goed in dit werk, zo getalenteerd! Is dit niet schaamteloos? Ze zijn zo blind en blind van geest dat ze geen enkele taak zien die gedaan moet worden en geen enkel probleem ontdekken. Op sommige plaatsen ligt het werk stil, maar toch zijn ze tevreden en denken: de broeders en zusters zijn allemaal jong, allemaal nieuw bloed. Ze pakken hun plichten aan als menselijke dynamo’s; ze kunnen het werk beslist goed doen. In werkelijkheid zijn deze jonge mensen beginners, zonder enig begrip van professionele vaardigheden. Ze moeten al doende leren. Je kunt gerust zeggen dat ze nog niet weten hoe ze welk werk dan ook moeten doen: sommigen begrijpen misschien een beetje, maar ze zijn geen experts en vatten de principes niet. Wanneer ze een taak hebben volbracht, vereist die herhaalde correctie of moet die zelfs vaak opnieuw worden gedaan. Er zijn ook enkele jonge mensen die ongetraind zijn en nog nooit zijn gesnoeid. Ze zijn buitengewoon ploertig en indolent en belust op comfort; ze aanvaarden zelfs geen greintje van de waarheid, en zodra ze een beetje lijden, mopperen ze onophoudelijk. De meesten van hen zijn plichtmatige ontaarde mensen die comfort najagen. Met dit soort jonge mensen moet je absoluut vaak over de waarheid communiceren en nog meer moet je hen snoeien. Deze jonge mensen moeten iemand hebben die de leiding over hen neemt en toezicht over hen houdt. Er moet een leider of werker zijn die persoonlijk verantwoordelijkheid neemt voor hun werk en persoonlijk toezicht en begeleiding geeft. Alleen dan kan hun werk wat vruchten afwerpen. Als de leider of werker de werkplek verlaat en zich niet met het werk bezighoudt of ernaar informeert, vallen deze mensen uiteen in wanorde en werpt hun plichtsvervulling totaal geen vruchten af. Toch hebben valse leiders hier geen inzicht in. Ze zien iedereen als broeders en zusters, als mensen die gehoorzaam en volgzaam zijn en dus hebben ze groot vertrouwen in hen, wijzen hun taken toe en besteden er vervolgens geen aandacht meer aan – dit is het beste bewijs dat valse leiders blind en blind van geest zijn. Valse leiders begrijpen de waarheid totaal niet, zien zaken niet helder en zijn niet in staat ook maar één probleem te ontdekken, maar toch denken ze dat ze het prima doen. Waar denken ze de hele dag aan? Ze overpeinzen hoe ze zich als een functionaris kunnen voordoen en van de voordelen van status kunnen genieten. Valse leiders houden, net als onnadenkende mensen, geen enkele rekening met Gods bedoelingen. Ze doen geen echt werk, en toch wachten ze erop dat Gods huis hen prijst en bevordert. Werkelijk, ze hebben geen greintje schaamte!

Valse leiders zijn volkomen nutteloos in hun werk en er is niets prijzenswaardigs aan hen. Ze doorgronden de principes van de grote lijnen niet, laat staan die voor specifiek, gedetailleerd werk. Sommige mensen hebben bijvoorbeeld sterke professionele vaardigheden maar een buitengewoon slechte menselijkheid, terwijl anderen geen problemen hebben met hun menselijkheid, maar een pover kaliber en een gebrekkige vakbekwaamheid hebben. Hoe deze mensen op een redelijke manier moeten worden ingezet en toegewezen, over zulke meer specifieke en gedetailleerde zaken weten valse leiders nog minder. Dus telkens wanneer valse leiders wordt gevraagd of ze iemand hebben gevonden met een redelijk goed kaliber die gecultiveerd kan worden, zeggen ze dat ze nog niemand hebben gevonden. Valse leiders zijn zo blind – hoe zouden ze ooit iemand kunnen vinden? Als je hun vraagt hoe zuster die-en-die is, zullen ze zeggen dat ze het comfort van het vlees begeert; vraag je hun hoe broeder die-en-die is, dan zeggen ze dat hij vaak negatief is; vraag je hun naar iemand anders, dan vertellen ze dat die persoon nog niet lang in God gelooft en geen fundament heeft. In hun ogen deugt niemand. Ze kijken alleen naar de fouten, tekortkomingen en overtredingen van anderen; ze kunnen niet beoordelen of een persoon voldoet aan de principes van Gods huis voor bevordering en cultivering, of dat hij daarvoor een goede kandidaat is. Ze kunnen niet aangeven wie werkelijk geschikt is voor bevordering en cultivering, maar bevorderen juist degenen die niet voldoen aan de vereisten en principes van Gods huis, en dat nog wel met groot enthousiasme en haast. Ze bevorderen alle rijke vrouwen, welgestelde mannen en zonen en dochters van rijke families in de kerk, evenals degenen die in de wereld functionaris zijn geweest, welbespraakte personen en mensen die weten hoe ze moeten bedriegen en zwendelen – kortom, ze bevorderen iedereen die in de wereld bekend en vooraanstaand is en graag in het middelpunt van de belangstelling staat. Ze geloven dat dit de enige getalenteerde mensen zijn en ze merken of bevorderen niemand die werkelijk bevattingsvermogen bezit en de waarheid kan aanvaarden. Het zou voor een valse leider moeilijker zijn om ook maar één werkelijk gekwalificeerd talent aan Gods huis te leveren dan zichzelf op de maan te zetten. Stel dat Gods huis momenteel getalenteerde mensen nodig heeft voor tekstueel werk – er is zo iemand in een kerk die onder de leiding van een valse leider staat, maar die valse leider draagt die persoon niet voor. Wanneer de valse leider wordt gevraagd waarom hij die persoon niet heeft bevorderd of gecultiveerd, antwoordt hij: “Die persoon heeft tijdens zijn studie twee keer ontucht gepleegd, maar sinds zijn huwelijk niet meer. Ik wist niet of hij wel of niet moest worden bevorderd.” Wat is dat voor uitspraak? Kun jij garanderen dat de rijke en machtige mensen die jij bevordert nooit ontucht hebben gepleegd? Zijn zij daar niet nog vaker schuldig aan? Hoe komt het dat je dat gewoon niet ziet? Valse leiders zijn zo schijngeestelijk; ze doen alsof ze enkele principes kennen en verzinnen excuses om degenen die bevorderd en gecultiveerd zouden moeten worden, niet te bevorderen. In hun ogen is iedereen minderwaardig aan hen. Wat komt daar uiteindelijk van terecht? Hebben de ‘elite’ en ‘getalenteerde mensen’ die door valse leiders zijn bevorderd, standgehouden? We zeggen niet dat deze mensen per se slechte mensen zijn. Wat we voornamelijk ontmaskeren, is dat het principe van valse leiders in hun omgang met mensen is dat ze menselijke noties als maatstaf hanteren in plaats van de waarheid. Hun principe voor het bevorderen en cultiveren van mensen is af te gaan op hun eigen noties, verbeeldingen en voorkeuren – volledig de zienswijze van ongelovigen – in plaats van de vereiste normen van Gods huis als maatstaf te gebruiken. Waarom kunnen valse leiders dit doen? Omdat ze de waarheid of Gods bedoelingen niet begrijpen, bevorderen ze mensen die eenvoudigweg niet aan de vereisten van Gods huis voldoen, richten zich op hun cultivering en laten hen belangrijke taken in Gods huis bekleden. Dit is het werk dat valse leiders doen. Kijk eens naar de valse leiders om je heen: is dit niet hoe ze te werk gaan en hoe ze mensen behandelen?

