1

Het maakt me niet uit hoe zwaar het pad is van het geloof in God;

ik voer slechts Gods wil uit als mijn roeping;

het kan me nog minder schelen of ik in de toekomst zegeningen zal ontvangen of tegenslagen krijg.

Nu ik vastbesloten ben om God lief te hebben, zal ik tot het einde toe trouw zijn.

Ongeacht wat voor gevaren of moeilijkheden er ook achter me op de loer liggen,

ongeacht wat mijn einde ook zal zijn,

om Gods dag van heerlijkheid te verwelkomen

zal ik Gods voetstappen nauwkeurig volgen en voortstreven.

2

Ik zie dat Gods hart zich zorgen maakt.

Hoe moet ik mijn plicht doen om Gods last te delen?

Het pad naar het verbreiden van het evangelie van het koninkrijk is lang en zwaar.

Als ik God liefheb, hoor ik te lijden om van Hem te getuigen.

Aangezien ik heb verkozen God lief te hebben, hoor ik mezelf aan Hem te wijden.

Ik ben bereid wat dan ook te ondergaan om Gods hart te troosten.

God doorstaat zulke grote vernederingen om de mensheid te redden.

Als wij God liefhebben, horen we rekening te houden met Zijn wil.

God stelt ons op de proef om te zien of wij oprecht van Hem houden of niet.

Als wij de waarheid begrijpen, horen we alles op alles te zetten om van God te getuigen.

Ongeacht hoe groot de vervolgingen, beproevingen en ellende zijn,

zal de liefde voor God en het uitvoeren van Zijn wil altijd op de eerste plaats komen,

en zullen wij zeker Zijn lof verwerven.