40 De wereld valt! Babylon is verlamd!
1 Overal in het heelal vieren de mensen de komst van mijn dag, en er lopen engelen tussen al mijn mensen. Wanneer Satan problemen veroorzaakt helpen de engelen mijn volk altijd, omwille van hun dienst in de hemel. Zij laten zich niet voor de gek houden door de duivel vanwege menselijke zwakheden, maar doen als gevolg van de aanval van de machten van de duisternis, nog meer hun best, door de mist heen, het leven van de mens te ontmoeten. Alle mensen onderwerpen zich onder mijn naam, en nooit staat er iemand op om mij openlijk tegenstand te bieden. Vanwege het werk van de engelen accepteert de mens mijn naam en allen leven midden in de stroom van mijn werk.
2 De wereld valt! Babylon is verlamd! De religieuze wereld, hoe zou zij niet vernietigd kunnen worden door mijn gezag op aarde? Wie durft mij nog steeds ongehoorzaam te zijn en mij tegenstand te bieden? De schriftgeleerden? Alle religieuze functionarissen? De machthebbers en autoriteiten op aarde? De engelen? Wie viert niet de volmaaktheid en volheid van mijn lichaam? Te midden van alle volkeren, wie zingt mijn lofzang niet onophoudelijk, wie is er niet voortdurend blij?
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 22