De twee incarnaties voltooien de betekenis van de incarnatie

Ieder stadium van het werk dat God doet heeft een eigen praktische betekenis. Destijds, toen Jezus kwam, kwam Hij in mannelijke gedaante, en wanneer God dit keer komt, is Zijn gedaante vrouwelijk. Hier kun je uit concluderen dat Gods schepping van zowel mannen als vrouwen in Zijn werk kan worden gebruikt en dat Hij geen onderscheid maakt tussen de geslachten. Als Zijn Geest komt, kan Hij ieder vlees aannemen dat Hij wenst en dat vlees kan Hem vertegenwoordigen; of het nu mannelijk of vrouwelijk is, het kan God vertegenwoordigen zo lang het maar Zijn geïncarneerde vlees is. Als Jezus bij Zijn komst als vrouw verschenen was, met andere woorden, als er van de Heilige Geest een meisje was ontvangen in plaats van een jongetje, dan zou dat stadium van het werk toch voltooid zijn. Als dat het geval was geweest, dan zou het huidige stadium van het werk in plaats daarvan door een man moeten worden voltooid, maar het werk zou toch voltooid worden. Het werk dat in elk stadium wordt gedaan, heeft zijn betekenis; geen van de stadia van het werk wordt herhaald noch is het tegenstrijdig aan het andere. Toen Jezus destijds Zijn werk deed, werd Hij de enige Zoon genoemd, en ‘Zoon’ houdt het mannelijke geslacht in. Waarom wordt de enige Zoon dan in dit huidige stadium niet genoemd? Omdat de vereisten van het werk een verandering van geslacht, anders dan dat van Jezus, noodzakelijk hebben gemaakt. Bij God bestaat er geen onderscheid tussen de geslachten. Hij doet Zijn werk zoals Hij dat wil en is daarbij niet aan beperkingen onderhevig, maar Hij is vooral vrij. Ieder stadium van het werk heeft echter een eigen praktische betekenis. God is twee keer vleesgeworden, en het spreekt vanzelf dat Zijn incarnatie tijdens de laatste dagen de allerlaatste keer is. Hij is gekomen om al Zijn daden bekend te maken. Als Hij in dit stadium niet vleesgeworden was om het werk persoonlijk te doen zodat de mens het kan zien, dan zou de mens voor eeuwig aan de opvatting vastklampen dat God alleen mannelijk is, niet vrouwelijk. Hiervoor geloofde de hele mensheid dat God slechts man kon zijn en dat een vrouw geen God genoemd kon worden, want de hele mensheid vond dat de man gezag had over de vrouw. De mensen geloofden dat een vrouw geen gezag kon hebben, dat alleen een man dit kon. Sterker nog, ze zeiden zelfs dat de man het hoofd van de vrouw was, en dat de vrouw de man moest gehoorzamen en hem niet voorbij kon streven. Toen er vroeger werd gezegd dat de man het hoofd van de vrouw was, was dit bedoeld voor Adam en Eva die door de slang was verleid en niet voor de man en de vrouw zoals zij in het begin door Jehova waren geschapen. Natuurlijk moet een vrouw haar man gehoorzamen en liefhebben, en moet een man leren hoe hij zijn gezin kan voeden en onderhouden. Dit zijn de wetten en decreten die Jehova heeft uitgevaardigd en waar de mensheid zich aan moet houden gedurende het leven op aarde. Jehova zei tegen de vrouw “Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.” Zo sprak Hij opdat de mensheid (dat wil zeggen zowel de man als de vrouw) een normaal leven konden leiden onder de heerschappij van Jehova, en om de levens van mensen structuur te geven zodat ze niet wanordelijk zouden worden. Daarom maakte Jehova passende regels voor hoe de man en de vrouw moeten handelen, maar dit betrof slechts alle schepsels die op de aarde leven en had geen verband met Gods geïncarneerde vlees. Hoe kon God hetzelfde zijn als Zijn schepping? Zijn woorden waren slechts gericht tot de mensheid van Zijn schepping, Hij vaardigde regels uit voor de man en voor de vrouw zodat de mensheid een normaal leven kon leiden. In het begin, toen Jehova de mensheid schiep, maakte Hij twee soorten mensen, mannelijk en vrouwelijk, en dus is er de scheiding tussen mannelijk en vrouwelijk in Zijn geïncarneerde vlezen. Hij baseerde Zijn besluit over Zijn werk niet op de woorden die Hij tot Adam en Eva sprak. De beide keren dat Hij vlees werd, werden geheel bepaald door Zijn gedachten op het moment dat Hij in het begin de mens schiep, dat wil zeggen, Hij voltooide het werk van Zijn twee incarnaties op basis van de man en de vrouw voordat zij verdorven waren. Als de mensheid de woorden die Jehova sprak tot Adam en Eva, die verleid waren door de slang, toepaste op het werk van Gods incarnatie, zou Jezus dan niet ook Zijn vrouw naar behoren hebben moeten liefhebben? Zou God zo dan nog steeds God zijn? En als dit zo is, zou Hij dan nog steeds Zijn werk af kunnen maken? Als het verkeerd zou zijn dat Gods geïncarneerde vlees vrouwelijk is, zou het dan ook niet de grootst mogelijk fout van God geweest zijn om de vrouw te scheppen? Als de mens nog steeds gelooft dat het verkeerd is dat God als vrouw is geïncarneerd, zou Jezus, die niet getrouwd was en dus Zijn vrouw niet kon liefhebben, dan niet net zo fout zijn als de huidige incarnatie? Omdat je met de woorden die Jehova tot Eva sprak de waarheid van Gods huidige incarnatie meet, moet je met Jehova’s woorden aan Adam de Heer Jezus beoordelen die in het Tijdperk van Genade vlees is geworden. Zijn deze twee dingen niet hetzelfde? Omdat je de Heer Jezus de maat neemt als de man die niet verleid is door de slang, mag je de waarheid van de huidige incarnatie niet beoordelen als de vrouw die wel door de slang is verleid. Dat zou oneerlijk zijn! Als je zo zou oordelen, zou dat een bewijs zijn dat je je verstand verloren hebt. Toen Jehova tweemaal vlees werd, had het geslacht van Zijn vlees te maken met de man en de vrouw die niet door de slang verleid waren; het was in overeenstemming met de man en de vrouw die niet door de slang verleid waren dat Hij tweemaal vlees werd. Denk nu niet dat de mannelijkheid van Jezus hetzelfde was als die van Adam, die door de slang was verleid. Beiden hebben niets met elkaar te maken, beiden zijn mannen van een heel andere aard. Het kan toch niet zo zijn dat de mannelijkheid van Jezus bewijst dat Hij alleen het hoofd is van alle vrouwen, maar niet van alle mannen? Is Hij niet de Koning van alle Joden (mannen én vrouwen)? Hij is God Zelf, niet slechts het hoofd van de vrouw, maar ook het hoofd van de man. Hij is de Heer van alle schepselen en het hoofd van alle schepselen. Hoe heb je kunnen bepalen dat de mannelijkheid van Jezus het symbool is van het hoofd van de vrouw? Zou dit geen godslastering zijn? Jezus is een man die niet verdorven is. Hij is God, Hij is Christus, Hij is de Heer. Hoe zou Hij een man kunnen zijn als Adam, die verdorven was? Jezus is het vlees dat de heiligste Geest van God heeft gedragen. Hoe kun je zeggen dat Hij een God is die de mannelijkheid van Adam had? Zou in dat geval niet al het werk van God verkeerd zijn geweest? Zou Jehova de mannelijkheid van de verdorven Adam, die verleid was door de slang, in Jezus hebben kunnen opnemen? Is de incarnatie van vandaag niet een tweede geval van het werk van de geïncarneerde God die anders van geslacht is dan Jezus maar op Hem lijkt in aard? Durf je nog steeds te zeggen dat de geïncarneerde God geen vrouw kan zijn, omdat de vrouw de eerste was die werd verleid door de slang? Durf je nog steeds te zeggen dat, omdat de vrouw de meest onreine is en de bron van de verdorvenheid van de mens, God onmogelijk als vrouw heeft kunnen incarneren? Durf je vol te houden dat “de vrouw de man altijd moet gehoorzamen en zich nooit als God kan manifesteren, of God rechtstreeks kan vertegenwoordigen”? Je begreep het destijds al niet, maar kun je nu doorgaan met je godslastering van het werk van God, en vooral het geïncarneerde vlees van God? Als je dit niet helder en duidelijk kunt zien, let dan op je woorden opdat je domheid en onwetendheid niet aan de dag komen en je lelijkheid te kijk wordt gezet. Denk niet dat je alles begrijpt. Ik zeg je dat alles wat je gezien en meegemaakt hebt niet toereikend is om jou ook maar één duizendste deel van mijn managementplan te laten begrijpen. Waarom doe je dan zo uit de hoogte? Dat kleine beetje talent van jou, en die minimale kennis zijn niet toereikend voor Jezus om ook maar in één seconde van Zijn werk te gebruiken. Hoeveel ervaring heb je nu echt? Wat je hebt gezien en alles wat je in je hele leven hebt gehoord en wat je je voorgesteld hebt, is minder dan het werk dat ik in één moment verricht! Je kunt maar beter niet zitten muggenziften en aanmerkingen maken. Hoe arrogant je ook bent, je bent gewoon een schepsel dat nog minder voorstelt dan een mier! Alles wat je in je buik meedraagt, is nog minder dan wat in de buik van een mier zit! Denk niet dat je het recht hebt wild te gebaren en een grote mond te hebben, alleen maar omdat je wat ervaring en wat anciënniteit hebt opgedaan. Zijn jouw ervaring en jouw anciënniteit niet het product van de woorden die ik heb gesproken? Geloof je soms dat ze in ruil waren voor je eigen arbeid en geploeter? Je kunt nu zien dat ik vleesgeworden ben, en alleen al daarom ben je vervuld met zulke kostelijke ideeën en heb je daar talloze opvattingen uit vergaard. Al had je nog zulke buitengewone talenten, zonder mijn incarnatie zou je nooit zoveel ideeën kunnen hebben. En komen daar je opvattingen niet uit voort? Als Jezus die eerste keer geen vlees was geworden, zou je dan überhaupt iets over de incarnatie weten? Is het niet omdat je door de eerste incarnatie kennis hebt verworven dat je schaamteloos probeert de tweede incarnatie te veroordelen? Waarom onderwerp je dit aan een studie, in plaats van een gehoorzame volgeling te zijn? Als je in deze stroom bent opgenomen en voor de vleesgeworden God verschijnt, staat Hij je dan toe er een studie van te maken? Het bestuderen van je familiegeschiedenis is goed, maar als je probeert de ‘familiegeschiedenis’ van God te bestuderen, zou de God van vandaag je dan toestaan een dergelijke studie uit te voeren? Ben je blind? Roep je zo geen verachting over jezelf af?

Als het werk van Jezus op zichzelf had gestaan, zonder aangevuld te zijn door het werk in dit stadium van de laatste dagen, dan zou de mens voor eeuwig vasthouden aan de opvatting dat alleen Jezus de enige Zoon van God is. Dat betekent dat God maar één zoon heeft en dat eenieder die daarna komt onder een andere naam niet de enige Zoon van God is, laat staan God Zelf. De mens heeft de opvatting dat, wie als zoenoffer dient of namens God de macht neemt en de mensheid verlost, de enige Zoon van God is. Er zijn er die geloven dat, zolang Degene die komt een man is, Hij als enige Zoon van God en als Gods vertegenwoordiger kan worden beschouwd. Er zijn er zelfs die zeggen dat Jezus de Zoon van Jehova is, Zijn enige Zoon. Is dat niet een zeer opgeblazen opvatting van de mens? Als dit stadium van het werk niet in het laatste tijdperk zou worden uitgevoerd, dan zou de hele mensheid tegenover God gehuld zijn in een donkere schaduw. Als dit het geval was, zou de man denken dat hij boven de vrouw staat, en de vrouw zou haar hoofd nooit rechtop kunnen houden en dan zou er zelfs geen enkele vrouw gered kunnen worden. Mensen denken altijd dat God een man is, en bovendien dat Hij de vrouw altijd verafschuwd heeft en haar geen verlossing wil geven. Als dat zo was, zou het dan niet waar zijn dat alle vrouwen die door Jehova geschapen zijn en die ook verdorven zijn geen kans zouden hebben om gered te worden? Zou het dan niet zinloos zijn geweest voor Jehova om de vrouw te scheppen, dat wil zeggen om Eva geschapen te hebben? En zou de vrouw dan niet voor eeuwig ten onder gaan? Hierom wordt het stadium van het werk in de laatste dagen ondernomen om de hele mensheid te redden, niet alleen de vrouw. Als iemand denkt dat als God vleesgeworden zou zijn als vrouw, het enkel omwille van het redden van de vrouw was, dan zou die persoon inderdaad een dwaas zijn!