Bij valse leiders komt vaak een bepaalde zienswijze naar voren: ze denken dat degenen met kennis, met status of die in de buitenwereld functionaris zijn geweest allemaal mensen met talent zijn, en dat zulke mensen door het huis van God gecultiveerd en ingezet moeten worden zodra ze in God zijn gaan geloven. Ze vereren en aanbidden die mensen werkelijk – ze behandelen hen zelfs als hun eigen verwanten en familieleden. Wanneer ze deze mensen aan anderen voorstellen, vertellen ze vaak dat ze in de buitenwereld directeur van een bedrijf waren, of hoofd van een overheidsdienst, of redacteur van een krant, of een directeur bij de openbare veiligheidsdienst, of ze praten over hoe rijk ze zijn. Valse leiders hebben een bijzonder hoge dunk van zulke mensen. Wat zeggen jullie: hebben valse leiders kaliber? Is het niet zo dat ze schijngeestelijk zijn en de dingen niet kunnen doorzien? Valse leiders denken dat, omdat deze mensen in de maatschappij getalenteerde mensen waren, het huis van God hen zou moeten cultiveren en hun een belangrijke rol zou moeten geven wanneer ze hier komen. Is die zienswijze correct? Strookt die met de waarheidsprincipes? Als deze mensen de waarheid totaal niet liefhebben en zonder geweten en rede zijn, kunnen ze dan door Gods huis worden gecultiveerd en een belangrijke rol krijgen? Ze komen niet in aanmerking om gecultiveerd te worden. Het feit dat ze mensen met talent onder de ongelovigen waren, betekent niet dat ze mensen met talent in Gods huis zijn. Maar deze valse leiders houden ervan een ambt te bekleden en aanbidden vooral anderen die functionaris zijn geweest. Telkens wanneer ze mensen zien die in de buitenwereld functionaris zijn geweest of status hebben gehad, buigen en kruipen ze en gedragen ze zich uiterst onderdanig tegenover hen, als slaven voor hun meester. Ze zouden hen maar wat graag moeder of vader, of oudere zus of oudere broer noemen, en ze wensen ook dat deze mensen worden bevorderd tot leiders of werkers in de kerk. Zeg Mij, zijn dit mensen die de waarheid nastreven? Betekent het feit dat ze, omdat ze wat status hebben en enige bekendheid genieten in de buitenwereld, geschikt zijn om als leider of werker in Gods huis te dienen? Als ze de waarheid niet begrijpen en vol arrogante en verwaande gezindheden zitten, zijn ze dan waardig om leider of werker in Gods huis te zijn? Strookt het met de principes om mensen te bevorderen door alleen te focussen op hun status en bekendheid, terwijl hun karakter wordt genegeerd? Weten valse leiders wat voor soort mensen God behaagt, en wat voor soort mensen Hij bevordert en inzet? Keer op keer hebben de werkregelingen van Gods huis benadrukt dat mensen bevorderd en gecultiveerd moeten worden volgens drie normen: ten eerste moeten ze menselijkheid, geweten en rede bezitten; ten tweede moeten ze iemand zijn die de waarheid liefheeft en de waarheid kan aanvaarden; en ten derde moeten ze een zekere mate van kaliber hebben en werkvermogen bezitten. Alleen wie aan deze drie normen voldoet, kan worden bevorderd en gecultiveerd en is gekwalificeerd om kandidaat, leider of werker te zijn. Alleen kaliber en talent bezitten is beslist onvoldoende. Karakter komt op de eerste plaats, en ten tweede is het essentieel om de waarheid te kunnen aanvaarden – dit zijn de twee belangrijkste normen. Als kwaadaardige mensen die de waarheid niet liefhebben worden bevorderd, zullen de gevolgen rampzalig zijn; daarom mogen degenen die geen menselijkheid bezitten absoluut niet worden bevorderd. Maar valse leiders negeren de vereisten van Gods huis. Bij het selecteren en inzetten van mensen letten ze er altijd op of iemand maatschappelijke status heeft, wat zijn achtergrond en positie zijn, of hij hoogopgeleid is en hoe hoog zijn aanzien in de maatschappij is – dit zijn de aspecten waarop ze focussen bij het bevorderen en cultiveren van mensen. Strookt dit met de principes die door Gods huis zijn vastgelegd? Strookt dit met de waarheid van Gods woorden? Wie zijn die mensen met maatschappelijke status? Je kunt zeggen dat het allemaal mensen zijn die met alle middelen strijden om macht en status, en dat ze van Satan zijn. Als zij macht uitoefenen in Gods huis, zou Gods huis dan nog de kerk van God zijn? Wat is het doel van valse leiders bij het bevorderen van mensen die van Satan zijn om leiders te worden? Is zo handelen in overeenstemming met de principes van Gods huis voor het cultiveren en inzetten van mensen? Is dit niet een regelrechte verstoring en schade toebrengen aan het werk van de kerk? De beginselloze bevordering en cultivering van mensen door valse leiders veroorzaakt de grootste verstoring en hinder voor het werk van de kerk en is een vorm van verzet tegen God.

