De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (3)

3. Communicatie over de waarheidsprincipes die begrepen moeten worden om elke plicht naar behoren te vervullen (deel twee)

Tijdens de vorige bijeenkomst hebben we aanvullend gecommuniceerd over de tweede verantwoordelijkheid van leiders en werkers, waarbij we spraken over welke moeilijkheden er zijn bij de ingang in het leven en bepaalde praktijken en uitingen van valse leiders ontmaskerden. Vervolgens bespraken we diverse zaken die de derde verantwoordelijkheid van leiders en werkers betreffen – Communiceer de waarheidsprincipes die moeten worden begrepen om elke plicht naar behoren te vervullen. Door de houdingen, praktijken en uitingen van valse leiders ten aanzien van deze zaken hebben we blootgelegd en geanalyseerd waar hun “valsheid” tot uiting komt. Met andere woorden, we hebben de uitingen ontmaskerd van hoe valse leiders hun verantwoordelijkheden als leider niet vervullen. Noem die zaken eens op. (Eén daarvan ging over het drukken van boeken met Gods woorden. Die valse leider verrichtte geen concreet werk, maar sprak op een nietszeggende manier alleen maar loze doctrines. Hij communiceerde ook niet specifiek over de waarheidsprincipes en deed niet het geringste daadwerkelijke werk.) In deze zaak verrichtte die valse leider geen daadwerkelijk werk; hij verzuimde zijn verantwoordelijkheden als leider en werker te vervullen en communiceerde niet duidelijk over de professionele vereisten, specifieke principes en aandachtspunten die bij het werk betrokken waren. Hij riep slechts wat leuzen en sprak wat loze woorden, en dacht toen dat hij zijn werk goed had gedaan. Wat hebben we nog meer besproken? (Er was ook het voorval van het kopen van een donzen jas voor God.) Welk probleem heeft dit voorval ten aanzien van valse leiders onthuld? (Het onthulde dat valse leiders geen daadwerkelijk werk doen en dat het hun volledig aan menselijkheid en rede ontbreekt.) Toen iemand een kledingstuk voor Mij kocht, hielpen die leiders met de controles ervan – is dit een deel van het werk dat leiders en werkers behoren te doen? (Nee, dat is het niet.) Ze deden werk dat ze niet hoorden te doen – wat is hier het probleem? (Ze hielden zich niet bezig met hun eigenlijke werk.) Dit is één uiting van valse leiders. Ten eerste werd hierdoor onthuld dat valse leiders zich niet bezighouden met hun eigenlijke werk. Ten tweede werd onthuld dat het hun aan rede ontbreekt en dat ze alleen maar walgelijke dingen doen die verstoken zijn van rede en menselijkheid. Jullie onthouden alleen de voorbeelden, maar jullie hebben de kwesties die deze voorbeelden moeten illustreren, of de essentie van de kwesties die ze moeten analyseren, niet doorgrond. Welke andere voorbeelden gaf ik wat betreft valse leiders die zich niet met hun eigenlijke werk bezighouden? (Er was de pasteibakker die pasteitjes voor God bleef maken. God zei hem dat niet te doen, maar de leiders en werkers stonden hem toe ermee door te gaan en proefden de pasteitjes zelfs zelf.) Welke problemen van valse leiders werden door dit voorbeeld onthuld? (Dat ze zich niet met hun eigenlijke werk bezighouden, het werk dat ze moeten doen niet doen en erop staan werk te doen dat ze niet behoren te doen.) Hoofdzakelijk werd daardoor onthuld dat valse leiders zich niet op hun eigenlijke werk richten en de kern en het zwaartepunt van hun werk niet vatten. Bovendien hebben valse leiders een ernstig probleem. Welk probleem is dat? (Ze gehoorzamen Gods woorden niet en voeren het werk niet uit volgens Gods vereisten.) Wil iemand anders iets toevoegen? (Ze doen zich voor als spiritueel en alsof ze Gods last in acht nemen, maar in werkelijkheid slaan ze op hol en doen ze slechte dingen.) Dat is nog een van hun problemen. Iemand anders nog? (Voordat ze handelen, proberen ze niet Gods vereisten te begrijpen; in plaats daarvan gebruiken ze hun eigen verbeeldingen om Gods verlangens te vervangen.) Dit valt in de categorie van een gebrek aan rede. Iemand anders nog? (De manier waarop valse leiders de kwestie benaderden van iemand die een kledingstuk voor God kocht, onthulde hun gebrek aan normale menselijkheid.) Welk aspect van normale menselijkheid ontbreekt hun? Ze begrijpen de gedragsregels niet en hebben geen manieren. Is dat niet zo? (Ja.) In feite zijn de dingen die jullie hebben genoemd van secundair belang; wat is de belangrijkste kwestie? Zodra deze mensen leiders worden, willen ze genieten van de voordelen van hun status en van een speciale behandeling, en begeren ze comfort. Ze willen bijvoorbeeld wat pasteitjes eten, en als ze zien dat iemand goed kan koken, overwegen ze wat van diens eten te proberen om hun trek te stillen. Het is al misselijkmakend dat ze zich niet met hun eigenlijke werk bezighouden of daadwerkelijk werk verrichten, maar bovendien begeren ze comfort en de geneugten van de vraatzucht. Ze gebruiken het voorwendsel van het uitvoeren van proeverijen en controles voor God om hun vraatzuchtige verlangens te bevredigen, en doen zich tegoed aan de voordelen van hun status. Dit zijn allemaal uitingen van valse leiders. Hoewel deze uitingen niet venijnig of boosaardig genoemd kunnen worden in vergelijking met de gezindheidskern van antichristen, is de menselijkheid van valse leiders genoeg om mensen te doen walgen. Wat hun karakter betreft, schieten ze tekort in geweten en rede; hun menselijkheid is vrij laaghartig en smerig, en ze hebben een lage integriteit. Uit deze voorbeelden kan worden opgemaakt dat valse leiders geen daadwerkelijk werk kunnen verrichten. Dit is een feit.

Valse leiders kunnen niet communiceren over de principes van het werk verrichten

Vandaag gaan we door met het onthullen van de diverse uitingen van valse leiders, gebaseerd op de verantwoordelijkheden van leiders en werkers. Valse leiders zijn in wezen niet in staat om wezenlijk, cruciaal kerkwerk te verrichten. Ze houden zich alleen bezig met wat eenvoudige, algemene zaken; hun werk speelt geen cruciale of beslissende rol in het werk van de kerk als geheel en levert geen daadwerkelijke resultaten op. Hun communicatie behandelt in wezen slechts enkele afgezaagde en alledaagse onderwerpen; het zijn allemaal vaak herhaalde woorden en doctrines, en het is ongelooflijk hol, algemeen en zonder details. Hun communicatie bevat alleen dingen die mensen kunnen begrijpen door ze letterlijk te lezen. Deze valse leiders kunnen de daadwerkelijke problemen die Gods uitverkorenen hebben in hun ingang in het leven totaal niet oplossen; ze zijn met name nog minder in staat om de noties, verbeeldingen en onthullingen van verdorven gezindheden van mensen op te lossen. Het belangrijkste is dat valse leiders simpelweg het cruciale werk dat door Gods huis is geregeld niet op zich kunnen nemen, zoals evangeliewerk, filmproductiewerk of tekstueel werk. Met name, als het gaat om werk dat professionele kennis vereist, weten valse leiders heel duidelijk dat ze leken zijn op deze gebieden, maar ze bestuderen die niet, doen geen onderzoek en zijn nog minder in staat om anderen specifieke aanwijzingen te geven of eventuele problemen op te lossen die daarmee in verband staan. En toch houden ze nog steeds schaamteloos bijeenkomsten, waarbij ze breedsprakig over loze theorieën praten en woorden en doctrines bezigen. Valse leiders weten heel goed dat ze dit soort werk niet kunnen doen, maar toch doen ze zich voor als experts, gedragen ze zich verwaand en gebruiken ze altijd hoogdravende doctrines om anderen de les te lezen. Ze kunnen niemands vragen beantwoorden, maar toch vinden ze voorwendsels en excuses om anderen de les te lezen, en vragen ze waarom ze het vak niet leren, waarom ze de waarheid niet zoeken en waarom ze hun eigen problemen niet kunnen oplossen. Deze valse leiders, die leken zijn op deze gebieden en geen enkel probleem kunnen oplossen, doceren anderen nog steeds van bovenaf. Oppervlakkig gezien lijken ze voor andere mensen erg druk, alsof ze veel werk kunnen verzetten en zeer bekwaam zijn, maar in werkelijkheid stellen ze niets voor. Valse leiders zijn duidelijk niet in staat om daadwerkelijk werk te doen, maar toch houden ze zich enthousiast bezig en gebruiken ze op bijeenkomsten altijd dezelfde gemeenplaatsen, waarbij ze zichzelf keer op keer herhalen, zonder dat ze ook maar één daadwerkelijk probleem op kunnen lossen. Mensen ergeren zich hier enorm aan en kunnen er totaal geen stichting uit putten. Dit soort werk is verschrikkelijk inefficiënt en levert geen resultaten op. Zo werken valse leiders, en het werk van de kerk wordt daardoor vertraagd. Toch hebben valse leiders nog steeds het gevoel dat ze geweldig werk leveren en zeer bekwaam zijn, terwijl het een feit is dat ze geen enkel aspect van het kerkwerk goed hebben gedaan. Ze weten niet of de leiders en werkers die onder hun verantwoordelijkheid vallen naar behoren functioneren, noch weten ze of de leiders en supervisors van verschillende teams hun werk op zich kunnen nemen, en het kan hun niet schelen en ze vragen evenmin of er problemen zijn opgedoken bij de plichtsvervulling van de broeders en zusters. Kortom, valse leiders kunnen geen enkel probleem in hun werk oplossen, maar toch blijven ze energiek bezig. Vanuit het perspectief van andere mensen kunnen valse leiders ontberingen doorstaan, zijn ze bereid een prijs te betalen en haasten ze zich elke dag heen en weer. Wanneer het etenstijd is, moeten ze aan tafel worden geroepen, en ze gaan erg laat naar bed. Maar de resultaten van hun werk zijn gewoon niet goed. Als je niet zorgvuldig zou kijken, zou het er, oppervlakkig gezien, op lijken dat alle werkonderdelen werden uitgevoerd en dat iedereen druk was met het vervullen van zijn plicht, maar als je nauwkeurig zou observeren, uiterst nauwgezet zou zijn en het werk ernstig zou inspecteren, zou de ware situatie aan het licht komen. Elk werkonderdeel dat binnen hun verantwoordelijkheidsgebied valt, is een puinhoop; er is totaal geen structuur of orde. Er zijn problemen – of zelfs hiaten – in elk werkonderdeel. Het ontstaan van deze problemen houdt verband met het feit dat valse leiders de waarheidsprincipes niet begrijpen en handelen op basis van hun noties, verbeeldingen en enthousiasme. Valse leiders communiceren nooit over de waarheidsprincipes, noch zoeken ze ooit de waarheid om problemen op te lossen. Het ontbreekt hun duidelijk aan geestelijk begrip en ze zijn niet in staat leiderschapswerk te verrichten. Ze kunnen alleen maar woorden en doctrines spuien en begrijpen de waarheid totaal niet, maar toch doen ze alsof ze dingen weten die ze niet weten en proberen ze zich voor te doen als experts. Het werk dat ze doen is slechts voor de vorm. Wanneer er een probleem ontstaat, passen ze er blindelings regels op toe. Ze zijn alleen maar blindelings druk in de weer zonder enige daadwerkelijke resultaten te boeken. Omdat deze valse leiders de waarheidsprincipes niet begrijpen en alleen maar woorden en doctrines spuien en anderen adviseren om regels na te leven, wordt de voortgang van elk onderdeel van het kerkwerk vertraagd en worden er geen duidelijke resultaten bereikt. Het meest duidelijke gevolg nadat een valse leider enige tijd aan het werk is geweest, is dat de meeste mensen de waarheid niet kunnen begrijpen. Ze weten niet hoe ze moeten onderscheiden wanneer iemand verdorvenheid openbaart of noties ontwikkelt, en ze begrijpen beslist niet de waarheidsprincipes die bij het vervullen van hun plichten gehandhaafd moeten worden. Zowel degenen die hun plichten vervullen als degenen die dat niet doen, zijn allemaal futloos, bandeloos en ongedisciplineerd, en in wanorde, als los zand. De meesten van hen kunnen misschien een paar woorden en doctrines uitspreken, maar tijdens het vervullen van hun plichten houden ze zich alleen aan regels; ze weten niet hoe ze de waarheid moeten zoeken om problemen op te lossen. Aangezien valse leiders zelf niet weten hoe ze de waarheid moeten zoeken om problemen op te lossen, hoe kunnen zij anderen dan leiden om dat te doen? Wat anderen ook overkomt, valse leiders kunnen hen alleen maar aansporen door te zeggen: “We moeten Gods bedoelingen in acht nemen!” “We moeten trouw zijn in de vervulling van onze plichten!” “Wanneer ons iets overkomt, moeten we weten hoe we moeten bidden en moeten we de waarheidsprincipes zoeken!” Valse leiders roepen vaak deze leuzen en doctrines, en het levert totaal geen resultaat op. Nadat mensen ze gehoord hebben, begrijpen ze nog steeds niet wat de waarheidsprincipes zijn en ontbreekt het hun aan een pad van beoefening. Oppervlakkig gezien bidden mensen wanneer hun iets overkomt en wensen ze trouw te zijn in het vervullen van hun plichten – maar het ontbreekt hun allemaal aan begrip van kwesties als wat ze moeten doen om trouw te zijn, hoe ze moeten bidden om Gods bedoelingen te begrijpen, en hoe ze moeten zoeken wanneer ze een probleem tegenkomen om begrip van de waarheidsprincipes te verkrijgen. Wanneer mensen het aan valse leiders vragen, zeggen zij: “Wanneer je iets overkomt, lees dan meer Gods woorden, bid meer en communiceer meer over de waarheid.” Mensen vragen hun: “Met welke principes krijgt dit werk te maken?” en zij zeggen: “Gods woorden zeggen niets over zaken van professioneel werk, en ik begrijp dat werkgebied ook niet. Doe je eigen onderzoek als jullie het willen begrijpen – vraag het niet aan mij. Ik leid jullie in het begrijpen van de waarheid, niet in zaken van professioneel werk.” Valse leiders gebruiken dit soort woorden om vragen te ontwijken. Het gevolg is dat, hoewel de meeste mensen een brandende passie hebben om hun plichten te vervullen, ze niet weten hoe ze moeten handelen op basis van de waarheidsprincipes, noch hoe ze zich aan de principes moeten houden tijdens het vervullen van hun plichten. Als we kijken naar de resultaten van elk werkonderdeel binnen het verantwoordelijkheidsgebied van valse leiders, dan zien we dat de meeste mensen vertrouwen op hun kennis, geleerdheid en gaven om hun werk te doen. Ze zijn onwetend als het gaat om kwesties zoals wat Gods specifieke vereisten zijn, wat de principes zijn van het vervullen van een plicht, hoe te handelen om het resultaat van getuigenis afleggen voor God te bereiken en hoe het evangelie effectiever te verspreiden, zodat allen die verlangen naar Gods verschijning Zijn stem horen, de ware weg onderzoeken en zo snel mogelijk tot God terugkeren. Hoe komt het dat ze onwetend zijn over deze dingen? Dit houdt rechtstreeks verband met het falen van valse leiders om daadwerkelijk werk te verrichten. De hoofdoorzaak hiervan is dat valse leiders zelf niet weten wat de waarheidsprincipes zijn, of welke principes mensen moeten begrijpen en volgen. Ze handelen zonder principes en leiden mensen er nooit toe om in hun plichten te zoeken naar beoefeningsprincipes en paden. Wanneer een valse leider een probleem ontdekt, kan hij het zelf niet oplossen en communiceert en zoekt hij niet met anderen, wat ertoe leidt dat taken binnen elk werkonderdeel vaak opnieuw gedaan moeten worden. Dit is niet alleen een verspilling van financiële en materiële middelen, maar ook van de energie en tijd van mensen. Zulke gevolgen houden rechtstreeks verband met het zeer povere kaliber en de onverantwoordelijkheid van valse leiders. Hoewel men niet kan zeggen dat valse leiders opzettelijk kwaad doen en verstoringen veroorzaken, kan men wel zeggen dat ze in hun werk totaal niet de waarheidsprincipes zoeken en dat ze altijd handelen op basis van hun eigen wil. Dat is zeker. Valse leiders begrijpen de waarheidsprincipes niet, noch kunnen ze er duidelijk over communiceren met anderen; in plaats daarvan geven ze mensen gewoon de vrije hand om te doen wat ze willen. Dit leidt er onbedoeld toe dat sommige mensen die de leiding hebben over bepaald werk, willekeurig en eigenzinnig handelen, en doen hoe en wat ze maar willen. Het gevolg is dat er niet alleen weinig daadwerkelijke resultaten zijn, maar dat er ook een puinhoop wordt gemaakt van het kerkwerk. Wanneer een valse leider wordt ontslagen, denkt hij niet alleen niet na over zichzelf of kent hij zichzelf niet, maar vervalt hij ook in sofistiek en pleit hij voor zichzelf. Hij aanvaardt de waarheid in het geheel niet en is totaal niet van plan berouw te tonen. Ze vragen misschien zelfs of Gods huis hun nog een kans wil geven, en zeggen dat ze het werk beslist goed kunnen doen. Geloven jullie hen? Ze kennen zichzelf totaal niet, noch aanvaarden ze de waarheid. Kunnen ze hun manieren dan veranderen? Ze bezitten de werkelijkheid van de waarheid niet, dus kunnen ze het werk dan goed doen? Is dat mogelijk? Ze hebben het werk dit keer niet goed gedaan – zullen ze het wel goed kunnen doen als ze nog een kans krijgen? Dat is niet mogelijk. Men kan met zekerheid zeggen dat valse leiders geen arbeidsvermogen hebben; soms zwoegen ze misschien veel en zijn ze behoorlijk druk, maar het is een blinde bedrijvigheid die geen vruchten afwerpt. Dit toont afdoende aan dat valse leiders een zeer pover kaliber hebben, de waarheid totaal niet begrijpen en geen daadwerkelijk werk kunnen verrichten. Dit veroorzaakt veel problemen in het werk, maar ze zijn niet in staat die op te lossen door over de waarheid te communiceren. Ze gebruiken slechts een paar loze doctrines om mensen aan te sporen zich aan regels te houden, en als gevolg daarvan maken ze er een puinhoop van en laten ze het werk in duigen vallen. Dit is de manier waarop valse leiders werken en de gevolgen die dat met zich meebrengt. Alle leiders en werkers zouden dit als een waarschuwing moeten opvatten.