Het hedendaagse werk heeft het werk van het Tijdperk van Genade verder gebracht; dat wil zeggen dat het werk van het hele zesduizendjarige managementplan voortgegaan is. Hoewel het Tijdperk van Genade nu voorbij is, is er vooruitgang geboekt met het werk van God. Waarom zeg ik steeds weer dat dit stadium van het werk bouwt op het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet? Omdat het huidige werk een voortzetting is van het werk dat in het Tijdperk van Genade is gedaan en een vooruitgang ten opzichte van het werk in het Tijdperk van de Wet. De drie stadia zijn nauw verweven, waarbij iedere schakel in de keten nauw is verbonden met de volgende. Waarom zeg ik ook dat dit stadium van het werk voortborduurt op het werk van Jezus? Stel dat dit stadium niet op het werk van Jezus zou voortborduren. Dan zou er in dit stadium opnieuw een kruisiging moeten plaats vinden, en zou het verlossingswerk van het vorige stadium helemaal overgedaan moeten worden. Dat zou zinloos zijn. Het is dus niet zo dat het werk helemaal klaar is, maar het tijdperk is verder gegaan en het werk is naar een hoger niveau getild dan voorheen. Je kunt zeggen dat dit stadium van het werk op het fundament van het Tijdperk van de Wet en op de rots van het werk van Jezus is gebouwd. Gods werk wordt stadium voor stadium opgebouwd, en dit stadium is geen nieuw begin. Alleen de combinatie van de drie stadia van het werk kunnen als het zesduizendjarige managementplan worden beschouwd. Het werk in dit stadium wordt gedaan op het fundament van het werk van het Tijdperk van Genade. Als de twee stadia van het werk niet in verband stonden met elkaar, waarom wordt de kruisiging dan in dit stadium niet herhaald? Waarom draag ik de zonden van de mens dan niet maar kom ik, in plaats daarvan, om de mens rechtstreeks te oordelen en te tuchtigen? Als mijn werk om de mens te oordelen en te tuchtigen en mijn huidige komst zonder de ontvangenis van de Heilige Geest niet was gevolgd op de kruisiging, dan zou ik niet geschikt zijn om de mens te oordelen en te tuchtigen. Juist omdat ik één ben met Jezus kom ik rechtstreeks om de mens te tuchtigen en te oordelen. Het werk in dit stadium wordt geheel op het werk van het voorgaande tijdperk gebouwd. Dat is de reden dat alleen dit soort werk de mens stap voor stap naar de redding kan brengen. Jezus en ik komen voort uit dezelfde Geest. Al zijn wij door het vlees niet met elkaar verbonden, onze Geest is één. Al is de inhoud van wat we doen en het werk dat we ondernemen niet hetzelfde, in essentie zijn we hetzelfde; ons vlees neemt verschillende vormen aan, maar dit komt doordat er verandering is gekomen in het tijdperk en de eisen die aan ons werk gesteld worden; onze bedieningen zijn niet dezelfde, daarom is het werk dat wij voortbrengen en zijn de gezindheden die wij onthullen aan de mens ook anders. Daarom is wat de mens tegenwoordig ziet en begrijpt anders dan in het verleden, dit komt door de verandering van tijdperk. Hun Geest is één, ook al zijn Zij van een ander geslacht en is de vorm van Hun vlees anders, en zijn Zij niet in dezelfde familie geboren, laat staan in hetzelfde tijdsgewricht. Het kan niet worden ontkend dat Zij de incarnatie van God in twee verschillende tijdsperiodes zijn, ook al deelt Hun vlees niet hetzelfde bloed of fysieke verwantschap van enig soort. Dat Zij het geïncarneerde vlees van God zijn is een onweerlegbare waarheid, al hebben Zij niet dezelfde stamboom en hebben Zij geen gemeenschappelijke menselijke taal (de één was een man die de taal van de Joden sprak en de andere is een vrouw die uitsluitend Chinees spreekt). Om deze redenen hebben Zij in verschillende landen geleefd om het werk te doen dat eenieder past, en ook nog in verschillende tijdsperiodes. Ondanks het feit dat Zij uit dezelfde Geest bestaan en dezelfde essentie hebben, zijn er helemaal geen absolute overeenkomsten tussen de uiterlijke omhulsels van Hun vlees. Zij delen slechts dezelfde menselijkheid, maar waar het het uiterlijk voorkomen van Hun vlees en de omstandigheden van Hun geboorte aangaat, lijken Zij niet op elkaar. Deze dingen hebben geen invloed op Hun respectievelijke werkzaamheden of op de kennis die de mens van Hen heeft, want uiteindelijk zijn Zij dezelfde Geest en kan niemand Hen scheiden. Al hebben Zij geen familierelatie, Hun hele wezen staat onder de hoede van Hun Geest, die Hen ander werk toebedeelt in andere tijden, en die Hun vlees een andere stamboom toebedeelt. De Geest van Jehova is niet de vader van de Geest van Jezus, en de Geest van Jezus is niet de zoon van de Geest van Jehova: Zij zijn één en dezelfde Geest. Evenzo hebben de geïncarneerde God van vandaag en Jezus geen familierelatie, maar zijn Zij één; dit komt omdat Hun Geest één is. God kan het werk van mededogen en barmhartigheid verrichten, alsook het werk van het rechtvaardige oordeel en de tuchtiging van de mens, en dat van het uitroepen van een vloek over de mens; uiteindelijk kan Hij het werk van de vernietiging van de wereld en het straffen van de kwaden doen. Doet Hij dit niet allemaal Zelf? Is dat niet Gods almacht? Hij was in staat zowel de wetten voor de mens te verspreiden als de geboden uit te vaardigen, en Hij was in staat de vroege Israëlieten naar hun leven op aarde te leiden en hen te begeleiden in de bouw van de tempel en de altaren en hield daarbij alle Israëlieten onder Zijn heerschappij. Hij vertrouwde op Zijn gezag en leefde tweeduizend jaar lang op aarde met het volk Israël. De Israëlieten durfden niet tegen Hem op te staan; allen vereerden Jehova en hielden zich aan Zijn geboden. Dit was het werk dat gedaan was waarbij Hij op Zijn gezag en Zijn almacht vertrouwde. Toen kwam Jezus tijdens het Tijdperk van Genade om de hele gevallen mensheid te verlossen (en niet alleen de Israëlieten). Hij toonde de mens mededogen en barmhartigheid. De Jezus die de mens in het Tijdperk van Genade zag, was met barmhartigheid vervuld en was altijd liefhebbend jegens de mensen, want Hij was gekomen om de mensheid van de zonde te verlossen. Hij kon de mens zijn zonden vergeven totdat Zijn kruisiging de mensheid helemaal verloste van de zonde. Tijdens deze periode verscheen God voor de mens met mededogen en barmhartigheid; dat wil zeggen dat Hij een zoenoffer voor de mens werd en werd gekruisigd voor de zonden van de mens zodat deze voor eeuwig vergeven zou zijn. Hij was genadig, medelevend, verdraagzaam en liefhebbend. En allen die Jezus volgden in het Tijdperk van Genade probeerden eveneens in alle opzichten verdraagzaam en liefhebbend te zijn. Ze waren lankmoedig en vochten nooit terug, zelfs niet als ze geslagen, vervloekt of gestenigd werden. Maar in het laatste stadium kan dit niet meer zo zijn. En zo was het werk van Jezus en van Jehova ook niet helemaal hetzelfde, ook al was Hun Geest één. Jehova’s werk was niet het beëindigen van het tijdperk, maar de begeleiding ervan, het inluiden van het leven van de mens op aarde. Het onderhanden werk nu is echter de overwinning van de mensen in de heidense naties die diep verdorven zijn, en niet alleen het leiden van Gods uitverkorenen in China, maar van het hele universum en de hele mensheid. Het lijkt jou misschien dat dit werk alleen in China wordt gedaan, maar in feite begint het al in het buitenland te verspreiden. Hoe komt het dat buitenlanders steeds weer de ware weg zoeken? Dit komt doordat de Geest al aan het werk is gegaan, en de woorden die nu gesproken worden op de mensen in het universum zijn gericht. Hiermee is de helft van het werk al aan de gang. Vanaf de schepping van de wereld tot op heden heeft de Geest van God dit grootse werk in gang gezet en bovendien heeft Hij ander werk in andere tijdperken en andere naties verricht. De mensen uit de verschillende tijdperken zien een andere gezindheid van Hem, wat van nature onthuld wordt door de verschillende werken die Hij verricht. Hij is God, vervuld van mededogen en barmhartigheid; Hij is het zoenoffer voor de mens en de herder van de mens; maar Hij is ook het oordeel, de tuchtiging en de vloek van de mens. Hij kon de mens tweeduizend