God verheft de behoeftigen, Hij trekt ze uit het stof,

en de nederigen worden verheven.

Vers 1

Ik zal mijn wijsheid in al haar vormen gebruiken

om de kerk te besturen in het hele universum,

en alle landen en volkeren.

Zij die eerder niet gehoorzaamden

moeten nu hun gehoorzaamheid tonen.

Allen zullen in Hem zijn, allen in onderwerping.

Ik heb een herinnering voor de mensheid, ik heb een herinnering.

Vers 2

Je moet liefhebben, onderwerpen en verbonden zijn in het leven.

Elkaars krachten gebruiken,

dienen in tolerantie en harmonie.

Dan zullen Satans plannen mislukken,

en de kerk zal goed opgebouwd worden.

En mijn plan zal slagen op deze manier.

Ik heb een herinnering voor de mensheid, ik heb een herinnering.

Vers 3

De functies verschillen, maar er is maar één lichaam.

Ieder moet op zijn plek zijn best doen, en zijn plicht doen.

Ieder moet een vonk zijn, die zijn eigen licht uitstraalt,

volwassenheid zoeken in het leven, en ik zal tevreden zijn.

Ik heb een herinnering voor de mensheid, ik heb een herinnering.

Vers 4

Je moet geen misverstanden toestaan

waardoor je geestelijk decadent wordt,

omdat iemand op een bepaalde manier is

of op een bepaalde manier handelt.

In mijn ogen is het ongepast,

in mijn ogen is het waardeloos.

Is Degene waarin je gelooft niet God?

Het is geen menselijk wezen.

Ik heb een herinnering voor de mensheid, ik heb een herinnering.

Ik heb een herinnering voor de mensheid, ik heb een herinnering.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 21