In de Bijbel staat: “Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered” (Rom. 10:10). Wij geloven dat de Heer Jezus onze zonden heeft vergeven en ons rechtvaardig heeft gemaakt door geloof. Bovendien geloven wij dat als iemand eenmaal gered is, hij voor altijd gered is; en wanneer de Heer terugkeert, zullen wij onmiddellijk worden opgenomen en het koninkrijk van de hemel binnengaan. Waarom getuig je dan dat we Gods oordeelswerk in de laatste dagen moeten aanvaarden voordat we gered en in het koninkrijk van de hemel gebracht kunnen worden?

13 maart 2021

Antwoord:

Iedereen die in de Heer gelooft, denkt: de Heer Jezus heeft ons verlost toen Hij aan het kruis stierf, dus al onze zonden zijn al kwijtgescholden. De Heer ziet ons niet meer als zondaars. We zijn rechtschapen geworden door ons geloof. Zolang we het maar uithouden tot het einde, zullen we gered worden. Als de Heer terugkomt, zullen we meteen opgenomen worden in het hemelse koninkrijk. Is dat echt de waarheid? Heeft God hier ooit bewijs voor gegeven in Zijn woorden? Als deze opvatting niet met de waarheid strookt, wat zijn dan de consequenties? Als gelovigen in God moeten we Zijn eigen woorden gebruiken als basis voor alles. Dat geldt vooral voor de vraag hoe we met de terugkeer van de Heer moeten omgaan. We mogen Zijn terugkeer onder geen beding baseren op menselijke opvattingen en verbeelding. De gevolgen hiervan zouden te erg zijn. Het is hetzelfde als toen de farizeeërs de Heer Jezus kruisigden terwijl ze op de Messias aan het wachten waren. Wat zou het gevolg zijn? De Heer Jezus heeft het werk om de mensheid te verlossen volbracht. Dat is waar, maar is Gods reddingswerk voor de mensheid al klaar? Wil dat zeggen dat alle gelovigen in de Heer Jezus in aanmerking komen om opgenomen te worden in het hemelse koninkrijk? Niemand kent het antwoord op deze vraag. God heeft ooit gezegd: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; Maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is(Mat. 7:21). “Wees heilig, want ik ben heilig(Lev. 11:45). Volgens het woord van God weten we zeker dat degenen die het hemelse koninkrijk binnengaan, zich bevrijd hebben van zonde, dat ze gereinigd zijn. Zij zijn degenen die luisteren naar Gods wil, Hem gehoorzamen, liefhebben en vereren. Want God is heilig en zij die het hemelse koninkrijk binnengaan, zullen samen met Hem leven. Als we niet gereinigd zijn, hoe kunnen we dan in aanmerking komen om het hemelse koninkrijk te binnen te gaan? Daarom is onze opvatting dat wij gelovigen vrij van zonde zijn en dat we het hemelse koninkrijk kunnen binnengaan een volledig foute invulling van Gods wil. Dit komt voort uit menselijke verbeelding; het is een menselijke opvatting. De Heer Jezus heeft ons verlost van zonde; dat is niet fout. Maar de Heer Jezus heeft nooit gezegd dat we volledig gereinigd zijn door deze verlossing en dat we nu in aanmerking komen om het hemelse koninkrijk binnen te gaan. Niemand kan dit feit ontkennen. Dus waarom denken alle gelovigen dat iedereen die verlost is van zonde het hemelse koninkrijk kan binnengaan? Wat gebruiken ze als bewijs hiervoor? Hoe kunnen ze deze aanname hard maken? Veel mensen zeggen dat ze dit geloof baseren op de woorden van Paulus en de andere apostelen, zoals ze in de Bijbel staan. Mag ik jullie dan vragen of de woorden van Paulus en de andere apostelen de woorden van de Heer Jezus vertegenwoordigen? Vertegenwoordigen ze de woorden van de Heilige Geest? De woorden van de mens staan misschien in de Bijbel, maar wil dit zeggen dat het de woorden van God zijn? We kunnen één ding duidelijk zien in de Bijbel: De mensen die door God worden geloofd, luisteren naar Zijn woord en gehoorzamen Zijn werk. Dat zijn degenen die Zijn weg volgen, dat zijn degenen die in aanmerking komen om te erven wat God beloofd heeft. Dat valt niet te ontkennen. We weten dat de zonden van gelovigen weliswaar kwijtgescholden zijn, maar dat we nog altijd niet gereinigd zijn; we zondigen nog steeds en verzetten ons vaak tegen God. God heeft ons duidelijk gezegd: “Wees heilig, want ik ben heilig(Lev. 11:45). “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; Maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is(Mat. 7:21). Gods woorden maken ons duidelijk dat niet iedereen wiens zonden vergeven zijn in aanmerking komt om het hemelse koninkrijk binnen te gaan. Mensen moeten gereinigd worden; ze moeten uitvoerders van Gods wil worden voordat ze het hemelse koninkrijk kunnen binnengaan. Dat is een onweerlegbaar feit. Het is blijkbaar niet zo makkelijk om Gods wil te begrijpen. We worden niet gereinigd gewoon omdat onze zonden vergeven zijn. We moeten eerst de waarheid zien te bevatten en Gods lof verdienen. Dan pas komen we in aanmerking om het hemelse koninkrijk binnen te gaan. Als we niet van de waarheid houden en er zelfs genoeg van hebben, of deze zelfs haten, als we alleen beloningen en de krans najagen maar niets om Gods wil geven, laat staan Gods wil volgen, doen we dan geen kwaad? Looft de Heer dit soort mensen? Dan zijn we zoals de hypocriete farizeeërs: hoewel onze zonden vergeven zijn, kunnen we nog altijd het hemelse koninkrijk niet binnengaan. Dit is een onweerlegbaar feit.