jaar lang leiden bij zijn leven op aarde en Hij kon ook de verdorven mens van zijn zonde verlossen. Vandaag is Hij ook in staat de mensheid te veroveren die Hem niet kent, en haar machteloos te maken onder Zijn heerschappij zodat allen zich volledig aan Hem onderwerpen. Uiteindelijk zal Hij alles dat onrein en onrechtschapen is in de mens in het hele universum wegbranden om hen te laten zien dat Hij niet alleen een genadige en liefhebbende God is, niet alleen een God van wijsheid en wonderen, niet alleen een heilige God, maar meer nog een God die oordeelt over de mens. Voor de kwaden onder de mens belichaamt Hij brand, oordeel en straf; voor hen die vervolmaakt moeten worden belichaamt Hij net zozeer rampspoed, loutering en beproeving als troost, steun, een voorziening van woorden, behandeling en snoeiing. En voor diegenen die worden verstoten is Hij straf en vergelding. Zeg mij, is God niet almachtig? Hij is bij machte om al het werk te doen, niet alleen de kruisiging zoals je dacht. Je denkt te min over God! Geloof je dat Hij slechts in staat is door Zijn kruisiging de hele mensheid te verlossen en dat het daarbij blijft? En dat je daarna Hem tot in de hemel zult volgen om de vruchten van de levensboom te eten en om van de levensrivier te drinken? … Zou het zo eenvoudig zijn? Zeg mij, wat heb je bereikt? Heb je het leven van Jezus? Je werd inderdaad door Hem verlost, maar de kruisiging was het werk van Jezus Zelf. Welke taak heb jij als man zelf vervuld? Je hebt alleen uiterlijke vroomheid maar je begrijpt Zijn weg niet. Is dat hoe je Hem zichtbaar maakt? Als je het leven van God niet bereikt hebt of het geheel van Zijn rechtvaardige gezindheid niet hebt gezien, dan kun je niet beweren dat je iemand bent die het leven heeft, en ben je het niet waard om door de poort van het koninkrijk van de hemel te treden.

God is niet alleen een Geest, Hij kan ook vlees worden; bovendien is Hij een lichaam van glorie. Hoewel jullie Jezus niet hebben gezien is Hij door de Israëlieten wel gezien, dat wil zeggen de Joden van die tijd. Eerst was Hij een lichaam van vlees, maar na Zijn kruisiging werd Hij een lichaam van glorie. Hij is de allesomvattende Geest en kan overal werken. Hij kan Jehova zijn, of Jezus of Messias, en uiteindelijk kan Hij ook Almachtige God worden. Hij is rechtvaardigheid, oordeel en tuchtiging; Hij is vloek en toorn; maar Hij is ook mededogen en barmhartigheid. Al het werk dat Hij gedaan heeft kan Hem vertegenwoordigen. Wat voor een God is Hij, zou je zeggen? Als je het echt niet kunt uitleggen, moet je geen conclusies trekken over God. Concludeer niet dat God voor altijd een God van mededogen en barmhartigheid is, alleen maar omdat Hij het verlossingswerk heeft verricht in een bepaald stadium. Kun je er zeker van zijn dat Hij slechts een genadige en liefhebbende God is? Als Hij enkel maar een genadige en liefhebbende God is, waarom brengt Hij dan het tijdperk ten einde in de laatste dagen? Waarom stuurt Hij zoveel rampspoed? Volgens de opvattingen en gedachten van de mensen moet God helemaal tot het einde toe genadig en liefdevol zijn, zodat elke laatste mens van de mensheid kan worden gered. Maar waarom stuurt Hij in de laatste dagen dan zoveel rampen naar beneden, zoals aardbevingen, pest en hongersnood om die kwaadaardige mensheid te vernietigen die God als een vijand beschouwt? Als Hij de mens liefheeft als Zichzelf en als Zijn enige Zoon, waarom stuurt Hij dan plagen en hagelstenen vanuit de hemelen? Waarom laat Hij de mens lijden onder hongersnood en pest? Waarom laat Hij de mens lijden onder deze rampspoed? Wat voor een God Hij is, durft geen van jullie te zeggen en niemand kan het uitleggen. Kun je er zeker van zijn dat Hij de Geest is? Durf jij te zeggen dat Hij niemand anders is dan het vlees van Jezus? En durf jij te zeggen dat Hij een God is die voor altijd gekruisigd wordt in het belang van de mens?

Vorige: Het mysterie van de vleeswording (4)

Volgende: Bestaat de Drie-eenheid?

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger