Vers 1

Om het kwade te vermijden, moet je God leren vrezen.

Om ontzag te krijgen, moet je over God leren.

Om over God te leren moet je Zijn woord beoefenen,

proef van Zijn oordeel en van Zijn tucht.

God vrezen en het kwaad vermijden, is op talloze manieren verbonden,

verbonden met de kennis van God.

Alleen wanneer je God kent kan je Hem vrezen en het kwaad vermijden.

Vers 2

Om Gods woord te praktiseren,

moet je oog in oog komen staan met God en Zijn woorden.

Vraag God je omgeving klaar te maken,

zodat je Zijn woord ondervinden kunt.

God vrezen en het kwaad vermijden, is op talloze manieren verbonden,

verbonden met de kennis van God.

Alleen wanneer je God kent kan je Hem vrezen en het kwaad vermijden.

Vers 3

Om oog in oog te staan met Gods woord,

dat vergt een eerlijk hart, en het verlangen naar waarheid.

Het vergt verlangen een echt mens te zijn,

je wil om te lijden, en het kwaad te vermijden.

God vrezen en het kwaad vermijden, is op talloze manieren verbonden,

verbonden met de kennis van God. Alleen wanneer je God kent kan je Hem vrezen.

God vrezen en het kwaad vermijden, is op talloze manieren verbonden,

verbonden met de kennis van God.

Alleen wanneer je God kent kan je Hem vrezen en het kwaad vermijden.

Vers 4

Ga voorwaarts, wees dicht bij God, de waarde van je zijn zal bloeien.

Je hart wordt zuiverder, je leven straalt, schitterend en zinvol.

God vrezen en het kwaad vermijden, is op talloze manieren verbonden,

verbonden met de kennis van God. Alleen wanneer je God kent kan je Hem vrezen.

God vrezen en het kwaad vermijden, is op talloze manieren verbonden,

verbonden met de kennis van God.

Alleen wanneer je God kent kan je Hem vrezen en het kwaad vermijden.

Naar Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Voorwoord