De diverse onbevredigende kwesties die zich binnen de kerk voordoen, houden rechtstreeks verband met valse leiders – dit is een onvermijdelijk probleem. Deze valse leiders ontbreekt het aan het vermogen om de waarheid te begrijpen, maar toch denken ze dat ze alles begrijpen en vatten, en vervolgens handelen ze op basis van hun eigen verbeeldingen en noties. Ze zoeken nooit de waarheid om hun gebrek aan begrip van de waarheidsprincipes of van de door God vereiste normen aan te pakken. Ik heb met veel leiders en werkers te maken gehad en ik ontmoet hen regelmatig. Wanneer we elkaar ontmoeten, vraag Ik hun: “Hebben jullie problemen? Hebben jullie een aantekening gemaakt van de problemen die in het werk bestaan? Zijn er problemen die jullie niet zelf kunnen oplossen?” Nadat ik uitgesproken ben, staren ze wezenloos voor zich uit en twijfelen ze in hun hart: “Wij zijn leiders; zouden wij problemen kunnen hebben? Als dat zo was, zou het werk van de kerk dan niet allang verlamd zijn geraakt? Wat is dit voor een vraag? Wij luisteren naar preken en communicatie en houden de woorden van God in onze handen. De kerk heeft zovelen van ons die leidinggeven, hoe kunt u zich dan nog zorgen maken? Door deze vraag te stellen, onderschat u ons duidelijk. Hoe zouden wij problemen kunnen hebben? Als we problemen hadden, zouden we geen leiders zijn. Uw vraag is zo ongepast!” Elke keer dat ik hun vraag of ze problemen hebben, is dit de staat waarin ze verkeren – elk van hen is een toonbeeld van gevoelloosheid en onnozelheid. Er zijn zoveel problemen in de diverse onderdelen van het kerkwerk, maar deze mensen kunnen ze gewoon niet zien of ontdekken. Ze zijn niet in staat om kwesties aan te kaarten die verband houden met de persoonlijke ingang in het leven, of kwesties in het werk die de waarheidsprincipes betreffen. Aangezien ze deze kwesties niet kunnen aankaarten, vraag ik hun: “Hoe vordert het werk van het vertalen van Gods woorden? Weten jullie hoeveel talen er nu vertaald moeten worden? Welke talen eerst moeten worden vertaald en welke later? Hoeveel exemplaren van Gods woorden moeten er voor bepaalde talen worden gedrukt?” Ze antwoorden: “Ah, ze worden vertaald.” Ik vraag hun: “Tot hoever is de vertaling gevorderd? Zijn er problemen?” Ze antwoorden: “Dat weet ik niet; ik moet het gaan vragen.” Ik moet hun deze dingen vragen, en dan nog weten ze de antwoorden niet. Welk werk hebben ze dan al die tijd gedaan? Ik vraag hun: “Heb je de kwesties opgelost waar de broeders en zusters de vorige keer naar vroegen?” Ze antwoorden: “Ik heb een bijeenkomst met hen gehouden – een bijeenkomst van een hele dag.” Ik vraag: “Waren de kwesties na de bijeenkomst opgelost?” Ze antwoorden: “Bedoelt U dat we, als er nog problemen zijn, nog een bijeenkomst moeten houden?” Ik zeg: “Ik vraag niet of je een bijeenkomst hebt gehouden of niet. Ik vraag of de professionele problemen zijn opgelost. Begrijpen deze mensen de principes? Hebben ze principes geschonden bij de vervulling van hun plichten? Heb je problemen ontdekt?” Ze antwoorden: “O, de problemen? Die heb ik opgelost. Ik heb een bijeenkomst voor de broeders en zusters gehouden.” Kan dit gesprek nog doorgaan? (Nee, dat kan niet.) Worden jullie niet boos als je naar dit gesprek luistert? (Ja.) Hoe zijn deze leiders? Zijn dit niet gewoon pseudo-spirituele domkoppen? Het ontbreekt hun aan het kaliber van leiders en werkers; ze zijn blind, ze begrijpen niet hoe ze het werk moeten doen, ze antwoorden op elke vraag met “ik weet het niet”, en als je hun vragen blijft stellen, antwoorden ze: “Hoe dan ook, ik heb een bijeenkomst gehouden; laat het er maar bij!” Hebben deze leiders daadwerkelijk werk verricht? Functioneren ze als leiders naar behoren? (Nee.) Dit zijn valse leiders. Houden jullie van dit soort leiders? Als jullie zulke leiders tegenkomen, wat moeten jullie dan doen? Wanneer sommige leiders de broeders en zusters ontmoeten, zeggen ze: “Ongeacht welke problemen jullie vandaag hebben, laten we eerst communiceren over hoe we onze plichten goed kunnen vervullen.” Sommige mensen zeggen dan: “We zijn in onze plichten op een probleem met professionele technieken gestuit: moeten we de professionele technieken gebruiken die populair zijn bij ongelovigen?” Is dit niet een probleem dat leiders moeten oplossen? Als sommige kwesties niet door communicatie onder de broeders en zusters kunnen worden opgelost, zouden leiders moeten ingrijpen om ze op te lossen – dit raakt aan de verantwoordelijkheden van leiders. Wat doen valse leiders als ze deze problemen tegenkomen? Ze zeggen: “Dit is een professionele kwestie; het is jullie probleem, wat heeft het met mij te maken? Communiceer zelf over deze kwestie, maar eerst ga ik een bijeenkomst voor jullie houden. In de bijeenkomst van vandaag zullen we communiceren over harmonieuze samenwerking. De vraag die jullie zojuist stelden, houdt verband met harmonieuze samenwerking. Jullie zouden in staat moeten zijn om dingen te bespreken en samen te communiceren, en meer onderzoek te doen; niemand moet zelfgenoegzaam zijn, en iedereen moet elke beslissing accepteren die door een meerderheid wordt gesteund – is dit geen kwestie van harmonieuze samenwerking? Het lijkt erop dat jullie niet weten hoe je harmonieus moet samenwerken, of hoe je problemen moet bespreken wanneer ze zich voordoen. Jullie vragen mij over elk probleem. Waarom vragen jullie het aan mij? Begrijp ik deze dingen? Als ik dat deed, zouden jullie dan niets te doen hebben? Jullie vragen mij over alles. Is dit een probleem dat ik hoor aan te pakken? Ik ben alleen verantwoordelijk voor het communiceren over de waarheid; los professionele problemen zelf maar op. Wat gaan die mij aan? Hoe dan ook, ik heb al met jullie gecommuniceerd en jullie gezegd harmonieus samen te werken – als jullie dat niet kunnen, vervul deze plicht dan niet. Ik heb gezegd wat ik te zeggen had; ga het probleem zelf maar oplossen.” Weten deze leiders hoe ze problemen moeten oplossen? (Nee, dat weten ze niet.) Ondanks dat ze niet weten hoe ze dit moeten doen, vinden ze zichzelf zeer gerechtvaardigd en zijn ze bedreven in het afschuiven van verantwoordelijkheid. Op het eerste gezicht hebben ze hun werk gedaan, zijn ze ter plaatse gekomen om inspecties uit te voeren en verslappen ze niet. Ze kunnen echter geen daadwerkelijk werk verrichten of daadwerkelijke problemen oplossen, wat betekent dat het valse leiders zijn. Kunnen jullie dit soort valse leiders onderscheiden? Wanneer ze met een probleem worden geconfronteerd, kunnen ze niet over relevante waarheden communiceren: ze spreken alleen wat loze doctrines en theorieën uit die ze behoorlijk verheven en diepzinnig laten klinken, en nadat mensen ze gehoord hebben, begrijpen ze niet alleen de waarheid niet, maar voelen ze zich ook verward en gedesoriënteerd. Dit is het werk dat valse leiders doen.

In het werk van communicatie over de waarheidsprincipes die begrepen moeten worden om elke plicht naar behoren te vervullen, worden valse leiders volledig ontmaskerd. Ze zijn niet in staat om over de principes van de waarheid te communiceren, noch om mensen te leiden de principes van de waarheid na te leven en te beoefenen bij de vervulling van hun plichten, noch om hen te leiden de werkelijkheid van de waarheid te begrijpen en binnen te gaan – ze kunnen de verantwoordelijkheden die leiders behoren te hebben niet vervullen. En dat is niet alles, ze zijn ook niet in staat om op de hoogte te blijven van de situatie van de supervisors voor de diverse werkzaamheden en van personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken, en zelfs als ze hier enig inzicht in hebben, is dat inzicht niet nauwkeurig. Dit veroorzaakt enorme verstoringen en schade aan diverse werkonderdelen. Dit zijn de diverse uitingen van valse leiders die we vandaag gaan ontmaskeren met betrekking tot de vierde verantwoordelijkheid van leiders en werkers.

4. Blijf op de hoogte van de situatie van de supervisors van de verschillende werkzaamheden en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken; indien nodig moet je onmiddellijk hun toegewezen taken aanpassen of ze ontslaan, om verliezen als gevolg van het inzetten van ongeschikte mensen te voorkomen of te beperken, en om de efficiëntie en de vlotte voortgang van het werk te garanderen.

Leiders en werkers moeten inzicht hebben in de situatie van de supervisors voor de diverse werkzaamheden

Wat is de vierde verantwoordelijkheid van leiders en werkers? (“Blijf op de hoogte van de situatie van de supervisors van de verschillende werkzaamheden en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken; indien nodig moet je onmiddellijk hun toegewezen taken aanpassen of ze ontslaan, om verliezen als gevolg van het inzetten van ongeschikte mensen te voorkomen of te beperken, en om de efficiëntie en de vlotte voortgang van het werk te garanderen.”) Dat klopt, dit is de minimumnorm waaraan leiders en werkers zouden moeten kunnen voldoen tijdens het verrichten van hun werk. Begrijpen jullie allemaal de hoofdverantwoordelijkheden van leiders en werkers met betrekking tot dit vierde punt? Leiders en werkers moeten een duidelijk begrip hebben van de supervisors voor de diverse werkzaamheden en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken. Het valt binnen het bestek van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers om inzicht te hebben in de situatie van de supervisors voor de diverse werkzaamheden en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken. Wie is dit personeel dan? In de eerste plaats zijn er kerkleiders, gevolgd door teamsupervisors en de leiders van verschillende groepen. Is het niet cruciaal en van groot belang om inzicht te hebben in en begrip te hebben van omstandigheden als of de supervisors voor de diverse werkzaamheden en het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken de werkelijkheid van de waarheid bezitten, principieel zijn in hun handelen en het kerkwerk goed kunnen doen? Als leiders en werkers de situatie van de belangrijkste supervisors voor de diverse werkzaamheden grondig begrijpen en geschikte personeelsaanpassingen doen, is dat hetzelfde als voor elke taak een deugdelijke doorlichting uitvoeren, en staat het gelijk aan het vervullen van hun verantwoordelijkheden en plichten. Als er geen correcte aanpassingen worden gedaan met betrekking tot dit personeel en er een probleem ontstaat, zal het werk van de kerk sterk worden beïnvloed. Als dit personeel een goede menselijkheid heeft, een fundament in hun geloof in God bezit, verantwoordelijk is in het afhandelen van zaken en in staat is de waarheid te zoeken om problemen op te lossen, zullen er, als hun de leiding over het werk wordt toevertrouwd, veel problemen worden bespaard en zal, het allerbelangrijkste, het werk soepel verlopen. Maar als de supervisors van verschillende teams niet betrouwbaar zijn, een povere menselijkheid hebben, niet oprecht zijn en de waarheid niet in praktijk brengen, en bovendien geneigd zijn om wat verstoringen en hinder te veroorzaken, dan zal dit een impact hebben op het werk waarvoor zij verantwoordelijk zijn en op de ingang in het leven van de broeders en zusters die zij leiden. Natuurlijk kan die impact groot of klein zijn. Als de supervisors louter hun plichten verwaarlozen en zich niet met hun eigenlijke werk bezighouden, zal dit waarschijnlijk alleen wat vertraging in het werk veroorzaken; de voortgang zal wat langzamer zijn en het werk wat minder efficiënt. Als het echter antichristen zijn, zal het probleem ernstig zijn: dit zal geen kwestie zijn van het werk dat wat minder efficiënt of effectief is – ze zullen het kerkwerk waarvoor zij verantwoordelijk zijn verstoren en beschadigen, en ernstige schade veroorzaken. En dus is het op de hoogte blijven van de situatie van de supervisors voor de diverse werkzaamheden en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken, en het doen van tijdige aanpassingen of ontslagen bij de ontdekking dat iemand geen daadwerkelijk werk verricht, geen verplichting die leiders en werkers kunnen ontlopen – het is zeer ernstig, zeer belangrijk werk. Als leiders en werkers het karakter van de supervisors voor de diverse werkzaamheden en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken snel kunnen leren kennen, evenals hun houding ten opzichte van de waarheid en hun plichten, en hun staat en prestaties tijdens elke periode en in elke fase, en de situatie rondom die mensen tijdig en naargelang de omstandigheden aanpakken en aanpassen, dan kan het werk gestaag vorderen. Als die mensen daarentegen op hol slaan, slechte dingen doen en geen daadwerkelijk werk in de kerk verrichten, en de leiders en werkers niet in staat zijn dit tijdig te identificeren en tijdige aanpassingen te doen, maar wachten tot er allerlei ernstige problemen zijn opgedoken, die het werk van de kerk aanzienlijke verliezen berokkenen, voordat ze die nonchalant proberen aan te pakken, aanpassingen te doen en de situatie te corrigeren en te redden, dan zijn die leiders en werkers uitschot. Het zijn echte valse leiders die ontslagen en geëlimineerd moeten worden.

Zojuist hebben we in algemene zin gecommuniceerd over het belang van het begrijpen van en inzicht hebben in de werkelijke toestand van de supervisors voor de diverse werkzaamheden en de effectiviteit van hun werk, waarbij we deze feitelijke omstandigheden gebruiken om te beoordelen of leiders en werkers hun verantwoordelijkheden hebben vervuld, en we de uitingen blootleggen die bewijzen dat het valse leiders zijn, om zo de essentie van valse leiders te ontleden. Wanneer er ernstige problemen ontstaan in het kerkwerk, verzuimen valse leiders hun verantwoordelijkheden te vervullen. Ze kunnen deze kwesties niet tijdig ontdekken, laat staan ze tijdig aanpakken en oplossen. Dit leidt ertoe dat de kwesties voortslepen, wat op zijn beurt vertragingen en schade aan het kerkwerk veroorzaakt, en er zelfs toe kan leiden dat het kerkwerk verlamd raakt of in wanorde vervalt. Pas als dit gebeurt, gaan valse leiders met tegenzin een kijkje nemen in de locatie van het kerkwerk, maar toch kunnen ze geen overeenkomstige of geschikte oplossingen vinden om de problemen op te lossen, en uiteindelijk laten ze die gewoon onopgelost. Dit is de voornaamste uiting van valse leiders.

Normen voor het selecteren van supervisors voor verschillende werkzaamheden

Is het voor de meeste mensen min of meer duidelijk wat de normen zijn voor het selecteren van supervisors voor verschillende werkzaamheden en personeel voor diverse belangrijke taken? Wat moet de supervisor voor artistiek werk bijvoorbeeld in de eerste plaats bezitten? (Hij moet vakbekwaamheid op dit gebied bezitten en in staat zijn het werk op zich te nemen.) Vakbekwaamheid bezitten is één aspect. Waar verwijst deze vakbekwaamheid dan specifiek naar? Laten we dat uitleggen. Als iemand van tekenen houdt en geïnteresseerd is in kunst, maar het niet zijn beroep is, hij geen kennis op dit gebied heeft en het alleen maar leuk vindt, is het dan gepast om zo iemand te selecteren als supervisor van een kunstteam? (Nee, dat is het niet.) Sommigen zeggen: “Als hij het leuk vindt om kunst te maken, kan hij het werk doen en er gaandeweg over leren.” Klopt deze bewering? (Nee.) Hierop is één uitzondering, namelijk als ieder ander in het kunstteam ook onbekend is met het vak, en deze persoon er iets meer van weet en sneller leert dan de anderen. Zou het dan relatief gepast zijn om hem te selecteren? (Ja.) Afgezien van dit scenario, stel dat van iedereen die betrokken is bij het maken van kunst, alleen deze persoon het vak niet verstaat, maar hij wordt gekozen omdat hij de waarheid begrijpt en van het maken van kunst houdt – is dat gepast? (Nee, dat is het niet.) Waarom is het niet gepast? Omdat hij niet de eerste of de enige keus is. Hoe moet dit type supervisor dan geselecteerd worden? Hij moet worden gekozen uit degenen die het meest bedreven en ervaren zijn in het vak; dat wil zeggen, hij moet een expert zijn, die zowel vakbekwaamheid als arbeidsvermogen bezit – selecteer geen leek. Dit is één aspect. Bovendien moet hij een last dragen, een geestelijk begrip hebben en de waarheid kunnen begrijpen. Hij moet ook op zijn minst een fundament hebben in zijn geloof in God. De belangrijkste principes zijn: ten eerste moet hij arbeidsvermogen hebben; ten tweede moet hij het vak verstaan; en ten derde moet hij een geestelijk begrip hebben en de waarheid kunnen begrijpen. Gebruik deze drie criteria om supervisors voor verschillende werkzaamheden te selecteren.