Valse leiders hebben een buitengewoon laag kaliber en geen vermogen om de waarheid te bevatten. Hoeveel preken ze ook beluisteren of hoeveel van Gods woorden ze ook lezen, ze hebben nog steeds geen zuiver begrip en begrijpen de waarheid niet. En hoeveel jaar ze ook doctrines hebben gepredikt, ze begrijpen niet wat ze zeggen; het is allemaal maar bombastische prietpraat, er is geen touw aan vast te knopen! Ze kunnen wat doctrine onthouden en prediken en denken dan dat ze de waarheidswerkelijkheid bezitten, maar niets van wat ze doen heeft met de waarheid te maken – dit zijn archetypische farizeeën. Uiterlijk lijkt het alsof ze vaak tot mensen prediken en fraaie woorden spreken, alsof ze de waarheid begrijpen, maar hun daden staan haaks op de waarheid en druisen ertegenin. Ze beweren ook dat ze God dienen en het werk van de kerk doen, terwijl in feite alles wat ze doen volkomen vijandig is jegens God. Valse leiders bevorderen nooit getalenteerde mensen die nuttig zijn voor Gods huis, en ze negeren en sluiten hun ogen voor relatief eerlijke mensen die werkelijk de waarheid nastreven. In plaats daarvan bevorderen en cultiveren ze degenen die vleien, die glad en bedrieglijk zijn en die ambities en begeerten hebben om kerkwerk op zich te nemen. Het gevolg van dit alles is dat, nadat die mensen enige tijd aan het werk zijn, diverse onderdelen van het kerkwerk tot stilstand komen en vrijwel verlamd raken, zodat het kerkwerk door toedoen van deze valse leiders wordt geruïneerd. Is dit soort mensen, deze valse leiders, niet weerzinwekkend? Moeten ze worden ontheven? Ze moeten worden ontheven! Elke dag uitstel is weer een hele dag van invloed op het werk van de kerk. Sommige valse leiders weigeren vrijwillig af te treden, hoewel ze weten dat ze geen werkelijk werk kunnen doen. Ze zijn voortdurend geobsedeerd door de voordelen van status en zouden zelfs in staat zijn om het werk van de kerk te schaden. Hebben deze mensen ook maar een greintje verstand? Valse leiders hebben geen bevattingsvermogen, geen waar talent en echte kennis, en ze streven de waarheid niet na. Ze begeren bovendien de voordelen van status – het zijn schaamteloze mensen en daarom mogen ze absoluut niet worden bevorderd en gecultiveerd. Als je denkt dat je kaliber bijzonder laag is, dat je geen vermogen hebt om goed van kwaad te onderscheiden en dat je het vermogen mist om de waarheid te bevatten, geef dan in geen geval toe aan je ambities en begeerten. Denk er niet over na hoe je de positie van functionaris in de kerk kunt nastreven – hoe je een kerkleider kunt worden – leider zijn is niet zo gemakkelijk. Als je geen eerlijk mens bent en de waarheid niet liefhebt, zul je, zodra je leider wordt, ofwel een antichrist ofwel een valse leider zijn. Zowel antichristen als valse leiders zijn mensen die verstoken zijn van geweten en verstand en die in staat zijn kwaad te doen en het werk van de kerk te verstoren. Hoewel het waar is dat