Laat ons verder praten. De Heer Jezus heeft al onze zonden vergeven. Welke “zonden” heeft Hij vergeven? Wat voor soort zonde biechten we op nadat we in de Heer gaan geloven? De belangrijkste zonden die genoemd worden, zijn feitelijke zonden die Gods wetten, geboden of woorden verraden. Wij mensen verraden Gods wetten en geboden en dus zouden we veroordeeld en gestraft worden door Zijn wet. Daarom kwam de Heer Jezus om Zijn werk van verlossing te verrichten. Dus moeten we alleen tot de Heer Jezus bidden en biechten en spijt betuigen over onze zonden en dan zal Hij ze vergeven. Daarna kunnen we niet meer veroordeeld en gestraft worden volgens Zijn wet. God zal ons niet langer als zondaars behandelen. Dus kunnen we direct tot God bidden; we kunnen God aanroepen en delen in Zijn overvloedige genade en waarheid. Dit is de ware betekenis van de “redding” waar we het zo vaak over hadden in het Tijdperk van Genade. Deze “redding” had niets te maken met gereinigd zijn en het hemelse koninkrijk binnengaan. Je zou kunnen zeggen dat het twee aparte dingen zijn, omdat de Heer Jezus nooit gezegd heeft dat iedereen die gered en vergeven is het hemelse koninkrijk kan binnengaan. Laat ons eens enkele woorden van Almachtige God lezen: “Jezus’ werk was in die tijd het werk om heel de mensheid te verlossen. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren. Op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De visie van Gods werk (2)). “Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. […] Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)). De woorden van Almachtige God geven een helder antwoord op deze vraag. Als we ze horen, begrijpen we ze ook. In het Tijdperk van Genade verrichtte de Heer Jezus Zijn verlossingswerk alleen maar om de mensen van hun zonden te verlossen, zodat ze rechtschapen en gered zouden worden door geloof. Maar de Heer Jezus heeft nooit gezegd dat iedereen wiens zonden zijn vergeven zomaar het hemelse koninkrijk kan binnengaan. Dat is omdat de Heer Jezus wel al onze zonden heeft vergeven, maar Hij heeft nooit onze satanische natuur weggenomen. Onze innerlijke arrogantie, ons egoïsme, bedrog, kwaad enz., dus onze verdorven gezindheid, blijven bestaan. Deze zaken gaan dieper dan zonde. Ze zijn veel moeilijker aan te pakken. Als de satanische natuur en verdorven gezindheid, die zich zo verzetten tegen God, niet aangepakt worden, kunnen we niet anders dan veel zonden begaan. We kunnen zelfs zonden begaan die erger zijn dan de wet overtreden, dat wil zeggen de meer flagrante zonden. Waarom konden de farizeeërs de Heer Jezus veroordelen en zich tegen Hem verzetten? Hoe konden ze Hem aan het kruis nagelen? Dit bewijst dat de menselijke satanische natuur niet aangepakt is, dat de mens nog altijd kan zondigen, zich kan verzetten tegen God, God kan verraden.

We hebben al deze jaren in de Heer geloofd en we hebben één ding zelf ervaren, namelijk dat, ondanks dat onze zonden vergeven zijn, we het niet kunnen laten om regelmatig te zondigen. We liegen en bedriegen nog steeds en we gebruiken nog steeds drogredenen om reputatie en status na te streven. We nemen zelfs geen verantwoordelijkheid en maken het anderen moeilijk voor ons eigen gewin. Als we geconfronteerd worden met natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen, beproevingen en tegenspoed, geven we God de schuld en verraden Hem. Als Gods werk niet past bij onze eigen opvattingen, ontkennen en veroordelen we God, we verzetten ons tegen Hem. Hoewel we in naam in God geloven, vereren en volgen we andere mensen. Als we belangrijke functies hebben, slaan we onszelf op de borst, zoals de hogepriesters, de schriftgeleerden en de farizeeërs. We gedragen ons als God en willen dat mensen ons vereren en bewonderen. We stelen zelfs de offers aan God en gebruiken ze voor onszelf. We worden jaloers en volgen onze eigen voorkeur en de grillen van ons vlees en onze emoties. We planten onze eigen vlag, vormen onze eigen groepjes, en roepen ons eigen kleine koninkrijk uit. Dat zijn allemaal duidelijke feiten. We kunnen zien dat als onze satanische natuur en gezindheid niet aangepakt worden, we niet in aanmerking komen om het hemelse koninkrijk binnen te gaan, zelfs als onze zonden miljoen maal vergeven zouden worden. Het feit dat we nog steeds kunnen zondigen en ons tegen God kunnen verzetten, bewijst dat we nog steeds tot Satan behoren, dat we vijanden van God zijn, en dat we zeker door Hem veroordeeld en gestraft zullen worden. Het is zoals het in de Bijbel staat: “Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonden meer mogelijk, en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden(Hebr. 10:26-27). Laat ons meer woorden van Almachtige God lezen. “Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit). Zoals jullie kunnen zien, zijn we alleen maar verlost door de Heer Jezus, maar we hebben nog altijd onze satanische gezindheid, we zondigen vaak en verzetten ons tegen God. We moeten het oordeel en de reiniging van God in de laatste dagen ervaren om volledig bevrijd te zijn van zonde en te leven volgens Gods hart. Dan komen we in aanmerking om het hemelse koninkrijk binnen te gaan. Eigenlijk heeft de Heer Jezus ooit gezegd: “Ik ga heen om een plaats voor jullie te bereiden. Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben(Joh. 14:2-3). De Heer is teruggegaan om een plek voor ons klaar te maken en nadat Hij die plek gemaakt heeft, zal Hij terugkomen om ons te ontvangen. Eigenlijk verwijst deze “ontvangst” naar Zijn plannen voor ons om herboren te worden in de laatste dagen. Als de Heer komt om Zijn werk te doen, zal Hij ons voor Zijn troon brengen om geoordeeld, gereinigd en vervolmaakt te worden door Gods woord. Hij zal overwinnaars van ons maken voordat de rampen komen. Het proces van Zijn ontvangst is eigenlijk hoe Hij ons zal reinigen en vervolmaken. De Heer is op aarde gekomen om Zijn werk van het oordeel in de laatste dagen te verrichten. We zijn opgenomen voor Zijn troon om samen met Hem te leven. Is dit niet de volledige vervulling van de profetie van de Heer die komt om ons te ontvangen? Nadat de grote rampen zich hebben voltrokken, zal het koninkrijk van Christus zich op aarde vestigen. Iedereen die de loutering van de grote rampen heeft overleefd, zal een plaats hebben in het hemelse koninkrijk.