De uitingen van valse leiders ten aanzien van de supervisors voor verschillende werkzaamheden

Nadat leiders en werkers de supervisors voor diverse specifieke werkzaamheden hebben geselecteerd, moeten ze niet zomaar aan de kant blijven staan en niets doen; ze moeten deze supervisors ook een tijd lang opleiden en cultiveren, om te zien of de personen die ze hebben gekozen het werk echt op zich kunnen nemen en op het juiste spoor kunnen zetten. Dat is wat het betekent om je verantwoordelijkheid te vervullen. Stel dat je op het moment van de selectie ziet dat je kandidaten hun vak verstaan, arbeidsvermogen bezitten, een zekere last dragen, een geestelijk begrip hebben en de waarheid kunnen begrijpen, en je denkt dat alles goed komt omdat ze in deze opzichten gekwalificeerd zijn, en zegt: “Jullie kunnen aan het werk gaan; ik heb jullie alle principes verteld. Doe voortaan gewoon zelf wat Gods huis jullie opdraagt.” Is dit een aanvaardbare manier om het werk uit te voeren? Betekent het aanstellen van de supervisors dat je het daarbij kunt laten? (Nee, dat betekent het niet.) Wat moet er dan worden gedaan? Stel dat een leider twee keer per week met de supervisors samenkomt, met hen over de waarheid communiceert en het daarbij laat, in de overtuiging dat die supervisors allemaal proactief en betrouwbaar zijn en kunnen begrijpen wat anderen zeggen, en dat ze dus in overeenstemming met de waarheid kunnen praktiseren. Deze leider denkt dat hij niet hoeft te onderzoeken hoe deze supervisors specifiek hun werk doen, of ze harmonieus met anderen samenwerken, of ze de vakbekwaamheid in deze periode onder de knie hebben gekregen, of hoever ze zijn met het voltooien van het werk dat Gods huis hun heeft gegeven en daar eventueel maatregelen voor moet nemen. Is dit de manier waarop een leider en werker het werk zou moeten aanpakken? (Nee, dat is het niet.) Dit is hoe valse leiders hun werk doen. Ze proberen al het werk in één keer voorgoed af te handelen; ze stellen de supervisors aan, vormen een team met een paar leden en zeggen dan: “Begin met het werk. Als jullie apparatuur nodig hebben, laat het me weten, dan zal Gods huis het voor jullie kopen. Als jullie moeilijkheden in je dagelijks leven of problemen tegenkomen, voel je vrij om die aan te kaarten, dan zal Gods huis ze altijd voor jullie oplossen. Als jullie geen moeilijkheden hebben, richt jullie dan op jullie werk. Veroorzaak geen verstoringen of hinder, en uit geen hoogdravende ideeën.” Valse leiders stellen deze mensen aan om samen te werken en denken dat zolang ze te eten, te drinken en onderdak hebben, het wel genoeg is en dat ze niet naar hen hoeven om te kijken. Wanneer de Boven vraagt: “Hoe lang is het geleden dat de supervisors voor dit werk zijn geselecteerd? Hoe vordert het werk?” antwoorden ze: “Het is zes maanden geleden. We hebben zo’n tien bijeenkomsten voor hen gehouden, en ze lijken goedgezind te zijn, en het werk wordt gedaan.” Wanneer de Boven vraagt: “Hoe staat het dan met het arbeidsvermogen van de supervisors?” zeggen ze: “Dat is prima; toen we hen selecteerden, waren zij de besten.” De Boven vraagt hun: “Hoe doen ze het nu? Kunnen ze praktisch werk doen?” Ze antwoorden: “Ik heb een bijeenkomst voor hen gehouden.” De Boven antwoordt: “Ik vroeg niet of je een bijeenkomst hebt gehouden; ik vroeg hoe het met hun werk gaat.” Ze zeggen: “Het gaat waarschijnlijk wel goed; niemand heeft iets slechts over hen gerapporteerd.” De Boven reageert: “Dat niemand iets slechts over hen rapporteert, is geen norm. Je moet kijken naar hun arbeidsvermogen en vakbekwaamheid, en zien of ze een geestelijk begrip hebben en of ze praktisch werk verrichten.” Zij antwoorden: “Destijds, bij de selectie, leken ze in orde. Ik heb me al een tijdje niet in deze details verdiept. Als je het wilt weten, zal ik het opnieuw vragen.” Dit is hoe valse leiders te werk gaan. Met degenen onder hen blijven ze eindeloos bijeenkomsten houden en communiceren, maar als het op de Boven aankomt, zoeken ze uitvluchten en geven ze plichtmatige antwoorden. Hun beste plichtmatige antwoord is: “Ik heb een bijeenkomst voor hen gehouden. De vorige keer heb ik vrij gedetailleerd naar het werk gevraagd.” Zo reageren ze tegenover de Boven. Doen deze valse leiders praktisch werk? Hebben ze werkelijke problemen geïdentificeerd? Hebben ze die opgelost? Nadat ze de supervisors hebben aangesteld, zijn valse leiders volslagen onwetend over de vraag of de supervisors hun verantwoordelijkheid hebben vervuld of trouw zijn geweest, hoe het werk wordt gedaan, of de resultaten goed of slecht zijn, wat de terugkoppeling van de broeders en zusters over hen is, of dat er geschiktere personen voor de taak zijn. Waarom zijn ze onwetend over deze dingen? Omdat ze dit werkelijke werk niet doen; ze houden zich alleen maar bezig met nutteloze dingen. Ze denken dat het onnodig is om het werk voortdurend op deze manier te overzien en te inspecteren, dat het zou betekenen dat ze geen vertrouwen in die supervisors hebben. In hun ogen is het houden van bijeenkomsten het vervullen van hun verantwoordelijkheid en het tonen van trouw. Dit is de voornaamste uiting van valse leiders die geen praktisch werk doen.

1. Hoe valse leiders supervisors behandelen die geen praktisch werk doen

Valse leiders sluiten hun ogen voor de verschillende omstandigheden van de supervisors voor allerlei soorten werk in de kerk; ze hebben geen grip op deze omstandigheden, onderzoeken ze niet, pakken ze niet aan en lossen ze niet op. Welke specifieke omstandigheden van supervisors zijn er dan? De eerste is wanneer supervisors geen last dragen, maar eten, drinken en vermaak zoeken, zonder zich met hun eigenlijke werk bezig te houden of praktisch werk te doen. Is dat geen ernstig probleem? (Ja.) Sommige mensen hebben arbeidsvermogen, zijn bedreven in een vak en zijn de allerbesten; ze zijn welbespraakt en intelligent, en als je hun vraagt om instructies te herhalen, kunnen ze dat zonder een woord te missen, zo slim zijn ze; ze krijgen van iedereen een vrij goede beoordeling en ze zijn al geruime tijd gelovig. Dientengevolge worden ze tot supervisor gekozen. Niemand weet echter of deze mensen pragmatisch zijn, de prijs kunnen betalen of in staat zijn om praktisch werk te doen. Omdat men hen heeft gekozen, worden ze aanvankelijk gepromoveerd om gecultiveerd en op proefbasis ingezet te worden. Na een tijdje gewerkt te hebben, ontdekt men echter dat ze, ondanks hun vakbekwaamheid en ervaring, gulzig en lui zijn, en onwillig om de prijs te betalen. Zodra het een beetje vermoeiend wordt, stoppen ze met werken, en ze willen geen aandacht besteden aan iemand met problemen of moeilijkheden die hun begeleiding nodig heeft. Zodra ze 's ochtends hun ogen openen, denken ze: Wat zal ik vandaag eens eten? De keuken heeft al dagen geen gestoofd varkensvlees gemaakt. Doorgaans zeggen ze altijd tegen anderen: “De hapjes in mijn geboortestad zijn echt heerlijk; tijdens elk festival gingen we uit om ze te eten. Toen ik op school zat, sliep ik in het weekend uit tot ik vanzelf wakker werd, en dan ging ik eten zonder de moeite te nemen mijn gezicht te wassen of mijn haar te kammen. 's Middags speelde ik binnen in mijn pyjama videogames, soms tot 5 uur de volgende ochtend. Nu heeft het werk in Gods huis me hiertoe gedwongen, en als supervisor moet ik bepaalde dingen doen. Kijk eens hoe goed jullie het allemaal hebben; jullie hoeven deze prijs niet te betalen. Als supervisor moet ik in staat zijn om ontberingen te doorstaan.” Ze zeggen dit, maar komen ze in opstand tegen het vlees? Betalen ze de prijs? Ze zitten vol klachten en zijn niet bereid om ook maar enig praktisch werk te doen. Ze komen alleen in beweging als ze worden aangespoord, en zonder toezicht handelen ze op een plichtmatige manier. Bij de uitvoering van hun plicht zijn ze laks en ongedisciplineerd, ze zijn vaak sluw en lopen de kantjes ervan af, en ze zijn niet in het minst verantwoordelijk. Als het gaat om vakinhoudelijke problemen die ze wel opmerken, corrigeren ze die niet voor anderen, en ze zijn blij als iedereen net zo plichtmatig handelt als zij. Ze willen niet dat iemand het werk serieus neemt. Sommige supervisors ronden de weinige taken die ze hebben op een nonchalante en plichtmatige manier af, en beginnen dan eindeloos TV-series te verslinden. Wat is hun reden om TV-series te verslinden? “Ik heb mijn taken af; ik ben geen klaploper van Gods huis. Ik ben gewoon aan het relaxen om mijn geest te verfrissen. Anders ben ik te moe en zal mijn werkefficiëntie eronder lijden. Laat me even relaxen, om mijn werkefficiëntie te verbeteren.” Ze blijven series kijken tot 2 of 3 uur 's nachts. Wanneer iedereen de volgende dag om 8 uur 's ochtends klaar is met ontbijten en aan zijn plicht begint, slapen deze supervisors nog, en ze komen hun bed niet uit, zelfs niet als de zon hoog aan de hemel staat. Later staan ze met tegenzin op, hun luie lijf voortslepend, zich uitrekkend en gapend, en wanneer ze zien dat iedereen aan het werk is, vrezen ze dat anderen hun luiheid zullen opmerken en beginnen ze excuses te verzinnen: “Ik ben gisteravond te laat opgebleven, ik had te veel te doen, de werkdruk was te zwaar. Ik ben een beetje moe. Ik droomde vannacht zelfs dat er een probleem was met een bepaald werk. Toen ik vanochtend wakker werd, stonden mijn handen in de stand van typen op een computer. Mijn hoofd is echt wazig, en ik moet vanmiddag een dutje doen.” Ze staan zo laat op en moeten’s middags ook nog een dutje doen – zijn het geen varkens? Ze waren duidelijk aan het luieren, maar toch verzinnen ze excuses om zichzelf te rechtvaardigen en te verdedigen, en beweren dat ze moe zijn omdat ze tot diep in de nacht hun plicht deden. Ze waren duidelijk TV-series aan het verslinden, zich tegoed aan het doen aan vleselijk comfort en leefden in een staat van genotzucht, maar uiteindelijk vinden ze zelfs nog een mooi klinkend excuus om anderen te misleiden. Is dit niet het verwaarlozen van hun eigenlijke werk? (Ja, dat is het.) Zulke mensen hebben misschien arbeidsvermogen en vakbekwaamheid, maar voldoen ze aan de norm als supervisor? Duidelijk niet. Ze zijn niet geschikt om supervisor te zijn omdat ze te lui zijn, zich tegoed doen aan vleselijk comfort, gulzig zijn naar eten, slaap en vermaak, en de verantwoordelijkheden van een supervisor niet op zich kunnen nemen of vervullen.

Sommige vrouwen kijken vaak online naar kleding, schoenen, cosmetica en eten, en als ze daarmee klaar zijn, beginnen ze TV-series te verslinden. Mensen zeggen: “Waarom ben je TV-series aan het verslinden terwijl je je werk nog niet af hebt? Bovendien hebben andere mensen nog zoveel problemen. Als supervisor zou je hun begeleiding moeten bieden. Waarom vervul je je verantwoordelijkheid niet?” Deze vrouwen zeggen: “TV-series verslinden is ook een deel van mijn werk. De video's en films van Gods huis moeten worden ontwikkeld, en ik moet in deze series inspiratie opdoen!” Is dat geen bedrieglijke uitspraak? Als je bij dit vak betrokken bent, is het acceptabel om af en toe naar TV-series te kijken voor inspiratie, maar is dag en nacht TV-series verslinden op zoek zijn naar inspiratie? Is dat niet bedrieglijk? (Ja, dat is het.) Iedereen weet wat er aan de hand is, dus zulke dingen zeggen is je waardigheid en integriteit verkopen. Sommige mensen hebben al de gewoonte om videogames te spelen, en het is een vast onderdeel van hun leven geworden. Maar nadat ze als supervisor zijn geselecteerd, zouden ze deze slechte gewoonten en gebreken toch moeten veranderen? (Ja.) Als je er niet tegen in opstand kunt komen, zou je, wanneer je als supervisor wordt geselecteerd, moeten zeggen: “Ik kan dit werk niet op me nemen. Ik ben verslaafd aan het spelen van videogames. Als ik speel, bereik ik een staat van vergetelheid, en niemand kan me storen of ergens toe aanzetten. Als jullie mij selecteren, zal dat het werk zeker vertragen. Handel dus snel en sta niet toe dat ik supervisor word.” Als je dit niet van tevoren verklaart en je je verheugd en trots voelt wanneer je wordt geselecteerd, en deze status koestert, maar als supervisor naar believen videogames blijft spelen zoals voorheen, is dat ongepast en zal het zeker het werk vertragen.

