36. Na het het aanvaarden van Gods redding in de laatste dagen, valt ons een nieuw leven ten deel
Ik ben schoonheidsspecialiste en mijn man is boer. We hebben elkaar in Maleisië ontmoet bij een evenement waarbij met sinaasappels wordt gegooid, een traditionele activiteit voor vrouwen die proberen liefde te vinden. Ons huwelijk, voltrokken door een voorganger, vond een jaar later plaats in een kerk. Ik was diep ontroerd door het gebed dat de voorganger uitsprak voor ons huwelijk en hoewel ik niet gelovig was, smeekte ik God toch stilletjes: “Laat deze man me onwankelbaar liefhebben en voor me zorgen, en voor de rest van mijn leven mijn metgezel zijn.”
Nadat we aan ons huwelijksleven waren begonnen, kwamen de conflicten tussen mijn man en mij één voor één naar boven. Hij verliet het huis elke ochtend om vier uur om groenten te verkopen en kwam niet eerder dan zeven uur ’s avonds terug. Ik kwam pas na tien uur ’s avonds terug van mijn werk. We hadden heel weinig tijd samen. Elke keer dat ik mijn uitgeputte lichaam terug naar huis sleepte, hoopte ik dat ik van mijn man enige zorg, aandacht en begrip zou krijgen. Ik wilde dat hij me zou vragen hoe het op het werk was gegaan en of ik gelukkig was of niet. Tot mijn teleurstelling was hij vrijwel elke keer dat ik thuiskwam van mijn werk of televisie aan het kijken, of met zijn telefoon in de weer. Soms nam hij niet eens de moeite me gedag te zeggen. Het was gewoon alsof ik niet bestond. Dit maakte me echt heel verdrietig en gaandeweg raakte ik ontevreden over mijn man.
Op een keer had ik een meningsverschil met een klant en voelde ik me echt geïrriteerd en benadeeld. Thuisgekomen luchtte ik mijn hart bij mijn man in de hoop dat hij me zou troosten. Tot mijn verbazing gaf hij er, spelend op zijn telefoon, nauwelijks blijk van mijn aanwezigheid te hebben opgemerkt en toonde amper aandacht. Na me te hebben aangehoord liet hij zijn hoofd zakken en vestigde direct weer zijn aandacht op z’n telefoon. Zijn complete onverschilligheid tegenover mij was werkelijk schokkend. Ik viel dus hem aan een gilde: “Ben je van steen? Kun je zelfs niet even met me praten? Is er ook maar iemand waarom je geeft? Toen hij mij zo kwaad zag, weigerde hij te antwoorden. Hoe langer hij me doodzweeg, hoe meer mijn woede zich opbouwde. Ik bleef maar tegen hem zeuren, absoluut vastbesloten hem iets te laten zeggen. Onverwacht schreeuwde hij plotseling terug: “Ben je nog niet uitgepraat?” Hierdoor voelde ik me nog bozer en nog meer tekortgedaan, en bleef dus proberen met hem te redeneren. Tenslotte weigerde hij gewoon om ook nog maar iets te zeggen. Onze discussie kon dus als beëindigd worden beschouwd. Een andere keer klaagde ik bij mijn man over iets op m'n werk dat me overstuur had gemaakt met het idee dat hij zou proberen me op te vrolijken, maar in plaats daarvan antwoordde hij bruusk, ijskoud: “Waar twee vechten, hebben er twee schuld. Je ziet alleen maar de problemen van anderen – waarom kijk je niet eens naar jezelf?” Onmiddellijk ontstak ik in woede en kon het niet nalaten hem even precies te laten weten wat ik dacht. Vol wrok dacht ik: wat is hij eigenlijk voor een soort mens? Waarom ben ik met zo iemand getrouwd? Hij houdt totaal geen rekening met mijn gevoelens – hij heeft geen enkel troostend woord voor me!” Vanaf dat moment vertelde ik hem bijna helemaal niet meer wat er op m'n werk gebeurde. Op een later moment probeerde hij naar mijn werk te vragen, maar ik had al geen zin meer aandacht aan hem te besteden. Gaandeweg stelde hij me nergens meer vragen over. We kregen steeds minder gespreksonderwerpen en wanneer me iets frustrerends overkwam, ging ik voor een luisterend oor op zoek naar een vriend. Ik bleef soms tot laat met iemand praten en kwam niet voor middernacht thuis. Zelfs wanneer ik zo laat thuiskwam leek het hem niets te kunnen schelen en zei hij alleen maar dat ik ons huis als een hotel behandelde. Ik voelde me werkelijk buitengesloten en mijn ontevredenheid met mijn man groeide, wat ertoe leidde dat we echt heel vaak kibbelden en ruzieden. We leden beiden. Ik wilde niet dat de dingen zo door zouden gaan en ik besloot dus een gelegenheid te zoeken een goed gesprek met hem te hebben.