uit ‘Klassieke vragen en antwoorden over het evangelie van het Koninkrijk (selecties)’

Zelfs als de Heer onze zonden vergeven heeft en we dus gered zijn, zijn we vanuit Gods optiek nog steeds bevlekt en verdorven en vol zonde en zijn we nog niet gereinigd. Vergiffenis krijgen betekent dat we niet meer door de wet veroordeeld worden. En dat is wat ‘gered door genade’ echt betekent. God heeft dan misschien onze zonden vergeven en Zijn genade aan ons laten blijken, waardoor Hij ons een bepaalde vrede en geluk laat genieten en ons het recht geeft om te bidden en met God te communiceren, We hebben God nog steeds nodig om bij ons terug te komen in de laatste dagen om ons grondig te reinigen en te redden. Dus je begrijpt dat het reddingswerk van de Heer Jezus alleen een voorbereiding was voor Gods oordeel in de laatste dagen. Gods plan om de mensheid te redden eindigt daar niet werkelijk. Het zou ons helpen als we dat wisten. hoe het komt dat als we al vergeven zijn, we het nog steeds niet kunnen helpen dat we zo vaak zonden begaan en niet lijken te kunnen stoppen met in zonde leven. Het komt allemaal omdat Satan ons door en door verdorven heeft gemaakt, zodanig dat we allemaal satanisch van aard geworden zijn met een satanische gezindheid. Daarom kunnen we het niet helpen dat we zoveel zonden begaan. Als onze satanische natuur nooit verandert, zullen we nog steeds kunnen zondigen, zelfs als we al vergeven zijn. En dan zullen we niet in staat zijn verenigbaarheid met God te bereiken. Daarom zei de Heer Jezus Christus dat Hij terug zou komen. Zodat Hij ons kan reinigen met Zijn oordeel in de laatste dagen en de hele mensheid kan redden. Zoals Almachtige God zegt: “Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. Al het werk dat op deze dag wordt gedaan, is dusdanig dat de mens gezuiverd en veranderd kan worden. Door het oordeel en de tuchtiging door het woord en door de loutering kan de mens zijn verdorvenheid uitdelgen en rein worden gemaakt. Beter nog dan deze werkfase als een fase van redding te beschouwen, zou het treffender zijn om te zeggen dat deze het werk is van zuivering. Waarachtig, deze fase is een fase van overwinning, en ook de tweede fase in het reddingswerk. Het is door het oordeel en de tuchtiging van het woord dat de mens kan worden gewonnen door God en het is door het gebruik van het woord om te louteren, te oordelen en te onthullen, zodat alle onzuiverheden, opvattingen, motieven en persoonlijke aspiraties in het hart van de mens volledig bekend worden(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)).

De zonden van de mens konden door het zondoffer worden vergeven, maar voor het probleem hoe de mens dan niet meer tot zonde kan worden gebracht, en hoe zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en getransformeerd, voor dat probleem heeft hij geen oplossing. De zonden van de mens werden vergeven en dit is het gevolg van het werk van Gods kruisiging, maar de mens bleef leven in de verdorven satanische gezindheid van weleer. Dit is de reden dat de mens volledig moet worden gered van zijn verdorven satanische gezindheid, zodat zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en niet meer zal opkomen, waardoor de gezindheid van de mens kan worden getransformeerd. Hiertoe moet de mens het pad naar groei in het leven, de weg van leven en de weg naar verandering van gezindheid begrijpen. Bovendien moet de mens handelen in overeenstemming met dit pad, zodat zijn gezindheid geleidelijk kan veranderen en hij kan leven in het schijnende licht, zodat al wat hij doet in overeenstemming is met de wil van God, zodat hij zijn verdorven satanische gezindheid kan uitbannen en hij kan losbreken van Satans duistere invloed en volledig van de zonde zal loskomen. Alleen dan zal de mens volledige redding ontvangen. […] Daarom bleef na beëindiging van die werkfase het werk van het oordeel en tuchtiging over. Deze fase is bedoeld om de mens te zuiveren door middel van het woord en hem daarmee op een weg te leiden die hij volgen kan. […] Deze fase heeft meer betekenis dan de vorige en is eveneens vruchtbaarder, want nu is het het woord dat het leven van de mens rechtstreeks voedt en dat het mogelijk maakt dat de gezindheid van de mens volledig wordt vernieuwd. Het is een veel grondigere werkfase(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)).

De woorden van Almachtige God konden niet duidelijker zijn. In het Tijdperk van Genade deed Jezus alleen Zijn verlossende werk. De zonden van de mensheid werden om hun geloof vergeven en toch leven ze nog steeds volgens hun zondige natuur. De zondige natuur van de mensheid is Satans natuur. Die heeft al wortel geschoten in het diepe binnenste van het menselijke hart en is hun leven geworden. Daarom kan de mens het niet helpen dat hij aan de zonde toegeeft en God probeert te weerstaan. De satanische natuur van de mens is de oorzaak van zijn weerstand tegen God. De zonden van de mensheid kunnen vergeven worden, maar kan God ook hun satanische natuur vergeven? Onze satanische natuur staat in directe tegenstelling tot God en staat haaks op de waarheid. God zou het nooit vergeven. Daarom zal God over de hele mensheid moeten oordelen en ze tuchtigen om de mensheid volledig te redden van hun slavernij aan hun satanische natuur. Gods oordeel in de laatste dagen is gericht op de satanische natuur en de gezindheid van de mens die nog steeds diep in zijn hart zit. Nu we dat weten, zouden jullie je af kunnen vragen of we alleen van die satanische natuur af kunnen komen door oordeel en tuchtiging. Zouden we door te lijden, onze lichamen te disciplineren en ons te beheersen niet zelf van deze satanische natuur af kunnen komen? Zeker niet. Kijk naar de vele heiligen in de geschiedenis die geboet hebben door lijden en onthouding, die allemaal aan de banden van de zonde wilden ontsnappen en hun eigen vlees wilden overstijgen. Hoeveel van hen hebben Satan kunnen verslaan en zijn volledig gehoorzaam geworden aan God? Bijna niemand. Als het al lukte, waren het mensen die speciaal door God vervolmaakt werden. Maar hoeveel mensen hebben dit bereikt? Dit kwam omdat er geen oordeel van God was, zodat de zondige natuur nooit gereinigd kon worden. Dus de gezindheid van de mens was niet in staat echt veranderd te worden. Dit is een feit dat voldoende bewijst dat menselijk ingrijpen ons niet zal helpen om met onze satanische natuur af te rekenen. De mens moet uiteindelijk Gods oordeel, tuchtiging, beproevingen en een bepaalde loutering ondergaan voordat hij de waarheid kan verkrijgen en uiteindelijk de weg naar het eeuwige leven kan ontvangen. Dit is de enige manier waarop we van de satanische natuur van de mens af kunnen komen. Dat is waarom Almachtige God, op basis van het werk van de Heer Jezus Christus om de mensheid te verlossen, Zijn oordeel in de laatste dagen velt om de mens uit de greep en controle van zijn satanische natuur te bevrijden, zodat de mens gereinigd kan worden en Gods redding kan ontvangen en door God gewonnen wordt. Hieruit begrijpen we dat het Gods oordeel in de laatste dagen is dat de mensheid grondig kan reinigen en de hele mensheid kan redden. We weten dat dit de waarheid is.

Waarom verricht God in de laatste dagen Zijn werk van oordeel over en tuchtiging van het verdorven menselijk ras? Om deze kwestie te begrijpen moeten we weten dat God het menselijk ras niet volledig redt binnen één of twee werkfases. Maar wel gebeurt dit binnen drie werkfases: het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk. Alleen deze drie werkfases kunnen de mensheid volledig redden van het domein van Satan en alleen deze drie fases vormen het gehele werk van Gods redding van de mensheid. Tijdens het Tijdperk van de Wet vaardigde Jehova God wetten en geboden uit om de mens te leiden in zijn leven op aarde. Hierdoor kon de mensheid weten wat voor soort mensen God zegent, wat voor soort mensen God vervloekt, en bovendien wat rechtvaardig en wat zondig is. Toch leefden alle mensen tijdens de latere fases van het Tijdperk van de Wet in zonde, omdat het menselijk ras steeds meer verdorven was geraakt door Satan. Ze waren niet in staat zich te houden aan de wetten en liepen het gevaar te worden veroordeeld en vervloekt door deze wetten. Dat is de reden dat de Heer Jezus van het Tijdperk van Genade is gekomen om het werk van de verlossing te verrichten, waardoor Hij de mens toestond zijn zonden te belijden, berouw te hebben en en vergeving ervoor te ontvangen. Zo onthief Hij de mens ervan te worden veroordeeld en vervloekt door de wet en stond Hij hem toe voor God te mogen verschijnen, te bidden en in contact te komen met God, en ook om Zijn overvloedige genade en waarheid te genieten. Dit is de ware betekenis van ‘gered worden’. Toch schonk de Heer Jezus alleen vergiffenis voor onze zonden, maar niet voor onze zondige natuur of onze satanische gezindheid. Onze satanische natuur bestaat nog steeds. Ons bestaan bleef zich afspelen binnen de vicieuze cirkel van zonden begaan, ze opbiechten en vervolgens opnieuw zonden begaan. We hadden geen manier om los te breken uit de dwang en de overheersing door onze zondige natuur. In onze pijn riepen we uit tot God: “Ik lijd waarachtig! Hoe kan ik losbreken uit de dwang en de overheersing door de zonde?” Deze ervaring en dit inzicht delen wij allemaal als mensen die in de Heer geloven. Toch zijn we niet in staat om zelf onze zondige natuur te ontbinden. Geen enkel menselijk wezen kan het werk verrichten om het menselijk ras te redden. Alleen God de Schepper is in staat de mensheid te redden en ons te bevrijden van Satan en van de zonde. Alleen Hij kan ons redden van het domein van Satan. Almachtige God zegt: “Omdat Hij de mens schiep, leidt Hij hem; omdat Hij de mens redt, zal Hij hem volledig redden en zal Hij hem compleet winnen; omdat Hij de mens leidt, zal Hij hem naar de juiste bestemming brengen; en omdat Hij de mens schiep en beheert, moet Hij verantwoordelijkheid nemen voor het lot en de vooruitzichten van de mens. Dit is het werk dat door de Schepper wordt gedaan(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het normale leven van de mens herstellen en hem meenemen naar een geweldige bestemming). God is getrouw. Omdat God de mens redt, zal Hij dit helemaal doen. Er is geen sprake van dat Hij halverwege zou opgeven. Dat is de reden dat Almachtige God alle waarheden uitdrukt, om de mensheid in de laatste dagen te reinigen en te redden, met de bedoeling de mensheid geheel en al te redden. Hij doet het oordeelswerk, te beginnen met Gods huis, met de bedoeling het probleem van de satanische natuur en van de satanische gezindheid van de mensheid geheel en al op te lossen. Hij doet dit opdat de mensheid los kan breken van de zonde, redding kan verkrijgen en door God kan worden gewonnen. Het oordeelswerk dat Almachtige God van de laatste dagen verricht, is precies wat de verdorven mensheid nodig heeft; bovendien is het de centrale fase van het werk dat door God moet worden volbracht om de mensheid te redden. Dit doet de profetie van de Heer Jezus in vervulling gaan: “Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat(Joh. 16:12-13). “De Geest van de waarheid” verwijst naar het feit dat God in de laatste dagen vlees is geworden in een menselijk lichaam, waarmee Hij de waarheid uitdrukt en het oordeelswerk verricht. Alles wat we hoeven te doen is Gods oordeelswerk van de laatste dagen te aanvaarden en te gehoorzamen, zodat we redding kunnen bereiken en kunnen worden gewonnen door God. Dit is iets wat iedereen kan bevestigen die Gods oordeelswerk van de laatste dagen waarachtig heeft ervaren. Iedereen moet toch zeker in staat zijn om te begrijpen waarom God het oordeelswerk in de laaste dagen verricht, als het op deze manier wordt gecommuniceerd?

uit ‘Klassieke vragen en antwoorden over het evangelie van het Koninkrijk (selecties)’

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger