De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (4)
Punt vijf: Zorg voor een actueel inzicht in en begrip van de status en voortgang van elk werkonderdeel, en wees in staat om in het werk direct problemen op te lossen, afwijkingen te corrigeren en tekortkomingen te verhelpen, zodat het werk soepel verloopt
De communicatie van vandaag gaat over de vijfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers: “Zorg voor een actueel inzicht in en begrip van de status en voortgang van elk werkonderdeel, en wees in staat om in het werk direct problemen op te lossen, afwijkingen te corrigeren en tekortkomingen te verhelpen, zodat het werk soepel verloopt.” We zullen ons op deze verantwoordelijkheid richten om de verschillende uitingen van valse leiders te ontleden, om te zien of valse leiders hun verantwoordelijkheden in dit werk vervullen en of ze zich aan hun plichten houden en hun werk goed doen.
Valse leiders geven zich over aan gemak en verdiepen zich niet in het werk op de werkvloer om het goed te begrijpen
De vijfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers vermeldt ten eerste dat men “een actueel inzicht in en begrip van de status en voortgang van elk werkonderdeel”. Waar verwijst “de status van elk werkonderdeel” naar? Dit verwijst naar de huidige toestand van een bepaald werkonderdeel. Wat moeten leiders en werkers hier begrijpen? Bijvoorbeeld: welke specifieke taken het personeel uitvoert, met welke activiteiten ze bezig zijn, of deze activiteiten noodzakelijk zijn, of het cruciale en belangrijke taken zijn, hoe efficiënt dit personeel is, of het werk vlot verloopt, of het aantal personeelsleden in verhouding staat tot de werkdruk, of iedereen voldoende taken heeft gekregen, of er gevallen zijn van personeelsoverschot voor een bepaalde taak – waarbij er te veel personeel is voor te weinig werk en de meesten nietsdoen – of gevallen waarin de werkdruk te groot is maar er te weinig personeel is en de supervisor er niet in slaagt effectief leiding te geven, wat leidt tot een lage werkefficiëntie en trage voortgang. Dit zijn allemaal situaties die leiders en werkers moeten begrijpen. Bovendien moeten ze erop letten of er tijdens de uitvoering van elk werkonderdeel mensen zijn die verstoringen of sabotage veroorzaken, of er mensen zijn die de voortgang tegenhouden of ondermijnen, of er sprake is van enige vorm van inmenging of dat er plichtmatig wordt gewerkt – ook dit zijn zaken die leiders en werkers moeten begrijpen. Hoe krijgen ze dan inzicht in deze kwesties? Sommige leiders bellen misschien af en toe om te vragen: “Hebben jullie het momenteel druk?” Wanneer ze de ander horen zeggen dat die het erg druk heeft, antwoorden ze misschien: “Goed, zolang jullie het maar druk hebben, ben ik gerustgesteld.” Wat vinden jullie van deze manier van werken? Wat vinden jullie van deze vraag? Is dit een cruciale, noodzakelijke vraag om te stellen? Dit is kenmerkend voor het werk van valse leiders – ze doen het slechts voor de vorm. Ze zijn tevreden met het verrichten van wat oppervlakkig werk om hun geweten wat te sussen, maar richten zich niet op het verrichten van echt werk, laat staan dat ze zich naar de werkvloer begeven, naar elk team, om de huidige status van het werk te begrijpen. Bijvoorbeeld: of de personeelsregelingen geschikt zijn, hoe het werk wordt uitgevoerd, of er problemen zijn gerezen – naar deze daadwerkelijke kwesties informeren valse leiders niet. In plaats daarvan zoeken ze een onopgemerkte plek op om te eten, te drinken en te genieten, zonder de ontberingen van weer en wind te hoeven doorstaan. Ze sturen slechts af en toe een brief of laten iemand namens hen informeren, in de veronderstelling dat dit hun werk doen inhoudt. Sterker nog, de broeders en zusters zien hen soms tien dagen of een halve maand niet. Wanneer de broeders en zusters worden gevraagd: “Waar heeft jullie leider het druk mee? Verricht hij concreet werk? Geeft hij jullie leiding en lost hij problemen op?” antwoorden ze: “Begin er maar niet over, we hebben onze leider al een maand niet gezien. Sinds de laatste bijeenkomst die hij voor ons hield, is hij nooit meer langsgekomen, en nu hebben we veel problemen waarbij niemand ons helpt om ze op te lossen. Er zit niets anders op; de supervisor van onze groep en onze broeders en zusters moeten samenkomen om te bidden en naar principes te zoeken, en om het werk te bespreken en samen te doen. De leider heeft hier geen nut; we zitten nu zonder leider.” Hoe goed doet deze leider zijn werk? De Boven vraagt deze leider: “Heb je na de laatste film nog nieuwe scenario’s ontvangen? Wat filmen jullie nu? Hoe vordert het werk?” De leider antwoordt: “Geen idee. Na de laatste film heb ik één bijeenkomst met hen gehad, waarna ze allemaal vol energie zaten, niet negatief waren en geen moeilijkheden hadden. We hebben elkaar sindsdien niet meer gezien. Als je wilt weten wat hun huidige situatie is, kan ik bellen en het voor je navragen.” “Waarom heb je niet eerder gebeld om de situatie te begrijpen?” “Omdat ik het te druk had met overal bijeenkomsten bijwonen. Het is hun beurt nog niet. Ik zal de situatie pas kunnen begrijpen wanneer ik de volgende keer een bijeenkomst met hen heb.” Dit is hun houding ten opzichte van het kerkwerk. De Boven zegt dan: “Je bent niet op de hoogte van de huidige situatie of de problemen die er zijn in het filmproductiewerk, dus hoe zit het met de voortgang van het evangeliewerk? In welk land heeft het evangeliewerk zich het best, het meest ideaal verspreid? In welk land hebben de mensen een relatief goed kaliber en een snel bevattingsvermogen? In welk land is het kerkleven beter?” “Ach, ik was alleen maar gericht op bijeenkomsten, ik ben vergeten naar deze dingen te vragen.” “En hoeveel mensen in het evangelieteam zijn er dan in staat om te getuigen? Hoeveel mensen worden er gecultiveerd om te getuigen? Wie is er in welk land verantwoordelijk voor het kerkwerk en het kerkleven en volgt dat op Wie begiet en hoedt? Zijn nieuwe kerkleden uit verschillende landen al begonnen met het kerkleven? Zijn hun noties en verbeeldingen volledig opgelost? Hoeveel mensen hebben zich geworteld in de ware weg en laten zich niet langer misleiden door religieuze mensen? Hoeveel mensen kunnen, na één of twee jaar in God te hebben geloofd, hun plichten vervullen? Begrijp en doorgrond je deze zaken? Wanneer er problemen in het werk ontstaan, wie kan ze dan oplossen? Weet je welke groep of welke personen in het evangelieteam verantwoordelijk zijn voor hun werk en daadwerkelijke resultaten boeken?” “Ik weet het niet. Als je het wilt weten, kan ik het voor je navragen. Als je geen haast hebt, vraag ik het wel als ik tijd heb; ik heb het nog druk!” Heeft deze leider enig concreet werk verricht? (Nee.) Op alles antwoordt hij: “ik weet het niet”; hij informeert pas naar dingen op het moment dat hem er een vraag over wordt gesteld, dus waar heeft hij het druk mee? Ongeacht naar welk team hij gaat voor bijeenkomsten of om het werk te controleren, hij slaagt er niet in de problemen in het werk te identificeren en weet niet hoe hij ze moet oplossen. Als je de gesteldheden en het karakter van verschillende mensen niet onmiddellijk doorziet, zou je dan niet op zijn minst moeten opvolgen, begrijpen en doorgronden welke kwesties er in het werk bestaan, welk werk er momenteel wordt gedaan en tot welk stadium het is gevorderd? Maar zelfs dit kunnen valse leiders niet. Zijn ze niet blind? Zelfs als ze naar verschillende teams binnen de kerk gaan om het werk op te volgen en te controleren, begrijpen ze de feitelijke situatie totaal niet, kunnen ze de kernproblemen niet identificeren en zelfs als ze enkele problemen opmerken, kunnen ze die niet oplossen.
Er was een filmproductieteam dat zich voorbereidde op de opname van een zeer uitdagende film, een soort film die ze nog nooit eerder hadden gemaakt. Of ze geschikt waren om dit filmscript aan te nemen, of de regisseur en de hele ploeg het vermogen hadden om dit werk te voltooien – hun leider was niet op de hoogte van deze situaties. Hij zei alleen: “Jullie hebben een nieuw script aangenomen. Ga je gang en maak hem maar. Ik zal jullie steunen en opvolgen. Doe je best, en als er moeilijkheden ontstaan, bid dan tot God en los ze op in overeenstemming met Gods woorden.” Daarop vertrok hij. Deze leider zag of identificeerde geen van de bestaande moeilijkheden; kan het werk zo goed worden gedaan? Nadat het filmproductieteam dit script had ontvangen, analyseerden de regisseur en de teamleden vaak de plot en bespraken ze kostuums en de kadrering, maar ze hadden geen idee hoe ze de film moesten opnemen; ze konden niet officieel met de productie beginnen. Is dit niet de huidige toestand? Zijn dit niet de bestaande problemen? Zijn dit geen kwesties die de leider zou moeten oplossen? De leider spendeerde elke dag aan bijeenkomsten, maar na vele dagen van bijeenkomsten waren er geen echte problemen opgelost en konden de opnames nog steeds niet normaal doorgaan. Had de leider enig effect? (Nee.) Hij riep alleen maar leuzen om de moed erin te houden: “We kunnen niet stilzitten, we kunnen niet klaplopen op Gods huis!” Hij gaf de mensen zelfs een preek: “Jullie hebben geen geweten, jullie klaplopen op Gods huis zonder ook maar enig gevoel – schamen jullie je niet?” Nadat hij dit had gezegd, voelde ieders geweten zich wat bezwaard: “Ja, het werk vordert zo langzaam, en we krijgen nog steeds onze drie maaltijden per dag – is dat geen klaplopen? We hebben niet echt werk verricht. Wie zal dan deze problemen oplossen die in het werk ontstaan? Wij kunnen ze niet oplossen, dus vragen we het de leider, maar de leider zegt alleen dat we ijverig moeten bidden, Gods woorden moeten lezen en harmonisch moeten samenwerken, zonder te communiceren over hoe deze problemen opgelost zouden moeten worden.” De leider hield elke dag bijeenkomsten ter plaatse, maar deze problemen konden maar niet worden opgelost. Na verloop van tijd bekoelde het geloof van sommigen en werden hun gesteldheden moedeloos, omdat ze geen uitweg zagen en niet wisten hoe ze verder moesten met de opnames. Ze vestigden hun laatste hoop op de leider, in de hoop dat hij enkele echte problemen kon oplossen. Maar helaas, deze leider was zo goed als blind. Hij leerde het vak niet en communiceerde, overlegde of zocht ook niet met degenen die er verstand van hadden. Hij hield vaak een boek met Gods woorden vast en zei: “Ik lees Gods woorden voor mijn geestelijke oefening. Ik ben mezelf aan het toerusten met de waarheid. Niemand mag me storen, ik heb het druk!” Uiteindelijk stapelden de problemen zich steeds meer op, wat ertoe leidde dat het werk in een halfverlamde toestand verkeerde, en toch dacht de valse leider nog steeds dat hij geweldig werk leverde. Waarom was dat? Hij geloofde dat, aangezien hij bijeenkomsten had gehouden, naar de werksituatie had geïnformeerd, problemen had geïdentificeerd, Gods woorden had gedeeld, de gesteldheden van de mensen had aangewezen, en iedereen zichzelf met deze gesteldheden had vergeleken en had besloten zijn plicht goed te doen, zijn verantwoordelijkheid als leider daarmee was vervuld en hij alles had gedaan wat van hem verwacht kon worden – als de specifieke taken met betrekking tot professionele aspecten niet goed konden worden uitgevoerd, was dat niet de zorg van de leider. Wat voor leider is dit? Het kerkwerk was in een halfverlamde toestand geraakt, en toch was hij totaal niet bezorgd of verontrust. Als de Boven niet informeerde of aandrong, liet hij het gewoon aanslepen, zonder ooit te vermelden wat er onder hem gaande was en zonder problemen op te lossen. Had een dergelijke leider zijn leiderschapsverantwoordelijkheden vervuld? (Nee.) Waar sprak hij dan de hele dag over tijdens bijeenkomsten? Hij kletste maar wat in het wilde weg, en preekte alleen maar doctrines en riep leuzen. De leider loste geen echte problemen in het werk op, loste de plichtmatige en negatieve gesteldheden van de mensen niet op, en wist niet hoe hij kwesties in het werk van de mensen moest oplossen volgens de waarheidsprincipes. Als gevolg daarvan liep het hele project vast en was er gedurende lange tijd geen enkele vooruitgang te zien. Toch was de leider totaal niet bezorgd. Is dit geen uiting van valse leiders die geen echt werk doen? Wat is de essentie van deze uiting van valse leiders? Is dit geen ernstig plichtsverzuim? Ernstig plichtsverzuim in je werk, het niet vervullen van je verantwoordelijkheden – dit is precies wat valse leiders doen. Je bent alleen maar voor de vorm ter plaatse, zonder echte problemen op te lossen. Je bent alleen ter plaatse om mensen te bedriegen. Zonder echt werk te doen, zou het, zelfs als je er de hele tijd zou blijven, niets uithalen. Er ontstaan allerlei problemen in het werk en op professioneel gebied, waarvan je sommige kunt oplossen maar dat niet doet – dit is al ernstig plichtsverzuim. Bovendien zijn je ogen blind en is je hart verblind: soms, wanneer je problemen ontdekt, doorzie je de hun essentie niet. Je kunt ze niet oplossen, maar je doet alsof je ze wel aankunt, je houdt je ternauwernood staande, terwijl je pertinent weigert te communiceren of te overleggen met degenen die wel de waarheid begrijpen. Evenmin rapporteer je aan de Boven of zoekt daar hulp. Waarom is dit? Ben je bang om gesnoeid te worden? Bang dat de Boven de waarheid over jou te weten komt en je ontheft? Is dit niet gericht zijn op status, zonder het werk van Gods huis ook maar enigszins te handhaven? Hoe zou je met zo’n mentaliteit je plicht goed kunnen doen?
Ongeacht welk belangrijk werk een leider of werker verricht en wat de aard van dit werk is, is hun eerste prioriteit om inzicht te verkrijgen in de stand van zaken van het werk. Ze moeten persoonlijk ter plaatse zijn om zaken op te volgen en vragen te stellen, en zo informatie uit de eerste hand te verkrijgen. Ze moeten niet simpelweg afgaan op geruchten of luisteren naar de rapporten van anderen. In plaats daarvan moeten ze de situatie van het personeel en de voortgang van het werk met eigen ogen zien en begrijpen welke moeilijkheden er zijn, of er gebieden zijn die strijdig zijn met de vereisten van de Boven, of er principes worden geschonden, of er verstoringen of hinderingen zijn, of er een gebrek is aan noodzakelijke apparatuur of bijbehorend instructiemateriaal met betrekking tot professioneel werk – ze moeten van dit alles volledig op de hoogte zijn. Hoeveel rapporten ze ook te horen krijgen, of hoeveel ze ook van horen zeggen vernemen, geen van beide kan tippen aan een persoonlijk bezoek; het is nauwkeuriger en betrouwbaarder om de dingen met eigen ogen te zien. Zodra ze vertrouwd zijn met alle aspecten van de situatie, zullen ze een goed beeld hebben van wat er gaande is. Ze moeten in het bijzonder een duidelijk en nauwkeurig beeld hebben van wie een goed kaliber heeft en het waard is om gecultiveerd te worden, want alleen zo kunnen ze mensen nauwkeurig cultiveren en inzetten, wat cruciaal is als leiders en werkers hun werk goed willen doen. Leiders en werkers moeten een pad en principes hebben om mensen met een goed kaliber te cultiveren en te trainen. Bovendien moeten ze inzicht en begrip hebben van de verschillende soorten problemen en moeilijkheden die in het kerkwerk bestaan en weten hoe ze die moeten oplossen. Ook moeten ze hun eigen ideeën en suggesties hebben voor hoe het werk moet vorderen of wat de vooruitzichten zijn. Als ze over zulke dingen met hun ogen dicht kunnen spreken, zonder enige twijfel of bedenkingen, zal het werk veel gemakkelijker uit te voeren zijn. Door zo te werken, vervult een leider zijn verantwoordelijkheden, nietwaar? Ze moeten zich er goed van bewust zijn hoe ze de bovengenoemde kwesties in het werk moeten oplossen, en ze moeten deze dingen vaak overdenken. Komen ze moeilijkheden tegen, dan moeten ze die met iedereen communiceren en bespreken en de waarheid zoeken om de kwesties op te lossen. Door zo met beide benen stevig op de grond echt werk te verrichten, zullen er geen moeilijkheden zijn die niet kunnen worden opgelost. Doen valse leiders dit? (Nee.) Valse leiders weten alleen maar hoe ze zich moeten voordoen, mensen moeten bedriegen en doen alsof ze verstand hebben van zaken die ze niet begrijpen. Ze zijn niet in staat om ook maar één echt probleem op te lossen en houden zich alleen maar bezig met nutteloze zaken. Wanneer hun wordt gevraagd waar ze het druk mee hebben gehad, zeggen ze: “Onze woning had een paar kussens nodig en het filmproductieteam had een lap stof tekort voor kostuums, dus ben ik dat gaan kopen. Een andere keer had de keuken geen ingrediënten meer en kon de kok niet weg, dus moest ik eropuit om wat te kopen en heb ik onderweg een paar zakken meel meegenomen. Al deze dingen moest ik zelf doen.” Ze hebben het inderdaad bijzonder druk gehad. Is dat niet het verwaarlozen van hun eigenlijke taken? Ze bekommeren zich totaal niet om het werk dat onder hun verantwoordelijkheden als leiders valt en dragen er geen enkele last voor; ze proberen alleen maar wat aan te modderen. Het probleem dat hun eigen kaliber vrij pover is en dat zowel hun ogen als hun verstand blind zijn, is al ernstig genoeg, en toch dragen ze ook geen last en geven ze zich over aan gemak en brengen ze vaak meerdere dagen door op een comfortabele plek. Wanneer iemand een probleem heeft en hen zoekt voor een oplossing, zijn ze in geen velden of wegen te bekennen en weet niemand wat ze werkelijk uitspoken. Ze beheren hun eigen tijd. Deze week houden ze op een ochtend een bijeenkomst voor het ene team, rusten’s middags wat uit en ’s avonds komen ze samen met de mensen die verantwoordelijk zijn voor algemene zaken om die te bespreken. De volgende week houden ze een bijeenkomst voor degenen die verantwoordelijk zijn voor externe zaken en vragen ze terloops: “Zijn er moeilijkheden? Hebben jullie in deze periode Gods woord gelezen? Zijn jullie in je contacten met ongelovigen beperkt of verstoord?” En na deze paar vragen te hebben gesteld, beschouwen ze het als afgedaan. In een oogwenk is er een maand voorbij. Welk werk hebben ze verricht? Hoewel ze om de beurt bijeenkomsten hielden voor elk team, wisten ze niets van de werksituatie van welk team dan ook, noch wilden ze er iets over leren of ernaar informeerden, laat staan dat ze deelnamen aan het werk of begeleiding gaven aan elk team. Ze namen niet deel aan het werk, volgden het niet op en begeleidden het niet, maar er waren een paar dingen die ze stipt deden: op tijd eten, op tijd slapen en op tijd bijeenkomsten houden. Hun leven is vrij regelmatig en ze zorgen goed voor zichzelf, maar hun werkprestaties zijn beneden peil.
Sommige leiders vervullen hun verantwoordelijkheden als leiders en werkers totaal niet, doen niet het essentiële kerkwerk, maar richten zich in plaats daarvan uitsluitend op onbelangrijke algemene zaken. Ze specialiseren zich in het beheren van de keuken en vragen altijd: “Wat eten we vandaag? Hebben we nog eieren? Hoeveel vlees is er nog? Als het op is, ga ik wel wat kopen.” Ze beschouwen het keukenwerk als uiterst belangrijk, lopen zonder reden de keuken in en denken er altijd aan om meer vis, meer vlees te eten, meer te genieten en te eten zonder enig gewetensbezwaar. Terwijl de mensen in elk team druk aan het werk zijn en zich richten op het goed vervullen van hun plichten, richten deze leiders zich alleen op goed eten en leiden ze een behoorlijk comfortabel leven. Sinds ze leiders zijn geworden, hebben ze zich niet alleen niet bekommerd om het werk van de kerk en elke zware inspanning vermeden, maar hebben ze er ook voor gezorgd dat ze goed doorvoed en met blozende wangen bleven. Wat doen ze elke dag? Ze zijn druk met wat algemene zaken, wat triviale kwesties, zonder ook maar enig echt werk goed te hebben gedaan of ook maar een echt probleem te hebben opgelost. Toch voelen ze geen wroeging in hun hart. Alle valse leiders doen niet het sleutelwerk van de kerk, noch lossen ze daadwerkelijke problemen op. Nadat ze leiders zijn geworden, denken ze: ik hoef alleen maar een paar mensen te vinden om het specifieke werk te doen en dan hoef ik het zelf niet te doen. Ze geloven dat zodra ze voor elke werktaak supervisors hebben aangesteld, ze zelf niets meer te doen hebben. Ze geloven dat dit het werk van een leider is en ze dan het recht hebben om te genieten van de voordelen van status. Ze nemen niet deel aan echt werk, volgen het niet op en geven geen begeleiding, en ze doen geen navraag of onderzoek om problemen op te lossen. Vervullen zij de verantwoordelijkheden van een leider? Kan het kerkwerk op deze manier goed worden gedaan? Wanneer de Boven hen vraagt hoe het met het werk gaat, zeggen ze: “Al het kerkwerk verloopt normaal. Elke werktaak heeft een supervisor die het afhandelt.” Als verder wordt gevraagd of er problemen zijn in het werk, antwoorden ze: “Ik weet het niet. Er zijn waarschijnlijk geen problemen!” Dit is de houding van valse leiders ten opzichte van hun werk. Als leider toon je volledige onverantwoordelijkheid voor het werk dat je is toevertrouwd; het wordt allemaal gedelegeerd aan anderen, zonder opvolging, navragen of hulp van jouw kant bij het oplossen van problemen – je zit daar maar als een leunstoelmanager. Verzaak je je verantwoordelijkheid niet? Gedraag je je niet als een bureaucraat? Geen specifiek werk doen, het werk niet opvolgen, geen echte problemen oplossen – zijn zulke leiders niet louter decoratie? Zijn het geen valse leiders? Dit is het toonbeeld van een valse leider. Het werk van een valse leider bestaat enkel uit lippen bewegen en bevelen geven, zonder daadwerkelijk deel te nemen aan het werk te of het op te volgen, en zonder problemen binnen het werk op te sporen of te identificeren. Zelfs wanneer problemen worden geïdentificeerd, lossen ze die niet op. Ze gedragen zich alleen maar als leunstoelmanagers en denken dat dit werk doen inhoudt. En toch verstoort op deze manier leiden hun gemoedsrust niet; ze leven elke dag comfortabel en zijn altijd opgewekt. Hoe komt het dat ze nog steeds kunnen glimlachen? Ik heb dit feit ontdekt: zulke mensen zijn volstrekt schaamteloos. Ze doen als leider geen echt werk; ze regelen enkel een paar mensen om taken uit te voeren en beschouwen het als afgedaan. Je ziet ze nooit op de werkplek; ze hebben geen flauw benul van de voortgang of de resultaten van het kerkwerk, en toch denken ze dat ze bekwame leiders zijn en aan de norm voldoen. Dit is het toonbeeld van een valse leider, die geen enkel echt werk verricht. Valse leiders dragen geen last voor het kerkwerk, maken zich geen zorgen en zijn niet ongerust, ongeacht hoeveel problemen er ontstaan; ze zijn tevreden met het doen van wat algemene zaken en denken dan dat ze echt werk hebben verricht. Hoe de Boven valse leiders ook ontmaskert, ze voelen zich er niet slecht over, en evenmin herkennen ze zichzelf in de ontmaskering. Ze doen helemaal niet aan zelfreflectie en hebben geen berouw. Zijn zulke mensen niet verstoken van geweten en verstand? Kan iemand die werkelijk geweten en verstand heeft het kerkwerk op deze manier behandelen? Absoluut niet.
Wanneer mensen met ook maar een beetje geweten en verstand de ontmaskering van de verschillende uitingen van valse leiders horen en zichzelf daaraan spiegelen, zullen ze zich er over het algemeen min of meer in herkennen. Dan krijgen ze een kleur, kunnen niet stilzitten en voelen ze zich ongemakkelijk in hun hart, met een schuldgevoel tegenover God. In stilte nemen ze zich dan voor: “Vroeger gaf ik me over aan de genoegens van het vlees, deed ik mijn werk niet goed, vervulde ik mijn verantwoordelijkheden niet en verrichtte ik geen echt werk. Werd mij iets gevraagd, dan wist ik van niets. Ik wilde het altijd ontlopen en deed me altijd anders voor, bang dat, zodra anderen mijn werkelijke toestand zouden doorzien, mijn reputatie en status verloren zouden gaan en ik mijn leiderspositie niet zou kunnen behouden. Nu pas zie ik dat zulk gedrag beschamelijk is en niet kan doorgaan. Ik moet het serieuzer aanpakken en er moeite voor doen. Als ik het nog steeds niet goed doe, is dat onvergeeflijk – mijn geweten zal me aanklagen!” Valse leiders als deze hebben nog wat menselijkheid en geweten; hun geweten werkt op zijn minst nog. Nadat ze Mijn ontmaskering hebben gehoord, herkennen ze zichzelf in deze woorden en voelen ze zich erdoor bezwaard; ze denken: ik heb werkelijk geen echt werk verricht of echte problemen opgelost. Ik ben Gods opdracht en de titel van leider onwaardig. Wat moet ik dan doen? Ik moet het goedmaken. Voortaan moet ik me inzetten om echte problemen op te lossen, deelnemen aan elke specifieke taak, zonder vermijdingsgedrag, me niet anders voordoen dan ik ben en de dingen zo goed en volledig doen als ik kan. God onderzoekt de harten en diepste gedachten van de mensen nauwkeurig, God kent ieders ware maat; of ik dingen nu goed of slecht doe, het belangrijkste is dat ik het van ganser harte doe. Als ik zelfs dat niet kan, kan ik dan nog een mens genoemd worden? Op deze manier over jezelf kunnen nadenken heet een geweten hebben. Hoe je mensen zonder geweten ook ontmaskert, ze gaan zonder blikken of blozen door met wat ze maar willen. Zelfs als ze zichzelf herkennen in wat God heeft ontmaskerd, blijven ze er onverschillig: ‘Mijn naam werd toch niet genoemd’, denken ze. ‘Waarom zou ik bang zijn? Mijn kaliber is goed, ik ben getalenteerd; Gods huis kan niet zonder mij! Wat maakt het uit dat ik geen echt werk doe? Ik doe het zelf niet, maar ik laat het iemand anders doen, dus het komt toch voor elkaar, of niet soms? Hoe dan ook, elke taak die je me vraagt te doen, zorg ik dat gedaan wordt, ongeacht wie ik het laat doen. Mijn kaliber is goed, dus ik werk slim. In de toekomst blijf ik gewoon aanmodderen en genieten van het leven zoals ik wil.’ Hoe Ik valse leiders ook ontleed of ontmasker omdat ze geen echt werk doen, de betrokkenen blijven hetzelfde, totaal ongevoelig: “Laat anderen maar denken wat ze willen en me zien zoals ze willen – ik doe het gewoon niet!” Hebben zulke valse leiders een geweten? (Nee.) Dit is de vierde keer dat we hebben gecommuniceerd over het ontmaskeren van de verschillende uitingen van valse leiders. Telkens wanneer Ik zulke personen ontmasker, zitten degenen met ook maar een beetje geweten op hete kolen, voelen zich onzeker omdat ze hun werk niet goed doen en nemen zich in stilte voor om snel berouw te tonen en een ommekeer te maken. Ondertussen zijn degenen zonder geweten uitzonderlijk schaamteloos; ze voelen totaal niets. Ongeacht hoe Ik communiceer, leven ze gewoon verder en genieten ze van het leven zoals ze willen. Wanneer je hen vraagt: “Sommigen zijn verantwoordelijk voor het evangeliewerk, anderen voor het vertaalwerk en weer anderen voor het filmproductiewerk – voor welk specifiek werk ben jij verantwoordelijk?” zeggen ze: “Hoewel ik geen specifiek werk heb gedaan, hou ik toezicht op alles. Ik organiseer bijeenkomsten voor hen.” Als je hen dan vraagt: “Hoeveel bijeenkomsten hou je per maand?” antwoorden ze: “Minstens één grote per maand en om de twee weken een kleine.” En wanneer je hen vraagt: “Welk specifiek werk heb je naast het houden van bijeenkomsten nog gedaan?” antwoorden ze: “Met al bijeenkomsten die me zo bezighouden, welk specifiek werk kan ik dan nog doen? Bovendien is mijn takenpakket zo breed dat ik geen tijd heb voor specifiek werk.” Deze valse leiders vinden dat ze volledig in hun recht staan – ze zijn zeer standvastige en stabiele leiders! Hoe ze ook worden ontmaskerd en gesnoeid, ze raken er totaal niet door van streek. Als Ik een specifieke taak zou moeten doen, zoals koken voor vijf mensen, maar Ik had maar voor vier genoeg eten gemaakt, dan zou Ik me ongemakkelijk voelen omdat Ik niet genoeg had klaargemaakt en Me schuldig voelen dat niet iedereen genoeg kreeg. Ik zou dan nadenken over hoe Ik het kan goedmaken en erop letten dat Ik de volgende keer beter reken, zodat iedereen voldoende krijgt. En als iemand zou zeggen dat het eten te zout was, zou Ik Me ook slecht voelen. Ik zou vragen welk gerecht te zout was en dan aan anderen vragen of de kruiden goed waren uitgebalanceerd. Hoewel het moeilijk is om iedereen tevreden te stellen, moet Ik toch al het mogelijke proberen om Mijn deel goed te doen. Dit heet je verantwoordelijkheden vervullen; dit is het verstand dat mensen zouden moeten hebben. Je moet altijd je verantwoordelijkheden nakomen; welke taak het ook is, je moet er zelf bij betrokken zijn. Als iemand, wie dan ook, een andere mening geeft en je beseft dat je fout zit en je er slecht over voelt, dan moet je het rechtzetten en je in de toekomst met hart en ziel inzetten voor wat je doet, en het goed doen, zelfs als dat betekent dat je enige ontbering moet doorstaan. Valse leiders hebben dit gevoel niet, dus doorstaan ze helemaal geen ontbering. Na het horen van deze feiten over de ontmaskering van valse leiders voelen ze helemaal niets; ze genieten nog steeds van hun eten, slapen rustig en leven er zorgeloos op los, elke dag in dezelfde vrolijke stemming, zonder het gevoel een zware last op hun schouders te dragen of de steek van schuld in hun hart. Wat voor mensen zijn dit? Zulke mensen hebben een probleem met hun karakter: ze missen geweten, hebben geen verstand en hebben een laag karakter. Ondanks dat de verschillende uitingen van valse leiders al zo lang worden ontmaskerd – zowel vanuit een positief perspectief, door voorziening en communicatie, als vanuit een negatief perspectief, door ze te ontmaskeren en te ontleden – herkent een deel van de valse leiders hun eigen problemen nog steeds niet, noch zijn ze ooit van plan om na te denken en berouw te tonen. Als er geen toezicht en aansporing van de Boven was, zouden ze nog steeds met hun werk aanmodderen zo goed als ze konden, zonder ook maar een beetje van koers te veranderen. Hoe Ik hen ook ontmasker, ze zitten er nog steeds onverstoord en volkomen onbewust bij. Zijn ze niet veel te schaamteloos? Mensen van dit type zijn niet geschikt om leiders of werkers te zijn; ze hebben zo’n laag karakter dat ze geen enkele schaamte kennen! Voor normale mensen zou het al moeilijk te verdragen zijn om iemand te horen praten over hun tekortkomingen, gebreken of iets ongepasts of tegen de principes in wat ze hebben gedaan – laat staan dat ze specifiek worden ontmaskerd. Ze zouden van streek raken en zich diep schamen en nadenken over hoe ze kunnen veranderen en zichzelf kunnen corrigeren. Ondertussen maken deze valse leiders een complete puinhoop van hun werk en leven ze nog steeds met een gerust geweten, zonder zich zorgen te maken of ongerust te zijn, en blijven ze volkomen onbewust, hoe ze ook worden ontmaskerd. Ze zoeken zelfs plekken op om zich te verstoppen en te ontspannen en zijn nooit ergens te bekennen. Ze hebben werkelijk geen greintje schaamte!