Op een dag vroeg ik hem na het diner : “Je kan me echt niet uitstaan, nietwaar? Waarom besteed je nooit aandacht aan me? Vertel het me gewoon recht in m'n gezicht als je een probleem met me hebt.” Toen hij geen woord antwoordde, bleef ik gewoon doorgaan. Tot mijn verbazing schreeuwde hij plotseling geïrriteerd: “Stop met al die vragen! Alles is een probleem voor je – ik ben het helemaal zat!” Deze reactie van hem wekte mijn eigen woede op en we begonnen opnieuw ruzie te maken, waarbij we elkaar om de beurt aanvielen. Dit ging een tijdje zo door, tot hij opstond en me een duw gaf. Ik verloor mijn evenwicht en belandde op de bank. Het was absoluut hartverscheurend om te zien dat mijn man zijn hand tegen me ophief. Ik dacht: is dit de echtgenoot die ik zo zorgvuldig heb uitgekozen? Is dit het huwelijk waar ik zulke hoge verwachtingen van had? Hoe kon hij me op deze manier behandelen?” Vanaf dat moment hoopte ik wat hem betreft nergens meer op.
In april 2016, het was puur geluk, deelde een zuster met me het evangelie van de Heer Jezus. Ze vertelde dat de Heer ons liefheeft en aan het kruis was genageld om ons te redden. Ik was werkelijk ontroerd door Zijn liefde en aanvaardde dus het evangelie van de Heer. Toen ik later met mijn voorganger over de problemen in mijn huwelijk sprak, vertelde hij me: “We kunnen niemand veranderen tenzij we eerst onszelf veranderen. We moeten het voorbeeld van de Heer volgen en tolerant zijn en geduld met anderen oefenen.” Ik begon dus mijzelf te veranderen. Ik ging direct vanuit mijn werk naar huis om het huis op te ruimen en soms, wanneer mijn man me negeerde en ik op het punt stond kwaad te worden, bad ik tot de Heer en vroeg Hem me tolerantie en geduld te schenken. De keren dat ik mezelf niet in bedwang wist te houden en toch in een ruzie met mijn man verzeild raakte, nam ik na de ruzie het initiatief om het weer goed te maken. Toen mijn man zag welke veranderingen er in me plaatsvonden, begon ook hij in de Heer te geloven. Vanaf het moment dat we beiden gelovigen waren geworden, ruzieden we minder vaak en communiceerden we meer. Ik was vol dankbaarheid jegens de Heer toen ik zag hoe Hij ons persoonlijk had gered.
Er ging echter steeds meer tijd voorbij en we waren nog steeds niet in staat onze eigen stemmingen te beheersen. Er barstten thuis nog steeds af en toe geschillen uit. Vooral wanneer de ander in een slecht humeur was, was geen van ons in staat tolerant te zijn en geduld te oefenen. Als gevolg hiervan werden onze ruzies steeds heftiger. Na elke ruzie was mijn hart belast met pijn en bad ik tot de Heer: “Heer, u leert ons tolerant en geduldig te zijn, maar het lijkt erop alsof ik daar gewoon niet toe in staat ben. Wanneer ik mijn man iets zie doen wat ik niet leuk vind, voel ik me echt ontevreden met hem. Heer, wat moet ik doen? Daarna begon ik naar elke cursus te gaan die door de kerk werd georganiseerd in de hoop een oefenpad te vinden, maar ik haalde er niet uit wat ik hoopte. Ik vroeg de groepsleider om hulp maar deze zei slechts: “Mijn vrouw en ik ruziën ook regelmatig. Zelfs Paulus zei: ‘Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet’ (Romeinen 7:18). Niemand heeft een oplossing voor het probleem van de cyclus van het steeds weer zondigen en biechten waar we mee worden geconfronteerd. We kunnen alleen maar tot de Heer bidden en om Zijn genade vragen.” Toen ik hem dit hoorde zeggen wist ik het niet meer: kon het zijn dat we waren gedoemd de rest van ons leven verstrikt in conflict te leven?
In maart 2017, werd mijn man, die altijd zwijgzaam was geweest, plotseling heel spraakzaam. Hij communiceerde ook vaak met me over zijn begrip van de Schrift en wat me nog meer verbaasde was dat wat hij in communicatie deelde, werkelijk vol licht was. Ik stond perplex, het was of hij opeens een ander mens was geworden, en de dingen die hij zei waren werkelijk inzichtelijk. Ik wilde er heel graag achterkomen wat er aan de hand was. Op een dag kwam ik er toevallig achter dat hij lid was van een groep in een sociale-media-app, en onmiddellijk vroeg ik hem waar hij met de groep over chatte. Met een heel serieus gezicht vertelde hij me dat hij aan het nadenken was over het werk van Almachtige God van de laatste dagen, dat de Heer Jezus reeds was wedergekeerd en dat Zijn naam Almachtige God was. Hij vertelde me dat Almachtige God reeds miljoenen woorden had geuit en het werk verrichtte van het oordeel en de reiniging van de mensheid in de laatste dagen. Hij zei ook dat daardoor deze Bijbelse profetie werd vervuld: “Want de tijd is gekomen dat het oordeel begint bij het huis van God” (1 Petrus 4:17). Mijn man vertelde me dat als we Gods verschijning en werk zoeken, we ons moeten richten op het horen van de stem van God in plaats van ons blindelings vast te klampen aan onze eigen opvattingen en voorstellingen. Als we de waarheid niet zoeken, maar alleen maar passief wachten op Gods openbaring, zullen we niet in staat zijn de wederkomst van de Heer te verwelkomen. Toen ik dit hoorde was ik verbijsterd en het leek me ondenkbaar. Later schoot het me te binnen dat ik een Indiase voorganger ooit had horen zeggen dat als we ooit iets zouden horen over de wederkomst van de Heer, we er met een open hart naar op zoek zouden moeten gaan en het serieus zouden moeten onderzoeken. We konden niet op onze opvattingen en voorstellingen vertrouwen en blindelings een oordeel vellen. Ik bad dus tot de Heer: “Heer, als Almachtige God werkelijk uw wederkeer is, wijs me dan alstublieft de weg en leid me zodat ik de waarheid kan zoeken en dit met een open hart kan onderzoeken. Als dit niet zo is, bescherm dan alstublieft mijn hart zodat ik niet van u afdwaal. Amen!”
Na dit gebed opende ik mijn Bijbel en zag het volgende in Openbaring 3:20: “Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.” Ik had een plotseling moment van inspiratie en voelde dat het de Heer was die tegen me sprak en zei dat Hij bij Zijn wederkeer op mijn deur zou kloppen. Ik voelde dat dit God was die me beval om naar Zijn stem te luisteren en de deur te openen. Het was net als bij de wijze maagden in de Bijbel die zich haastten om de bruidegom te verwelkomen toen ze zijn stem hoorden. Daarna dacht ik aan Johannes 16:12-13: “Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat.” Toen ik aan het nadenken was over deze verzen van de Schrift, welde er een gevoel van opwinding in me op. Ik realiseerde me dat de Heer ons lang geleden had verteld dat Hij bij Zijn wederkomst meer woorden zou uiten en ons de waarheid zou schenken. En het werk van de laatste dagen van Almachtige God is het uitdrukken van woorden om de mensheid te oordelen en te reinigen – kon het zijn dat Almachtige God werkelijk de wedergekeerde Heer Jezus is? Als de Heer werkelijk is wedergekeerd en waarheden heeft uitgedrukt om alle moeilijkheden van de mensheid op te lossen, dan mogen we hoop koesteren dat we ontsnappen aan de boeien van de zonde. Zouden dan ook niet de problemen tussen mij en m'n man kunnen worden opgelost? Ik vroeg mijn man onmiddellijk me in contact te brengen met de broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God. Ik wilde ook het werk van de laatste dagen van Almachtige God onderzoeken.
Tijdens een bijeenkomst selecteerden een aantal broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God enkele Bijbelverzen om daarmee met me te communiceren over verschillende aspecten van de waarheid, zoals de manier waarop de Heer wederkeert, de nieuwe naam van de Heer en wat voor werk Hij zal doen. Hun communicatie was ongelooflijk overtuigend en volledig nieuw voor me. Ik wilde heel graag meer te weten komen over het werk van de Heer in de laatste dagen en bad dus steeds weer opnieuw tot God en vroeg Hem me te verlichten zodat ik Gods woorden zou kunnen begrijpen. Door Gods woorden te lezen en te luisteren naar de communicatie van de broeders en zusters begon ik gaandeweg enig begrip te verwerven over Gods doel bij het beheer van de mensheid, over Zijn drie werkfasen om de mensheid te redden en over de uitkomst en bestemming van de mensheid. Terwijl ik het werk van de laatste dagen van Almachtige God onderzocht, kon ik het toch niet laten met mijn man over wat onbelangrijke kleine dingetjes ruzie te maken. Na afloop voelde ik me altijd werkelijk schuldig en van streek en vroeg ik me af: hoe komt het toch dat ik Gods woorden nooit in de praktijk kan brengen? Dit stelde me voor raadsels. Op een keer vroeg ik tijdens een bijeenkomst aan een zuster: “Hoe komt het dat mijn man en ik de hele tijd ruziemaken?” Waarom kunnen we niet vreedzaam met elkaar opschieten?” Ze vond een paar passages uit Gods woorden voor me. “Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)). “Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens. Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus de zonden van de mensheid als zondoffer op Zich nam, maar ook dat God nog belangrijker werk uitvoerde om de mens volledig te ontdoen van zijn gezindheid die door Satan was verdorven. Daarom keerde God nadat de zonden van de mensen waren vergeven terug in het vlees om de mens naar een nieuw tijdperk te leiden. Hij begon het werk van tuchtiging en oordeel, waardoor de mens in een hogere sfeer terechtkwam. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en een rijkere zegen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en de waarheid, de weg en het leven verkrijgen” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord).
Vervolgens deelde ze deze communicatie: “In het begin leefden Adam en Eva gelukkig voor God in de Hof van Eden. Er waren geen ruzies, er was geen lijden. Nadat ze echter naar de slang hadden geluisterd en van de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad hadden gegeten, groeiden ze van God vandaan en bedrogen Hem, waarmee ze Gods zorg en bescherming verloren en onder Satans macht kwamen te leven. Toen begonnen de dagen van verdriet en lijden. Dit is tot nu toe altijd de situatie geweest en we zijn steeds dieper verdorven geraakt door Satan. We zitten vol verdorven, satanische gezindheden. We zijn allemaal ongelooflijk arrogant, egoïstisch, bedrieglijk en eigenzinnig. Bij alles denken we alleen maar aan onszelf en willen altijd dat anderen naar ons luisteren. Dit is de reden waarom mensen ruzie met elkaar maken en elkaar vermoorden. Zelfs ouders en kinderen en echtgenoten en echtgenotes zijn niet tolerant, hebben geen geduld met elkaar en zijn niet in staat harmonieus met elkaar om te gaan. Het ontbreekt ons zelfs aan het meest fundamentele geweten en verstand. Hoewel we door de Heer Jezus zijn verlost, hoewel we tot de Heer bidden, biechten en berouw tonen, en hard werken om te voldoen aan het leer van de Heer, kunnen we nog steeds gewoon niet anders dan zondigen en ons tegen God verzetten. Dit komt omdat de Heer Jezus alleen het werk van het verlossen van de mensheid heeft uitgevoerd. Hij heeft niet het werk van het volledig redden en reinigen van de mensheid verricht. Dat we de redding van de Heer Jezus aanvaarden betekent alleen maar dat we niet langer de zonde toebehoren en we de mogelijkheid hebben voor de Heer te komen in gebed, Zijn genade te ontvangen en onze zonden te laten vergeven. Het betekent echter niet dat we gereinigd zijn van onze verdorven gezindheid. Onze zondige natuur is nog steeds diep in ons geworteld. We hebben het nog steeds nodig dat God in de laatste dagen wederkeert en de werkfase van het reinigen en transformeren van de mensheid uitvoert, en op deze manier het probleem van onze zondige natuur oplost. God is nu opnieuw vlees geworden en drukt woorden uit om het werk van oordeel en reiniging te verrichten en ons zo volledig te redden van onze verdorven gezindheid en ons in staat te stellen te ontsnappen aan Satans invloed en volledig te worden gered. Zolang we Gods nieuwe werk bijhouden, het oordeel en de tuchtiging van Zijn woorden aanvaarden, de waarheid zoeken en Gods woorden in praktijk brengen, zal onze verdorven gezindheid geleidelijk worden getransformeerd. Dat is de enige manier waarop we een werkelijk menselijke gelijkenis uit kunnen leven en alleen dan zullen we harmonie in onze interacties met anderen kunnen bereiken.”
Aan de hand van Gods woorden en de communicatie van deze zuster realiseerde ik me eindelijk dat de reden dat we altijd in deze gesteldheid van zondigen en vervolgens biechten leefden was dat, hoewel de Heer Jezus het werk van het verlossen van de mensheid had verricht, onze zonden als gelovigen alleen maar waren vergeven. Onze zondige innerlijke natuur was echter nog steeds diep in ons verankerd en onze satanische gezindheid was nog niet gereinigd. Een perfect voorbeeld was hoe ik geduld wilde oefenen en tolerant wilde zijn in overeenstemming met de leer van de Heer, maar dat zodra mijn man iets zei of deed dat ik niet leuk vond, ik niet kon voorkomen dat ik mijn geduld verloor. Ik kon mezelf gewoon niet beheersen, wat ik ook probeerde. Zonder Gods werk om ons te redden, alleen door onze eigen inspanningen, is het voor ons niet mogelijk om onze satanische, verdorven gezindheid af te werpen. En nu is God opnieuw geïncarneerd en gekomen om het werk van het oordelen en reinigen van de mensheid uit te voeren. Door Gods nieuwe werk te aanvaarden en echt de waarheid na te streven hebben we de mogelijkheid deze transformatie van onze gezindheid te realiseren. Ik was echt ontroerd en ongelofelijk dankbaar voor genade van de Heer die me in staat had gesteld Zijn stem te horen. Maar het was me toch nog niet helemaal duidelijk – ik wist dat God deze keer was gekomen om woorden te uiten om ons te zuiveren en te transformeren, maar hoe kunnen woorden nu onze verdorven gezindheid oordelen en reinigen? Ik legde dus mijn verwarring uit.
De zuster las een andere passage van Gods woorden voor me: “In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid).
Ze vervolgde met het delen van de volgende communicatie: “Gods woorden leggen ons duidelijk uit hoe Hij het werk van oordeel verricht. Hij gebruikt woorden om de mensheid te oordelen en te zuiveren. Hij gebruikt voornamelijk woorden om ons rechtstreeks onze verdorven natuur en ons verdorven wezen, en onze satanische gezindheid, te openbaren en te ontleden. Hij heeft ons ook duidelijk verteld hoe we ons aan Hem zouden moeten onderwerpen en Hem moeten aanbidden, hoe we de juiste menselijkheid moeten uitleven, hoe we de waarheid moeten nastreven om een verandering van onze gezindheid te bereiken, hoe we een eerlijk mens moeten zijn, en wat Gods wil en eisen voor de mensen zijn. Hij heeft ons onder andere verteld van welk soort mensen Hij houdt en wat voor soort mensen Hij elimineert. Hij regelt ook mensen, gebeurtenissen, dingen en omgevingen om ons te snoeien en te behandelen, om ons te testen en te louteren. Dit legt onze verdorven gezindheid bloot en dwingt ons voor God te komen en de waarheid te zoeken, het oordeel en de tuchtiging van Zijn woorden te aanvaarden, en over onszelf na te denken en onszelf te leren kennen. Wanneer we Gods woorden van oordeel en tuchtiging aanvaarden, hebben we het gevoel dat Hij met ons spreekt, van aangezicht tot aangezicht, en dat Hij volledig onze opstandigheid en verzet tegen Hem, onze onjuiste motieven en onze eigen opvattingen en voorstellingen openbaart. Pas dan kunnen we inzien dat onze natuur en ons wezen vol arrogantie, verwaandheid, bedrog, valsheid, egoïsme en verachtelijkheid zijn. We zien in dat het ons volkomen ontbreekt aan een hart dat God vereert en dat de manier waarop we leven volkomen is gebaseerd op onze satanische, verdorven natuur, dat alles wat we openbaren onze satanische gezindheid is, en dat het ons volkomen ontbreekt aan een menselijke gelijkenis. We beginnen vanuit het binnenste van ons hart onszelf te haten en van onszelf te walgen en willen niet langer onder Satans invloed leven en door Satan als een speeltje worden gebruikt en worden gekwetst. Bovendien zien we door Gods oordeel en tuchtiging Gods heilige essentie en Zijn rechtvaardige gezindheid die geen belediging tolereert. Er ontwikkelt zich in ons een hart dat God vereert en we worden bereid de waarheid in praktijk te brengen om God tevreden te stellen. Zodra we de waarheid gaan beoefenen, zien we Gods welwillende en genadige gezindheid. Door voortdurend Gods woorden te lezen en Zijn oordeel en tuchtiging te ervaren krijgen we een dieper inzicht in onze eigen verdorven natuur, begrijpen we beter de waarheden die door God zijn uitgedrukt en worden we nog meer bereid om Zijn oordeel en tuchtiging te aanvaarden en ons eraan te onderwerpen, het vlees te verzaken, de waarheid in de praktijk te brengen en God tevreden te stellen. We openbaren steeds minder verdorvenheid, het beoefenen van de waarheid wordt steeds makkelijker en we betreden geleidelijk het pad van het vrezen van God en het schuwen van het kwaad. Door het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden te ervaren, zijn we allemaal in ons hart in staat te bevestigen dat dit het wondermiddel is dat ons redt en geneest van onze verdorven gezindheid. Dit is Gods meest ware liefde voor ons verdorven mensen. Zonder het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden te ervaren zullen we nooit in staat zijn een echte menselijke gelijkenis uit te leven.”
Gods woorden en de communicatie van de zuster hadden een enorme invloed op me. Ik voelde dat Gods werk van oordeel en tuchtiging in de laatste dagen werkelijk heel praktisch is en dat, als we willen dat onze verdorven gezindheid wordt getransformeerd, we het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden moeten ervaren. Anders blijven we voor altijd in een cyclus van zondigen en biechten leven en zullen we nooit ontsnappen aan de boeien van de zonde. Ik bad dus in mijn hart tot God en vroeg Hem om me te bewateren en te voeden met Zijn woorden, en om omgevingen in te richten om mij te oordelen en te tuchtigen zodat ik mezelf kon leren kennen, mijn verdorven gezindheid spoedig zou kunnen worden getransformeerd, en ik een echt menselijke gelijkenis zou kunnen uitleven.
Na Gods werk van de laatste dagen te hebben geaccepteerd, verwierf ik ook nieuw inzicht in het huwelijk dat God voor me had gearrangeerd. Op een bepaald moment las een zuster me een paar passages van Gods woorden voor: “Mensen maken zich allemaal allerlei illusies over het huwelijk voordat ze het zelf meemaken, en al deze illusies zijn prachtig. Vrouwen stellen zich voor dat hun wederhelft de prins op het witte paard is, en mannen stellen zich voor dat ze Sneeuwwitje trouwen. Deze fantasieën geven aan dat iedereen bepaalde voorwaarden met eigen eisen en normen stelt aan het huwelijk” (Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III). “Het huwelijk is een belangrijk kruispunt in het leven van een persoon. Het is het product van iemands lot en een cruciale schakel in iemands lot; het is niet gebaseerd op iemands individuele wil of voorkeuren en niet beïnvloed door enige externe factoren, maar volledig bepaald door het lot van de twee partijen, door de regelingen van de Schepper en de vooraf bepaalde lotsbestemming van het paar” (Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III). “Als iemand het huwelijk binnengaat, zal zijn levensweg die van zijn wederhelft raken en beïnvloeden, en op dezelfde manier zal de levensweg van iemands partner zijn levenslot beïnvloeden en raken. Met andere woorden, het menselijk lot is verbonden met dat van andere mensen en niemand kan zijn of haar levensmissie of rol onafhankelijk van anderen vervullen. Iemands geboorte heeft invloed op een enorme keten van relaties; opgroeien heeft ook betrekking op een complexe keten van relaties. Op dezelfde manier is het onvermijdelijk dat een huwelijk bestaat en voortduurt in een immens en complex web van menselijke verbindingen, dat ieder lid erin betrekt en het lot van eenieder die er onderdeel van uitmaakt, beïnvloedt. Een huwelijk is niet het product van de families van beide partijen, of de omstandigheden waarin ze opgroeiden, hun uiterlijk, hun leeftijd, hun kwaliteiten, hun talenten of andere factoren; echter, het komt voort uit een gedeelde missie en een gemeenschappelijk lot. Dit is de oorsprong van het huwelijk, een product van het menselijk lot door de Schepper georkestreerd en geregeld” (Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III). Daarna deelde ze de volgende communicatie met me: “Elk van onze huwelijken is door God voorbestemd, en God heeft lang geleden bepaald met wie we een gezin zouden stichten – dit wordt allemaal door Gods eigen wijsheid gearrangeerd. Het huwelijk dat Hij voor ons kiest is niet afhankelijk van onze sociale status, ons uiterlijk of ons kaliber, maar wordt bepaald door de missie van beide personen in het leven. We worden echter beheerst door onze verdorven gezindheid en stellen dus constant eisen aan onze wederhelft, we willen altijd dat hij of zij de dingen op onze manier doet. Wanneer dat niet gebeurt, weigeren we dit te aanvaarden en voelen ons ontevreden. We maken ruzie met ze en worden boos. We kunnen zelfs gaan klagen en God de schuld geven en Hem niet begrijpen. Dit heeft tot gevolg dat beiden in pijn leven. Dit soort pijn wordt ons niet door iemand anders toegebracht, en ook niet door Gods bestuur of regelingen, maar ontstaat omdat we naar onze arrogante en verwaande, verdorven gezindheid leven. Dit soort verdorven gezindheid brengt ons in conflict met Gods bestuur. We zijn niet in staat ons aan Zijn orkestraties en regelingen te onderwerpen.”
Toen ik de communicatie van deze zuster hoorde, dacht ik terug aan het verloop van mijn relatie met mijn man. Ik liet altijd mijn ontevredenheid over hem zien en eiste altijd dat hij de dingen op mijn manier zou doen – als hij niet aan mij dacht, geen rekening met me hield en voor me zorgde, als hij niet naar mijn welbevinden vroeg, mopperde ik over hem en dacht dat hij niet deugde. Ik keek op allerlei manieren op hem neer en vocht een koude oorlog met hem uit, waarbij ik weigerde hem te erkennen. Eindelijk zag ik in dat ik in werkelijkheid een arrogant, verwaand, egoïstisch en verachtelijk mens was. Ik was iemand die alleen maar aan mijn eigen belangen dacht en niet stilstond bij de gevoelens van andere mensen. Toen ik er goed over nadacht, zag ik dat het niet waar was dat mijn man niet om me gaf. Hij was alleen maar introverter en drukte weinig emoties uit. Hij had ook zijn eigen gedachten en voorkeuren, maar ik stond erop hem te dwingen dingen te doen waar hij niet van hield. Ik wilde altijd dat alles wat hij deed om mij draaide. Dat was de reden dat zich zoveel conflicten tussen ons ontwikkelden. Toen kon ik niet anders dan spijt hebben over mijn gedrag in het verleden. Ik dacht ook na over wat mijn man had gezegd, dat ik in het verleden degenen was geweest die het evangelie van de Heer met hem had gedeeld, maar dat hij nu met mij Gods evangelie van de laatste dagen had gedeeld. Dit was Gods grote genade voor ons en Zijn wonderbaarlijke regeling. We zijn beiden enorm gezegende mensen, maar ik had nooit ook maar enige vorm van dankbaarheid gekend. In plaats daarvan was ik niet bereid geweest me te onderwerpen aan het huwelijk dat God voor me had geregeld en gaf God constant de schuld. Ik zag dat ik enorm arrogant was geweest, zo zonder verstand! God zij dank dat Hij me met Zijn woorden heeft geleid. Ik had de wortel van het lijden in mijn huwelijk gevonden – een gevoel van gemak en bevrijding maakte zich meester van mijn hart. Vanaf dat moment was ik ook bereid op God te leunen en naar God op te zien in mijn leven, mijn arrogante, verwaande en verdorven gezindheid op te geven, en op harmonieuze wijze met mijn man om te gaan.
Sindsdien lezen mijn man en ik regelmatig Gods woord, communiceren we samen over de waarheid en voeren we zo goed als we kunnen onze plicht als schepsel uit. We worden ook elke dag door Gods woorden gevoed en bewaterd. Wanneer we een probleem tegenkomen zoeken we Zijn wil overeenkomstig Zijn woorden. Als we verdorvenheid openbaren of ruzie beginnen te maken, komen we beiden voor God, denken na over onszelf en leren onszelf kennen. Wanneer we dit in de praktijk brengen verwerven we meer begrip en vergiffenis voor elkaar. We maken steeds minder ruzie, ons huiselijk leven is harmonieus geworden en onze levens zijn steeds rijker geworden. Wat me het meest ontroerde is dat het begrip van de waarheid van mijn man beter is dan dat van mij. Hij communiceert regelmatig met me over zijn begrip van Gods woorden, en wanneer hij ziet dat ik een verdorven gezindheid openbaar, communiceert hij over de waarheid en Gods wil met me. Ik heb werkelijk zijn zorg en liefde voor me gevoeld – ik ben gelukkig vanuit de grond van mijn hart. Wanneer ik terugkijk op ons pad, zie ik dat ik nog steeds ben wie ik ben en hij is nog steeds wie hij is. En toch is absoluut alles veranderd, louter en alleen omdat we het werk van de laatste dagen van Almachtige God hebben aanvaard en een aantal waarheden hebben begrepen. Ik breng Almachtige God dank voor onze redding!