Intro

Tot Zijn managementwerk voltooid is,

is Gods werk nooit gestopt,

Hij heeft altijd druk gewerkt.

God is nooit opgehouden,

maar de mensheid is anders.

Couplet 1

Van ’t werk van de Geest

verkreeg de mens maar een beetje,

maar hij beschouwt het

alsof ’t nooit veranderen zal.

En hij verkreeg een beetje kennis,

maar volgt Gods voetspoor niet

naar ’t nieuwer werk.

Couplet 2

Het vleugje kennis van Gods werk

doet de mens geloven:

zoals God tot nu toe was, zo zal Hij altijd zijn.

In zijn stelligheid over één fase van het werk

accepteert de mens geen nieuw werk,

wie het ook verkondigt.

Voor-refrein

Deze mensen kunnen

geen nieuw werk aanvaarden.

Ze zijn te conservatief.

Ze nemen geen nieuwe dingen aan.

Ze geloven in God maar verwerpen Hem.

Refrein

Alleen wie in ’t voetspoor volgt van het Lam

tot op het eind, wint de ultieme zegen.

Wie van de weg afdwaalt voor ’t eind is bereikt

en toch denkt dat hij alles heeft verkregen,

zal geen getuige kunnen zijn

van de verschijning van God.

Couplet 3

Ze kappen Gods nieuwe werk af,

zonder goede reden,

nog steeds overtuigd dat God hen op zal nemen.

Ze zweren bij de Bijbel

maar zijn vals in woord en daad,

ze zijn bedrieglijk en kwaardaardig

en bestrijden het werk van God.

Brug

’t Werk van de Heilige Geest

is voor hen niet bij te houden.

Ze klampen zich vast aan het oude werk.

Ze zijn niet slechts ontrouw,

maar worden Gods tegenstanders,

zij die gestraft zullen worden.

Is er iemand die zieliger is dan zij?

Refrein

Alleen wie in ’t voetspoor volgt van het Lam

tot op het eind, wint de ultieme zegen.

Wie van de weg afdwaalt voor ’t eind is bereikt

en toch denkt dat hij alles heeft verkregen,

zal geen getuige kunnen zijn

van de verschijning van God.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens