Vers 1

Kijk naar Gods koninkrijk, waar God heerst over allen.

Van toen de schepping startte tot aan vandaag de dag,

doorstaan de zoons van God, onder Zijn leiding, ontberingen.

Ze gingen door ups en downs. Maar nu wonen ze in Zijn licht.

Wie huilt er niet om het onrecht van gisteren?

Wie laat er geen tranen om de ontberingen van vandaag?

Wie neemt deze kans niet om zijn hart aan God te wijden?

Wie wil er geen stem geven aan zijn passie en ervaring?

Wie huilt er niet om het onrecht van gisteren?

Wie laat er geen tranen om de ontberingen van vandaag?

Wie neemt deze kans niet om zijn hart aan God te wijden?

Wie wil er geen stem geven aan zijn passie en ervaring?

Vers 2

Mensen doen hun best voor God. Betreuren soms hun dwaasheid.

Sommigen haten zichzelf om hun streven van gisteren.

Ze leerden zichzelf kennen, en Satans daden, en Gods wonder.

Binnen in hun harten leeft God, want Zijn werk is voltooid.

Vers 3

Wie huilt er niet om het onrecht van gisteren?

Wie laat er geen tranen om de ontberingen van vandaag?

Wie neemt deze kans niet om zijn hart aan God te wijden?

Wie wil er geen stem geven aan zijn passie en ervaring?

Wie huilt er niet om het onrecht van gisteren?

Wie laat er geen tranen om de ontberingen van vandaag?

Wie neemt deze kans niet om zijn hart aan God te wijden?

Wie wil er geen stem geven aan zijn passie en ervaring?

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 18