Sommige supervisors hebben bepaalde slechte gewoonten. Wanneer de broeders en zusters hen selecteren, begrijpen sommigen hun situatie niet, terwijl anderen geloven dat deze personen zich fulltime voor God kunnen inzetten, en denken dat de slechte gewoonten en gebreken van jonge mensen misschien geleidelijk zullen veranderen met de leeftijd en een voortschrijdend begrip van de waarheid. Veel mensen koesteren deze houding en zienswijze wanneer ze deze personen als supervisor selecteren. Nadat deze personen zijn geselecteerd, doen ze wat werk, maar het duurt niet lang voordat ze negatief worden en denken: Supervisor zijn is niet makkelijk. Ik moet vroeg opstaan en laat opblijven, en ik moet voortdurend meer doen en meer opletten dan anderen. Ik moet me ook meer zorgen maken en meer van mijn tijd en energie besteden. Deze baan is zwaar; hij is te vermoeiend! Dientengevolge denken ze erover om te stoppen. Als je geen last draagt, kun je het werk van een supervisor niet doen. Als je wel een last in je hart draagt, zul je bereid zijn je zorgen te maken over het werk, en zelfs als je iets vermoeider bent dan anderen, zul je niet het gevoel hebben dat je lijdt. Zelfs als het tijd is om te rusten, zul je nog steeds denken: Hoe is het werk vandaag gegaan? Als je je plotseling een onopgelost probleem herinnert, kun je niet slapen. Als je een last in je hart draagt, zul je altijd aan het werk denken, en zal het je niet eens kunnen schelen hoe goed je eet of rust. Als mensen als supervisor te weinig last dragen, kan hun kleine beetje enthousiasme maar een paar dagen duren, en na verloop van tijd kunnen sommigen van hen het niet meer aan. Ze denken: Deze baan is zo vermoeiend. Hoe kan ik mezelf vermaken en even ontspannen? Ik ga wat videogames spelen. Ze presteren een korte tijd goed, maar plotseling voelen ze de drang om videogames te spelen. Zodra ze beginnen, kunnen ze niet meer stoppen; de kleine last die ze ooit droegen, wordt door het gamen uitgehold, net als hun enthousiaste gedrevenheid om zich in te zetten, hun vastberadenheid en hun positieve houding bij het vervullen van hun plicht. Wanneer iemand hun iets vraagt, worden ze ongeduldig. Ze snoeien mensen, of geven hun een preek en steken onder water, of doen dingen op een plichtmatige manier en laten hun werk in de steek. Is er geen sprake van een probleem met deze supervisors? (Ja.) Overdag worstelen ze zich ternauwernood door hun werk in een verwarde toestand, en 's nachts, wanneer niemand kijkt, spelen ze stiekem videogames en doen ze de hele nacht geen oog dicht. In het begin voelen ze zich er gerust over en denken: Ik heb overdag het werk niet vertraagd. Ik heb al het werk gedaan dat ik moest doen. Ik heb alle problemen opgelost waar anderen me over vroegen. Zelfs als ik’s nachts niet slaap om tijd vrij te maken voor het spelen van videogames, betekent dit dan niet dat ik trouw ben? Als gevolg hiervan kunnen ze, zodra ze beginnen met het spelen van videogames, niet meer stoppen en luisteren ze naar niemand. Hoewel het de rust van andere mensen of de werkomgeving niet beïnvloedt, kunnen zulke supervisors hun werk dan nog op zich nemen? Kunnen ze het goed doen? (Nee.) Waarom niet? Ze spelen vaak de hele nacht videogames zonder te slapen en moeten overdag werken – hoeveel energie kan één mens hebben? Zal hun werkefficiëntie hoog zijn als ze zich zo vastklampen aan het spelen van videogames? Zeker niet. Daarom kunnen zulke supervisors hun plicht helemaal niet vervullen of hun werk op zich nemen. Hoewel ze vakbekwaamheid en enig kaliber hebben, houden ze van spelen en verwaarlozen ze hun eigenlijke werk. Zouden zulke supervisors niet ontslagen moeten worden? Als ze niet worden ontslagen, zal het werk worden vertraagd. Sommige mensen zeggen: “Als ze worden ontslagen, kunnen we niemand anders vinden met hun vakbekwaamheid. We moeten hen dit werk laten doen – ze kunnen het werk nog steeds op zich nemen, zelfs als ze videogames spelen.” Klopt deze bewering? (Nee, die klopt niet.) Een mens kan zich niet op twee dingen tegelijk richten; mensen hebben maar beperkte energie. Als je de meeste energie op het spelen richt, zal je toewijding aan het vervullen van je plicht worden beïnvloed, en zal de effectiviteit van je plichtsvervulling ernstig worden aangetast. Dit is een onverantwoordelijke houding ten opzichte van de plichtsvervulling. Zelfs als iemand zijn hele hart en al zijn energie in zijn plicht steekt, zullen de resultaten niet noodzakelijkerwijs honderd procent naar behoren zijn. Het zal nog erger zijn als je je hart en de meeste energie op het spelen richt – dan heb je niet veel energie en gedachten meer over om te gebruiken bij de uitvoering van je plicht, en zal de effectiviteit van je plichtsvervulling worden beïnvloed. Zeggen dat het wordt beïnvloed is nog voorzichtig uitgedrukt; in werkelijkheid zal de effectiviteit van je plichtsvervulling ernstig worden geschaad. Als zulke supervisors worden geïdentificeerd, moet hun toegewezen plicht onmiddellijk worden aangepast en moeten ze worden ontslagen, omdat ze al zijn afgeschreven. Het is niet alleen dat hun plichtsvervulling niet naar behoren is – ze zijn al niet meer in staat om hun werk op zich te nemen en kunnen geen enkel positief effect op hun werk hebben. Daarom is het een betere keuze om iemand te vinden die serieus en verantwoordelijk is om hun werk over te nemen, ondanks iets mindere vakbekwaamheid, dan hen aan te houden.

Zojuist heb ik gecommuniceerd over verschillende soorten mensen die hunkeren naar eten, slaap en vermaak. Er is nog een ander type persoon. Aanvankelijk, wanneer er supervisors worden gekozen, wordt dit type persoon in alle opzichten als geschikt voor de rol gezien, en zijn de broeders en zusters allemaal bereid deze te kiezen. Ze denken dat deze persoon een goede menselijkheid heeft, enthousiast is en bedreven in het vak, en daarnaast in elk aspect de beste en sterkste van het team is, wat deze persoon tot een vanzelfsprekende keuze voor de positie van supervisor maakt. Echter, enige tijd nadat deze persoon is geselecteerd, begint deze zich vaak slaperig te voelen, zelfs tijdens bijeenkomsten. Wanneer anderen tegen deze persoon spreken, is die altijd verward en geeft hij irrelevante antwoorden op vragen. Vroeger was deze persoon niet zo, dus hoe komt het dat het plotseling lijkt alsof hij een ander mens is geworden? Later ontdekt iemand per ongeluk dat de gesprekken van deze supervisor met een bepaalde persoon klinken alsof de twee een romantische relatie hebben, en ontstaan er speculaties of ze inderdaad een relatie hebben. Naarmate deze kwestie duidelijker wordt, raakt deze supervisor steeds meer verward. Wanneer hem vragen worden gesteld of wanneer er met hem over iets wordt gesproken, zijn de reacties niet zo snel als voorheen, en klinken ze niet zo helder en begrijpelijk als voorheen. Deze persoon begint steeds minder van het werk te doen dat een supervisor zou moeten doen, en heeft steeds minder enthousiasme bij het vervullen van de plicht. Het is alsof hij een ander mens is geworden; deze persoon heeft meer aandacht voor kleding en persoonlijke verzorging dan voorheen. Hier is een probleem. Vroeger, tijdens drukke werkperiodes, nam deze persoon zelden een bad, maar nu wast die zijn gezicht twee keer per dag, kamt bij elke gelegenheid zijn haar, kijkt in de spiegel, en vraagt voortdurend aan anderen: “Vinden jullie dat mijn huid de laatste tijd lichter of donkerder is geworden? Waarom lijkt het alsof ik donkerder ben geworden?” Mensen antwoorden: “Het is zo frivool voor jou, een supervisor, om over deze dingen te praten – wat maakt het uit of je lichter of donkerder wordt?” Deze persoon praat voortdurend over deze onbenullige onderwerpen en heeft geen zin in het werk. Zodra deze persoon de kans krijgt, praat die over kleding, vrouwen, mannen, liefde en wat voor soort echtgenoten mensen zouden kiezen, maar praat nooit over welke problemen er bestaan binnen de uitvoering van de plicht of hoe deze op te lossen. Is hier geen sprake van een probleem? Kan deze persoon nog werk verrichten? (Nee, dat kan die niet.) Hun denkrichting is veranderd, en zaken die de plichtsvervulling betreffen, zijn niet meer in de gedachten. In plaats daarvan wordt de geest de hele dag in beslag genomen door gedachten over hoe je een relatie aangaat, hoe je je moet kleden en hoe je het andere geslacht kunt aantrekken. Onder ongelovigen bestaat de uitdrukking: “verliefd worden”. Is dit liefde? Nee, het is een diepe kuil! Zodra je erin stapt, kun je er niet meer uitkomen. Zijn er zulke mensen onder het personeel dat zijn plicht vervult? (Ja.) Hoewel Gods huis zich niet bemoeit met mensen die een partner zoeken, moeten degenen die daarbij het kerkleven verstoren en het werk van de kerk beïnvloeden, worden weggezuiverd. Die stellen moeten maar ergens anders gaan daten en geen andere mensen beïnvloeden. Als je iemand bent die zich heeft toegewijd om zich zijn hele leven voor God in te zetten, en je hebt besloten geen romantische relaties aan te gaan, richt je dan op het je inzetten voor God. Als je een romantische relatie bent aangegaan en geen zin meer hebt om je werk te doen, dan moet je niet de plicht van supervisor vervullen, en zal Gods huis een ander voor de positie kiezen. Het werk van Gods huis mag niet worden vertraagd of beïnvloed door je romantische relatie. Het werk moet doorgaan. Hoe kan het doorgaan? Door een andere supervisor te selecteren die jouw werk kan overnemen: iemand die geen relatie heeft, sterke vakbekwaamheid bezit en het werk op zich kan nemen. Het huis van God werkt altijd op deze manier, en dit principe blijft onveranderd. Sommige supervisors zeggen: “Mijn romantische relatie beïnvloedt mijn werk niet; laat mij de leiding houden.” Kunnen we deze bewering geloven? (Nee, dat kunnen we niet.) Waarom kunnen we die niet geloven? Omdat de feiten voor iedereen zichtbaar zijn! Wanneer iemand een relatie heeft, denkt hij alleen maar aan de partner, wordt het hart door deze zaken in beslag genomen, en daardoor voelt hij zich vaak slaperig tijdens bijeenkomsten en kan hij zijn plicht niet vervullen. Daarom is de manier waarop het huis van God met zulke personen omgaat gepast en in overeenstemming met de principes. Het huis van God weerhoudt je er niet van om te daten, noch ontneemt het je de vrijheid om te daten. Je mag naar hartenlust met iemand daten: dat is je eigen beslissing, zolang je er maar geen spijt van krijgt en er later niet om huilt. Sommige supervisors zijn ontslagen vanwege een romantische relatie. Sommige mensen vragen: “Mag iemand niet meer in God geloven zodra die een relatie heeft?” Dat heeft het huis van God nooit gezegd. Is het zo dat Gods huis iedereen die een relatie heeft, verwerpt of verdrijft? (Nee.) Als je een relatie hebt, dan kun je geen supervisor of leider of werker zijn, en als je niet toegewijd bent aan het vervullen van je plicht, dan moet je de kerk waar je fulltime je plicht vervult, verlaten. Heeft iemand gezegd dat je niet meer in God mag geloven, of dat je verdreven zult worden? Heeft iemand een oordeel geveld dat je niet gered kunt worden, of dat je vervloekt zult worden? (Nee.) Zulke dingen heeft het huis van God nooit gezegd. Het huis van God bemoeit zich totaal niet met je persoonlijke keuzes en vrijheid; het ontneemt je geen enkele vrijheid – het geeft je vrijheid. Echter, als het op dit soort supervisor aankomt, is het principe van Gods huis om hem te ontslaan en een geschikt persoon te vinden om zijn plaats in te nemen. Als ze geschikt zijn om een plicht te blijven doen, kunnen ze worden behouden. Zo niet, dan worden ze weggestuurd. Er zal geen sprake zijn van slaan, verbaal geweld of vernedering. Het is geen schandelijke zaak; het is heel normaal. Dus als sommige mensen uit hun functie worden ontheven of naar gewone kerken worden gestuurd vanwege hun romantische relaties, is dit dan gênant? Het kan alleen maar aangeven dat het hun aan trouw ontbreekt bij het vervullen van hun plicht, dat ze niet geïnteresseerd zijn in de waarheid en geen enkele last dragen voor hun eigen ingang in het leven. Dit soort supervisor verwaarloost zijn of haar eigenlijke werk – die richt zich alleen op romantische relaties, wat het werk van de kerk vertraagt, en de voortgang van het werk van de kerk al heeft beïnvloed – is dit geen ernstig probleem? (Ja.) Daarom is dit soort supervisor niet geschikt om te worden behouden en moet deze worden ontslagen. Sommigen zeggen: “Is het niet wat al te haastig om hem te ontslaan?” Als er vanaf het begin van hun relatie tot het moment van hun ontslag slechts één of twee dagen zijn verstreken, kan dat als haastig worden beschouwd. Maar als er drie tot vijf maanden zijn verstreken, zou dat dan nog als haastig worden beschouwd? (Nee.) Er is al langzaam genoeg gehandeld, het werk is al zoveel vertraagd – hoe kun je je daar geen zorgen over maken? Is dit geen probleem? (Ja, dat is het.)

Valse leiders doen nooit navraag naar supervisors die geen praktisch werk doen of die zich niet met hun eigenlijke werk bezighouden. Ze denken dat ze alleen maar een supervisor hoeven te kiezen en dat daarmee de kous af is, en dat de supervisor daarna alle werkzaken zelf wel kan afhandelen. Valse leiders houden dus slechts af en toe een bijeenkomst, houden geen toezicht op het werk en vragen niet hoe het gaat; ze gedragen zich als een baas die alles delegeert en er vervolgens geen omkijken meer naar heeft. Als iemand een probleem met een supervisor meldt, zal een valse leider zeggen: “Het is maar een klein probleem, het is niet erg. Jullie kunnen het zelf afhandelen. Vraag het niet aan mij.” De persoon die de kwestie meldde, zegt: “Die supervisor is een luie veelvraat. Hij richt zich alleen op eten en vermaak en is aartslui. Hij wil zelfs niet het geringste beetje ontbering lijden in zijn plicht, en hij loopt altijd op een slinkse manier de kantjes ervan af en verzint excuses om zijn werk te ontlopen en zijn verantwoordelijkheden te ontduiken. Hij is niet geschikt om supervisor te zijn.” De valse leider zal antwoorden: “Hij was geweldig toen hij als supervisor werd geselecteerd. Wat je zegt is niet waar, of zelfs als dat wel zo is, is het slechts een tijdelijke uiting.” De valse leider zal niet proberen meer over de situatie van de supervisor te weten te komen; in plaats daarvan beoordeelt hij de kwestie en komt hij tot een eindoordeel op basis van zijn eerdere indrukken van die supervisor. Ongeacht wie er problemen met de supervisor meldt, de valse leider zal hen negeren. De supervisor doet geen praktisch werk en het werk van de kerk is bijna tot stilstand gekomen, maar het kan de valse leider niet schelen, alsof het hem niet aangaat. Het is al misselijkmakend genoeg dat ze doen alsof hun neus bloedt wanneer iemand de problemen van de supervisor meldt. Maar wat is het meest verfoeilijke van alles? Wanneer mensen echt ernstige problemen met de supervisor bij hen melden, zullen ze die niet proberen op te lossen en zullen ze zelfs met allerlei excuses komen: “Ik ken deze supervisor, hij gelooft oprecht in God, hij zou nooit problemen hebben. Zelfs als hij een klein probleem had, zou God hem beschermen en disciplineren. Als hij fouten maakt, is dat een zaak tussen hem en God – daar hoeven wij ons niet mee te bemoeien.” Valse leiders werken op deze manier volgens hun eigen noties en verbeeldingen. Ze doen alsof ze de waarheid begrijpen en geloof hebben, maar ze maken er gewoon een puinhoop van in het kerkwerk – het kerkwerk kan zelfs tot stilstand komen en dan nog zullen ze doen alsof ze van niets weten. Gedragen valse leiders zich niet te veel als bureaucraten? Ze zijn zelf niet in staat om praktisch werk te doen, en ze zijn evenmin nauwgezet met betrekking tot het werk van teamleiders en supervisors – ze nemen geen maatregelen en doen er geen navraag naar. Hun kijk op mensen is alleen gebaseerd op hun eigen indrukken en verbeeldingen. Wanneer ze iemand een tijdje goed zien presteren, denken ze dat deze persoon voor altijd goed zal zijn, dat hij niet zal veranderen; ze geloven niemand die zegt dat er een probleem is met deze persoon, en ze negeren het wanneer iemand hen voor die persoon waarschuwt. Vinden jullie valse leiders dom? Ze zijn dom en dwaas. Wat maakt hen dom? Ze stellen lichtvaardig hun vertrouwen in iemand, in de overtuiging dat, omdat deze persoon bij zijn verkiezing een eed zwoer, een voornemen uitsprak en met stromende tranen bad, hij dus betrouwbaar is en er nooit problemen zullen zijn als hij de leiding over het werk krijgt. Valse leiders hebben geen begrip van de aard van mensen; ze zijn onwetend over de ware toestand van de verdorven mensheid. Ze zeggen: “Hoe kan iemand ten kwade veranderen als hij tot supervisor is gekozen? Hoe kan iemand die zo gedreven en betrouwbaar lijkt zijn werk ontduiken? Dat zou hij toch niet doen? Hij is heel integer.” Omdat valse leiders te veel vertrouwen hebben gesteld in hun eigen verbeeldingen en gevoelens, zijn ze uiteindelijk niet in staat de vele problemen die in het kerkwerk ontstaan tijdig op te lossen, en weerhoudt het hen ervan de betreffende supervisor onmiddellijk te ontslaan en zijn toegewezen plicht weer in orde te brengen. Het zijn rasechte valse leiders. En wat is hier nu precies het probleem? Heeft de werkwijze van valse leiders iets te maken met plichtmatigheid? Enerzijds zien ze de grote rode draak verwoed arrestaties uitvoeren onder Gods uitverkorenen, dus om zichzelf in veiligheid te brengen, stellen ze willekeurig iemand aan om de leiding te hebben, in de overtuiging dat dit het probleem oplost en dat ze er geen aandacht meer aan hoeven te besteden. Wat denken ze in hun hart? “Dit is zo’n vijandige omgeving, ik moet me een tijdje schuilhouden.” Dit is het begeren van vleselijk comfort, nietwaar? Anderzijds hebben valse leiders een fataal gebrek: ze vertrouwen mensen snel op basis van hun eigen verbeeldingen. En dit wordt veroorzaakt door het niet begrijpen van de waarheid, nietwaar? Hoe onthult Gods woord de essentie van de verdorven mensheid? Waarom zouden zij op mensen vertrouwen als God dat niet doet? Valse leiders zijn te arrogant en zelfgenoegzaam, nietwaar? Wat zij denken is: “Ik kan deze persoon onmogelijk verkeerd hebben ingeschat, er zouden geen problemen moeten zijn met deze persoon die ik geschikt heb bevonden; hij is absoluut niet iemand die zich tegoed doet aan eten, drinken en vermaak, of die van gemak houdt en hard werk schuwt. Hij is absoluut betrouwbaar en integer. Hij zal niet veranderen; als hij dat wel zou doen, zou dat betekenen dat ik het bij het verkeerde eind had, nietwaar?” Wat voor logica is dat? Ben je een soort expert? Heb je een röntgenblik? Heb je die speciale vaardigheid? Je zou een of twee jaar met iemand kunnen samenleven, maar zou je kunnen zien wie hij werkelijk is zonder een geschikte omgeving om zijn aard en essentie volledig bloot te leggen? Als hij niet door God werd onthuld, zou je drie of zelfs vijf jaar met hem kunnen samenleven en dan nog zou je moeite hebben om te zien wat voor aard en essentie hij precies heeft. En hoeveel te meer geldt dat wanneer je hem zelden ziet, zelden bij hem bent? Valse leiders vertrouwen iemand lichtvaardig op basis van een tijdelijke indruk of de positieve beoordeling van een ander, en durven het werk van de kerk aan zo iemand toe te vertrouwen. Zijn ze hierin niet extreem blind? Handelen ze niet roekeloos? En als ze zo werken, zijn de valse leiders dan niet extreem onverantwoordelijk? De hogergeplaatste leiders en werkers vragen hun: “Heb je het werk van die supervisor gecontroleerd? Hoe zijn zijn karakter en kaliber? Is hij verantwoordelijk in zijn werk? Kan hij de taak op zich nemen?” Valse leiders antwoorden: “Dat kan hij zeker! Toen hij werd gekozen, legde hij een gelofte af en sprak hij een voornemen uit. Ik heb zijn schriftelijke eed nog. Hij zou de taak op zich moeten kunnen nemen.” Wat vinden jullie van de woorden van de valse leiders? Zij geloven dat, omdat deze persoon een gelofte heeft afgelegd om zijn toewijding te uiten, hij die zeker zal kunnen nakomen. Klopt deze bewering? Hoeveel mensen kunnen tegenwoordig hun geloften daadwerkelijk nakomen? Hoeveel eerlijke mensen zijn er die handelen volgens hun voornemens? Alleen omdat iemand een gelofte aflegt, betekent dat nog niet dat hij die ook echt kan nakomen. Stel dat je hun vraagt: “Kun je garanderen dat de supervisor niet zal veranderen? Kun je zijn levenslange trouw garanderen? Wanneer God mensen wil onthullen, moet Hij verschillende omgevingen scheppen om hen te beproeven. Op welke basis zeg je dat hij betrouwbaar is? Heb je hem onderzocht?” Valse leiders antwoorden: “Dat is niet nodig. De broeders en zusters hebben allemaal gemeld dat hij betrouwbaar is.” Ook deze bewering is onjuist. Is iemand echt goed, alleen maar omdat de broeders en zusters melden dat hij dat is? Bezitten alle broeders en zusters de waarheid? Kunnen zij allen de dingen doorzien? Zijn alle broeders en zusters bekend met deze persoon? Deze bewering is zelfs nog walgelijker! In feite is die persoon allang onthuld. Hij heeft het werk van de Heilige Geest verloren, en zijn laaghartige trekken – van gemak houden en een hekel hebben aan hard werken, gulzig en lui zijn, en zich niet met zijn eigenlijke werk bezighouden – zijn al aan het licht gekomen. Afgezien van de valse leiders, die nog steeds totaal onwetend zijn, heeft iedereen hem allang doorzien – alleen de valse leiders vertrouwen hem nog zozeer. Wat voor nut hebben deze valse leiders? Zijn het geen nietsnutten? Er zijn zelfs gevallen waarin de Boven op de hoogte raakt van de diverse uitingen van bepaalde supervisors door ter plaatse onderzoek te doen en navraag naar hen te doen, en toch tasten de leiders nog volledig in het duister. Is dat geen probleem? Deze leiders zijn rasechte valse leiders. Ze doen geen praktisch werk, het zijn gewoon bureaucraten, en net als leiders die de teugels laten vieren, doen ze een klein beetje werk en teren daar vervolgens op. Ze denken dat ze het recht hebben om te genieten en verroeren geen vin als er iets misgaat. Welk recht heb je om van de voordelen van status te genieten? Het is werkelijk schaamteloos! Wanneer valse leiders werken, controleren ze nooit enig werk, doen ze geen navraag naar de voortgang van het werk, en onderzoeken ze beslist niet de omstandigheden van de diverse teamsupervisors. Ze delen alleen werk uit en stellen supervisors aan, en dan denken ze dat ze klaar zijn, dat de kous daarmee af is. Ze geloven: “Iemand zorgt voor dit werk, dus het is mijn zaak niet meer. Ik kan gaan genieten.” Is dit werk doen? Zonder enige twijfel is iedereen die zo werkt een valse leider – een valse leider die het werk van de kerk vertraagt en Gods uitverkorenen benadeelt.

