1 O God! U bent nederig en verborgen in het vlees, u verduurt afwijzing en laster van de mens, u verdraagt alle vernedering; toch blijft u de waarheid uitdrukken om de mensheid te redden. U zet uw hele leven in om al uw liefde aan de mens te geven. Uw woorden zijn allemaal de waarheid en het leven, ze reinigen en veranderen ons iedere dag. Door uw woorden te ervaren, zien we zo veel van uw liefde. O God! Uw lieflijkheid is altijd in mijn gedachten.

2 Ik proefde uw liefde toen ik uw oordeel onderging. Ieder woord van uw oordeel is als een scherp zwaard dat mijn natuur opensnijdt, zodat ik me nergens kan verschuilen. Ik ben vol met satanische gezindheid en heb geen menselijkheid. Ik heb uiteindelijk mijn eigen ware gezicht gezien. Uw rechtvaardige gezindheid is aan mij onthuld; nu haat ik mezelf en ben ik echt tot inkeer gekomen. O God! Uw lieflijkheid is altijd in mijn gedachten.

3 Het is uw oordeel dat me gered heeft; de strengheid van uw woorden maskeert uw oprecht gemeende bedoelingen. Maar omdat ik aan mijn opvattingen vasthoudt, ken ik niet de minste gehoorzaamheid. Ik laat mezelf zelfs wegzinken in wanhoop, onbegrip en klagen tegen u. Uw woorden hebben me steeds opnieuw getroost en bemoedigd, waardoor ik op kon krabbelen uit negativiteit en zwakte. Ik heb gezien hoe goedgunstig en mooi uw gezindheid is. O God! Uw lieflijkheid is altijd in mijn gedachten.

4 Uw woorden leiden mij door alle tegenspoed. Arrestatie door die demonen is een dagelijks dreiging. U bent het die me helpt de tranen van verdriet af te wissen en deze pijnlijke nachten duren niet meer zo eindeloos. Met uw liefde als mijn metgezel groeit mijn vertrouwen. Door beproevingen en loutering ben ik gestorven en opnieuw geboren, heb ik de waarheid begrepen en Satans invloed afgeworpen. O God! Uw lieflijkheid is altijd in mijn gedachten. Ik zal altijd van u houden en steeds aan uw zijde staan.