Een kerkleider moet op zijn minst geweten en verstand bezitten, en ook enkele waarheden begrijpen – alleen dan kan hij een last voelen. Wat zijn de uitingen van een last voelen? Wanneer hij ziet dat sommige mensen negatief zijn, sommigen een verwrongen begrip hebben, sommigen de bezittingen van Gods huis verspillen, sommigen hun werk slechts plichtmatig doen, sommigen zich tijdens het vervullen van hun plicht met randzaken bezighouden, en weer anderen altijd hoogdravende woorden uiten maar geen praktisch werk verrichten … wanneer hij ontdekt dat er te veel problemen in de kerk zijn die opgelost moeten worden en hij zo veel ongedaan werk ziet, dan begint hij een last te voelen. Sinds hij leider is geworden, voelt het alsof er voortdurend een vuur in hem brandt; als hij een probleem ontdekt en het niet kan oplossen, raakt hij bezorgd en ongerust en kan hij niet eten of slapen. Wanneer sommigen tijdens bijeenkomsten problemen in hun werk aankaarten die de leider niet onmiddellijk kan doorzien en oplossen, geeft de leider niet op; hij voelt dat hij dit probleem moet oplossen. Nadat hij heeft gebeden, gezocht en er twee dagen over heeft nagedacht, lost hij de kwestie snel op zodra hij weet hoe. Na het oplossen van de kwestie controleert hij onmiddellijk ander werk en ontdekt nog een probleem: er zijn te veel mensen betrokken bij een bepaald werk, waarvoor personeelsvermindering nodig is. Hij belegt daarop snel een bijeenkomst, krijgt een duidelijk beeld van de situatie, slankt het personeelsbestand af en treft redelijke regelingen – zo wordt het probleem opgelost. Welk werk ze ook inspecteren, leiders die een last dragen, zullen altijd problemen kunnen identificeren. Alle problemen die te maken hebben met professionele kennis of die in strijd zijn met de principes, kunnen ze identificeren, er navraag over doen en er inzicht in krijgen. En wanneer ze een probleem ontdekken, lossen ze het onmiddellijk op. Intelligente leiders en werkers lossen alleen problemen op die te maken hebben met het werk van de kerk, vakkennis en de waarheidsprincipes. Aan kleine, alledaagse zaken schenken ze geen aandacht. Ze waken over elk facet van het werk van de evangelieverspreiding dat God heeft opgedragen. Ze informeren naar en inspecteren alle problemen die ze kunnen waarnemen of ontdekken. Als ze een probleem op dat moment niet zelf kunnen oplossen, komen ze samen met andere leiders en werkers, communiceren met hen, zoeken naar de waarheidsprincipes en bedenken manieren om het op te lossen. Als ze een groot probleem tegenkomen dat ze echt niet kunnen oplossen, zoeken ze onmiddellijk hulp bij de Boven en laten het daar behandelen en oplossen. Dergelijke leiders en werkers zijn mensen die principieel handelen. Welke problemen er ook zijn, zolang ze die hebben gezien, laten ze die niet los; ze staan erop deze problemen volledig te begrijpen en ze dan een voor een op te lossen. Zelfs als ze niet grondig worden opgelost, kan worden gegarandeerd dat deze problemen niet opnieuw zullen opkomen. Dit is je plicht doen met heel je hart, je kracht en je verstand, en zo je verantwoordelijkheden volledig vervullen. Die valse leiders en werkers die geen praktisch werk verrichten of zich niet richten op het oplossen van praktische problemen, kunnen geen problemen ontdekken en weten niet welk werk er gedaan moet worden. Zolang ze zien dat de broeders en zusters druk bezig zijn met het vervullen van hun plichten, zijn ze volkomen tevreden en hebben ze het gevoel dat dit het resultaat is van hun echte werk. Ze vinden dat alle aspecten van het werk vrij goed zijn, dat er weinig is wat ze persoonlijk moeten doen en geen problemen die ze hoeven op te lossen. En dus richten ze zich op het genieten van de voordelen van hun status. Ze willen altijd opscheppen en zichzelf tentoonspreiden onder de broeders en zusters. Telkens wanneer ze de broeders en zusters zien, zeggen ze: “Wees een goede gelovige. Vervul je plicht goed. Wees niet plichtmatig. Als je ondeugend bent of problemen veroorzaakt, zal ik je ontheffen!” Ze weten alleen hun status te doen gelden en mensen de les te lezen. Tijdens bijeenkomsten vragen ze altijd welke problemen er in het werk zijn en of degenen onder hen moeilijkheden hebben, maar wanneer anderen hun problemen en moeilijkheden uiten, kunnen ze die niet oplossen. Ondanks dit zijn ze nog steeds vrolijk en leven ze verder met een gerust geweten. Als de broeders en zusters geen moeilijkheden of problemen aankaarten, hebben ze het gevoel dat ze hun werk heel goed doen en worden ze zelfvoldaan. Ze denken dat informeren naar het werk de taak is die hun is toebedeeld, en wanneer er problemen ontstaan en de Boven de verantwoordelijkheid tot hen herleidt, zijn ze verbijsterd. Anderen leggen de moeilijkheden en problemen van het werk aan hen voor, maar toch klagen ze erover dat de anderen de waarheid niet zoeken om de problemen op te lossen. Ze lossen zelf geen praktische problemen op, maar schuiven de verantwoordelijkheid af op de supervisors onder hen en geven degenen die de specifieke taken uitvoeren een strenge berisping. Deze berisping helpt hen hun woede te luchten, en ze geloven zelfs met een gerust geweten dat ze echt werk verrichten. Ze hebben zich nooit bezorgd of ongerust gevoeld, omdat ze geen problemen konden ontdekken of oplossen, noch hebben ze hierdoor slecht kunnen eten of slapen – dit soort lijden hebben ze nooit ondergaan.
Elke keer dat Ik een boerderijkerk bezoek, los Ik enkele problemen op. Elke keer dat Ik ga, is het niet omdat Ik een specifiek probleem heb gevonden om aan te pakken; het is gewoon omdat Ik wat vrije tijd heb om rond te gaan en te zien hoe het werk van de verschillende teams in de kerk vordert en wat de gesteldheid is van de mensen in elk team. Ik roep de supervisors bijeen voor een gesprek, vraag welk werk ze in deze periode hebben gedaan en welke problemen er zijn, laat hen enkele kwesties aankaarten en communiceer vervolgens met hen over hoe deze op te lossen. Terwijl Ik met hen communiceer, kan Ik ook enkele nieuwe problemen ontdekken. Eén type probleem heeft te maken met hoe leiders en werkers hun werk doen; een ander type zijn problemen in het werk waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Ook help en begeleid Ik hen bij hoe ze specifiek werk moeten doen, hoe ze werk moeten uitvoeren, welk werk ze moeten doen, en de volgende keer volg ik het op door te vragen hoe het eerder opgedragen werk is verlopen. Dergelijk toezicht, aandringen en opvolging is noodzakelijk. Hoewel dit niet met veel tamtam en geschreeuw gebeurt, of met luidsprekers om aankondigingen te doen, worden deze specifieke werkzaamheden en taken bekendgemaakt en uitgevoerd door enkele leiders en werkers die echt werk kunnen verrichten. Zo wordt het werk van elk team ordelijk en maakt het vooruitgang, de werkefficiëntie verbetert en de resultaten zijn beter. Uiteindelijk kan iedereen in elk team vasthouden aan zijn eigen plicht en weet wat hij moet doen en hoe hij het moet doen. Iedereen vervult op zijn minst zijn plicht, ze hebben allemaal taken onderhanden, en wat ze doen, wordt gedaan volgens de vereisten van Gods huis en kan ook volgens principes worden uitgevoerd. Levert dit geen resultaten op? Gaan valse leiders zo te werk? Valse leiders zouden zo denken: dus zo voert de Boven werk uit: wat mensen bijeenroepen voor een praatje, iedereen krabbelt aantekeningen in een klein boekje en na die aantekeningen is het werk van de Boven voltooid. Als de Boven zo hun werk uitvoeren, doen wij het op dezelfde manier. Op deze manier imiteren valse leiders. Ze bootsen de uiterlijke schijn na, maar uiteindelijk verrichten ze helemaal geen echt werk, voeren geen van de taken uit die hun zijn opgedragen en verdoen alleen maar hun tijd met oeverloos gepraat. Soms ga Ik ook naar de groentevelden en kassen om te zien hoe de zaailingen groeien, of om erachter te komen hoeveel oogstcycli er tijdens de winter in de kas kunnen worden verbouwd en hoe vaak ze water moeten krijgen. Deze taken, groot of klein, hebben allemaal te maken met technische kwesties rond de groenteteelt, en zolang men ze ijverig doet, kunnen ze worden volbracht. Waarin tonen valse leiders voornamelijk hun valsheid? Het meest prominente is dat ze geen echt werk doen; ze doen alleen wat werk voor de show, beschouwen het daarna als afgerond en genieten vervolgens van de voordelen van hun status. Hoeveel van dit soort werk ze ook doen, betekent dat dat ze echt werk uitvoeren? De meeste valse leiders hebben een onzuiver begrip van de waarheid en begrijpen alleen wat woorden en doctrines, wat het erg moeilijk maakt om echt werk goed te doen. Een deel van de valse leiders kan zelfs geen kwesties met betrekking tot algemene zaken oplossen; ze hebben duidelijk een slecht kaliber en missen geestelijk begrip. Het is absoluut zinloos om hen te cultiveren. Sommige valse leiders hebben wel wat kaliber, maar ze verrichten geen echt werk en doen zich tegoed aan de genoegens van het vlees. Mensen die zich tegoed doen aan vleselijke genoegens, verschillen niet veel van varkens. Varkens brengen hun dagen slapend en etend door. Ze doen niets. Maar na een jaar hard werken om ze te voeren, wanneer de hele familie aan het eind van het jaar hun vlees eet, kan men zeggen dat ze van dienst zijn geweest. Als een valse leider als een varken wordt gehouden, drie keer per dag gratis eet en drinkt, dik en sterk wordt, maar geen echt werk verricht en een nietsnut is, is het onderhouden van hem dan niet vergeefs geweest? Heeft het enig nut gehad? Ze kunnen alleen als contrast dienen en behoren geëlimineerd te worden. Het is werkelijk beter om een varken te houden dan een valse leider. Valse leiders hebben misschien de titel van ‘leider’, bekleden deze positie, eten drie keer per dag goed, genieten van veel van Gods genade en tegen het einde van het jaar worden ze dik en zien ze er blozend uit van al het eten – maar hoe zit het met het werk? Kijk naar alles wat er dit jaar in je werk is bereikt: heb je dit jaar op enig werkgebied resultaten geboekt? Welk echt werk heb je verricht? Gods huis vraagt niet dat je elke taak perfect uitvoert, maar je moet het sleutelwerk goed doen – bijvoorbeeld evangeliewerk, filmproductiewerk, tekstueel werk, enzovoort. Deze moeten allemaal vruchtbaar zijn. Onder normale omstandigheden zou het meeste werk na drie tot vijf maanden enige resultaten en prestaties moeten opleveren; als er na een jaar geen prestaties zijn, is dit een ernstig probleem. Binnen het kader van jouw verantwoordelijkheid, welk werk is het vruchtbaarst geweest? Voor welk werk heb je gedurende het hele jaar de grootste prijs betaald en het meest geleden? Toon deze prestatie en denk erover na of je waardevolle prestaties hebt geleverd gedurende je jaar van het genieten van Gods genade; daar zou je zelf toch wel een duidelijk idee van moeten hebben. Wat was je nu precies aan het doen terwijl je al die tijd het voedsel van Gods huis at en van Gods genade genoot? Heb je iets bereikt? Als je niets hebt bereikt, ben je alleen maar wat aan het aanmodderen; je bent een rasechte valse leider. Moeten zulke leiders worden ontheven en geëlimineerd? (Ja.) Kunnen jullie zulke valse leiders herkennen wanneer jullie ze tegenkomen? Kunnen jullie zien dat het valse leiders zijn, die alleen maar aanmodderen om gratis te kunnen eten? Ze eten tot hun monden glimmen van het vet, maar lijken zich nooit zorgen te maken of ongerust te zijn over het werk, en ze nemen niet deel aan of informeren niet naar enige specifieke taken. Zelfs als ze informeren, doen ze dat om een bepaalde reden; ze doen dat alleen wanneer de Boven hen onder druk zet over de resultaten; anders zouden ze de moeite niet nemen. Ze geven zich altijd over aan genot en kijken vaak films of tv-series. Ze delegeren het werk, en terwijl alle anderen druk hun plichten vervullen, rusten zij uit en vermaken ze zich. Als er een probleem is en je probeert hen te vinden om het af te handelen, zijn ze nergens te bekennen, maar voor de maaltijden zijn ze nooit te laat. En na het eten, wanneer alle anderen weer aan het werk gaan, nemen zij gewoon meer vrijaf. Als je hen vraagt: “Waarom ga je niet op pad om het werk te controleren? Iedereen wacht op jouw instructies, op jouw regelingen!”, dan zeggen ze: “Waarom op mij wachten? Jullie kunnen het allemaal zelf, jullie weten allemaal hoe het moet – is het niet hetzelfde als ik er niet ben? Mag ik niet even rusten?” “Is dat rusten? Je bent gewoon films aan het kijken!” “Ik doe professionele vaardigheden op, ik bestudeer hoe films worden opgenomen.” Ze verzinnen zelfs excuses. Ze kijken de ene film na de andere, en wanneer iedereen’s nachts rust, doen zij dat ook. Elke dag modderen ze maar wat aan – maar hoe ver gaat dat? Iedereen vindt hen onaangenaam, ze geven iedereen een ongemakkelijk gevoel en uiteindelijk schenkt niemand nog aandacht aan hen. Zeg Mij, als een leider als deze niet de leiding heeft, kan het werk dan nog vooruitgaan? Houdt de aarde op met draaien zonder hen? (Ze blijft draaien.) Dan horen ze ontmaskerd te worden, zodat iedereen kan zien dat ze hun eigenlijke taken niet uitvoeren en dat niemand zich door hen moet laten beperken. Zulke valse leiders die hun eigenlijke taken niet uitvoeren, moeten worden ontmaskerd en ontleed, zodat iedereen hen kan onderscheiden. Vervolgens moeten ze worden afgezet en aan de kant geschoven! Kunnen jullie zulke valse leiders herkennen als jullie ze tegenkomen? Zouden jullie je zonder valse leiders als zeelieden zonder kapitein voelen? Zouden jullie zelfstandig werk kunnen voltooien en taken afmaken? Zo niet, dan zijn jullie in gevaar. Wanneer jullie met dit soort valse leiders te maken hebben, die hun plicht niet goed vervullen, niet het goede voorbeeld geven en hun tijd verdoen met online chatten – zouden jullie in zo'n situatie onderscheidingsvermogen hebben? Zouden jullie door hen beïnvloed worden om ook mee te doen aan nutteloos geklets en jullie plichten uit te stellen? Kunnen jullie zulke valse leiders nog volgen? (Nee.)
Sommige valse leiders zijn vraatzuchtig en lui en verkiezen comfort boven hard werk. Ze willen noch werken noch zich zorgen maken, ze schuwen inspanning en verantwoordelijkheid en willen zich alleen maar overgeven aan gemak. Ze eten en spelen graag en zijn bijzonder lui. Er was eens een valse leider die’s ochtends pas opstond nadat iedereen klaar was met eten en’s nachts dramaseries op tv bleef kijken terwijl alle anderen rustten. Een broeder die verantwoordelijk was voor het koken kon het niet langer aanzien en bekritiseerde hem. Denken jullie dat hij naar een kok zou luisteren? (Nee.) Stel dat een leider of werker hem had berispt en had gezegd: “Je moet ijveriger zijn; het werk dat gedaan moet worden, moet gedaan worden. Als leider moet je je verantwoordelijkheden vervullen, wat het werk ook is; je moet ervoor zorgen dat er geen problemen mee zijn. Nu er een probleem is geconstateerd en je niet aanwezig bent om het op te lossen, heeft dit gevolgen voor het werk. Als je consequent op deze manier werkt, vertraagt dit dan niet het kerkwerk? Kun je deze verantwoordelijkheid dragen?” Zou hij hiernaar luisteren? Niet noodzakelijk. De besluitvormingsgroep zou dergelijke valse leiders onmiddellijk moeten ontheffen en andere werkregelingen voor hen moeten treffen, zodat ze doen waartoe ze in staat zijn. Als het nietsnutten zijn die overal waar ze komen willen profiteren en niets kunnen, stuur ze dan weg zonder hen enige plicht te laten vervullen. Ze zijn het niet waard om een plicht te vervullen; ze zijn niet menselijk, missen het geweten en het verstand van de normale menselijkheid en zijn schaamteloos. Voor zulke valse leiders, die niet meer zijn dan leeglopers, geldt dat ze, eenmaal doorzien, direct ontheven moeten worden; het is onnodig te proberen hen aan te sporen en ze mogen geen kansen krijgen om onder observatie te staan, noch is het nodig om de waarheid met hen te communiceren. Hebben ze niet genoeg waarheden gehoord? Als ze gesnoeid zouden worden, zouden ze dan kunnen veranderen? Nee. Als mensen een slecht kaliber hebben, soms absurde zienswijzen hebben, of door onwetendheid geen volledig overzicht hebben, maar ijverig zijn, een last dragen en niet lui zijn, dan kunnen ze, ondanks afwijkingen in het vervullen van hun plicht, berouw tonen wanneer ze worden gesnoeid. Op zijn minst kennen ze de verantwoordelijkheden van een leider en weten wat ze moeten doen; ze hebben een geweten en verantwoordelijkheidsgevoel en ze hebben een hart. Maar degenen die lui zijn, comfort verkiezen boven hard werk en geen last dragen, kunnen niet veranderen. Er is geen last in hun hart; wie hen ook snoeit, het is nutteloos. Sommige mensen zeggen: “Als Gods oordeel, tuchtiging, beproevingen en loutering over hen kwamen, zou hun probleem van het geen last dragen dan kunnen veranderen?” Dit kan niet worden veranderd; het wordt bepaald door iemands aard, net zoals een hond zijn gewoonte om vuiligheid te eten niet kan veranderen. Wanneer je iemand ziet die lui is en geen last draagt en ook als leider dient, kun je er zeker van zijn dat het een valse leider is. Sommigen mogen dan zeggen: “Hoe kun je hen nou valse leiders noemen? Ze hebben een goed kaliber, zijn scherpzinnig, kunnen dingen doorzien en kunnen plannen smeden. In de wereld hebben ze bedrijven geleid en als algemeen directeur gediend; ze zijn deskundig, ervaren en wereldwijs!” Kunnen deze kwaliteiten hun probleem van luiheid en het ontbreken van een last oplossen? (Nee.)
Welke uitingen en kenmerken vertonen degenen die buitensporig lui zijn? Ten eerste handelen ze bij alles wat ze doen plichtmatig, treuzelen ze, doen ze het rustig aan, en rusten en stellen zaken uit waar mogelijk. Ten tweede besteden ze geen aandacht aan het kerkwerk. Wie zich hierover zorgen wil maken, vinden zij, moet dat zelf weten; zij doen het niet. Wanneer ze zich ergens zorgen over maken, is dat om hun eigen roem, gewin en status – het enige wat voor hen telt, is dat ze kunnen genieten van de voordelen van status. Ten derde schuwen ze ontberingen in hun werk. Ze kunnen niet accepteren dat hun werk ook maar een beetje vermoeiend is en worden erg wrokkig als dat wel zo is. Ook zijn ze niet in staat om ontberingen te verdragen of een prijs te betalen. Ten vierde zijn ze niet in staat in welk werk dan ook door te zetten, ze geven altijd halverwege op en zijn niet in staat iets tot het einde toe vol te houden. Als ze tijdelijk in een goed humeur zijn, doen ze misschien wat werk voor de lol, maar als iets een langdurige inzet vereist, hen bezighoudt, veel nadenken vergt en hun vlees vermoeit, beginnen ze na verloop van tijd te morren. Sommige leiders zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het kerkwerk en vinden het in het begin nieuw en fris. Ze zijn erg gemotiveerd in hun communicatie over de waarheid, en als ze zien dat broeders en zusters problemen hebben, kunnen ze hen helpen en die oplossen. Maar nadat ze een tijdje hebben volgehouden, beginnen ze leiderschapswerk te vermoeiend te vinden en worden ze negatief – ze willen overstappen naar makkelijker werk en zijn niet bereid ontberingen te verdragen. Zulke mensen missen doorzettingsvermogen. Ten vijfde: een ander kenmerk van luie mensen is hun onwil om echt werk te doen. Zodra hun vlees lijdt, verzinnen ze excuses om hun werk te ontwijken, zich eraan te onttrekken of het aan iemand anders over te dragen. En wanneer die persoon het werk afmaakt, plukken zij schaamteloos zelf de vruchten ervan. Dit zijn de vijf belangrijkste kenmerken van luie mensen. Jullie moeten nagaan of er dergelijke luie mensen zijn onder de leiders en werkers in de kerken. Als je er een vindt, moet deze onmiddellijk worden ontheven. Kunnen luie mensen als leiders goed werk verrichten? Ongeacht wat voor kaliber ze hebben of de kwaliteit van hun menselijkheid, als ze lui zijn, kunnen ze hun werk niet goed doen en vertragen ze het werk en belangrijke zaken. Het werk van de kerk is veelzijdig; elk aspect ervan brengt veel gedetailleerde taken met zich mee en vereist communicatie over de waarheid om problemen op te lossen, zodat het goed wordt gedaan. Daarom moeten leiders en werkers ijverig zijn – ze moeten elke dag veel praten en veel werk verzetten om de effectiviteit van het werk te garanderen. Als ze te weinig spreken of doen, zullen er geen resultaten zijn. Dus als een leider of werker een lui persoon is, is hij beslist een valse leider en niet in staat om echt werk te doen. Luie mensen doen geen echt werk, laat staan dat ze zelf naar werklocaties gaan, en ze zijn niet bereid om problemen op te lossen of zich met enig concreet werk in te laten. Ze hebben niet het minste begrip van of inzicht in de problemen van welk werk dan ook. Ze hebben alleen een oppervlakkig, vaag idee in hun hoofd van wat ze anderen hebben horen zeggen, en ze modderen maar wat aan door slechts een beetje doctrine te prediken. Zijn jullie in staat om dit soort leider te herkennen? Kunnen jullie zien dat ze valse leiders zijn? (Tot op zekere hoogte.) Luie mensen werken plichtmatig in elke plicht die ze vervullen. Wat hun plicht ook is, ze missen doorzettingsvermogen, werken met horten en stoten en zodra ze wat ontberingen verduren, klagen ze onophoudelijk. Iedereen die hen bekritiseert of snoeit geven ze de volle laag, als een feeks die mensen op straat uitscheldt, altijd uit op het afreageren van hun woede op anderen, zonder hun plicht te willen vervullen. Wat toont deze onwil om hun plicht te vervullen aan? Het laat zien dat ze geen last dragen, geen verantwoordelijkheid willen nemen en luie mensen zijn. Ze willen geen ontberingen lijden of de prijs betalen. Dit geldt in het bijzonder voor leiders en werkers: als ze geen last dragen, kunnen ze dan de verantwoordelijkheden van leiders en werkers vervullen? Absoluut niet.
Valse leiders volgen het werk niet op en geven geen instructie
Zojuist hebben we gesproken over dit aspect van de vijfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers: “Zorg voor een actueel inzicht in en begrip van de status en voortgang van elk werkonderdeel”. Door dit aspect te bespreken, hebben we enkele specifieke uitingen van valse leiders ontmaskerd, evenals hun menselijkheid en karakter. Laten we nu eens kijken naar “‘Zorg voor een actueel inzicht in en begrip van de status en voortgang van elk werkonderdeel”. Natuurlijk houdt de voortgang van het werk enigszins verband met de status van het werk; die twee hangen nauw samen. Als je de status van een werkonderdeel niet kunt begrijpen en vatten, kun je de voortgang ervan ook niet begrijpen en vatten. Bijvoorbeeld, hoe de voortgang van het werk verloopt, tot welk stadium het is gevorderd; wat de gesteldheden zijn van de betrokkenen; of er moeilijkheden zijn met professionele aspecten; of er delen van het werk zijn die niet voldoen aan de vereisten van Gods huis; hoe de behaalde resultaten eruitzien; of mensen die niet erg bedreven zijn in de professionele aspecten van het werk aan het leren zijn, wie het leren organiseert, wat ze leren, hoe ze leren, enzovoort – deze specifieke kwesties hebben allemaal te maken met de voortgang. Is bijvoorbeeld het werk van het componeren van gezangen niet behoorlijk belangrijk? Welke specifieke taken moeten in het proces worden verricht, vanaf de eerste selectie van kernpassages van Gods woorden tot de voltooiing van de compositie van één gezang? Ten eerste moeten kernpassages van Gods woorden worden geselecteerd die geschikt zijn om tot gezang te worden gemaakt, en die ook een passende lengte hebben. De tweede stap is bepalen welke melodiestijl bij de passage past zodat het aangenaam en prettig is om te zingen. Vervolgens moeten geschikte mensen worden gevonden om het gezang te zingen. Zijn dit geen specifieke taken? (Ja.) Nadat een gezang is gecomponeerd, informeert de valse leider er niet naar of de compositie deugt of de stijl passend is. De componist merkt het gebrek aan toezicht op, oordeelt zelf dat het voldoende is en neemt het vervolgens op. De passage van Gods woorden waar iedereen naar uitzag om tot gezang te worden gemaakt, is eindelijk op muziek gezet en tot een gezang gemaakt, maar de meesten merken bij het zingen dat deze nog steeds gebreken vertoont. Welk probleem ontstaat er dan? Het gecomponeerde gezang is ondermaats: deze werd toch opgenomen ondanks dat deze geen melodie en aantrekkingskracht had. Nadat hij het heeft gehoord, vraagt de valse leider: “Wie heeft dit gezang gecomponeerd? Waarom is deze opgenomen?” Tegen de tijd dat hij deze vraag stelt, is er al minstens een maand voorbij. Had de leider in die maand de voortgang van dit werk niet moeten opvolgen en er direct zicht op moeten krijgen? Bijvoorbeeld: hoe verliep de compositie? Was de basismelodie al bepaald? Had het stuk een melodie? Pasten de melodie en de stijl van dit gezang bij Gods woorden? Gaven mensen met relevante ervaring begeleiding? Kon dit gezang, eenmaal gecomponeerd, breed gezongen worden? Welk effect zou deze hebben? Werd de melodie als goed gezien? De valse leider volgde zulke zaken consequent niet op. En hij heeft een excuus om het niet op te volgen: “Ik heb geen verstand van gezangen componeren. Hoe kan ik iets opvolgen waar ik geen verstand van heb? Dat kan toch niet?” Is dit een geldig excuus? (Nee.) Het is geen geldig excuus; dus kan iemand die niet bekend is met gezangen componeren het toch opvolgen? (Ja.) Hoe moet hij het dan opvolgen? (Hij kan samenwerken met de broeders en zusters en de melodie toetsen aan principes om te zien of die geschikt is; hij kan het werk praktisch opvolgen in plaats van zijn handen er vanaf te trekken.) Het voornaamste kenmerk van het werk van valse leiders is dat ze leuteren over doctrines en leuzen napraten. Na het geven van hun opdrachten trekken ze er gewoon hun handen van af. Ze vragen niet naar de verdere ontwikkeling van het werk en ook niet of er problemen, afwijkingen of moeilijkheden zijn ontstaan. Ze vinden dat hun taak is afgerond zodra ze het werk hebben toegewezen. In feite moet je als leider, zodra je het werk hebt geregeld, de voortgang ervan opvolgen. Zelfs als je dat werkterrein niet kent – zelfs als je er niets van weet – kun je een manier vinden om je werk te doen. Je kunt iemand zoeken die er echt verstand van heeft, die het vak begrijpt, om het te controleren en suggesties te geven. Uit hun suggesties kun je de juiste principes vaststellen en zo het werk opvolgen. Of je het vakgebied in kwestie nu wel of niet kent of begrijpt, je moet op zijn minst het werk leiden, het opvolgen en voortdurend informeren naar de voortgang. Je moet grip houden op zulke zaken; dit is je verantwoordelijkheid en maakt deel uit van je taak. Het werk niet opvolgen, er na toewijzing niets meer aan doen en er je handen vanaf trekken – zo werken valse leiders. Het werk niet opvolgen of het niet begeleiden, geen vragen stellen of oplossingen zoeken voor de problemen die zich voordoen, en geen grip hebben op de voortgang of efficiëntie van het werk – ook dit zijn uitingen van valse leiders.
Valse leiders verrichten geen echt werk, en dat vertraagt de voortgang van het werk
Omdat valse leiders zich niet op de hoogte stellen van de vooruitgang van het werk, en omdat ze niet in staat zijn om problemen die daarin ontstaan meteen te identificeren – laat staan op te lossen – leidt dit vaak tot herhaalde vertragingen. In bepaald werk bevinden mensen zich vaak in een staat van negativiteit, passiviteit en afwachten, omdat ze de principes niet begrijpen en niemand geschikt is om verantwoordelijkheid te dragen of de leiding te nemen, wat de vooruitgang van het werk ernstig hindert. Als leiders hun verantwoordelijkheden hadden vervuld – als ze het werk hadden geleid, het voorwaarts hadden gedreven, toezicht hadden gehouden en iemand hadden gevonden die dat vakgebied begrijpt om het werk te begeleiden, dan zou het werk sneller zijn gevorderd in plaats van herhaalde vertragingen te ondervinden. Voor leiders is het dus essentieel om de status van het werk te begrijpen en te vatten. Natuurlijk is het zeer noodzakelijk dat leiders begrijpen en vatten hoe het werk vordert, want vooruitgang heeft te maken met de efficiëntie van het werk en de resultaten die ermee worden beoogd. Als leiders en werkers geen vat hebben op de voortgang van het kerkwerk en het niet opvolgen of erop toezien, zal de voortgang van het kerkwerk onvermijdelijk traag zijn. Dit komt doordat de meerderheid van de mensen die hun plicht doen uitermate ploertig is, geen last draagt en vaak negatief, passief en plichtmatig is. Als er niemand is met een gevoel van last en het nodige werkvermogen die concreet verantwoordelijkheid neemt voor het werk, tijdig nagaat hoe de voortgang is en het personeel dat zijn plicht doet begeleidt, erop toeziet, disciplineert en snoeit, dan zal de werkefficiëntie vanzelfsprekend erg laag zijn en zullen de resultaten van het werk erg pover zijn. Als leiders en werkers zelfs dit niet helder zien, zijn ze dwaas en blind. Daarom moeten leiders en werkers onmiddellijk de voortgang van het werk onderzoeken, opvolgen en er vat op krijgen, nagaan welke problemen er zijn bij de mensen die hun plicht doen die opgelost moeten worden en begrijpen welke problemen moeten worden opgelost om betere resultaten te bereiken. Deze zaken zijn allemaal cruciaal; iemand die als leider fungeert, moet hier een helder beeld van hebben. Om je plicht goed te doen, moet je niet zijn als een valse leider die wat oppervlakkig werk verricht en dan denkt dat hij zijn plicht goed heeft vervuld. Valse leiders zijn onzorgvuldig en raffelen het af, hebben geen verantwoordelijkheidsgevoel, lossen geen problemen op wanneer die zich voordoen en blijven, ongeacht welk werk ze doen, slechts aan de oppervlakte en benaderen het plichtmatig; ze gebruiken alleen maar hoogdravende woorden, spuien doctrines en loze praat, en doen het voor de vorm. Over het algemeen is dit de toestand waarin valse leiders hun werk doen. Hoewel valse leiders, vergeleken met antichristen, niets openlijk kwaads doen en niet opzettelijk kwaad doen, kun je ze, kijkend naar de effectiviteit van hun werk, terecht kenmerken als plichtmatig, als mensen die geen last dragen, en als onverantwoordelijk en zonder trouw aan hun plicht.
We hebben zojuist gecommuniceerd over valse leiders die geen echt werk doen en de voortgang van elk werkonderdeel niet begrijpen en er geen vat op krijgen. Wat betreft de problemen en moeilijkheden die in het kerkwerk opkomen, is het ook zo dat valse leiders er simpelweg geen aandacht aan schenken, of ze spuien wat doctrine en roepen een paar leuzen om ze af te wimpelen. Bij geen enkel werkonderdeel zul je ze ooit zelf naar de werkplek zien komen om het werk te begrijpen en op te volgen. Je zult ze daar niet over de waarheid zien communiceren om problemen op te lossen, en nog minder zul je ze daar persoonlijk begeleiding zien geven en toezicht zien houden om te voorkomen dat er fouten en afwijkingen in het werk optreden. Dit is de duidelijkste uiting van de plichtmatige manier waarop valse leiders werken. Hoewel valse leiders, in tegenstelling tot antichristen, niet de intentie hebben om het werk van de kerk te verstoren of te hinderen, noch allerlei kwaad doen en hun eigen onafhankelijke koninkrijken stichten, veroorzaken hun verschillende plichtmatige gedragingen enorme belemmeringen voor het werk van de kerk, zodat er voortdurend problemen opduiken die onopgelost blijven. Dit heeft een ernstige impact op de voortgang van elk werkonderdeel van de kerk en belemmert de ingang in het leven van Gods uitverkorenen. Moeten zulke valse leiders niet geëlimineerd worden? Valse leiders zijn niet in staat om echt werk te doen – wat ze ook doen, het begint sterk maar verzandt al snel. De rol die ze spelen is die van een ceremoniemeester: ze roepen leuzen en preken doctrines, en zodra ze het werk aan anderen hebben toegewezen en bepaald hebben wie verantwoordelijk is, is het voor hen afgedaan. Ze zijn te vergelijken met de schallende luidsprekers op het Chinese platteland; verder gaat hun rol niet. Ze doen alleen wat inleidend werk; bij de rest van het werk zijn ze nergens te bekennen. Voor specifieke vragen zoals hoe elk werkonderdeel verloopt, of het in lijn is met de principes en of het effectief is, hebben ze geen antwoorden. Ze verdiepen zich nooit in het werk op de werkvloer en bezoeken de werkplek niet om de voortgang en de details van elk werkonderdeel te begrijpen en er grip op te krijgen. Daarom veroorzaken valse leiders in hun rol als leider misschien niet opzettelijk verstoringen en hinder, of doen ze niet allerlei kwaad, maar in feite verlammen ze het werk, vertragen ze de voortgang van elk werkonderdeel van de kerk en maken ze het Gods uitverkorenen onmogelijk hun plichten goed te doen en ingang in het leven te verkrijgen. Hoe zouden ze, door zo te werken, Gods uitverkorenen ooit op het juiste pad van het geloof in God kunnen leiden? Dit toont aan dat valse leiders geen echt werk doen. Ze volgen het werk waarvoor ze verantwoordelijk zijn niet op en geven er geen begeleiding aan of zien er niet op toe om te verzekeren dat het kerkwerk normaal vordert; ze vervullen de beoogde functies van leiders en werkers niet en komen hun trouw of verantwoordelijkheden niet na. Dit bevestigt dat valse leiders niet trouw zijn in hoe ze hun plichten vervullen, dat ze enkel plichtmatig zijn; ze bedriegen zowel Gods uitverkorenen als God Zelf, en ze beïnvloeden en belemmeren de uitvoering van Zijn wil. Dit feit is voor iedereen zichtbaar. Het kan zijn dat een valse leider het werk echt niet aankan; het kan ook zijn dat hij zijn werk ontloopt en opzettelijk plichtmatig is. Hoe dan ook, het feit blijft dat ze er een puinhoop van maken in het kerkwerk. In geen enkel werkonderdeel van de kerk wordt vooruitgang geboekt, en een stapel opgebouwde problemen blijft lange tijd onopgelost. Dit beïnvloedt niet alleen de verspreiding van het evangeliewerk, maar belemmert ook ernstig de ingang in het leven van Gods uitverkorenen. Deze feiten volstaan om aan te tonen dat valse leiders niet alleen geen echt werk kunnen doen, maar ook een sta-in-de-weg vormen voor het werk van de evangelieverspreiding en een struikelblok zijn voor de uitvoering van Gods wil in de kerk.
Valse leiders verrichten geen echt werk en zijn niet in staat om echte problemen op te lossen. Dit vertraagt niet alleen de voortgang van het werk en beïnvloedt de resultaten, het veroorzaakt ook ernstige verliezen voor het kerkwerk doordat veel mankracht, materiële middelen en financiële middelen worden verspild. Daarom moeten valse leiders de economische verliezen compenseren. Sommigen zeggen: “Als leiders en werkers de verliezen moeten compenseren die ontstaan doordat ze hun werk niet goed doen, wil straks niemand meer leider of werker zijn.” Zulke onverantwoordelijke mensen zijn niet gekwalificeerd om leiders of werkers te zijn. Degenen zonder geweten of verstand zijn kwaadaardige mensen – is het niet problematisch als kwaadaardige mensen leiders en werkers willen zijn? Aangezien veel werk in Gods huis economische uitgaven vergt, is het dan niet nodig om daar verantwoording over af te leggen? Zijn Gods offergaven iets wat mensen naar willekeur kunnen verspillen en verkwisten? Welk recht hebben leiders en werkers om Gods offergaven te verkwisten? Economische schade moet worden gecompenseerd; dat is volkomen terecht en vanzelfsprekend, en niemand kan dat ontkennen. Stel bijvoorbeeld dat er een taak is die één persoon in één maand kan afronden. Als deze taak zes maanden duurt, vormen de kosten van de overige vijf maanden dan geen verlies? Laat Mij een voorbeeld geven over het prediken van het evangelie. Stel dat iemand de ware weg wil onderzoeken en waarschijnlijk in slechts één maand gewonnen kan worden, waarna hij de kerk binnengaat en verder begieting en voorziening ontvangt, en binnen zes maanden een fundament kan leggen. Maar als degene die het evangelie predikt onverschillig en plichtmatig te werk gaat, en ook de leiders en werkers hun verantwoordelijkheden negeren, en het uiteindelijk een half jaar duurt om die persoon te winnen – vormt dat halve jaar dan geen verlies voor zijn leven? Als hij de grote rampen meemaakt en nog geen fundament op de ware weg heeft gelegd, is hij in gevaar – hebben die mensen hem dan niet in de steek gelaten? Een dergelijk verlies kan niet worden gemeten in geld of materiële zaken. Als het begrip van de waarheid van die persoon een half jaar wordt opgehouden en hij een half jaar vertraging oploopt bij het leggen van een fundament en het beginnen met zijn plicht – wie neemt daar dan verantwoordelijkheid voor? Kunnen leiders en werkers het zich veroorloven hiervoor verantwoordelijkheid te nemen? Niemand kan het zich veroorloven de verantwoordelijkheid te dragen voor het ophouden van iemands leven. Aangezien niemand het zich kan veroorloven deze verantwoordelijkheid te dragen, wat horen de leiders en werkers dan te doen? Vier woorden: zet je volledig in. Je volledig inzetten om wat te doen? Om je eigen verantwoordelijkheden na te komen, door alles te doen wat je met je eigen ogen kunt zien, met je eigen verstand kunt bedenken en met je eigen kaliber kunt bereiken. Dat is je volledig inzetten; dat is trouw en verantwoordelijk zijn, en dit is de verantwoordelijkheid die leiders en werkers behoren te vervullen. Sommige leiders en werkers nemen het prediken van het evangelie niet serieus. Ze denken: “Gods schapen zullen Gods stem horen. Wie het onderzoekt en aanvaardt, zal gezegend worden; wie het niet onderzoekt en aanvaardt, zal niet gezegend worden en verdient het om in een ramp te sterven!” Valse leiders nemen Gods bedoelingen totaal niet in acht en dragen geen last voor het evangeliewerk; ook nemen ze geen verantwoordelijkheid voor nieuwkomers die net de kerk zijn binnengekomen en nemen de ingang in het leven van Gods uitverkorenen niet serieus – ze richten zich er altijd op te genieten van de voordelen van hun status. Hoeveel mensen de ware weg ook onderzoeken, ze voelen zich totaal niet bezorgd en hebben altijd een mentaliteit van maar wat aanmodderen, zich gedragend als een keizer-emeritus of een bureaucraat. Hoe cruciaal of urgent het werk ook is, ze komen nooit ter plaatse, informeren niet naar de werksituatie en begrijpen die niet, noch volgen ze het werk op en lossen ze problemen op. Ze delen alleen taken uit en denken dat de kous daarmee af is, en ze geloven dat dit werk doen inhoudt. Is dit niet plichtmatig? Is dit niet het bedriegen van zowel hun meerderen als hun ondergeschikten? Zijn zulke leiders en werkers geschikt om door God te worden gebruikt? Zijn ze niet net als de bureaucraten van de grote rode draak? Ze denken: leider of werker zijn is net als een ambt bekleden – en dan hoor je van de privileges van die status te genieten. Dat ambt verleent mij dit voorrecht en stelt mij vrij om niet bij alle zaken aanwezig te zijn. Altijd ter plaatse zijn, werk opvolgen en de situatie begrijpen – hoe vermoeiend, wat een gezichtsverlies! Zo’n vermoeidheid verdraag ik niet! Dit is precies hoe valse leiders en valse werkers te werk gaan: alleen uit op comfort en het genieten van privileges, zonder enig echt werk te doen, volledig verstoken van geweten of verstand. Zulke parasieten zouden echt geëlimineerd moeten worden, en zelfs als ze worden gestraft, is dat hun verdiende loon! Sommige leiders en werkers weten, ondanks vele jaren kerkwerk, niet hoe ze het evangelie moeten prediken, laat staan getuigen. Als je hun vraagt met potentiële ontvangers van het evangelie te communiceren over alle waarheden rond de visies van Gods werk, kunnen ze dat niet. Wanneer gevraagd wordt: “Heb je je ooit ingespannen om jezelf toe te rusten met de waarheid van de visies?” overpeinzen valse leiders: “Waarom zou ik me zo inspannen? Met mijn hoge status is die taak niet voor mij; er zijn genoeg anderen om het te doen.” Zeg Mij, wat voor figuren zijn dat? Ze doen al vele jaren kerkwerk maar weten niet hoe ze het evangelie moeten prediken. En als het op getuigen aankomt, moeten ze een evangelieprediker zoeken om het voor hen te doen. Als je als leider of werker het evangelie niet kunt prediken, niet kunt getuigen en niet met mensen kunt communiceren over de waarheden rond de visies, wat kun je dan wel? Wat zijn je verantwoordelijkheden? Heb je die vervuld? Teer je alleen maar op wat je al hebt? Wat heb je dan? Wie heeft je gemachtigd om daarop te teren? Sommige supervisors van evangelieteams hebben zelfs nooit geobserveerd en geluisterd naar hoe anderen het evangelie prediken. Ze geven er niets om te luisteren, doen geen moeite, vinden het te lastig en hebben er geen geduld voor. Zij zijn leiders, weet je wel – ambtsdragers nog wel – dus doen ze deze specifieke taken niet; die laten ze de broeders en zusters doen. Stel dat sommige evangeliewerkers een persoon van hoog kaliber tegenkomen, die alles serieus benadert en specifieke waarheden over de visies wil begrijpen. De evangeliewerkers kunnen niet volledig helder communiceren, dus vragen ze hun leiders om het over te nemen. De leiders staan dan met een mond vol tanden en nemen zelfs hun toevlucht tot excuses, zeggend: “Ik heb dit werk zelf nooit gedaan. Doen jullie het maar; ik sta achter jullie. Als er problemen ontstaan, help ik jullie ze op te lossen; ik steun jullie. Maak je geen zorgen. Wat valt er te vrezen als we God hebben? Wanneer iemand de ware weg zoekt, kunnen jullie getuigen of communiceren over de waarheden van de visies. Ik ben alleen verantwoordelijk voor het communiceren over de waarheden van de ingang in het leven. De taak van het getuigen is de zware last die jullie moeten dragen, reken niet op mij.” Elke keer als het cruciale moment van getuigen bij het prediken van het evangelie aanbreekt, duiken ze weg. Ze weten best dat het hun aan de waarheid ontbreekt – waarom spannen ze zich dan niet in om zich ermee toe te rusten? Wetende dat het hun aan de waarheid ontbreekt, waarom streven ze er dan altijd wanhopig naar om leiders te worden? Ze hebben totaal geen talent, en toch zijn ze zo brutaal om elke officiële positie aan te nemen – ze zouden zelfs de rol van keizer op zich nemen als je ze zou laten – ze zijn veel te schaamteloos! Welk niveau van leiderschap ze ook bekleden, ze kunnen geen echt werk doen. Toch durven ze wel zonder enige gewetenswroeging van de privileges van hun status te genieten. Zijn het geen volstrekt schaamteloze mensen? Het zou begrijpelijk zijn als je gevraagd werd om in een vreemde taal te spreken en je dat niet kon; maar communiceren over de waarheden van de visies en Gods bedoelingen in je moedertaal zou toch mogelijk moeten zijn? Mensen die pas drie tot vijf jaar geloven, kan het vergeven worden dat ze niet over de waarheid kunnen communiceren. Maar sommigen geloven al bijna 20 jaar in God en zijn op de een of andere manier nog steeds niet in staat om over de waarheden betreffende de visies te communiceren – zijn zulke mensen geen waardeloze figuren? Zijn het geen niksnutten? Het verbaast Mij te horen dat iemand al vele jaren in God gelooft, maar niet weet hoe hij over de waarheden betreffende de visies moet communiceren. Wat voelen jullie allemaal als jullie dit horen? Is dat niet onvoorstelbaar? Hoe hebben zij al die jaren hun werk gedaan? Wanneer hun gevraagd wordt om begeleiding te geven bij het maken van muziek, weten ze niet hoe en zeggen ze dat dit vakgebied te moeilijk is – niet iets wat de doorsnee persoon kan begrijpen. Wanneer hun gevraagd wordt om begeleiding te geven bij het werk van de kunstproductie, of bij het filmproductiewerk, beweren ze dat deze taken een te hoog technisch niveau vereisen om door hen te worden aangepakt. Wordt hun gevraagd artikelen met ervaringsgetuigenissen te schrijven, dan zeggen ze dat hun opleidingsniveau te laag is, dat ze niet weten hoe dat moet en er nooit in zijn getraind. Als ze zulke taken niet aankunnen, is dat vergeeflijk, maar evangeliewerk is inherent onderdeel van hun plicht. Ze zijn door en door vertrouwd met dit werk – zou het voor hen niet gemakkelijk moeten zijn? Het belangrijkste aspect van het communiceren over de waarheden rond de visies is om helder te communiceren over de waarheid van de drie stadia van het werk. Aanvankelijk hebben mensen er niet veel ervaring mee en gaat communiceren nog niet zo goed, maar met oefening worden ze na verloop van tijd beter in het communiceren naarmate ze het vaker doen, zodat ze in staat zijn om op een gestructureerde manier te spreken, met precieze en duidelijke taal en een goede formulering. Is dit niet een specifiek vakgebied dat leiders moeten beheersen? Dit is toch niet alsof je een vis dwingt op het land te leven? (Nee, dat is het niet.) Maar zulke valse leiders zijn zelfs niet bekwaam genoeg om dit kleine beetje werk te doen. En toch blijven ze als leiders dienen? Waarom bezetten ze die positie nog? Sommige mensen zeggen: “Mijn denken is warrig en onduidelijk, het ontbreekt mij aan logica en ik ben niet zo goed in het spreken over de waarheden rond de visies.” Als dat zo is, kun je dan de verschillende fouten en afwijkingen die zich in het evangeliewerk voordoen, identificeren en oplossen? Als je ze niet kunt identificeren, kun je ze zeker ook niet oplossen. Wanneer valse leiders de leiding hebben over het evangeliewerk, spelen ze geen enkele rol bij het controleren of het houden van toezicht; ze laten degenen onder hen gewoon hun gang gaan, zodat iedereen de dingen kan doen zoals hij wil en kan prediken tot wie hij wil – er worden absoluut geen principes of normen toegepast. Sommige mensen handelen in een opwelling, zonder verstand en vooral zonder principes wanneer ze dingen doen, en ze begaan roekeloos wandaden. Valse leiders zien deze problemen totaal niet en herkennen ze ook niet als zodanig.
Er wordt gezegd dat in Zuid-Amerika en Afrika enkele arme mensen door het evangeliewerk tot de kudde zijn gebracht. Deze mensen hebben geen vast inkomen, en zelfs genoeg te eten krijgen en overleven vormen een probleem. Wat moet er dus gebeuren? Er waren leiders die zeiden: “Het is Gods bedoeling om de mensheid te redden, en om gered te worden moet men toch eerst genoeg te eten hebben? Zou Gods huis dan geen hulp moeten bieden? Als ze in God geloven, kunnen we hun een paar boeken met Gods woorden geven. Ze hebben geen computers of telefoons, dus wat moeten we doen als ze vragen om een plicht te doen? Doe wat navraag, kijk of ze oprecht bereid zijn om een plicht te doen.” Uit navraag bleek dat deze mensen momenteel geen geld hadden, maar als ze geld hadden en genoeg te eten hadden, zouden ze bereid zijn eropuit te gaan, het evangelie te prediken en hun plicht te doen. Nadat ze deze omstandigheden hadden begrepen, begonnen de leiders maandelijks hulpgelden uit te keren. Het eten en onderdak, en zelfs de internetkosten en de aankoop van telefoons, computers en andere apparatuur voor deze mensen, werden allemaal bekostigd uit het geld van Gods huis. Het uitkeren van geld aan deze mensen was niet gericht op het verspreiden van het evangeliewerk, maar eerder op het bieden van hulp om te overleven. Was dit in overeenstemming met de principes? (Nee, dat was het niet.) Heeft Gods huis een regel die stelt dat, wanneer men het evangelie predikt en arme mensen zonder middelen van bestaan tegenkomt, men hun hulp moet bieden zolang ze dit stadium van het werk kunnen aanvaarden? Bestaat zo’n principe? (Nee.) Volgens welk principe keerden deze leiders dan hulpgelden aan hen uit? Was het omdat ze dachten dat Gods huis geld had maar niet wist waar het aan uit te geven, of omdat ze deze mensen als zo meelijwekkend beschouwden, of was het in de hoop dat deze mensen zouden helpen het evangelie te verspreiden? Wat was precies hun bedoeling? Wat probeerden ze te bereiken? Als het ging om telefoons, computers en leefgeld, deden ze dat met veel enthousiasme; ze genoten ervan om dit soort werk te doen dat anderen ten goede kwam, omdat het hen in staat stelde mensen te paaien en hun harten te winnen, en waren bijzonder toegewijd aan dit soort taken waarin ze steeds verder gingen, zonder een greintje schaamte. Dit is Gods geld gebruiken om mensen te paaien en hun genegenheid te kopen. In feite geloofden deze arme individuen niet echt in God; ze probeerden alleen maar hun magen te vullen en een manier te vinden om in hun levensonderhoud te voorzien. Zulke mensen waren er niet op uit om de waarheid of redding te verkrijgen. Zou God deze mensen redden? Sommigen waren, zelfs als ze bereid waren een plicht te doen, niet oprecht, maar juist gedreven door het verlangen naar telefoons en computers, naar de gemakken van het leven. Maar de valse leiders trokken zich hier niets van aan; zolang iemand bereid was een plicht te doen, zorgden ze voor hem, waarbij ze niet alleen geld voor huisvesting en voedsel verstrekten, maar ook computers, telefoons en diverse apparatuur kochten. Maar het bleek dat deze mensen hun plichten vervulden zonder ook maar enig effect te bereiken. Smeten de valse leiders niet gewoon met geld? Waren ze niet vrijgevig op kosten van Gods huis? (Ja.) Is dit het werk dat leiders en werkers zouden moeten doen? (Nee.) Waren dit geen valse leiders? Valse leiders veinzen graag goedheid, welwillendheid en goedhartigheid. Als je goedhartigheid wilt tonen, prima, gebruik dan je eigen geld! Als ze geen kleding hebben, trek dan je eigen kleren uit en geef die aan hen; geef Gods offergaven niet uit! Gods offergaven zijn bedoeld voor het werk van de evangelieverspreiding, niet voor het uitdelen van sociale uitkeringen, en zeker niet voor het verlenen van hulp aan de armen. Gods huis is geen welzijnsinstelling. Valse leiders zijn niet in staat tot echt werk en al helemaal niet om de waarheid of het leven te verschaffen. Ze richten zich er alleen op Gods offergaven te gebruiken om sociale uitkeringen uit te delen om in de gunst te komen bij mensen en hun eigen reputatie en status te handhaven. Het zijn schaamteloze verkwisters, nietwaar? Als zulke valse leiders worden ontdekt, kan iemand hen dan tijdig ontmaskeren en stoppen? Niemand stond op om hen te stoppen. Als de Boven het niet had ontdekt en er een eind aan had gemaakt, zou het gebruiken van Gods geld om mensen voordelen te verschaffen nooit zijn beëindigd. Die arme mensen houden steeds vaker hun hand op en willen altijd meer. Ze zijn onverzadigbaar; hoeveel je ook geeft, het is nooit genoeg. Degenen die oprecht in God geloven, zijn in staat om hun families en carrières achterlaten om hun plicht te doen om gered te worden, en zelfs bij moeilijkheden in het leven kunnen ze manieren vinden om die zelf op te lossen, zonder voortdurend iets van Gods huis te eisen. Ze lossen op wat ze zelf kunnen, en voor wat ze niet kunnen oplossen, bidden ze tot God en vertrouwen ze op hun geloof om te ervaren. Degenen die altijd bij God bedelen en verwachten dat Gods huis in hun levensonderhoud voorziet en hen onderhoudt, zijn volstrekt onredelijk! Ze willen geen enkele plicht doen maar wensen wel van het leven te genieten; ze houden alleen hun hand op om dingen van Gods huis te eisen en zelfs dan is het nooit genoeg. Zijn het geen bedelaars? En de valse leiders – die dwazen – bleven maar voordelen uitdelen zonder te stoppen, voortdurend mensen behagend om hun dankbaarheid te winnen; ze dachten zelfs dat zulke daden God verheerlijken. Dit zijn de dingen waar valse leiders het liefst mee bezig zijn. Dus is er iemand die deze kwesties kan herkennen, die de essentie van deze problemen kan doorzien? De meeste leiders knijpen een oogje dicht en denken: ik ben in ieder geval niet verantwoordelijk voor het evangeliewerk, waarom zou ik me hierom bekommeren? Het is niet mijn geld dat wordt uitgegeven. Zolang het geld in mijn eigen zak onaangeroerd blijft, is het prima. Jullie kunnen geven aan wie jullie willen, wat heeft dat met mij te maken? Het is niet alsof dat geld toch in mijn portemonnee belandt. Er zijn veel van zulke onverantwoordelijke mensen, maar hoeveel mensen kunnen het werk van Gods huis hooghouden?
Momenteel is het evangeliewerk in het buitenland overal in volle gang. Sommige landen hebben meer mensen die de waarheid kunnen aanvaarden, terwijl bevolkingsgroepen in andere landen een lager kaliber hebben, waardoor er minder mensen zijn die de waarheid kunnen aanvaarden. Sommige landen hebben geen vrijheid van geloof, tonen sterke weerstand tegen de ware weg en Gods werk, en maar weinige mensen kunnen de waarheid aanvaarden. Bovendien zijn de bevolkingsgroepen van sommige landen te achtergebleven en van zo’n pover kaliber dat ze de waarheid niet kunnen begrijpen, hoe er ook over gecommuniceerd wordt, en het lijkt erop dat de mensen daar niet tot de waarheid kunnen doordringen. Op zulke plaatsen zou het evangelie niet gepredikt moeten worden. Maar degenen die het evangelie prediken, zien de essentie van het probleem niet; ze prediken niet tot wie de waarheid kan aanvaarden, maar bijten zich liever vast in de moeilijkste gevallen en negeren de makkelijkere. Ze prediken niet op plaatsen waar het evangeliewerk al wordt verspreid en het makkelijk is te prediken. In plaats daarvan staan ze erop het evangelie juist in die arme en achtergebleven plaatsen te prediken, aan groepen mensen met het slechtste kaliber die de waarheid niet kunnen bevatten, en aan etnische groepen met de diepste religieuze noties en de sterkste weerstand tegen God. Is dit geen afwijking? Neem bijvoorbeeld het jodendom en enkele diepgewortelde etnische religies, die het christendom als vijand beschouwen en het zelfs vervolgen. In zulke landen en onder zulke etnische groepen zou het evangelie simpelweg niet gepredikt moeten worden. Waarom niet? Omdat prediken zinloos is. Zelfs al zet je alle mankracht, financiële middelen en materiële middelen in, dan kunnen er drie, vijf of zelfs tien jaar voorbijgaan zonder noemenswaardige resultaten. Wat moet je in dit soort situaties doen? Aanvankelijk, als je niet beter weet, kun je het proberen; maar zodra je de omstandigheden helder ziet – dat het prediken van het evangelie aan hen, tegen hoge kosten, uiteindelijk niet per se goede resultaten oplevert – moet je een ander pad kiezen, een pad dat wél resultaten kan geven. Is dit niet iets wat leiders en werkers moeten doorzien? (Ja.) Maar valse leiders begrijpen dit niet. Als het gaat om waar je moet beginnen met het verspreiden van het evangelie in het buitenland, zeggen sommigen: “Begin met Israël. Aangezien Israël de basis was voor Gods eerste twee stadia van het werk, moet het daar gepredikt worden. Hoe moeilijk het ook is, we moeten volharden in het tot hen prediken.” Maar na een lange tijd prediken zijn er geen noemenswaardige resultaten, wat tot teleurstelling leidt. Wat moeten leiders op dit moment doen? Als het een leider met kaliber en een last was, zou hij zeggen: “Onze prediking van het evangelie is principeloos; we weten niet hoe we de natuurlijke gang van zaken moeten volgen, maar bekijken de dingen slechts op basis van onze verbeeldingen – dat is te naïef van ons! De dwaasheid, koppigheid en absurditeit van deze mensen hadden we niet verwacht. We dachten dat, omdat zij al duizenden jaren in God geloven, zij de eersten zouden moeten zijn om Gods evangelie te horen, maar we dachten verkeerd; ze zijn te absurd! In feite toen God het werk van de verlossing deed, had Hij hen al opgegeven. Dat wij nu teruggaan om tot hen te prediken, zou een zinloze inspanning zijn; het zou tevergeefs arbeiden en dwaas handelen zijn. We hebben Gods bedoelingen verkeerd begrepen. God werkt niet aan deze kwestie, dus hoe kunnen wij mensen het dan doen? We hebben het geprobeerd, maar hoe we ook prediken, ze aanvaarden de ware weg niet. We moeten het voor nu laten rusten, hen terzijde schuiven en voorlopig geen aandacht aan hen besteden. Als er mensen zijn die bereid zijn te zoeken, zullen we hen verwelkomen en Gods werk aan hen getuigen. Als er niemand is die zoekt, is het onnodig proactief naar hen op zoek te gaan.” Is dit geen principe van het prediken van het evangelie? (Ja.) Dus kan een valse leider zich aan principes houden? (Nee.) Valse leiders hebben een pover kaliber en kunnen de essentie van de kwestie niet doorzien; zij zullen zeggen: “God heeft gezegd dat de Israëlieten Zijn uitverkoren volk zijn. We kunnen hen nooit opgeven. Zij zouden op de eerste plaats moeten komen; we moeten eerst tot hen prediken voordat we tot mensen in andere landen prediken. Als Gods werk in Israël zou worden verspreid, wat een grote glorie zou dat zijn! God bracht glorie van Israël naar het oosten, en wij zouden die glorie van het oosten terug moeten brengen naar Israël en hen laten zien dat God is teruggekeerd!” Is dit niet gewoon maar een leus? Komt dit overeen met de feiten? Dit is wat degenen zonder geestelijk begrip zouden zeggen. En die valse leiders die geen echt werk doen? Die besteden hier geen aandacht aan. De mensen die het evangelie prediken, worstelen al lange tijd met deze kwestie, heen en weer geslingerd tussen opgeven en doorgaan met prediken, onzeker hoe ze het in de praktijk moeten brengen. Valse leiders zijn zich totaal niet bewust dat dit een probleem is. Wanneer ze zien dat deze mensen zich zorgen maken omdat ze geen pad hebben, zeggen ze: “Waar maken jullie je druk om? We hebben de waarheid en ervaringsgetuigenissen; predik gewoon tot hen!” Iemand zegt: “Je begrijpt het niet, het is echt moeilijk om tot deze mensen te prediken.” Wanneer zich in het werk belangrijke kwesties voordoen die van leiders vragen ze op te lossen, roepen de leiders nog steeds alleen maar leuzen en spreken ze holle frasen. Is dit het gedrag dat van leiders wordt verwacht? Wanneer hun gevraagd wordt of tot zulke potentiële ontvangers van het evangelie gepredikt moet worden, zeggen ze: “Tot iedereen moet worden gepredikt – vooral tot de Israëlieten. Tot hen moet absoluut worden gepredikt.” Horen jullie een probleem in deze woorden? Weten ze dat dit een afwijking is, een fout in het evangeliewerk die zij moeten aanpakken? Deze niksnutten weten het niet en blijven daar hoogdravende taal uitslaan en leuzen roepen; het zijn echt waardeloze figuren! En toch denken ze dat ze scherpzinnig zijn, dat ze kaliber hebben en slim zijn. Ze zijn zich niet eens bewust dat er zo’n grote fout en afwijking in het werk is ontstaan; kunnen ze het dan überhaupt beginnen op te lossen? Dat is nog minder waarschijnlijk. Degenen die het evangelie prediken maken zich allemaal grote zorgen; het evangeliewerk is geraakt en belemmerd en verloopt niet vlot, en de valse leiders hebben verrassend genoeg geen enkel benul van de afwijking die in het werk optreedt. Wanneer de meeste mensen problemen of afwijkingen in het werk tegenkomen, trekken ze zich er vaak niets van aan, merken het niet op en blijven koppig en roekeloos vasthouden aan de verkeerde aanpak. Als leiders en werkers de situatie ook niet tijdig begrijpen en er geen vat op krijgen, dan staan ze met stomheid geslagen tegen de tijd dat het probleem ernstig is geworden, de voortgang van het werk heeft geraakt en de meeste mensen het probleem zelf al zien. Dit wordt veroorzaakt door het plichtsverzuim van de leiders en werkers. Dus hoe kunnen ze zulke ernstige gevolgen vermijden? Leiders en werkers moeten het werk regelmatig controleren en tijdig inzicht krijgen in de huidige status en voortgang van het werk. Als blijkt dat de werkefficiëntie niet hoog is, moeten ze nagaan welk onderdeel gebreken en problemen vertoont, en erover nadenken: op dit moment lijken deze mensen het druk te hebben, maar waarom zien we geen duidelijke efficiëntie? Neem bijvoorbeeld het werk van het evangelieteam: zoveel mensen prediken elke dag het evangelie en getuigen, samen met enkele mensen die meewerken, waarom worden er dan elke maand zo weinig mensen gewonnen? Waar zit het probleem? Wie veroorzaakt het? Hoe is deze afwijking ontstaan? Wanneer is het begonnen? Ik moet naar elke groep gaan om te achterhalen wat iedereen nu doet, hoe het met de huidige potentiële ontvangers van het evangelie staat en of de richting van de evangelieprediking juist is. Dat wil ik allemaal uitzoeken. Door te raadplegen, te communiceren en te discussiëren, komen de afwijkingen en gebreken in het werk geleidelijk aan het licht. Zodra een probleem is ontdekt, mag het niet worden genegeerd; het moet worden opgelost. Dus wat voor soort leiders kunnen de problemen, afwijkingen en gebreken die in het werk opduiken opsporen? Deze leiders moeten een last dragen, ijverig zijn en betrokken zijn bij elk detail van het specifieke werk; elk onderdeel opvolgen, begrijpen en doorgronden; vaststellen wat iedereen doet, en hoeveel mensen geschikt zijn voor welke taak, wie de supervisors zijn, wat het kaliber van deze mensen is, of ze hun werk goed doen of niet, hoe efficiënt ze zijn, hoe het werk vordert, enzovoort – al deze zaken moeten worden vastgesteld. Daarnaast is het meest kritieke onderdeel van het evangeliewerk of evangeliepredikers de waarheid bezitten of niet, of ze helder kunnen communiceren over de waarheden van de visies om noties en problemen van mensen op te lossen, of ze kunnen voorzien in wat de potentiële ontvangers van het evangelie missen om hen grondig te overtuigen, en of ze in hun communicatie over de waarheid op een gespreksmatige manier kunnen spreken, zodat potentiële ontvangers van het evangelie meer van Gods stem kunnen horen. Als een potentiële ontvanger van het evangelie bijvoorbeeld wil leren over de waarheden wat betreft de betekenis van Gods incarnatie, maar een bepaalde evangelieprediker steeds praat over de betekenis van Gods werk en over wat religieuze noties zijn, is dat dan geen probleem? Als iemand gewoon wil leren hoe hij gered kan worden en wat de inhoud is van Gods managementplan om de mensheid te redden, is dit dan niet het moment om te communiceren over de waarheden van de visies wat betreft de drie stadia van Gods werk? (Ja.) Maar deze evangelieprediker blijft maar praten over Gods tuchtiging en oordeel, en Zijn ontmaskering dat de verdorven gezindheden van mensen arrogantie, bedrieglijkheid en boosaardigheid omvatten en over soortgelijke onderwerpen. Voordat de andere partij Gods werk heeft aanvaard, begint de evangelieprediker al met hen te praten over tuchtiging en oordeel en ontmaskert hij hun verdorven gezindheden. Als gevolg daarvan keert die persoon zich met afkeer af, krijgt hij niet wat hij wil en blijven zijn problemen waarvoor hij een oplossing zoekt onopgelost; hij verliest zijn interesse en wil niet verder onderzoeken. Is dit geen probleem met de evangelieprediker? De evangelieprediker begrijpt de waarheid niet of mist geestelijk begrip en is zich daarom volkomen onbewust van wat de ander nodig heeft. Daardoor mist hij, als hij spreekt, de kern, ratelt hij maar door en lost hij de problemen van de potentiële ontvanger van het evangelie totaal niet op – hoe zou hij ooit mensen kunnen winnen door op deze manier het evangelie te prediken?
Valse leiders negeren alle problemen die ze in hun werk tegenkomen. Wat er ook aan problemen in het evangeliewerk opkomt en hoe kwaadaardige mensen dit werk ook verstoren en beïnvloeden, ze schenken er geen aandacht aan, alsof het niets met hen te maken heeft. Valse leiders zijn warrig in hun werk. Of iemand in zijn plicht nu resultaten boekt of niet, of overeenkomstig de waarheidsprincipes handelt of niet, ze geven geen toezicht of toetsing en laten mensen vrij hun gang gaan, ongeacht de gevolgen. Daardoor blijven de afwijkingen en gebreken in het evangeliewerk onopgelost en glipt een ontelbaar aantal mensen dat de ware weg zoekt weg, zodat ze niet zo snel mogelijk voor God kunnen worden gebracht. Sommige mensen zeggen, nadat ze Gods werk in de laatste dagen hebben aanvaard: “Eigenlijk heeft iemand mij drie jaar geleden het evangelie gepredikt. Het was niet dat ik het niet wilde aanvaarden of dat ik in negatieve propaganda geloofde; de persoon die tot me predikte was gewoon zo onverantwoordelijk. Hij kon mijn vragen niet beantwoorden en was onduidelijk in het communiceren toen ik de waarheid zocht; hij sprak alleen wat nutteloze woorden. Het gevolg was dat ik niets anders kon doen dan teleurgesteld vertrekken.” Drie jaar later, na online onderzoek en vervolgens zoeken en communiceren met de broeders en zusters, lossen deze mensen alle noties en verwarringen in hun hart één voor één op, bevestigen ze volledig dat God verschijnt en werkt, en aanvaarden ze het. Dit betekent dat ze Gods werk hebben aanvaard door hun eigen zoektocht en onderzoek. Als degene die het evangelie predikte drie jaar eerder helder over de waarheid had kunnen communiceren en hun noties en vragen had opgelost, dan hadden ze het drie jaar eerder aanvaard. Wat is er in drie jaar veel groei in het leven vertraagd! Dit moet worden beschouwd als plichtsverzuim van degenen die het evangelie prediken en het hangt direct samen met het feit dat zij de waarheid niet begrijpen. Sommige evangeliewerkers richten zich er simpelweg niet op zich met de waarheid toe te rusten; ze kramen alleen wat doctrines uit en kunnen de noties of concrete problemen van mensen niet oplossen. Daardoor aanvaarden velen het evangelie niet tijdig wanneer ze het horen en wordt hun groei in het leven met meerdere jaren vertraagt. Er moet gezegd worden dat de leiders die verantwoordelijk zijn voor het evangeliewerk hiervoor verantwoordelijk zijn door hun ontoereikende begeleiding en onvoldoende toezicht. Als leiders en werkers echt een last dragen, en wat meer lijden kunnen verdragen, meer kunnen oefenen in het communiceren over de waarheid en wat meer trouw tonen, en helder communiceren over alle aspecten van de waarheid, zodat die evangeliewerkers over de waarheid kunnen communiceren om de noties en twijfels van mensen op te lossen, dan zouden de resultaten van het prediken van het evangelie steeds beter worden. Zo zouden meer mensen die de ware weg onderzoeken Gods werk eerder kunnen aanvaarden en eerder tot God kunnen terug keren om Zijn redding te ontvangen. Het werk van de kerk loopt vertraging op omdat valse leiders ernstig plichtverzuim plegen, geen echt werk doen, het werk niet opvolgen of erop toezien, en niet in staat zijn over de waarheid te communiceren om problemen op te lossen. Natuurlijk komt dat ook doordat deze valse leiders zich genieten van de voordelen van status, de waarheid totaal niet nastreven en niet bereid zijn het werk van de evangelieverspreiding op te volgen, erop toe te zien of te begeleiden – met als gevolg dat het werk langzaam vordert en veel door de mens veroorzaakte afwijkingen, absurditeiten en roekeloze wandaden niet tijdig worden rechtgezet of opgelost, wat de effectiviteit van de evangelieverspreiding ernstig schaadt. Pas wanneer de Boven deze problemen ontdekt en de leiders en werkers opdraagt ze op te lossen, worden deze problemen gecorrigeerd. Als blinden ontdekken deze valse leiders geen enkel probleem, en er zijn totaal geen principes in hun manier van werken. Toch beseffen ze hun eigen fouten niet en ze geven die pas toe wanneer de Boven hen snoeit. Wie kan het zich dan veroorloven de verantwoordelijkheid te dragen voor de verliezen die deze valse leiders hebben veroorzaakt? Zelfs al worden ze uit hun functie ontheven, hoe maak je de door hen veroorzaakte verliezen dan goed? Dus zodra blijkt dat er valse leiders zijn die geen echt werk kunnen doen, moeten ze onmiddellijk worden ontheven. In sommige kerken vordert het evangeliewerk bijzonder traag, simpelweg omdat valse leiders geen echt werk doen, én door te veel plichtsverzuim en fouten van hun kant.
In alle verschillende werkonderdelen waarmee valse leiders zich bezighouden, zijn er in feite tal van kwesties, afwijkingen en gebreken die ze moeten oplossen, corrigeren en verhelpen. Maar omdat deze valse leiders geen last dragen en zich alleen te goed doen aan de voordelen van hun status zonder enig echt werk te doen, maken ze er uiteindelijk een puinhoop van. In sommige kerken zijn de mensen niet eensgezind: iedereen wantrouwt elkaar, is op zijn hoede voor elkaar en ondermijnt elkaar, terwijl ze vrezen om door Gods huis te worden geëlimineerd. Geconfronteerd met deze situaties ondernemen valse leiders geen actie om ze op te lossen en verrichten ze geen enkel echt en specifiek werk. Het kerkwerk komt tot stilstand, maar valse leiders zijn hier totaal niet door van streek en geloven nog steeds dat ze zelf veel werk hebben verricht en het kerkwerk niet hebben vertraagd. Zulke valse leiders zijn fundamenteel niet in staat het werk van het verschaffen van leven uit te voeren, noch kunnen ze werkelijke problemen oplossen volgens de waarheid. Ze doen alleen wat algemene zaken die speciaal door de Boven is toegewezen en gespecificeerd, alsof ze uitsluitend voor de Boven werken. Als het gaat om het fundamentele werk van de kerk dat de Boven altijd heeft geëist – zoals het werk van leven verschaffen en het werk van het cultiveren van mensen – of bepaalde speciale taken die door de Boven worden opgedragen, weten ze niet hoe ze het moeten doen en kunnen ze het niet. Ze delegeren deze taken alleen aan anderen en vinden het daarmee afgedaan. Ze doen precies zoveel als de Boven hun opdraagt en komen alleen in actie als ze worden aangespoord; anders zijn ze inactief en plichtmatig – dat zijn valse leiders. Wat is een valse leider? In een notendop: iemand die geen echt werk doet, zijn taak als leider niet vervult, grof plichtsverzuim pleegt in cruciaal en fundamenteel werk en geen actie onderneemt – dát is een valse leider. Valse leiders houden zich alleen bezig met oppervlakkige, algemene zaken en verwarren dit met echt werk doen; in werkelijkheid, als het gaat om hun taak als leider en het cruciale werk dat hun door Gods huis is toegewezen, doen ze niets daarvan goed. Bovendien ontstaan in de verschillende werkonderdelen van de kerk regelmatig kwesties die de oplossing van de leider vereisen, maar die zij niet kunnen oplossen. Vaak nemen ze een ontwijkende houding aan, en de broeders en zusters kunnen hen niet vinden wanneer ze een kwestie willen oplossen. Als ze de leider al vinden, wimpelt hij hen af met het excuus dat hij het te druk heeft met werk en vraagt hij de broeders en zusters om zelf Gods woorden te lezen en de waarheid te zoeken om hun problemen op te lossen, waarna hij zijn handen er vanaf trekt. Dit leidt uiteindelijk tot een opeenstapeling van te veel onopgeloste kwesties, waardoor de voortgang in alle werkonderdelen stokt en het kerkwerk stilvalt. Dit is het gevolg van valse leiders die geen echt werk doen. Valse leiders zijn nooit serieus of ijverig in hun kerntaken, noch zoeken ze de waarheid om verschillende kwesties op te lossen. Dit betekent dat valse leiders onvermijdelijk niet in staat zijn echt werk te doen en enige kwestie op te lossen. Waar valse leiders in uitblinken, is woorden en doctrines preken, het roepen van leuzen en het aansporen van anderen, terwijl ze zich alleen bezig houden met algemeen werk. Wat betreft het fundamentele werk van de kerk dat hun door Gods huis is toevertrouwd – zoals het verschaffen van leven en communiceren over de waarheid om kwesties op te lossen – weten ze niet hoe ze die moeten doen, trainen ze zich er niet in en kunnen ze geen werkelijke problemen oplossen – dit zijn valse leiders.
Wanneer sommige valse leiders wordt gevraagd begeleiding te geven bij tekstueel werk, zoals het schrijven van scripts, artikelen met ervaringsgetuigenissen en andere specifieke taken, denken ze dat ze geen concreet werk hoeven te doen, omdat het slechts om begeleiding gaat, en dus dwalen ze in plaats daarvan maar wat rond. “Zhang,” zeggen ze, “hoe vordert je artikel?” “Bijna klaar.” “Li, loop je tegen moeilijkheden aan bij het schrijven van dat script?” “Ja, kun je me die helpen oplossen?” “Bespreek het maar onderling. Bid wat meer.” Niet alleen slagen deze valse leiders er niet in de broeders en zusters te begeleiden en te helpen, ze concentreren zich er ook niet op hun eigen taak goed te vervullen, terwijl ze steeds maar wat rondzwerven en een ontspannen en comfortabel leven leiden. Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze het werk inspecteren, maar in werkelijkheid lossen ze geen enkel probleem op – in wezen zijn het gewoon pennenlikkers! Die bekwame functionarissen in sommige landen in de ongelovige wereld zijn even verdorven mensen, maar zelfs zij staan ver boven deze valse leiders, die het verantwoordelijkheidsgevoel missen dat deze functionarissen wel hebben. Na de uitbraak van de pandemie begonnen landen over de hele wereld bijvoorbeeld preventieve maatregelen in te voeren. Uiteindelijk was de meerderheid van deze landen het erover eens dat Taiwans preventieve inspanningen effectief waren, wat aangeeft dat Taiwanese overheidsfunctionarissen hun taken in de pandemierespons volgens de hoogste normen en met de grootste zorgvuldigheid uitvoerden. Het is werkelijk bewonderenswaardig dat functionarissen en politici in een werelds land hoewel ze tot de verdorven mensheid behoren, een taak zo gedetailleerd en volgens de hoogste normen uitvoeren. Veel Europese functionarissen waren bereid Taiwan te bezoeken en van het land te leren; vanuit dit perspectief stonden de Taiwanese overheidsfunctionarissen ver boven die van andere naties. Alleen al het feit dat de meeste van hun functionarissen concreet werk konden doen en zich met hart en ziel konden inzetten voor het vervullen van hun verantwoordelijkheden, bewijst dat deze functionarissen aan de norm voldeden. Sommige leiders en werkers in de kerk vervullen hun plichten altijd plichtmatig, en hoe ze ook worden gesnoeid, het heeft geen effect. Ik vind dat het karakter van deze leiders en werkers niet eens kan tippen aan dat van functionarissen uit de ongelovige wereld die wel echt werk kunnen doen. De meesten beweren in God te geloven en de waarheid na te streven, maar in werkelijkheid zijn ze niet bereid een prijs te betalen. Er wordt hun zoveel waarheid verschaft, en toch is dit hun houding ten opzichte van het doen van hun plicht. Het resultaat is dat ze allemaal valse leiders worden, die ernstig tekortschieten vergeleken met superieure overheidsfunctionarissen! Mijn eisen aan mensen zijn eigenlijk niet hoog; Ik eis niet dat ze heel veel waarheden begrijpen of een uitzonderlijk kaliber hebben. De minimumstandaard is te handelen met geweten en je verantwoordelijkheden na te komen. Wees in elk geval op zijn minst je dagelijks brood en de opdracht die God je heeft gegeven waard; dat is voldoende. Maar Gods werk is tot nu toe voortgezet, en kunnen veel mensen met geweten handelen? Ik zie dat sommige functionarissen in democratische landen oprecht spreken en handelen. Ze overdrijven niet, spreken geen hoogdravende theorieën uit, hun woorden zijn bijzonder nauwgezet en oprecht en ze weten vele echte zaken af te handelen. Hun werk is inderdaad heel goed en weerspiegelt werkelijk hun integriteit en menselijkheid. Wanneer men kijkt naar de meerderheid van de leiders en werkers in de kerk, dan doen ze hun werk voor de vorm en plichtmatig, zonder erg goede resultaten en ze hebben hun verantwoordelijkheden niet volledig vervuld. Nadat ze leiders zijn geworden, veranderen ze in religieuze functionarissen en zitten ze hoog te paard, delen bevelen uit en worden pennenlikkers. Ze concentreren zich alleen maar op het genieten van de voordelen van hun status en vinden het fijn als iedereen hen volgt en om hen heen draait. Ze verdiepen zich zelden in het werk op de werkvloer van de kerk om echte problemen op te lossen. In hun hart dwalen ze steeds verder van God af. Dit soort valse leiders en valse werkers zijn volstrekt onverbeterlijk! Ik heb met zoveel zorg en moeite over de waarheid gecommuniceerd, maar deze leiders en werkers laten het niet tot zich doordringen, blijven koppig vasthouden aan hun foutieve ideeën en blijven onbewogen. Hun houding tegenover hun plichten is altijd plichtmatig en ze hebben niet de minste intentie tot berouw. Ik zie dat deze mensen geen geweten hebben, geen verstand hebben, volkomen onmenselijk zijn! Ik vraag Me dan af: is het nog steeds nodig om herhaaldelijk over deze waarheden te communiceren tot dit soort mensen? Moet Ik de communicatie zo specifiek maken? Moet Ik dit lijden verdragen? Zijn deze woorden overbodig? Na enig nadenken besluit Ik dat Ik toch moet spreken, want hoewel deze woorden geen effect hebben op wie elk spoor van geweten of rede mist, zijn ze wel nuttig voor wie, ondanks een wat minder kaliber, de waarheid kunnen aanvaarden en hun plichten oprecht kunnen vervullen. Valse leiders doen geen echt werk en vervullen hun verantwoordelijkheden niet, maar wie de waarheid nastreeft, zal lessen leren, geïnspireerd raken en een pad vinden om te praktiseren vanuit deze woorden en zaken. Ingang in het leven is niet zo gemakkelijk; zonder iemand die ondersteunt en voorziet, zonder dat elk aspect van de waarheid stap voor stap wordt ontleed en verduidelijkt, zijn mensen erg zwak en verkeren ze vaak in een gesteldheid van hulpeloosheid en verwarring, een gesteldheid van negativiteit en passiviteit. Daarom verlies Ik vaak de wil om tot deze valse leiders te communiceren als Ik ze zie. Maar als Ik denk aan het lijden dat wordt verdragen en de prijs die wordt betaald door degenen die oprecht in God geloven en hun plichten trouw vervullen, verander Ik van gedachten. Het is om geen andere reden dan deze: zelfs al zijn het maar 30 tot 50 mensen – of op zijn allerminst 8 of 10 – die zich oprecht inspannen, trouw hun plichten doen en bereid zijn te luisteren en zich te onderwerpen, dan is het spreken van deze woorden de moeite waard. Ik zou Zelf geen motivatie hebben om tot degenen die geen geweten en verstand hebben te spreken en te communiceren; gesprekken voeren met deze mensen voelt vermoeiend en is vruchteloos. De meesten van jullie streven de waarheid niet na en betalen geen prijs in jullie plichten – jullie dragen geen last en vertonen geen trouw, jullie doen de dingen enkel voor de vorm en met tegenzin, in de hoop zegeningen te ontvangen. Luisteren naar deze woorden is feitelijk een onverdiende gunst voor jullie. Jullie liften mee op degenen die oprecht hun plichten doen, werkelijk een prijs betalen, trouw zijn en een last dragen en die bereid zijn de waarheid in praktijk te brengen. Deze woorden zijn voor die mensen bedoeld, en jullie ontvangen een onverdiende gunst door ze te horen. Vanuit dit perspectief bekeken – namelijk dat de meesten van jullie een houding hebben jullie plichten voor de vorm te doen, zonder enige serieuze inzet – zijn jullie het niet waard deze woorden te horen. Waarom zijn jullie het niet waard? Omdat zelfs als jullie luisteren, het allemaal tevergeefs is; hoeveel er ook wordt gezegd of hoe gedetailleerd dat ook is, jullie luisteren slechts voor de vorm en praktiseren deze woorden niet, hoeveel jullie ook begrijpen nadat jullie ze hebben gehoord. Tot wie zouden deze woorden gesproken moeten worden? Wie is het waard ze te horen? Alleen wie bereid zijn een prijs te betalen, zich oprecht inzet en trouw zijn aan hun plichten en hun opdracht, verdienen het om te luisteren. Waarom zeg Ik dat zij het verdienen om te luisteren? Omdat zodra zij na het luisteren wat waarheid begrijpen, ze deze in praktijk kunnen brengen, en ze praktiseren wat ze begrijpen; ze zijn niet sluw en lopen de kantjes er niet van af; ze behandelen de waarheid en Gods vereisten met een houding van oprechtheid en verlangen, en zijn in staat de waarheid lief te hebben en te aanvaarden. Dus nadat zij hebben geluisterd, hebben deze woorden effect op hen en bereiken zij resultaat.
13 februari 2021