Valse leiders informeren nooit naar de werksituaties van de diverse teamsupervisors en nemen in verband hiermee ook geen passende maatregelen. Ze doen evenmin navraag naar de ingang in het leven van de supervisors van verschillende teams en van het personeel dat verantwoordelijk is voor diverse belangrijke taken, nemen daar ook geen passende maatregelen voor en hebben er geen grip op. Hetzelfde geldt voor hun houding ten opzichte van het kerkwerk en hun plichten, en ten opzichte van het geloof in God, de waarheid en God Zelf. Ze weten niet of deze personen enige transformatie of groei hebben doorgemaakt, noch zijn ze op de hoogte van de diverse problemen die in hun werk kunnen bestaan. In het bijzonder weten ze niets van de impact die fouten en afwijkingen in de verschillende stadia van het werk hebben op het werk van de kerk en op de ingang in het leven van Gods uitverkorenen, en evenmin of deze fouten en afwijkingen ooit zijn gecorrigeerd. Ze zijn volkomen onwetend over al deze zaken. Als ze niets van deze gedetailleerde omstandigheden weten, worden ze passief wanneer er problemen ontstaan. Valse leiders bekommeren zich tijdens het uitvoeren van hun taak echter totaal niet om deze gedetailleerde kwesties. Ze geloven dat nadat ze de diverse teamsupervisors hebben aangesteld en taken hebben toegewezen, hun werk gedaan is – dat het telt als goed werk, en dat als er andere problemen ontstaan, het hun zorg niet is. Omdat valse leiders nalaten toezicht te houden op de diverse teamsupervisors, hen aan te sturen en eventuele maatregelen te nemen, en ze hun verantwoordelijkheden op deze gebieden niet vervullen, resulteert dit erin dat er een puinhoop van het kerkwerk wordt gemaakt. Dit is nalatigheid van de leiders en werkers. God kan de diepten van het menselijk hart doorgronden; dit is een vermogen dat mensen ontberen. Daarom moeten mensen, wanneer ze werken, ijveriger en aandachtiger zijn, en regelmatig naar de werklocatie gaan om ten aanzien van het werk eventuele maatregelen te nemen, het te begeleiden en aan te sturen, om zo de normale voortgang van het kerkwerk te garanderen. Het is duidelijk dat valse leiders volstrekt onverantwoordelijk zijn in hun werk; ze houden nooit toezicht op de diverse taken, nemen naar aanleiding daarvan geen maatregelen en sturen die niet aan. Als gevolg daarvan weten sommige supervisors niet hoe ze de diverse problemen die in het werk ontstaan moeten oplossen, en blijven ze in hun rol als supervisor, ondanks dat ze bij benadering nog niet berekend zijn op hun taak. Uiteindelijk wordt het werk keer op keer vertraagd en maken ze er een complete puinhoop van. Dit is het gevolg van het feit dat valse leiders geen navraag doen naar de situaties van de supervisors, er geen toezicht op houden en en naar aanleiding daarvan geen maatregelen nemen; een resultaat dat volledig wordt veroorzaakt door de nalatigheid van de valse leiders. Omdat valse leiders het werk niet inspecteren, geen maatregelen nemen of er navraag naar doen, en niet tijdig grip kunnen krijgen op de situatie, blijven ze onwetend over de vraag of supervisors praktisch werk doen, hoe het werk vordert en of het daadwerkelijke resultaten heeft opgeleverd. Wanneer hun wordt gevraagd waar supervisors het druk mee hebben of welke specifieke taken ze uitvoeren, antwoorden valse leiders: “Ik weet het niet, maar ze wonen elke bijeenkomst bij, en telkens als ik met hen over het werk communiceer, noemen ze nooit problemen of moeilijkheden.” Valse leiders geloven dat zolang supervisors hun werk niet in de steek laten en altijd paraat staan, er geen enkel probleem met hen is. Dit is hoe valse leiders werken. Is dit geen uiting van “valsheid”? Is het geen verzuim om hun verantwoordelijkheden te vervullen? Dit is ernstige nalatigheid! In hun werk richten valse leiders zich alleen op het doorlopen van de formaliteiten en streven ze geen daadwerkelijke resultaten na. Oppervlakkig gezien houden ze regelmatig bijeenkomsten en lijken ze drukker dan de gemiddelde persoon. Het blijft echter onbekend welke problemen ze daadwerkelijk hebben opgelost, welke specifieke taken ze naar behoren hebben afgehandeld en welke resultaten ze hebben bereikt. Niemand kan een duidelijk antwoord geven op deze zaken, ook de valse leiders zelf niet. Maar één ding is zeker: welke problemen mensen ook hebben op de werklocatie, deze valse leiders zijn nergens te bekennen; niemand heeft hen ooit op de werklocatie problemen van mensen zien oplossen. Dus, welk werk doen valse leiders de hele dag? Welke problemen lossen hun bijeenkomsten op? Niemand weet het zeker, en een stapel opgebouwde, onopgeloste problemen wordt uiteindelijk pas ontdekt wanneer hun werk wordt geïnspecteerd. Oppervlakkig gezien lijken valse leiders inderdaad behoorlijk druk bezig – ze hebben “duizend-en-één dingen aan hun hoofd”. Wanneer men echter de resultaten van hun werk onderzoekt, is het een complete puinhoop; het is chaos, en bevat totaal niets van waarde, en het is overduidelijk dat deze valse leiders geen greintje praktisch werk hebben verricht. Ondanks de veelheid aan daadwerkelijke problemen die ze onopgelost hebben gelaten, lijkt hun geweten niet te spreken en voelen ze geen enkel zelfverwijt. Sterker nog, ze zijn zeer zelfvoldaan en vinden zichzelf behoorlijk goed; het ontbreekt hun werkelijk aan rede. Zulke mensen verdienen het niet om leiders of werkers in de kerk te zijn.

Het soort supervisor waarover we zojuist hebben gecommuniceerd, verstaat zijn vak en bezit de nodige werkcapaciteit, maar draagt gewoon geen last en doet zich de hele dag tegoed aan eten, drinken en vermaak, zonder zich met zijn eigenlijke werk bezig te houden of enig praktisch werk te doen. Valse leiders kunnen de toegewezen plicht van dit soort supervisor niet tijdig aanpassen of hem ontslaan, en dit belemmert en hindert het werk, waardoor het niet soepel kan vorderen. Wordt dit niet veroorzaakt door de valse leiders? Hoewel de valse leiders hier niet direct verantwoordelijk voor zijn, maakt hun nalatigheid – hun falen om hun rol als toezichthouder te vervullen – hen indirect verantwoordelijk voor de verliezen die het werk lijdt. Deze valse leiders vervullen hun plicht als toezichthouder niet, ze zijn nalatig in hun verantwoordelijkheden, wat er uiteindelijk toe leidt dat het werk van de kerk verliezen lijdt. Sommige taken komen zelfs tot stilstand en worden stuurloos door de afwezigheid van een geschikte supervisor die de leiding neemt, de kwaliteit bewaakt, en toezicht houdt op het werk en het voortstuwt. Onjuist gebruik van personeel zal dit soort verliezen voor het werk veroorzaken. Hoewel dit soort supervisor een beetje kaliber heeft en het vak enigszins verstaat, houdt hij zich niet bezig met zijn eigenlijke werk, gaat hij vaak zijn eigen weg en volgt hij niet het juiste pad. Zelfs als valse leiders horen dat iemand een probleem met dit soort supervisor heeft gemeld, onderzoeken of behandelen ze het niet meteen, en dit verlamt uiteindelijk het kerkwerk. Wordt dit niet veroorzaakt door de onverantwoordelijkheid van de valse leiders? Ze proberen zelfs hun verantwoordelijkheid te ontlopen door te beweren dat ze de situatie van de supervisor niet begrepen, dat ze dwaas en onwetend waren, denkend dat daarmee de kous af is en dat ze geen verantwoordelijkheid hoeven te dragen. In hun werk handelen valse leiders altijd op een plichtmatige manier. Zelfs wanneer mensen problemen melden, doen ze er geen navraag naar en behandelen ze die niet, en wanneer de dingen misgaan, proberen ze hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Dit is één uiting van valse leiders.

II. Hoe valse leiders supervisors behandelen die een pover kaliber hebben en werkcapaciteit ontberen

Wanneer valse leiders werken, zijn de problemen die ze tegenkomen niet beperkt tot alleen deze situatie – er is er nog een waarin supervisors een pover kaliber en geen werkcapaciteit hebben en de taak niet op zich kunnen nemen. Ook in zulke gevallen verzuimen valse leiders de kwestie direct te onderzoeken en aan te pakken. Waarom is dat? Valse leiders ontberen werkcapaciteit, ze hebben een pover kaliber en geen geestelijk begrip. Ze bekommeren zich nooit om het kaliber van de diverse teamsupervisors, hun vermogen om het werk op zich te nemen, of de omstandigheden van hun werk, en nemen ook niet het initiatief om ernaar te informeren. Ze kunnen supervisors die een pover kaliber hebben en het werk niet op zich kunnen nemen niet doorzien, noch zijn ze op de hoogte van deze zaken. In hun gedachten blijft iedereen die de rol van supervisor op zich neemt, lange tijd in zijn functie, tenzij hij allerlei kwaad bedrijft, de algemene verontwaardiging wekt en door de broeders en zusters wordt afgezet, tenzij iemand zijn problemen aan de Boven meldt en de Boven die persoon direct ontslaat. Anders zullen valse leiders die persoon nooit ontslaan. Ze geloven dat, omdat de broeders en zusters zeiden dat die persoon goed was en hem verkozen, die persoon wel de beste keuze moet zijn. Valse leiders vertrouwen altijd op verbeeldingen en oordelen om te bepalen of iemand werk kan doen en of hij geschikt is om als supervisor op te treden. Er was bijvoorbeeld een supervisor van een dansteam die niet kon dansen en de principes voor het selecteren van dansen niet begreep. Tijdens het choreograferen van een dans wist ze niet of ze een moderne of een klassieke stijl moest kiezen. Strikt genomen had ze geen kennis van dansen. De valse leider kon dit echter niet zien. Hij koos die persoon als supervisor omdat ze enthousiast was en bereid was om op de voorgrond te treden. Hij ging ervan uit dat ze alles begreep en liet haar de broeders en zusters begeleiden. Later nam de valse leider niet de juiste maatregelen op haar werk, observeerde het niet en keek niet hoe goed ze de broeders en zusters begeleidde, of ze een expert of een leek was, of wat ze onderwees gepast was, of dat het in overeenstemming was met de vereisten van Gods huis. Hij kon deze dingen niet onderscheiden en ging er ook niet naar vragen. Als gevolg daarvan werkte iedereen lange tijd zonder enig resultaat, en uiteindelijk werd ontdekt dat de door de valse leider gekozen supervisor helemaal niet kon dansen, en toch deed alsof ze een expert was en anderen aanstuurde. Vertraagde dit het werk niet? Maar de valse leider kon dit probleem niet herkennen en geloofde nog steeds dat ze goed werk leverde. In de gedachten van valse leiders is het simpel: ongeacht wie iemand is, zolang hij maar het lef heeft te spreken, te handelen en werk op zich te nemen, bewijst dit dat hij kaliber heeft en de taak aankan. Durft hij die dingen echter niet te doen, dan bewijst dat dat zijn kaliber onvoldoende is om dat werk aan te kunnen. Sommige mensen zijn stommelingen of onbesuisde heethoofden die brutaal genoeg zijn om alles te doen. Deze mensen weten niet of ze het juiste kaliber hebben of dat ze het werk aankunnen, maar durven toch supervisor te worden. En het blijkt dat nadat ze de rol op zich hebben genomen, het werk geen enkele vooruitgang boekt, en ze, wat voor werk ze ook doen, geen duidelijke koers, geen stappenplan en geen juiste ideeën hebben. Iedereen kan een mening naar voren brengen en zij weten niet of die goed of fout is. Als de een zegt de dingen op een bepaalde manier te doen, vinden ze dat prima, en als een ander zegt ze op een andere manier te doen, vinden ze dat ook prima. En als het erop aankomt welke aanpak daadwerkelijk gevolgd moet worden, laten ze iedereen meepraten, en worden de ideeën van wie het hardst schreeuwt uitgevoerd. Dit soort mensen heeft hoegenaamd geen kaliber, kan niets doorzien en maakt er gewoon een puinhoop van in hun werk, maar valse leiders kunnen supervisors als deze nog steeds niet doorzien. Sommige mensen zeggen: “Die supervisor heeft een heel pover kaliber; hij moet onmiddellijk worden ontslagen!” Maar valse leiders antwoorden: “Ik heb met hem gesproken en hij zei dat hij bereid is om mee te werken. Laten we hem nog een kans geven.” Wat vinden jullie van deze uitspraak? Is dat niet iets wat een dwaas zou zeggen? Wat is er mis met deze uitspraak? (Het is geen kwestie van of hij bereid is om mee te werken of niet; het ontbreekt hem aan kaliber en hij kan het werk gewoonweg totaal niet aan.) Inderdaad, het is geen kwestie van of hij bereid is het te doen; het gaat erom dat hij een veel te pover kaliber heeft en niet weet hoe hij het moet doen – dit is de kern van het probleem. Daarom moeten hun leiders over hersens beschikken en mensen kunnen inschatten, om te zien of deze supervisors het benodigde kaliber bezitten. Deze leiders moeten een uitvoerige evaluatie van hen uitvoeren op basis van hun manier van spreken en communicatie, op basis van de observatie of ze doorgaans gestructureerd en stapsgewijs te werk gaan, en op basis van de feedback van broeders en zusters. Als hun kaliber te pover is en ze de benodigde werkcapaciteit ontberen, als ze van alles wat ze doen een puinhoop maken en als het nietsnutten zijn, dan moeten deze supervisors onmiddellijk worden ontslagen.

Er was een supervisor van een boerderij die een puinhoop maakte van het landbouwwerk. Hij wist niet welke gewassen hij op welk stuk land moest planten, of welk stuk land geschikt was voor het verbouwen van groenten, en hij zocht geen overleg en communiceerde niet met iedereen – hij wist niet hoe hij over deze dingen moest communiceren, dus deed hij het gewoon niet. Hij plantte de gewassen naar eigen goeddunken en liet de principes van Gods huis links liggen. Als gevolg daarvan voerde hij het beplanten van elk stuk landbouwgrond op een chaotische manier uit, waarbij gewassen die in kleine hoeveelheden geplant hadden moeten worden in grote getale werden geplant, en gewassen die in grote hoeveelheden geplant hadden moeten worden in kleine getale. Toen de Boven hem snoeide, was hij nog steeds opstandig en vond hij dat er niets mis was met zijn manier van planten. Zeg Mij, is dit soort supervisors niet erg lastig? Hij wist niet hoe hij zaken moest aanpakken op basis van de door Gods huis vastgestelde principes, of dat hij op basis van het aantal mensen dat op voltijdsbasis hun plicht deed in de kerk moest bepalen hoeveel akkers graan en hoeveel akkers groenten er beplant moesten worden. In plaats daarvan besloot hij op basis van zijn eigen voorkeuren meer van bepaalde gewassen en minder van andere te planten, en hij geloofde dat dit volkomen gepast was. Uiteindelijk plantte hij de gewassen op een warrige manier. Later kwamen de zaailingen op. Sommige waren geel geworden en hadden mest nodig, maar hij wist niet hoeveel hij moest toedienen of wanneer. Sommige gewassen raakten besmet met ongedierte, en hij wist niet of hij er bestrijdingsmiddelen op moest gebruiken of niet. Sommige mensen pleitten voor het gebruik ervan, en sommigen pleitten ertegen, en hij raakte in de war en wist niet wat hij met de bestrijdingsmiddelen aan moest. Op deze manier modderde hij maar wat aan tot het oogstseizoen aanbrak. Hij had ook geen idee hoe lang het groeiseizoen voor elk gewas duurde of wanneer elk gewas rijp zou zijn. Als gevolg daarvan waren de vroeg geoogste granen nog wat groen, terwijl de laat geoogste op de grond vielen. Uiteindelijk werden, ondanks alles, de gewassen geoogst, werden de granen eindelijk opgeslagen en waren de landbouwactiviteiten voor dat jaar min of meer voorbij. Hoe deed de supervisor van de boerderij zijn werk? (Hij maakte er een puinhoop van.) Waarom was het zo’n puinhoop? Zoek de wortel van dit probleem. (Zijn kaliber is extreem pover.) Deze supervisor heeft een extreem pover kaliber! Wanneer hij met zaken werd geconfronteerd, velde hij geen nauwkeurig oordeel, kon hij de principes niet vinden en had hij geen enkele manier of methode om dingen aan te pakken. Dit leidde ertoe dat hij zelfs zo’n eenvoudige taak als het planten van gewassen op een ongelooflijk wanordelijke manier aanpakte en een grote puinhoop van dit werk maakte. Wat zijn de belangrijkste uitingen van een pover kaliber? (Geen nauwkeurig oordeel vellen en de principes niet kunnen vinden.) Zijn deze woorden niet cruciaal? Zullen jullie ze onthouden? Wanneer iemand met kwesties wordt geconfronteerd, duidt het ontbreken van een nauwkeurig oordeel en het onvermogen om de principes te vinden op een extreem pover kaliber. Hoe meer suggesties en hints andere mensen gaven, hoe verwarder deze supervisor werd. Hij dacht dat het geweldig zou zijn als er maar één suggestie was, dan kon hij die als een voorschrift behandelen en zich eraan houden, wat de zaken zo eenvoudig zou maken en zou betekenen dat hij niet hoefde na te denken of te oordelen. Hij was bang dat meerdere mensen suggesties zouden doen, want als hij die hoorde, wist hij niet hoe hij ermee om moest gaan. In werkelijkheid zijn mensen met verstand en een goed kaliber niet bang voor suggesties van anderen. Zij denken dat hun oordeel nauwkeuriger wordt en de foutmarge kleiner wordt wanneer meer mensen suggesties doen. Mensen zonder verstand of kaliber vrezen uiteenlopende meningen en suggesties van meerdere mensen; ze raken perplex wanneer ze met advies uit vele bronnen worden geconfronteerd. Had de supervisor van de boerderij die ik zojuist noemde geen extreem pover kaliber – was hij niet goed genoeg om dit werk aan te kunnen? (Ja.) Sommigen beweren: “Misschien had hij nog nooit op het land gewerkt. Je stond erop dat hij landbouwwerk deed – was dat niet zoiets als een vis dwingen op het droge te leven?” Betekent het niet hebben van eerdere landbouwervaring dat iemand niet kan boeren? Wie heeft de aangeboren vaardigheid om te boeren? Zou het kunnen dat boeren met deze vaardigheid worden geboren? (Nee.) Zijn er ooit boeren geweest die, bij gebrek aan ervaring en zonder te weten hoe te boeren, bij de eerste keer dat ze gewassen plantten geen oogst binnenhaalden en geen graan te eten hadden, wat leidde tot een jaar van honger? Komt zoiets voor? (Nee.) Als dat echt het geval was, zou het een natuurramp zijn, niet het gevolg van mensenwerk. Zulke situaties zijn uiterst zeldzaam! Boeren voorzien in hun levensonderhoud door te boeren, en zelfs degenen die een jaar of twee op het land hebben gewerkt, leren het. Personen met een goed kaliber kunnen wat meer opbrengst van het land halen, terwijl degenen met een pover kaliber misschien een mindere oogst hebben. Bovendien, met de huidige vooruitgang en overvloed aan informatie, is deze informatie, als iemand kaliber heeft, voldoende om als referentie te dienen voor het vellen van nauwkeurige oordelen en het nemen van beslissingen. Hoe uitgebreider en nauwkeuriger de informatie, hoe preciezer hun oordelen en beslissingen worden, en hoe minder fouten ze maken. Bij personen met een pover kaliber is het echter het tegenovergestelde; hoe meer informatie er is, hoe verwarder ze worden. Uiteindelijk wordt elke stap een worsteling en is die zo ontzettend moeilijk voor hen. Landbouw is een race tegen de klok; het werkt niet als je te vroeg of te laat bent. Als je te laat bent en het juiste moment mist, zal de uiteindelijke oogst worden beïnvloed. Gedurende het uitvoeren van de landbouw werd deze supervisor overweldigd, opgejaagd door de tijd en bij elke stap voortgedreven. Hoewel hij er nog in slaagde elke stap te zetten, was het erg zwaar voor hem, en maakte hij er uiteindelijk een puinhoop van. Zulke personen hebben een extreem pover kaliber!

Mensen met een extreem pover kaliber kunnen niet eens één enkele taak goed doen; wat voor werk ze ook doen, ze maken er een grote puinhoop van. Als de leiders van deze supervisors een goed kaliber hebben en hun verantwoordelijkheden kunnen vervullen, behoren ze deze dingen te kunnen zien. Ze behoren supervisors met een pover kaliber te helpen met begeleiding, standaardisatie en controle. Valse leiders slagen hier echter niet in; zij zijn ook niet in staat de dingen te doen die supervisors niet kunnen, en wanneer supervisors hun werk moeilijk vinden of zich onzeker en aarzelend voelen in hun werk, doen valse leiders mee met hun geaarzel. Ze zijn zich er zelfs niet van bewust hoe supervisors het in hun werk doen, hoever ze ermee zijn, welke uitdagingen er zijn ontstaan of welke verwarring ze hebben. Toen iemand die leider naar de landbouw vroeg, zei ze: “Ik ben een leider, ik ben niet verantwoordelijk voor de landbouw.” Hij antwoordde: “Je bent een leider, dus wat is er mis mee je naar de landbouw te vragen? Dit werk valt onder je verantwoordelijkheden.” Ze zei: “Laat me het voor je navragen.” Nadat ze het had nagevraagd, antwoordde ze: “We zijn momenteel aardappelen aan het poten.” Hij vroeg: “Hoeveel aardappelen zijn jullie aan het poten?” Ze antwoordde: “Dat heb ik niet gevraagd, laat me het voor je gaan navragen.” Nadat ze opnieuw navraag had gedaan, antwoordde ze: “We hebben één hectare gepoot.” Hij vroeg: “Welk ras hebben jullie gepoot? Is dat stuk land geschikt voor het telen van aardappelen? Hebben jullie bemest toen jullie ze pootten? Hoe diep zijn de pootaardappelen gepoot?” Ze wist niets van dit alles. Je weet deze dingen niet, maar je informeert er niet naar en zoekt niemand om het aan te vragen – vertraagt dit de boel niet? Ben je dan wel een leider? Wat voor werk doe je als leider? Als je niet eens mensen kunt leiden om dit beetje externe werk te doen, wat voor nut heeft het dan dat je een leider bent? Hoewel het kaliber van de supervisor zelfs zo pover was, ontdekte deze valse leider het niet, en toen haar werd gevraagd hoe het kaliber van de supervisor was, hoe het met de gewassen ging en of een oogst gegarandeerd was, meende ze: “Het is onnodig dat je naar deze dingen informeert; landbouw is zo’n eenvoudige taak! We hebben toch al gewassen op het veld geplant? Hoe zou er geen oogst kunnen zijn?” Ze dacht nergens over na, informeerde nergens naar en had totaal geen verstand. Wat voor leider was dit? (Een valse leider.) Telkens wanneer hij ergens tegenaan liep, rende de supervisor rond als een kip zonder kop. Hij wist niet wie hij moest vragen, of hoe hij informatie moest vinden, of welke kant hij moest kiezen wanneer verschillende informatiebronnen veel verschillende ideeën presenteerden. Deze leider onderzocht deze omstandigheden niet. Ze dacht dat het werk aan deze persoon was overgedragen en dus bekommerde ze zich er totaal niet om. Denken jullie dat een supervisor met zo’n pover kaliber invloed zou hebben op de resultaten van het werk? (Ja.) Wat had de leider dan moeten doen om dit probleem op te lossen? Door dit te onderzoeken en indirect navraag te doen, door de gebeurtenissen die om haar heen plaatsvonden en door het planten van de gewassen van dat seizoen, had ze moeten ontdekken dat de supervisor van een extreem pover kaliber was, dat hij niets kon doen. Hij kon zelfs na jaren van landbouw geen enkele ervaring opnoemen – op dat moment was hij er zelfs niet zeker van hoe hij gewassen moest planten – het had haar duidelijk moeten zijn dat hij een pover kaliber had en niet geschikt was voor de taak. Zo iemand had ontslagen moeten worden! Ze had moeten informeren wie geschikt was om de supervisor te zijn, wie deze taak op zich kon nemen en goed kon uitvoeren, en er zo voor kon zorgen dat het werk van Gods huis niet werd geschaad. Had de valse leider deze instelling? Kon ze deze problemen zien? (Nee.) Haar verstand en ogen waren blind; ze was volkomen blind. Dit is een uiting van valse leiders. Als het gaat om mensen met een pover kaliber, weten ze niet hoe ze hen in hun werk moeten begeleiden, weten ze niet hoe ze hen moeten helpen door controle uit te voeren of hoe ze hun moeilijkheden meteen moeten oplossen, en ze weten zeker niet dat iemand met een pover kaliber de taak niet aankan en snel vervangen moet worden door een geschikt persoon. Valse leiders voeren geen van deze taken uit; ze zijn er niet voor berekend en ze kunnen niets van dit alles zien. Zijn dit geen blinden? Sommige mensen zeggen: “Misschien zijn ze bezig met andere taken. Waarom vraagt U hun steeds om zorg te dragen voor deze onbelangrijke, bijkomstige taken?” Dit zijn taken die leiders moeten doen, hoe kunnen ze als bijkomstige taken worden beschouwd? Deze zaken vallen binnen de verantwoordelijkheden van leiders – zou het goed zijn als ze die verwaarloosden? Als ze dat deden, zou het plichtsverzuim zijn. Elke dag doen deze moeilijkheden en problemen zich voor in hun werk, vlak voor de neus van de leiders, en mensen brengen ze elke dag ter sprake. Het verstand en de ogen van valse leiders zijn echter blind. Ze kunnen niet zien, voelen of aanvoelen dat dit problemen zijn, dus kunnen ze die natuurlijk niet oplossen. Die valse leider was niet in staat te ontdekken dat het kaliber van de supervisor extreem pover was. Ze kon ook de verschillende problemen die zich in zijn werk voordeden niet identificeren. Deze supervisor kon geen problemen aanpakken en wanneer er iets gebeurde, rende hij rond als een kip zonder kop, zonder principes, en maakte hij een puinhoop van het werk, en die valse leider kon niets van dit alles zien of ontdekken. Er is één principe voor hoe valse leiders hun werk doen: zolang ze voor elke taak iemand hebben aangesteld die verantwoordelijk is, beschouwen ze het als afgedaan, en of het kaliber van de supervisor nu goed of slecht is, of hij de taak goed kan doen, of hoeveel problemen zich in het werk voordoen, ze hebben het gevoel dat het niets met hen te maken heeft. Kan zo’n leider nog wel werk gedaan krijgen? Begrijpen ze hoe ze moeten werken? (Nee.) Als je niet begrijpt hoe je moet werken, waarom fungeer je dan als leider? Als je desondanks als leider dient, dan ben je een valse leider. Valse leiders kunnen de diverse uitingen van mensen met een pover kaliber of de diverse problemen die zich voordoen tijdens het vervullen van hun plicht, niet zien of ontdekken. Hun hart is extreem verdoofd. Zijn hun verstand en ogen niet blind? Sommigen zeggen misschien: “Ze zijn niet blind. Je bent steeds bezig hen te belasteren en kwaad over hen te spreken.” De problemen met deze landbouwsupervisor waren zo ernstig, terwijl die valse leider elke dag in zijn nabijheid was en alles wat er gebeurde kon horen en zien. Hoe kon ze dan niet ontdekken of beseffen dat dit problemen waren? Waarom pakte ze deze problemen niet aan of loste ze die niet op? Waren haar verstand en ogen niet blind? Was dit probleem ernstig? (Ja, dat was het.) Dit is een andere uiting van valse leiders – blindheid van verstand en ogen.

Wanneer je een taak toewijst aan iemand met een pover kaliber, kun je aan de manier waarop diegene gewoonlijk spreekt, diens houding en zienswijzen bij het bespreken van werk, en de manier waarop diegene taken aanpakt, zien dat diens kaliber te pover is, dat diens denken chaotisch is, en dat diegene alles met een zekere blindheid en roekeloosheid benadert, en geen enkel doel heeft. Je kunt vaststellen dat deze persoon een extreem pover kaliber heeft, alleen al door naar diens manier van doen te kijken, dus hoef je diegene dan nog lang te observeren? Nee, dat hoeft niet. Valse leiders hebben echter een fataal probleem; dat is dat ze geloven dat, aangezien een persoon al die tijd is blijven werken zonder op te geven, en ze niemand hebben horen rapporteren dat diegene iets slechts doet, of een verstoring of hinder veroorzaakt, of negatief of lui is, dit betekent dat deze persoon het werk nog steeds kan doen. Ze weten niet hoe ze iemands kaliber of diens vermogen om goed werk te leveren moeten beoordelen op basis van diens spraak, houding en zienswijze ten aanzien van zaken, of de manier waarop diegene dingen doet. Ze hebben dit bewustzijn niet; ze zijn verdoofd en hebben geen enkel besef van deze zaak. Ze hebben één zienswijze: zolang een persoon niet stilzit, is alles in orde en kan het werk doorgaan. Denken jullie dat een leider die een dergelijke zienswijze koestert, goed werk kan leveren? Is hij opgewassen tegen de taak? (Nee.) Het zou het werk in de war sturen als je zo iemand leider zou laten zijn, nietwaar? Wanneer iemand zich overgeeft aan eten, drinken en vermaak, en zijn plichten verwaarloost, nemen valse leiders niet de moeite om dit te onderzoeken of aan te pakken, en ze kunnen niet zien of iemands kaliber of karakter goed of slecht is, ongeacht hoe lang ze met diegene in contact zijn geweest. Bezitten deze leiders het arbeidsvermogen van een leider? (Nee.) Dit zijn valse leiders. Valse leiders kunnen niet onderscheiden of iemand een goed kaliber heeft of niet, en ze zijn niet in staat deze specifieke taken uit te voeren. Ze denken dat dit niet tot hun taak behoort. Is dit geen plichtsverzuim? Wat denken jullie, kan iemand met een pover kaliber het werk op zich nemen, of iemand die enig kaliber heeft? (Iemand die enig kaliber heeft.) Daarom is het beoordelen van iemands kaliber en diens competentie voor de taak een kwestie waar leiders en werkers zich om zouden moeten bekommeren en grip op zouden moeten hebben, en het is ook een taak die leiders en werkers zouden moeten uitvoeren. Maar valse leiders begrijpen niet dat dit deel uitmaakt van hun taak, het ontbreekt hun aan dit bewustzijn, en ze kunnen dit deel van hun verantwoordelijkheden niet vervullen. Dit is waar valse leiders hun verantwoordelijkheid verzaken, en het is ook een uiting van het feit dat valse leiders niet opgewassen zijn tegen de taak. Dit is de tweede soort situatie: supervisors hebben een pover kaliber, missen arbeidsvermogen en kunnen hun werk niet op zich nemen, wat een kwestie is die hun kaliber betreft. In deze situatie slagen valse leiders er evenmin in de rol van een leider te spelen en zijn ze niet in staat om supervisors met een pover kaliber direct te ontslaan.