antichristen duivels en Satans zijn, zijn valse leiders ook geen goede mensen; op zijn minst zijn het brutaalweg schaamteloze mensen, verstoken van geweten en verstand. Is er iets roemrijks aan een valse leider te zijn en ontheven te worden? Het is schandelijk, een smet, en er is absoluut niets roemrijks aan. Als je een last voelt voor het kerkwerk en erbij betrokken wilt zijn, is dat goed. Maar je moet nadenken over de vraag of je de waarheid begrijpt, of je over de waarheid kunt communiceren om problemen op te lossen, of je je werkelijk aan het werk van God kunt onderwerpen, en of je het kerkwerk naar behoren en volgens de werkregelingen kunt uitvoeren. Voldoe je aan deze criteria, dan kun je je kandidaat stellen om leider of werker te worden. Wat ik hiermee bedoel, is dat mensen op zijn minst zelfbewustzijn moeten bezitten. Kijk eerst of je mensen kunt onderscheiden, of je de waarheid kunt begrijpen en of je dingen volgens de principes kunt doen. Voldoe je aan deze vereisten, dan ben je geschikt om leider of werker te worden. Als je niet in staat bent jezelf te beoordelen, kun je het vragen aan mensen om je heen die je goed kennen of dicht bij je staan. Als zij allemaal zeggen dat je van onvoldoende kaliber bent om leider te worden en dat het al goed genoeg is als je je huidige taak goed doet, dan moet je snel tot zelfkennis komen. Omdat je van laag kaliber bent, moet je niet al je tijd besteden aan het willen worden van leider – doe gewoon wat je kunt, vervul je plicht naar behoren en met beide voeten stevig op de grond, zodat je gemoedsrust hebt. Ook dat is goed. En als je in staat bent leider te zijn, als je werkelijk zulk kaliber en talent bezit, als je werkvermogen bezit en een last voelt, dan ben je precies het soort getalenteerde persoon waar het huis van God een tekort aan heeft en zul je zeker worden bevorderd en gecultiveerd. Maar voor alle dingen heeft God Zijn tijd. Deze wens – de wens om bevorderd te worden – is geen ambitie, maar je moet het kaliber hebben en aan de criteria voldoen om leider te worden. Als je een laag kaliber hebt en toch al je tijd besteedt aan het willen worden van leider, of aan het op je nemen van een belangrijke taak, of aan het verantwoordelijk zijn voor het algehele werk, of aan het doen van iets waarmee je je kunt onderscheiden, dan zeg Ik je: dit is ambitie. Ambitie kan rampspoed brengen – wees er dus voor op je hoede. Mensen hebben allemaal een verlangen om vooruitgang te boeken en de bereidheid om naar de waarheid te streven, en dat is geen probleem. Sommige mensen hebben kaliber, voldoen aan de criteria om leider te worden en zijn in staat naar de waarheid te streven, en dat is een goede zaak. Anderen bezitten geen kaliber, dus zij moeten zich aan hun eigen plicht houden, de plicht die recht voor hen ligt naar behoren vervullen en die volgens de principes en de vereisten van Gods huis doen; voor hen is dat beter, veiliger en realistischer.

Degenen die gekozen worden tot leiders en werkers of die bevorderd en gecultiveerd worden, moeten zich niet overgeven aan ijdele hoop door te denken: de broeders en zusters hebben mij uit zo velen gekozen, Gods huis heeft mij bevorderd, dus ik heb inderdaad wat talent en ben beter dan gewone mensen; echt goud zal uiteindelijk schitteren. Is het goed om zo te denken? Is dat niet de onthulling van een verdorven gezindheid? (Ja.) Bevorderd en gecultiveerd worden is een goede zaak en een goede kans, maar of je dit pad goed kunt bewandelen, hangt af van hoe je deze kans benadert en of je die kunt waarderen. God heeft je deze kans gegeven, maar dat betekent niet dat je werkelijk beter bent dan wie dan ook. Misschien is je kaliber iets beter dan dat van anderen of heb je bepaalde gaven, maar het is moeilijk te zeggen hoe het met je ingang in het leven gesteld is en of je de waarheidswerkelijkheid bezit – want ieders verdorven gezindheden zijn dezelfde en jij bent ook een lid van de verdorven mensheid. Besef je dit, dan zul je je bevordering en cultivering door Gods huis correct kunnen benaderen. Je moet jezelf niet als getalenteerd beschouwen, noch moet je denken dat je de waarheidswerkelijkheid bezit. Het is slechts zo dat je wat kaliber hebt en ook naar de waarheid kunt streven, zodat je de kans hebt jezelf te trainen. Dit is een proefperiode, en het is nog niet zeker of je werkelijk iemand bent die de waarheid nastreeft, of dat je het waard bent om gecultiveerd te worden. Het is moeilijk te zeggen of je stand kunt houden nadat je in deze periode op de proef bent gesteld. Het kan zijn dat je behouden blijft om verder gecultiveerd te worden, of dat je wordt geëlimineerd – het hangt er helemaal van af hoeveel moeite je doet. Dit is waar het bij het bevorderen van mensen tot leiders en werkers om draait, en dat moet je begrijpen. Het heeft geen zin te denken dat je zelf een getalenteerd iemand bent. Als Gods huis je niet bevordert en cultiveert, ben je niets. Als je de waarheid niet nastreeft en niet bereid bent door Gods huis te worden ingezet, zul je niets bereiken. Als je dan zegt: “Gods huis zet me niet in, ik ga de maatschappij in.” Nou, ga dan de maatschappij in en probeer het daar – kijk maar wie jou bevordert en wat je kunt bereiken. Wat ik hiermee bedoel is jullie duidelijk te maken dat jullie het juiste begrip en de juiste benadering moeten hebben tegenover jullie bevordering en cultivering door Gods huis. Wie een laag of middelmatig kaliber heeft en niet voldoet aan de vereiste normen voor bevordering en cultivering in Gods huis, hoeft alleen maar zijn plicht volgzaam en standvastig te vervullen. Zolang je je plicht met heel je hart en ziel vervult, zal God je niet onrechtvaardig behandelen. Strijd daarom niet om zaken als bevordering en cultivering, maar weiger ze ook niet; laat alles gewoon zijn natuurlijke beloop hebben. Enerzijds moet je de regelingen van Gods huis gehoorzamen, en anderzijds moet je een hart van onderwerping aan God hebben – dat is de juiste weg. Is dit eenvoudig om te doen? (Jazeker.) Heeft het enig voordeel als een persoon met een laag kaliber leider is? Hoe zullen ze zich voelen wanneer ze uiteindelijk als valse leider worden bestempeld en geëlimineerd? Zal dat zijn wat jullie hadden gewild? (Nee.) Je zult de titel ‘valse leider’ op je hoofd dragen, en waar je ook gaat, zullen mensen zeggen: “Deze persoon was ooit een valse leider.” Is dat iets goeds of iets slechts? Het is niet iets goeds en niet iets roemrijks. Mensen moeten het juiste begrip en de juiste houding hebben tegenover bevordering en cultivering; in deze zaken moeten ze de waarheid zoeken en niet hun eigen wil volgen of zich laten leiden door ambities en begeerten. Als je vindt dat je van goed kaliber bent, maar Gods huis heeft je nooit bevorderd en heeft ook geen plannen om je te cultiveren, raak dan niet gefrustreerd en begin niet te klagen; richt je op het nastreven van de waarheid en op vooruitgang maken. Wanneer je enige gestalte hebt en echt werk kunt doen, zullen Gods uitverkorenen je vanzelf tot leider kiezen. En als je vindt dat je een laag kaliber hebt, dat je geen enkele kans maakt om bevorderd of gecultiveerd te worden en dat je ambities onmogelijk te verwezenlijken zijn, is dat dan niet iets goeds? Dit beschermt je! Als je een groep blinde warhoofden tegenkomt die jou tot hun leider kiezen, maar je hebt een laag kaliber, loop je dan niet op hete kolen? Je bent niet in staat om welk werk dan ook te doen en je bent blind van ogen en van geest. Alles wat je doet is een hinder; al je daden zijn boosaardig. Doe liever het werk van je huidige plicht goed; dan maak je jezelf tenminste niet te schande, en het is beter dan een valse leider te zijn en achter de schermen te worden bekritiseerd. Als mens moet je je eigen maat kennen, je moet wat zelfbewustzijn hebben; als je dat hebt, kun je voorkomen dat je de verkeerde weg inslaat en ernstige fouten maakt.

Willen jullie liever een valse leider zijn of een gewone volgeling? (Een gewone volgeling.) Als de broeders en zusters je kiezen, probeer het dan; misschien is hun kijk op jou nauwkeuriger dan je eigen gevoelens over jezelf. Als de broeders en zusters denken dat je het aankunt, moet je alles geven. Als je werkelijk je best doet maar nog steeds faalt in je werk en je hart brandt van bezorgdheid, zodat je niet kunt eten en er wakker van ligt en je eenvoudigweg niet weet hoe je het naar behoren moet doen, stop dan als leider of werker – het is te zwaar voor je. Ga je toch door, dan zul je waarschijnlijk een valse leider worden. Schrijf daarom zonder uitstel een ontslagbrief waarin je verklaart: “Omdat ik een laag kaliber heb en geen echt werk kan doen, zal ik, als ik leider blijf, binnen afzienbare tijd beslist een valse leider worden. Daarom dien ik mijn ontslag in en leg ik mijn functie vrijwillig neer.” Dit is de verstandigste handelwijze en de meest passende keuze! Het is rationeel en beter dan de positie bezet te houden en een valse leider te zijn. Als je heel goed weet dat je een laag kaliber hebt en geen leider kunt zijn, maar het niet over je hart kunt verkrijgen om status op te geven en tegen jezelf zegt: “Waarom kan ik dit niet? Wie kan me helpen? Wat zou het geweldig zijn als ik mijn status als leider zou behouden terwijl iemand anders alle plannen en strategieën voor me uitwerkt! Op dit moment is er niemand geschikt om mijn plaats over te nemen, dus kan ik alleen maar leider blijven en elke dag dat ik in functie ben genieten van de positie; zelfs al kan ik het werk niet doen, ik ben nog steeds de leider, en leider zijn is beter dan een gewone broeder of zuster zijn. Als Gods huis me niet ontheft en de broeders en zusters me niet afzetten, neem ik geen ontslag.” Is dit gepast? (Nee.) Waarom is het ongepast? (Het is onredelijk. Als ik geen echt werk kan doen maar toch geen ontslag neem, zal dit alleen het kerkwerk vertragen.) Zo handelen vertraagt het werk van de kerk: het schaadt anderen én jezelf. Weet je wat het betekent om leider te zijn? Het betekent dat je rechtstreeks verbonden bent met de ingang in het leven van veel mensen, en dat jouw leiderschap directe verband houdt met hoe zij hun pad bewandelen. Als je goed leidt en hen op het juiste pad brengt, zullen ze dat juiste pad kunnen betreden. Leid je slecht en leid je hen in een greppel, en worden ze net zo’n farizeeër als jij, dan is je zonde groot! En nadat je deze grote zonde hebt begaan, is het daarmee voorbij? God zal het optekenen! Je weet heel goed dat je kaliber gering is, dat je een valse leider bent en geen echt werk kunt doen, maar toch erken je je fouten niet en neem je geen ontslag. Je klampt je schaamteloos vast aan je positie en weigert die aan iemand anders af te staan. Dit is een zonde, en God zal er rekenschap van vragen. En zal Zijn rekenschap daarover in de toekomst goed of slecht voor je uitpakken? Dan zit je in de problemen! Ik zeg je eerlijk de waarheid: God houdt voor iedereen zulke zaken bij, ze worden allemaal nauwkeurig opgeschreven. Als zoiets ernstigs zou gebeuren op je pad naar redding, zou de impact op jou enorm zijn! Wat je ook doet, bewandel dit pad niet en wees niet zo iemand.

We hebben kort gecommuniceerd over enkele van praktijken en uitingen van valse leiders met betrekking tot het bevorderen en cultiveren van diverse soorten getalenteerde mensen. Samengevat: het type persoon dat een valse leider is, doet geen werkelijk werk en is niet in staat om werkelijk werk te doen. Hun kaliber is pover, ze zijn blind van ogen en van geest, ze zijn niet in staat problemen te ontdekken en kunnen diverse soorten mensen niet doorzien, dus zijn ze niet in staat het belangrijke werk van het bevorderen en cultiveren van verschillende soorten getalenteerde mensen op zich te nemen. Zo kunnen ze het werk van de kerk niet uitvoeren en bezorgen ze Gods uitverkorenen veel moeilijkheden tijdens hun ingang in het leven. Gezien deze factoren is het duidelijk dat valse leiders ongeschikt zijn als kerkleiders. Er zijn andere valse leiders die geen specifiek kerkwerk doen en geen contact hebben met de supervisors daarvan. Daardoor weten ze niet welke getalenteerde mensen welk werk aankunnen, wie voor welk werk geschikt is en of hun werk overeenstemt met de principes. Ze zijn dus niet in staat getalenteerde mensen te bevorderen en te cultiveren. Hoe zouden zulke mensen het werk van de kerk dan goed kunnen doen? De belangrijkste reden waarom valse leiders geen echt werk kunnen doen, is hun geringe kaliber: ze hebben nergens inzicht in en weten niet wat echt werk is. Dit leidt vaak tot stagnatie of verlamming in het kerkwerk. Dit hangt rechtstreeks samen met het falen van valse leiders om echt werk te doen. De afgelopen jaren heeft Gods huis keer op keer benadrukt dat kwaadaardige mensen en niet-gelovigen moeten worden verwijderd en dat valse leiders en valse werkers moeten worden ontheven. Waarom moeten deze verschillende kwaadaardige mensen en niet-gelovigen worden verwijderd? Omdat ze na jaren van geloof in God nog steeds de waarheid totaal niet aanvaarden en het punt hebben bereikt waarop ze reddeloos verloren zijn. En waarom moeten alle valse leiders en valse werkers worden ontheven? Omdat ze geen echt werk doen en nooit degenen die de waarheid nastreven bevorderen of cultiveren. In plaats daarvan leveren ze enkel zinloze inspanningen. Dit stort het kerkwerk in chaos en verlamming, laat bestaande problemen voortbestaan zonder oplossing en vertraagt bovendien de ingang in het leven van Gods uitverkorenen. Als al deze valse leiders en valse werkers werden ontheven, en als al deze kwaadaardige mensen en niet-gelovigen die de kerk verstoren werden verwijderd, zou het kerkwerk vanzelf soepel verlopen, het leven van de kerk vanzelf verbeteren en zouden Gods uitverkorenen normaal Gods woorden kunnen eten en drinken, hun plichten vervullen en het juiste spoor van geloof in God betreden. Dit is wat God graag zou zien.

27 februari 2021

Vorige: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (4)

Volgende: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (6)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger