20 Het aangezicht van de Koning van het koninkrijk is glorieus zonder gelijke
1 God heeft een nieuw begin gemaakt op aarde en wordt verheerlijkt op aarde. Vanwege het uiteindelijke mooie tafereel, kan God niet anders dan de passie in Zijn hart uitdrukken: “Mijn hart klopt en op het ritme van mijn hartslag springen de bergen van vreugde, de wateren dansen van vreugde, en de golven slaan de maat op de rotsachtige riffen. Het is moeilijk om uit te drukken wat er in mijn hart leeft.” Hieruit kan worden afgeleid dat wat God gepland had, is wat God al heeft volbracht, dat het vooraf door God was bepaald en precies is wat God mensen laat ervaren en aanschouwen.
2 Het vooruitzicht van het koninkrijk is prachtig, de Koning van het koninkrijk is de overwinnaar, van top tot teen is er geen spoor van vlees en bloed, alles aan Hem is heilig. Zijn hele lichaam gloeit van heilige glorie, volkomen onaangetast door menselijke ideeën, Zijn hele lichaam, van boven naar beneden, bruist van gerechtigheid en de aura van de hemel en geeft een heerlijke geur af. Zoals de geliefde in Hooglied, is Hij nog mooier dan alle heiligen, hoger dan de oude heiligen, Hij is het voorbeeld onder alle mensen, en onvergelijkbaar met de mens; mensen zijn niet geschikt om rechtstreeks naar Hem te kijken. Niemand kan in de buurt komen van Gods glorieuze gelaat, Gods uiterlijk of Gods beeld.
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Interpretaties van de mysteriën van “Gods woorden aan het hele universum”, hfst. 12