III. Hoe valse leiders supervisors behandelen die anderen kwellen en het werk van de kerk verstoren

De derde soort situatie betreft supervisors die anderen kwellen en beteugelen, en daardoor het werk van de kerk verstoren. De eerste situatie waar we het eerder over hadden, was waar sommige supervisors, ondanks dat ze een relatief goed kaliber hebben en hun werk op zich kunnen nemen, het werk niet serieus nemen en zich er slechts plichtmatig van afmaken, terwijl valse leiders hiervan onwetend zijn en hen niet meteen ontslaan. De tweede situatie betreft sommige supervisors die een pover kaliber hebben en het werk niet op zich kunnen nemen, maar valse leiders merken dit niet op of vervangen hen niet meteen. Deze derde situatie gaat over supervisors die, ongeacht of hun eigen kaliber goed of slecht is, hun eigenlijke werk verzuimen en alleen maar anderen kwellen en beteugelen, en daardoor het werk van de kerkverstoren. Vanaf het moment dat ze als supervisor worden gekozen, proberen ze niet te leren over hun vakgebied of zich daarin te verdiepen, noch zoeken ze de principes van de waarheid, en ze begeleiden zeker geen anderen om hun plichten naar behoren te vervullen. In plaats daarvan vallen ze, bij elke kans die ze krijgen, iemand lastig, en bespotten en kleineren ze een ander; zolang ze de kans krijgen, pronken ze met zichzelf, en wat ze ook doen, ze staan nooit met beide benen op de grond. De ene dag zeggen ze dat mensen de dingen op de ene manier moeten doen, en de volgende dag zeggen ze dat ze die op een andere manier moeten doen; ze verzinnen steeds nieuwe trucs en willen altijd opvallen. Dit alles brengt mensen in een staat van angst. Telkens wanneer ze spreken, voelen sommige mensen hun hart beven. Wanneer ze iedereen hebben onderworpen en iedereen bang en gehoorzaam hebben gemaakt, voelen ze zich opgetogen. Ongeacht of het valse leiders of antichristen zijn, en ongeacht of ze al dan niet aan de macht zijn, dit soort mensen verstoort de rust van de kerk. Niet alleen kunnen ze geen praktisch werk doen of hun plicht normaal vervullen, ze zaaien ook tweedracht en veroorzaken conflicten tussen mensen, en verstoren daardoor het leven van de kerk. Niet alleen kunnen ze anderen niet helpen de waarheid te begrijpen, ze oordelen en veroordelen ook regelmatig mensen, en laten mensen hen in alles gehoorzamen, en beteugelen hen zozeer, dat ze niet weten hoe ze zich gepast moeten gedragen. Vooral wat betreft hoe ze leven, kunnen mensen niet iets eerder of later slapen. Wat ze ook doen, ze moeten de gezichtsuitdrukkingen van deze mensen in de gaten houden, wat het leven extreem vermoeiend maakt. Als zulke mensen supervisor worden, zal iedereen het moeilijk hebben. Als je eerlijk tegen hen spreekt en hun problemen blootlegt, zullen ze zeggen dat je hen opzettelijk aanvalt en ontmaskert. Als je niet met hen over hun problemen praat, zullen ze zeggen dat je op hen neerkijkt. Als je serieus en verantwoordelijk bent in het werk en hun wat advies geeft, zullen ze opstandig zijn, en zullen ze zeggen dat je hen aanvalt en je arrogant noemen. In ieder geval, wat je ook doet, ze zullen het onaangenaam vinden. Ze denken er altijd aan om mensen te kwellen, en ze beteugelen mensen zo dat ze met handen en voeten gebonden raken en het gevoel hebben dat niets wat ze doen juist is. Zulke supervisors verstoren het werk van de kerk.

Valse leiders zijn goed in oppervlakkig werk, maar doen nooit praktisch werk. Ze verzuimen de diverse professionele werkzaamheden te inspecteren, te superviseren of aan te sturen. Ook zoeken ze niet tijdig uit wat er in de verschillende teams speelt, zoals hoe het werk vordert, welke problemen er zijn, of de teamsupervisors competent zijn voor hun taak, en wat de broeders en zusters over hen rapporteren of hoe ze hen beoordelen. Ze gaan niet na of iemand wordt beteugeld door de teamleiders of supervisors, of er gehoor wordt gegeven aan juiste suggesties, of iemand die getalenteerd is of de waarheid nastreeft wordt onderdrukt of buitengesloten, of argeloze mensen worden gepest, of mensen die valse leiders ontmaskeren en rapporteren worden aangevallen, vergeldingsacties tegen hen worden ondernomen, of worden verwijderd of verdreven, of de teamleiders of supervisors kwaadaardige mensen zijn, en of er iemand wordt gekweld. Als valse leiders niets van dit concrete werk doen, behoren ze te worden ontslagen. Stel bijvoorbeeld dat iemand aan een valse leider rapporteert dat er een supervisor is die vaak mensen beteugelt en onderdrukt. De supervisor heeft een aantal dingen verkeerd gedaan, maar hij staat de broeders en zusters niet toe om suggesties te doen, en hij zoekt zelfs excuses om zichzelf te rechtvaardigen en te verdedigen, en geeft nooit zijn fouten toe. Behoort zo’n supervisor niet meteen te worden ontslagen? Dit zijn problemen die leiders tijdig moeten oplossen. Sommige valse leiders staan niet toe dat supervisors die zij hebben aangesteld worden ontmaskerd, ongeacht welke problemen er in hun werk zijn ontstaan, en ze staan zeker niet toe dat ze aan de hogere leiding worden gerapporteerd – ze zeggen mensen zelfs dat ze moeten leren zich te onderwerpen. Als iemand de problemen met een supervisor wel ontmaskert, proberen deze valse leiders hem af te schermen of de ware feiten te verdoezelen, en zeggen ze: “Dit is een probleem met de ingang in het leven van de supervisor. Het is normaal dat hij een arrogante gezindheid heeft – iedereen die een beetje kaliber heeft is arrogant. Het is geen groot probleem, ik hoef alleen maar een beetje met hem te communiceren.” Door de communicatie geeft de supervisor zijn standpunt te kennen en zegt: “Ik geef toe dat ik arrogant ben. Ik geef toe dat er momenten zijn waarop ik me bekommer om mijn eigen ijdelheid, trots en status, en de suggesties van andere mensen niet aanvaard. Maar andere mensen zijn niet goed in dit vak, ze komen vaak met waardeloze suggesties, dus er is een reden waarom ik niet naar hen luister.” Valse leiders proberen de situatie niet grondig te begrijpen, ze kijken niet naar de resultaten van het werk van de supervisor, laat staan hoe zijn menselijkheid, gezindheid en streven zijn. Het enige wat ze doen is de zaken bagatelliseren en zeggen: “Dit is aan mij gerapporteerd, dus ik houd je in de gaten. Ik geef je nog een kans.” Na hun gesprek zegt de supervisor dat hij bereid is berouw te tonen, maar of hij daarna werkelijk berouw toont, of alleen maar liegt en bedriegt, daar slaan valse leiders geen acht op. Als iemand vragen over deze kwestie stelt, zeggen valse leiders: “Ik heb al met hem gesproken en zelfs vele passages van Gods woorden met hem gecommuniceerd. Hij is bereid berouw te tonen en het probleem is al opgelost.” Wanneer die persoon vraagt: “Hoe is de menselijkheid van die supervisor? Is hij iemand die de waarheid aanvaardt? Je hebt hem een kans gegeven, maar zal hij in staat zijn oprecht berouw te tonen en te veranderen?” Valse leiders, die dit niet kunnen doorzien, antwoorden: “Ik houd hem nog steeds in de gaten.” Die persoon antwoordt: “Hoe lang houd je hem al in de gaten? Ben je al tot conclusies gekomen?” Valse leiders zeggen: “Het is al meer dan zes maanden, en ik ben nog steeds niet tot conclusies gekomen.” Als ze na meer dan zes maanden observatie nog geen resultaten hebben, wat voor werkefficiëntie is dat dan? Valse leiders geloven dat één gesprek met de supervisor effectief is en het probleem oplost. Is dit idee geldig? Ze denken dat, zodra ze met iemand hebben gesproken, die persoon kan veranderen, en als iemand zijn voornemen uitspreekt het niet opnieuw te doen, geloven ze diegene volledig, zonder verder onderzoek te doen of de situatie opnieuw te bekijken. Als niemand de zaak verder onderzoekt, doen ze misschien zelfs een half jaar lang niet de moeite om het werk te onderzoeken of maatregelen te nemen. Valse leiders blijven onwetend, zelfs wanneer die supervisor een puinhoop van het werk maakt. Ze kunnen niet onderscheiden hoe de supervisor hen bedriegt en bespeelt. Wat nog hatelijker is, is dat wanneer iemand de problemen van de supervisor rapporteert, valse leiders hem negeren en niet daadwerkelijk onderzoeken of de problemen bestaan of dat de gerapporteerde problemen waar zijn. Ze houden geen rekening met deze problemen – ze hebben echt te veel vertrouwen in zichzelf! Welke situaties er ook in het werk van de kerk opkomen, valse leiders haasten zich niet om ze aan te pakken; ze denken dat het toch hun zorg niet is. De reactie van valse leiders op deze problemen is extreem traag, ze nemen maatregelen en handelen zeer langzaam, ze blijven uitvluchten zoeken en mensen steeds weer een kans geven om berouw te tonen, alsof de kansen die ze mensen geven zo kostbaar en belangrijk zijn, alsof ze hun lot kunnen veranderen. Valse leiders weten niet hoe ze iemands aard en essentie moeten doorzien aan de hand van diens uitingen. Ze kunnen op basis van iemands aard en essentie niet beoordelen welk pad diegene bewandelt, en op basis van dat pad niet inschatten of diegene geschikt is als supervisor of voor leiderschapswerk. Ze zijn niet in staat de dingen op die manier te zien. Valse leiders zijn in hun werk slechts tot twee dingen in staat: ten eerste, mensen apart nemen voor een gesprek en de schijn ophouden; ten tweede, mensen kansen geven, anderen behagen en niemand beledigen. Doen ze praktisch werk? Duidelijk niet. Maar valse leiders geloven dat iemand apart nemen voor een gesprek praktisch werk is. Ze beschouwen deze gesprekken als zeer waardevol en belangrijk, en zien de lege woorden en doctrines die ze uitkramen als ongelooflijk veelbetekenend. Ze denken dat ze door deze gesprekken grote problemen hebben opgelost en praktisch werk hebben verricht. Ze weten niet waarom God oordeelt en tuchtigt, snoeit, of mensen beproeft en loutert. Ze weten niet dat alleen Gods woorden en de waarheid de verdorven gezindheden van de mens kunnen oplossen. Ze stellen Gods werk en Gods redding van de mensheid al te eenvoudig voor! Ze geloven dat het spreken van een paar woorden en doctrines een vervanging is voor Gods werk, dat het het probleem van de verdorvenheid van de mens kan oplossen. Is dit niet de dwaasheid en onwetendheid van valse leiders? Valse leiders bezitten niet het geringste beetje waarheidswerkelijkheid, dus waarom zijn ze zo zelfverzekerd? Zullen mensen zichzelf beter leren kennen door het uitkramen van een paar doctrines? Zullen ze daardoor hun verdorven gezindheden af kunnen werpen? Hoe kunnen deze valse leiders zo onwetend en naïef zijn? Is het oplossen van iemands foutieve praktijken en verdorven gedrag werkelijk zo eenvoudig? Is het probleem van de verdorven gezindheden van de mens zo gemakkelijk op te lossen? Valse leiders zijn zo dwaas en oppervlakkig! God gebruikt niet slechts één methode om het probleem van de verdorvenheid van de mens op te lossen. Hij gebruikt vele methoden en schept verschillende omgevingen om mensen te onthullen, te zuiveren en te vervolmaken. Valse leiders daarentegen verrichten werk op een ongelooflijk eentonige en oppervlakkige manier: ze nemen mensen apart voor een gesprek, doen een beetje werk om mensen te adviseren over hun denkwijzen, sporen mensen een beetje aan, en geloven dat dit praktisch werk doen is. Dit is oppervlakkig, nietwaar? En welk probleem gaat er schuil achter deze oppervlakkigheid? Is het geen naïviteit? Valse leiders zijn extreem naïef, en ze bekijken mensen en dingen ook op een ongelooflijk naïeve manier. Niets is moeilijker op te lossen dan de verdorven gezindheden van mensen – een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. Valse leiders kunnen dit probleem totaal niet doorzien. Daarom, als het gaat om het soort supervisors in de kerk die voortdurend verstoringen veroorzaken, die altijd mensen beteugelen en kwellen, doen valse leiders niets anders dan met hen praten en hen met een paar woorden snoeien, en dat is het dan. Ze passen hun toegewezen plicht niet direct aan en ontslaan hen niet. Deze aanpak van valse leiders veroorzaakt enorme schade aan het werk van de kerk, en leidt er vaak toe dat het kerkwerk wordt opgehouden, vertraagd, beschadigd en verhinderd om normaal, soepel en efficiënt te verlopen vanwege de hinder door enkele kwaadaardige mensen – wat allemaal een ernstig gevolg is van het feit dat valse leiders handelen op basis van hun gevoelens, de waarheidsprincipes schenden en de verkeerde mensen inzetten. Uiterlijk gezien is het niet zo, dat valse leiders opzettelijk talloze slechte daden begaan, of hun eigen gang gaan en hun eigen onafhankelijke koninkrijken stichten, zoals antichristen doen. Maar valse leiders zijn niet in staat om de diverse problemen die in het werk van de kerk opkomen meteen op te lossen, en wanneer er problemen ontstaan met supervisors van diverse teams, en wanneer die supervisors hun werk niet op zich kunnen nemen, zijn valse leiders niet in staat om hun toegewezen plicht meteen aan te passen of hen te ontslaan, wat ernstige verliezen voor het kerkwerk met zich meebrengt. En dit alles wordt veroorzaakt door het plichtsverzuim van de valse leiders. Zijn valse leiders niet zeer verachtelijk? (Ja.)

