528 Mensen brengen Gods woorden gewoon niet in praktijk
1 God heeft geen woorden meer, maar de mensen zijn helemaal niet bijgebleven, ze zijn te ver achterop geraakt, niet in staat om bij elke stap dichtbij te blijven, niet in staat om de voetstappen van het Lam nauwgezet te volgen. Waar ze zich aan hadden moeten houden, daar hebben ze zich niet aan gehouden; wat ze in praktijk hadden moeten brengen, hebben ze niet in praktijk gebracht; waar ze voor hadden moeten bidden, hebben ze niet voor gebeden; wat ze buiten beschouwing hadden moeten laten, hebben ze niet buiten beschouwing gelaten. Ze hebben geen van deze dingen gedaan. Daarom is deze praat over het bijwonen van het feestmaal leeg. Het heeft helemaal geen werkelijke betekenis en bestaat alleen in hun verbeelding. Je zou kunnen zeggen dat vanuit het huidige standpunt mensen zich nog helemaal niet van hun plicht hebben gekweten. Alles is afhankelijk geweest van dat God dingen Zelf deed en zei. De rol van mensen is veel te beperkt geweest. Mensen zijn allemaal nutteloos uitschot en niet in staat om met God samen te werken.
2 God heeft honderdduizenden woorden gesproken, maar mensen hebben er geen enkele van in praktijk gebracht: ongeacht of het nu gaat om vlees verzaken, loslaten van opvattingen, beoefenen van gehoorzaamheid aan God bij alle dingen terwijl ze onderscheidingsvermogen ontwikkelen en inzicht verkrijgen, geen plaats inruimen voor mensen in hun hart, verwijderen van de idolen in hun hart, verzet tonen tegen hun verkeerde opvattingen, niet handelen vanuit hun emoties, dingen eerlijk en zonder vooringenomenheid doen, meer aandacht besteden aan Gods belangen en hun invloed op anderen wanneer ze spreken, meer dingen doen die Gods werk ten goede komen, rekening houden met Gods huis in alles wat ze doen, hun emoties niet hun gedrag laten overheersen, negeren wat hun eigen lichaam behaagt, egoïstische oude opvattingen verwijderen enzovoort. Maar mensen hebben er geen enkele van in praktijk gebracht.
3 Ze begrijpen eigenlijk sommige van alle eisen al die God aan de mens stelt, maar ze zijn gewoon niet bereid om ze in praktijk te brengen. Wat kan God nog meer doen en hoe kan Hij hen verder nog in beweging krijgen? Hoe kunnen de zonen van de rebellie in de ogen van God nog steeds het lef hebben om Zijn woorden op te pakken en die te bewonderen? Hoe hebben ze het lef om Gods voedsel te eten? Waar is het geweten van de mens? Ze hebben het allerminste niet eens gedaan van de plichten die ze zouden moeten hebben vervuld; om nog maar te zwijgen van hun uiterste best doen. Leven ze niet in een opiumdroom? Je kunt niet over de werkelijkheid spreken zonder beoefening. Dit is een feit dat zo klaar is als een klontje!
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Richt je meer op de realiteit