IV. Hoe valse leiders supervisors behandelen die tegen de werkregelingen ingaan en naar eigen inzicht te werk gaan

Valse leiders pakken de slechte daden in de kerk niet tijdig aan, zoals wanneer supervisors anderen kwellen, hen beteugelen en het werk van de kerk verstoren. Evenzo kunnen valse leiders, wanneer sommige supervisors tegen de werkregelingen van Gods huis ingaan en naar eigen inzicht te werk gaan, geen passende oplossingen bedenken om deze problemen meteen op te lossen. Dit resulteert in schade aan het werk van de kerk en aan de materiële en financiële middelen van Gods huis. Valse leiders zijn naïef en oppervlakkig; ze begrijpen de principes van de waarheid niet en kunnen al helemaal de aard en essentie van mensen niet doorgronden. Dientengevolge doen ze hun werk vaak oppervlakkig, handelen ze voor de vorm, houden ze zich aan regeltjes en roepen ze leuzen, maar verzuimen ze om ter plaatse het werk te inspecteren, elke supervisor waar te nemen, vragen over hem te stellen, of tijdig te informeren naar wat deze supervisors hebben gedaan, wat de principes achter hun handelen zijn en wat de uiteindelijke gevolgen zijn. Als gevolg daarvan zijn ze totaal onwetend over wie de mensen die ze inzetten werkelijk zijn en wat ze hebben gedaan. Wanneer deze supervisors dus heimelijk tegen de werkregelingen van Gods huis ingaan en naar eigen inzicht te werk gaan, weten valse leiders dit niet alleen niet, maar verdedigen ze hen zelfs. Zelfs als ze erover horen, onderzoeken ze het niet en pakken ze het niet meteen aan. Valse leiders zijn enerzijds incompetent in hun werk en anderzijds plegen ze plichtsverzuim. Laten we een voorbeeld geven. Een bepaalde leider selecteerde iemand die uit een ander team was geëlimineerd om planttechnicus te worden. Hij controleerde niet of deze persoon relevante ervaring en expertise had, of ze het werk goed kon doen, en of ze een serieuze en verantwoordelijke houding had. Nadat hij haar in die rol had geplaatst, liet hij haar volledig zonder toezicht en zei: “Ga je gang en begin met het planten van groenten. Je kunt de zaden kiezen en ik keur elk bedrag dat je uitgeeft goed. Doe dit werk maar zoals het jou goeddunkt!” De leider zei dit, en dus begon deze supervisor het werk naar eigen goeddunken te doen. Haar eerste taak was het selecteren van de zaden. Toen ze online zocht, ontdekte ze: “Er zijn gewoon te veel verschillende soorten groenten – deze wijde wereld zit vol buitengewone dingen! Zaden kiezen is best leuk. Ik heb dit werk nog nooit gedaan en ik wist niet dat ik er zo in geïnteresseerd zou zijn. Aangezien ik er zo in geïnteresseerd ben, ga ik er helemaal voor!” Ze opende eerst de sectie met tomatenzaden en was stomverbaasd. Er waren allerlei soorten en maten, en qua kleur waren er rode, gele en groene. Eén soort was zelfs veelkleurig – zoiets had ze nog nooit gezien en dit verbreedde echt haar horizon! Maar hoe moest ze de juiste zaden kiezen? Ze besloot van elke soort wat te planten, vooral de veelkleurige soort die er zo uniek uitzag. De supervisor selecteerde meer dan tien soorten tomaten in verschillende maten, kleuren en vormen. Na het selecteren van de tomatenzaden was het tijd om hetzelfde te doen voor aubergines. De auberginesoorten die mensen doorgaans eten, zijn de lange paarse of de witte, maar zij dacht: “Aubergines moeten niet beperkt blijven tot alleen deze twee soorten. Er zijn groene, gestreepte, lange, ronde en ovale varianten. Ik kies van elke soort een beetje, zodat iedereen zijn horizon kan verbreden en allerlei verschillende aubergines kan eten. Kijk eens hoe bedreven en doortastend ik als supervisor ben in het selecteren van zaden, hoe attent ik voor de broeders en zusters ben en ieders smaak tevredenstel.” Vervolgens selecteerde ze uienzaden. Er waren in dat gebied in totaal veertien uiensoorten en ze selecteerde ze allemaal. Toen ze klaar was, voelde ze zich behoorlijk tevreden. Is deze supervisor ‘doortastend’? Wie zou zoveel soorten durven kiezen? Later bleef Ik deze zaak analyseren, en iemand zei zelfs: “Er zijn in dit gebied niet slechts veertien soorten; er zijn er nog een paar die ze niet heeft geselecteerd!” Wat ze bedoelden was dat veertien soorten niet zo veel was en dat er nog andere waren die de supervisor niet had geselecteerd, dus had ze niets verkeerds gedaan. Is de persoon die dit zei niet traag van begrip? Dit is traag van begrip zijn, de menselijke taal niet begrijpen en onwetend zijn over waarom Ik de zaak analyseerde. Na het selecteren van de uienzaden koos de supervisor ook minstens acht soorten aardappelen. Wat was haar doel bij het selecteren van zoveel soorten? Om ieders horizon te verbreden en hen diverse smaken te laten proeven. De supervisor geloofde dat de zaadselectie gebaseerd moest zijn op het principe om de broeders en zusters ten goede te komen. Wat vind je van haar motivatie? Is handelen vanuit een houding van aan ieders belang denken en iedereen dienen het principe dat door Gods huis wordt vereist? (Nee.) Wat is dan het principe van Gods huis voor de zaadselectie? Plant geen vreemde en zeldzame soorten die we normaal niet eten. Wat betreft soorten die we normaal wel eten: als we ze nog niet eerder hebben geplant en niet weten of ze geschikt zijn voor de grond en het klimaat ter plaatse, selecteer dan één of twee soorten, hooguit drie of vier. Ten eerste moeten ze geschikt zijn voor de grond en het klimaat ter plaatse; ten tweede moeten ze gemakkelijk te kweken zijn en niet vatbaar voor ziekten en plagen; ten derde moeten ze zaden opleveren voor het volgende jaar; en ten slotte moeten ze een goede oogst opleveren. Als ze heerlijk zijn maar de oogst die ze opleveren slecht is, zijn ze niet geschikt. Handelde deze supervisor, afgaande op de kwestie van de zaadselectie, in overeenstemming met de principes? Heeft ze gezocht? Heeft ze zich gewonnen gegeven? Heeft ze rekening gehouden met Gods huis? Handelde ze met de houding die ze bij het vervullen van een plicht zou moeten hebben? (Nee.) Het is duidelijk dat ze slechte dingen deed en amok maakte, openlijk tegen de werkregelingen van Gods huis inging en naar eigen inzicht te werk ging! Ze verkwanselde Gods offergaven op deze manier om haar persoonlijke nieuwsgierigheid en speelsheid te bevredigen en behandelde zo’n belangrijke taak als een spel, maar haar valse leider liet haar haar gang gaan zonder vragen te stellen of in te grijpen. Toen hem werd gevraagd: “Heeft de supervisor die je hebt gekozen eigenlijk wel werk verricht? Wat waren de resultaten? Heb je haar geholpen door de zaadselectie te controleren?”, schonk hij geen aandacht aan deze zaken en zei alleen: “De zaden zijn geplant; we zijn tijdens het planten ter plekke aanwezig geweest.” Hij bekommerde zich niet om enige andere kwestie. Hoe werd het probleem met deze supervisor uiteindelijk ontdekt? Ze plantte wat aardbeien en volgens de relevante technische voorschriften mogen aardbeienplanten in het eerste jaar niet worden afgedekt of vrucht dragen, en moeten alle bloemen worden verwijderd; anders zullen er het tweede jaar geen vruchten zijn, en zelfs als er het eerste jaar wel vruchten zijn, zullen die heel klein zijn. Hoewel deskundigen dit aan de supervisor vertelden, wilde ze niet luisteren. Haar redenering was gebaseerd op informatie online die stelde dat het acceptabel was om aardbeienplanten in het eerste jaar met plasticfolie af te dekken en ze vrucht te laten dragen. Het resultaat was dat ze diverse misvormde, kleine aardbeien opleverden die bedekt waren met zaadjes – sommige zuur, sommige zoet en sommige smaakloos – er waren allerlei soorten. Het probleem was zo ernstig geworden, maar de valse leiders daar negeerden het volledig. Waarom? Omdat ze dachten dat zij die aardbeien toch niet te eten zouden krijgen, kozen ze ervoor de kwestie te negeren. Betekent het feit dat je iets niet te eten krijgt dat je je er niet om hoeft te bekommeren? En de aardappelen en uien die ze wel te eten zouden krijgen – bekommerden ze zich daarom? Geen van deze valse leiders bekommerde zich erom; ze keken gewoon toe hoe de supervisor haar gang ging. Op een dag bezocht Ik hen en iemand meldde dat de sla oud was geworden en dat, als ze die niet snel oogstten, niemand die meer zou kunnen eten en de sla verloren zou gaan. De supervisor stond er echter op de sla te laten staan en zei dat als ze die oogstten, ze andere groenten zouden moeten planten, wat ze lastig vond. Ondanks dat ze hiervan wisten, deden de valse leiders niets. Uiteindelijk moest de Boven hen bevelen de sla snel te oogsten en de situatie af te handelen; anders zou de sla het land bezet houden en verhinderen dat de zomergroenten geplant konden worden. Ondanks dat er zo’n aanzienlijk probleem in het werk ontstond, deed geen van de valse leiders er iets aan; ze waren te bang om mensen te beledigen. De supervisor was namelijk gepromoot door een valse leider. Na haar promotie controleerde hij haar werk nooit, liet haar vrij handelen en bood haar steun en rugdekking. De andere leiders durfden niet in te grijpen en speelden met hen onder één hoedje, waardoor er uiteindelijk zoveel problemen ontstonden. Dit is het werk dat de leiders deden. Kunnen zij nog wel leiders worden genoemd? Ondanks dat er zo’n ernstig probleem recht onder hun neus plaatsvond, zagen ze het niet als een probleem, laat staan dat ze het oplosten. Zijn dit dan geen valse leiders? (Ja, dat zijn het.) Enerzijds waren het jaknikkers en waren ze bang om anderen te beledigen. Anderzijds wisten ze niet hoe ernstig het probleem was, ontbrak het hun aan een accuraat oordeel, wisten ze niet dat het een probleem was en waren ze zich er niet van bewust dat dit werk binnen hun verantwoordelijkheden viel. Zijn het geen nietsnutten en verkwisters? Is dit geen plichtsverzuim? (Ja.) Dit is de vierde situatie: supervisors die tegen de werkregelingen van Gods huis ingaan en naar eigen inzicht te werk gaan. We hebben een voorbeeld gegeven dat de uiting van plichtsverzuim van valse leiders in deze kwestie blootlegt en de aard en essentie van valse leiders aan het licht brengt.

V. Hoe valse leiders omgaan met supervisors die antichristen zijn en onafhankelijke koninkrijken stichten

Een andere situatie is wanneer supervisors in opstand komen tegen hun superieuren en onafhankelijke koninkrijken stichten – deze supervisors zijn antichristen. Valse leiders zijn niet in staat de rol van toezichthouder te spelen als het gaat om kwesties als supervisors met een pover kaliber, een slechte menselijkheid of die amok maken en slechte dingen doen. Ze verzuimen ook om het werk dat dit soort supervisors doen en hun problemen tijdig te inspecteren en daar vragen over te stellen om te bepalen of ze geschikt zijn. Evenzo zijn valse leiders nog minder in staat om de aard en essentie van antichristen, die sinistere en venijnige mensen zijn, te doorgronden. Niet alleen zijn ze niet in staat dit te doorgronden, tegelijkertijd zijn ze enigszins bang voor deze mensen, en een beetje hulpeloos en machteloos, in die mate dat ze zich meestal door de antichristen bij de neus laten nemen. Hoe ernstig kan dit worden? Antichristen kunnen kliekjes vormen binnen de werkgebieden van valse leiders, hun eigen krachten aantrekken en onafhankelijke koninkrijken stichten, en uiteindelijk kunnen ze de macht overnemen, de dienst gaan uitmaken en de valse leiders tot stroman degraderen. Op de een of andere manier blijven deze valse leiders onwetend van de dingen die antichristen beslissen en weten, en tasten ze hierover in het duister. Ze komen er pas achter nadat er iets gebeurt en iemand het aan hen meldt, maar dan is het al te laat. Valse leiders vragen de antichristen zelfs waarom ze niet op de hoogte zijn gebracht, en hun antwoord is: “Wat heeft het voor zin om het je te vertellen? Je kunt toch geen beslissingen nemen, dus het was niet nodig dit met je te bespreken; we hebben zelf de beslissing genomen. Zelfs als we je op de hoogte hadden gebracht, zou je het er zeker mee eens zijn geweest. Welke mening had je kunnen hebben?” Valse leiders zijn hulpeloos in zulke zaken. Als je deze antichristen niet kunt onderscheiden, oplossen of aanpakken, zou je hen moeten rapporteren aan de Boven, maar zelfs dat durf je niet – ben je dan geen nietsnut? (Ja.) Wanneer ze met zulke zaken worden geconfronteerd, komen deze grote nietsnutten alleen maar huilend bij Mij klagen en mopperen: “Het is niet mijn schuld; ik heb die beslissing niet genomen. Of de beslissing die zij namen juist was of niet, heeft niets met mij te maken, want ze hebben me niet op de hoogte gebracht of erover verteld toen ze het deden.” Wat bedoelen ze hiermee? (Ze schuiven de verantwoordelijkheid van zich af.) Als leider hoor je deze zaken te weten en er grip op te hebben; als antichristen je niet op de hoogte brengen van dingen, waarom ga je er dan niet proactief zelf naar vragen? Als leider hoor je elke zaak te organiseren, daar de leiding over te nemen en erover te beslissen; als ze je nergens van op de hoogte brengen, zelf beslissingen nemen en je achteraf facturen sturen om te ondertekenen, eigenen ze zich dan niet je gezag toe? Zodra valse leiders te maken krijgen met antichristen die het werk van de kerk verstoren, staan ze perplex; ze zijn zo hulpeloos als dwazen tegenover een wolf en staan er machteloos bij terwijl ze tot stroman worden gedegradeerd en hun gezag wordt toegeëigend. Ze kunnen er helemaal niets aan doen – wat een stel waardeloze stakkers! Ze kunnen geen problemen oplossen, ze kunnen antichristen niet onderscheiden of ontmaskeren, en ze kunnen hen zeker niet beletten slechte daden te begaan. Tegelijkertijd rapporteren ze deze problemen niet aan de Boven. Zijn dit geen nietsnutten? Wat heeft het voor zin om jou als leider te kiezen? Antichristen maken amok en doen slechte dingen, verkwanselen openlijk offergaven en vormen machtsgroeperingen die ze leiden en stichten onafhankelijke koninkrijken binnen de kerk; ondertussen verzuim jij totaal toezicht op hen te houden, hen te ontmaskeren, te beteugelen of aan te pakken, en toch kom je bij Mij klagen. Wat voor leider ben jij? Je bent werkelijk een nietsnut! Wat ze ook doen, deze bendes onder leiding van antichristen houden heimelijk onderling overleg en nemen dan beslissingen zonder dat ze daartoe gemachtigd zijn. Ze geven leiders niet eens het recht om te weten wat er aan de hand is, laat staan het recht om beslissingen te nemen. Ze negeren de leiders rechtstreeks, zwaaien zelf met de scepter en maken de dienst uit. Wat doen de leiders die hen moeten aansturen te midden van dit alles? Ze falen volkomen in het inspecteren, toezicht houden, beheren of nemen van beslissingen met betrekking tot dit werk. Uiteindelijk laten ze de antichristen de boel overnemen en over hen heersen. Ontstaat dit probleem niet door het werk van valse leiders? Wat is de essentie van dit probleem? Waar komt het vandaan? Het komt voort uit het feit dat valse leiders een pover kaliber hebben, geen arbeidsvermogen bezitten en antichristen totaal geen respect voor hen hebben. Antichristen denken: “Wat kun je als leider nou doen? Ik luister toch niet naar je en ik blijf over je heen stappen om dingen te doen. Als je dit aan de Boven rapporteert, zullen we je kwellen!” Valse leiders durven zulke zaken niet te rapporteren. Valse leiders hebben niet alleen geen arbeidsvermogen, ze missen ook de moed om de principes te handhaven, ze zijn bang om mensen te beledigen en missen volledig elke trouw – is dit geen ernstig probleem? Als ze werkelijk enig kaliber hadden en de waarheid begrepen, zouden ze bij het zien dat die kerels niet deugen, denken: Ik durf hen niet alleen te ontmaskeren, dus communiceer ik met enkele broeders en zusters die de waarheid nastreven en begrijpen om deze problemen op te lossen. Als we na de communicatie met hen de antichristen nog steeds niet kunnen aanpakken, rapporteer ik het probleem aan de Boven en laat hen het oplossen. Iets anders kan ik niet doen, maar ik moet eerst de belangen van Gods huis beschermen; de kwesties die ik heb doorgrond en de problemen die ik heb ontdekt, mogen absoluut niet verder escaleren. Is dit geen manier om het probleem aan te pakken? Kan het ook niet worden beschouwd als het vervullen van je verantwoordelijkheid? Als je dit zou kunnen doen, dan zal de Boven niet zeggen dat je een pover kaliber hebt en geen arbeidsvermogen bezit. Je kunt echter niet eens problemen aan de Boven rapporteren, dus word je gekenmerkt als een nietsnut en een valse leider. Je hebt niet alleen een pover kaliber en geen arbeidsvermogen, je hebt zelfs niet het geloof en de moed om op God te vertrouwen om de antichristen te ontmaskeren en tegen hen te strijden. Ben je dan geen nietsnut? Zijn degenen wier macht is toegeëigend door antichristen meelijwekkend? Ze klinken misschien meelijwekkend; ze hebben niets verkeerds gedaan en in hun werk zijn ze zeer voorzichtig, erg bang om fouten te maken, gesnoeid te worden en door de broeders en zusters te worden geminacht. Toch worden ze uiteindelijk recht voor hun ogen volledig door antichristen van hun macht beroofd, niets wat ze zeggen heeft enig effect en het maakt niet echt uit of ze er zijn of niet. Ze lijken misschien meelijwekkend aan de oppervlakte, maar ze zijn eigenlijk behoorlijk verachtelijk. Zeg Mij, kan Gods huis problemen oplossen die mensen niet kunnen oplossen? Zouden mensen problemen moeten rapporteren aan de Boven? (Ja, dat zouden ze moeten doen.) In Gods huis zijn er geen problemen die niet kunnen worden opgelost, en Gods woorden kunnen elke kwestie oplossen. Heb je een waar geloof in God? Als je zelfs dit beetje geloof niet hebt, hoe ben je dan gekwalificeerd om een leider te zijn? Ben je dan geen waardeloze stakker? Dit gaat niet alleen over het feit dat je een valse leider bent; je mist zelfs het meest elementaire geloof in God. Je bent een niet-gelovige en je verdient het niet om een leider te zijn!

Met betrekking tot de vierde verantwoordelijkheid van leiders en werkers hebben we vijf situaties opgesomd om aan het licht te brengen hoe valse leiders diverse werkzaamheden en supervisors benaderen. Op basis van deze vijf situaties hebben we de verschillende uitingen van het extreem povere kaliber, de incompetentie en het onvermogen van valse leiders om praktisch werk te doen, geanalyseerd. Wordt het door op deze manier te communiceren iets duidelijker hoe je valse leiders kunt onderscheiden? (Ja.) Goed dan, laten we onze communicatie voor vandaag hier beëindigen. Tot ziens!

23 januari 2021

Vorige: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (2)

Volgende: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (4)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wie ben jij trouw?

Op dit moment is elke dag die jullie leven cruciaal en van het uiterste belang voor jullie bestemming en jullie lot. Daarom moeten jullie...

Wat weet jij over het geloof?

In de mens bestaat alleen het onzekere woord van geloof, maar de mens weet niet waar geloof uit bestaat, laat staan waarom hij geloof...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger