41. heb de terugkomst van de Heer verwelkomd

Door Chuanyang, Verenigde Staten

In de winter van 2010 in de Verenigde Staten had ik het ijskoud. Er was de bittere kou van de wind en de sneeuw, maar nog erger was dat het voelde alsof mijn hart overspoeld was door een soort ‘koude golf’. Voor binnenhuisarchitecten zoals ik, is de winter de moeilijkste tijd van het jaar. Wanneer de winter eenmaal aanbreekt, is er heel weinig werk; we lopen zelfs het risico onze baan te verliezen. Dit was mijn eerste jaar in de Verenigde Staten. Ik kwam kersvers van de boot, en alles was vreemd voor me. Een appartement huren was lastig, een baan vinden was lastig, en mijn dagen waren vol tegenspoed. Het werd zelfs zo erg dat ik geld moest lenen om de huur van mijn appartement te kunnen betalen. Onder al deze tegenslag werd ik zwaarmoedig; mijn leven voelde erg zwaar om te verduren. ’s Nachts lag ik naar de ijskoude muur gekeerd en was ik zo verdrietig dat ik alleen maar wilde huilen. Op een dag, toen ik lusteloos rondliep in mijn droefheid en onrust, gaf iemand die het evangelie van de Heer Jezus verspreidde me een kaartje en zei: “De Heer Jezus houdt van je. Broeder, kom naar onze kerk en luister naar het evangelie van de Heer!” Ik dacht: ik heb op dit moment toch niets te doen, dus het kan geen kwaad als ik hiernaar luister. Waarom niet? Dan heb ik iets te doen. Dus liep ik zomaar de kerk binnen. Ik luisterde naar de dominee, die iets voorlas wat de Heer Jezus had gezegd: “Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft(Johannes 3:16). Toen ik dit hoorde, was ik diep geraakt door de liefde van de Heer. Ik kan niet duidelijk uitleggen hoe ik me voelde, maar ik kon voelen dat de liefde van de Heer echt was, en sterker dan enige liefde die in de wereld te vinden was. Mijn door verdriet geplaagde hart werd enorm getroost. Als gevolg hiervan, besloot ik om in alle ernst op de Heer Jezus te vertrouwen. Vervolgens begon ik elke zondag enthousiast deel te nemen aan de bijeenkomsten. Vanwege mijn enthousiaste streven werd ik al gauw een medewerker van de kerk.

Nadat ik twee jaar in de kerk had gediend, voelde het steeds minder alsof de Heer bij me was. Ik voelde me niet verlicht bij het lezen van de Bijbel, het raakte me niet om te bidden, en het voelde niet alsof het bijwonen van bijeenkomsten iets voor me deed. Daar kwam nog bij dat ik zag dat alle kerkleden levens leidden waarin ze overdag zondigden en ’s nachts hun zonden beleden. Iedereen, of het nu dominees, ouderlingen of gewone gelovigen betrof, was in de ban van de zonde, was verwikkeld in jaloerse geschillen, spande met anderen samen om groepjes te vormen, vocht voor roem en gewin en begeerde wereldse dingen. Allerlei ongeoorloofde dingen werden gedaan, en meer dan dat. Ook zag ik dat mensen in de maatschappij in het algemeen elke dag meer ontaardden, dat ze steeds kwaadaardiger en zelfzuchtiger werden. In de hele wereld gebeurden er rampen: aardbevingen, hongersnoden en epidemieën braken constant uit. Allerlei tekenen gaven duidelijk te kennen dat de laatste dagen aangebroken waren en dat de Heer Jezus spoedig zou terugkeren. De dominees en de ouderlingen preekten vaak voor ons over deze Bijbelverzen: “Als iemand dan tegen jullie zegt: ‘Kijk, Christus is hier of daar,’ geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden(Matteüs 24:23-24). In hun preken beweerden ze roekeloos dat er in de laatste dagen valse Christussen zouden verschijnen. Ze drukten ons op het hart dat we niet naar de preken van vreemdelingen moesten luisteren. Ze zeiden zelfs dat, buiten degenen in onze kerk, zij die andere denominaties aanhingen het allemaal bij het verkeerde eind hadden. Ze zeiden dat wij kritisch moesten zijn waar het andere mensen betrof, zodat we ons niet zouden laten misleiden en niet een verkeerde weg zouden bewandelen. Omdat ik de dominees vaak in deze trant hoorde preken, hield ik mezelf voor: ik moet niet van de weg afwijken op dit cruciale moment van de op handen zijnde komst van de Heer. Ik moet me ervan verzekeren dat ik mijn geloof in de Heer behoud.

Op een dag middenin september 2016 kreeg ik een onverwacht telefoontje van zuster Zhu. Zuster Zhu was al lange tijd een gelovige en een enthousiaste zoekende in onze kerk. We hadden het altijd goed met elkaar kunnen vinden, dus was ik blij dat ze me belde. Zuster Zhu sprak opgetogen en ik luisterde: “Broeder, ik heb goed nieuws voor je: de Heer Jezus is teruggekeerd als Almachtige God! Deze keer is God geïncarneerd om het werk van het oordeel, de reiniging en de redding van de mens uit te voeren!” Ik was enigszins verbaasd deze woorden te horen en dacht: is zuster Zhu niet op het pad van de Heer gebleven? Heeft ze zich bij een andere denominatie aangesloten? Hoe kan ze zo dwaas zijn? De dominees en ouderlingen hebben meermaals benadrukt dat valse Christussen in de laatste dagen hun opwachting zullen maken; waarom heeft ze dan niet naar hen geluisterd? Als we een dwaalweg opgaan op dit cruciale moment, nu de Heer binnenkort zal komen, hebben we ons geloof al deze jaren dan niet vergeefs uitgeoefend? Terwijl ik dit dacht, vroeg ik nerveus aan zuster Zhu: “Zuster, er staat in de Bijbel dat er in de laatste dagen valse …” Maar zuster Zhu nam het woord zonder me te laten uitspreken. “Broeder, de Heer Jezus heeft ons gewaarschuwd: ‘Oordeel niet’, en we moeten niet maar oordelen naar eigen goeddunken, dan worden we ook niet veroordeeld door God.” De waarschuwing van de zuster deed me denken aan deze woorden van de Heer: “Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden(Lucas 6:37). Ik durfde verder niets te zeggen. Maar over zo’n belangrijke gebeurtenis als de terugkomst van de Heer hadden zuster Zhu en ik elk onze eigen mening, en allebei wilden we de ander overtuigen. We probeerden daarom om de beurt onze argumenten te geven, maar uiteindelijk kon geen van beiden de ander overtuigen.

Tot langer dan een maand na die tijd belde zuster Zhu me herhaaldelijk om het evangelie van het koninkrijk van Almachtige God aan me te verkondigen. Ik weigerde steeds om het te aanvaarden en bleef erop aandringen dat ze moest terugkomen naar onze kerk en in de Heer moest blijven geloven. Met het verstrijken van de tijd merkte ik dat ze heel standvastig was in haar geloof in Almachtige God. Ze gaf geen duimbreed toe in haar geloof, dus moest ik het wel opgeven en probeerde ik niet langer haar te overtuigen. Ik zei: “Van nu af aan blijf ik geloven in mijn Heer Jezus en kun jij geloven in jouw Almachtige God; we zullen elkaars geloof niet in de weg zitten!” In het vervolg zocht ik, steeds wanneer zuster Zhu me belde om te getuigen van het werk van God van de laatste dagen, steeds naar een uitvlucht om haar uit de weg te gaan. Ik bleef weigeren Gods werk van de laatste dagen te aanvaarden, maar ze bleef altijd proberen me het evangelie door te geven.

Op een ochtend in november, kort na vijf uur – het was zelfs nog donker – werd er bij me thuis aangebeld. Ik deed open: daar stond zuster Zhu, samen met een broeder en een zuster. Bij het zien van zuster Zhu voelde ik me behoorlijk defensief. Ik dacht: ben ik niet duidelijk geweest tegen je? Waarom zou je nog altijd zo’n lange weg afleggen om me thuis op te zoeken? Wat je ook zegt, ik ga niet in Almachtige God geloven. Ik negeerde de vele jaren waarin we elkaar hadden gekend als leden van dezelfde kerk, zei een paar onaangename dingen tegen hen en weigerde hen binnen te laten. Toen zuster Zhu merkte hoe vastberaden ik was, zag ze er terneergeslagen uit. Met een van emotie overlopende stem, zei ze tegen me: “Broeder, ik ben gekomen om het koninkrijk-evangelie aan je door te geven omdat de Heilige Geest me bewogen heeft. Zonder Gods liefde zou ik niet in staat zijn geweest mijn trots opzij te zetten en steeds maar weer te proberen het evangelie aan je door te geven. Broeder, de Heer Jezus is echt teruggekeerd. Op dit moment werkt de Heilige Geest in hen die Gods nieuwe werk hebben aanvaard. Hoe zou iemand zonder het werk van de Heilige Geest zo veel geloof en wilskracht kunnen hebben om het evangelie aan je te komen verkondigen? Ook jij hebt de huidige toestand in onze kerk gezien. Onze broeders en zusters leven allemaal geketend door zonde en hebben niet de kracht om zich los te breken. God is deze keer gekomen om Zijn woorden uit te drukken om over de mens te oordelen. Hij is gekomen om het werk uit te voeren waarbij Hij ons van onze zonden ontdoet en ons reinigt. Als we Gods werk van de laatste dagen missen, komt er geen nieuwe kans om Gods redding te verkrijgen.” De oprechte woorden van de zuster raakten me, en ik bond een beetje in. Vooral toen ze het had over de toestand in onze kerk, begonnen alle dingen die ik in kerken had zien gebeuren me plotseling voor de geest te komen. Bij de eerste kerk waar ik had gediend, zeiden de dominees één ding terwijl ze iets anders deden. Iedereen die een hoop geld bijdroeg, werd glimlachend door de dominees verwelkomd en kreeg alle aandacht. Maar wie niet heel veel geld bijdroeg, werd door de dominees genegeerd en geminacht. Ik verdroeg het absoluut niet dat te zien gebeuren, dus sloot ik me bij een andere kerk aan. In deze kerk zag ik hoe de collega’s elkaar uitsloten, in jaloerse geschillen verwikkeld raakten en met elkaar samenspanden om verschillende groepjes te vormen. Ze verschilden in niets van de mensen in de seculiere wereld. Dit stelde me hevig teleur. Aanvankelijk wilde ik naar weer een nieuwe kerk overstappen, maar een broeder vertelde me dat hij al bij veel kerken had gezeten. Waar hij ook heen ging, hij kwam altijd dezelfde troosteloosheid en duisternis tegen … Ik dacht ook aan mijn eigen diverse gedragingen toen ik in zonde leefde. Dit bracht mijn hart aan het twijfelen. Ik dacht: zou het kunnen dat de Heer Jezus werkelijk in het vlees is teruggekeerd om het werk van de uitroeiing van de zonde uit te voeren? Precies op dat moment sprak zuster Zhu verder: “Wat betreft de vraag of Almachtige God de teruggekeerde Heer is, hoef je alleen maar het woord van Almachtige God te lezen: dan zul je het weten. Toen de Heer Jezus Zijn werk kwam doen, volgden Zijn discipelen Hem omdat ze door Zijn woorden en Zijn werk begrepen dat Hij de voorzegde Messias was. Om in onze tijd te bepalen of Almachtige God de verschijning is van de Heer Jezus die Zijn werk is komen uitvoeren, moeten we eveneens naar het werk en de woorden van Almachtige God kijken. Als je de woorden van Almachtige God hebt gelezen en nog steeds gelooft dat Hij niet de teruggekeerde Heer is, zal ik niet proberen je te dwingen om te geloven. Dan zal ik ophouden het evangelie aan je te verkondigen, want God heeft nog nooit iemand gedwongen Zijn evangelie te aanvaarden.”

Toen zuster Zhu dit had gezegd, weifelde ik even en dacht: ik kan net zo goed de woorden van Almachtige God lezen om te zien welke waarheden er precies in uitgedrukt worden die zuster Zhu zo’n onwankelbaar geloof in Almachtige God hebben gegeven. Ik deed de deur open en liet zuster Zhu en de anderen binnen. Zuster Zhu stelde hen voor: zuster Zhang Qing en broeder Liu Kaiming van De Kerk van Almachtige God. Zuster Zhu zei: “Broeder Chuanyang, het is al een paar maanden geleden dat ik het werk van Almachtige God van de laatste dagen heb aanvaard. Ik ben naar De Kerk van Almachtige God gegaan om zelf poolshoogte te nemen, en heb deelgenomen aan hun kerkleven. Door persoonlijke ervaringen en oprecht onderzoek heb ik gezien dat De Kerk van Almachtige God werkelijk een kerk is die het werk van de Heilige Geest heeft. Het is een waarachtige kerk, die beslist uit God is ontstaan. Jij en ik zijn samen jarenlang lid geweest van de kerk. Als collega in de kerk zou jij beter moeten weten dan ik wat daar op dit moment gaande is. De Heilige Geest werkt al lang niet meer in onze kerk: dat is iets wat iedereen weet. De dominees kunnen geen preken houden die ons van leven voorzien. Het enige waar ze over preken, is hoe men andere denominaties moet aanvallen of ervoor op zijn hoede moet zijn. Ze vertellen ons dat we de naam van de Heer moeten bewaren en dat we gered zijn zolang we onze kerk niet verlaten. Maar in werkelijkheid geeft het woord van de Heer hen geen grond om zo te handelen. Ze doen het alleen om hun posities te beschermen en hun broodwinning te behouden; aan ons leven besteden ze geen aandacht. Als ze zich echt verantwoordelijk voelden voor ons leven, zouden ze het initiatief nemen en ons aanvoeren in de zoektocht naar een kerk waar de Heilige Geest in werkt. Dat zouden ze doen in plaats van ons koppig bij een religie te laten blijven waar de Heilige Geest al lang niet meer in werkt, waar we wachten op de dood door uithongering of doordat we gevangenzitten in een kerk waar het werk van de Heilige Geest afwezig is.” Toen ik dit had gehoord, dacht ik: zuster Zhu beschrijft echt wat er aan de hand is. In de kerk van tegenwoordig ontbreekt echt het werk van de Heilige Geest. Alles wat de dominees en ouderlingen doen, doen ze echt niet met het leven van ons, de gelovigen, in gedachten. Terwijl ik door de jaren heen bij deze kerk ben blijven zitten, heb ik steeds sterker gevoeld dat de Heer niet met ons is. Mijn geest voelt zich al heel lang uitgedroogd en ver verwijderd van het licht, alsof hij op een dood spoor zit. Nu ik zuster Zhu zo redelijk en goed gefundeerd hoorde praten, was ik niet langer tegen hun bezoek gekant.

Precies op dat moment zei de broeder die met haar was meegekomen, Broeder Liu: “Broeder, de religieuze wereld is zo troosteloos omdat God is gekomen om nieuw werk te doen en omdat het werk van de Heilige Geest is verdergegaan, maar de mensen hebben het nieuwe werk dat God aan het doen is niet bijgehouden. Een nog belangrijkere reden is dat de dominees en ouderlingen de geboden van de Heer niet hebben gehoorzaamd en de woorden van de Heer niet in praktijk hebben gebracht. In plaats daarvan hebben ze gelovigen ertoe gebracht de slechte trends van de wereld te volgen. Ze hebben zich zelfs verzet tegen het nieuwe werk van God en hebben het veroordeeld. Het is net als toen de Heer Jezus kwam om Zijn werk te doen: de tempel was veranderd in een plek waar vee, schapen en duiven werden verkocht en waar geld werd gewisseld. Priesters schonden de wetten en offerden dieren die gebreken hadden om God te misleiden. De farizeeërs waren begerig naar rijkdom en genoten van de buit van hun positie, en er werden nog meer van zulke zonden begaan. Zelfs zij die God dienden, leefden in zonde, zonder ook maar het kleinste beetje eerbied voor God in hun hart. Dit was genoeg om aan te tonen dat de Heilige Geest niet langer werkzaam was in de tempel, dat het werk van de Heilige Geest verdergegaan was en dat Gods werk in het Tijdperk van de Wet beëindigd was. De Heer Jezus was gekomen om het verlossingswerk te verrichten op het fundament van het werk van het Tijdperk van de Wet. De Heilige Geest werkte niet langer in hen die de naam van Jehova God behielden en zich koppig aan de wetten vasthielden. In plaats daarvan verschoof het werk van de Heilige Geest naar hen die het nieuwe werk van de Heer Jezus aanvaardden. Omdat God niet langer in de tempel aanwezig was, werd deze steeds troostelozer, totdat het uiteindelijk een roversnest werd. De discipelen van de Heer Jezus daarentegen ontvingen de redding van de Heer. Ze brachten de leringen van de Heer in praktijk, ze volgden de Heer met geloof en kracht, ze lieten hun huizen en banen achter zich om van het evangelie van de Heer te getuigen en het te verspreiden. Voor vervolging of tegenslag waren ze niet bang. Was dit alles niet de uitwerking die het werk van de Heilige Geest op hen had? Op dezelfde manier geeft in deze tijd de terugkomst van de Heer aan dat het oude tijdperk is geëindigd en een nieuw tijdperk is begonnen. De Heilige Geest werkt al lang niet meer in de kerken van het Tijdperk van Genade. In plaats daarvan is Hij begonnen te werken in hen die Gods nieuwe werk hebben aanvaard, dat deze Bijbelse profetieën doet uitkomen: ‘En ik heb u ook de regen onthouden, toen de oogsttijd nog drie maanden weg was. En ik heb het laten regenen op de ene stad maar niet laten regenen op de andere stad: op het ene stuk land viel regen en het stuk land zonder regen verdorde(Amos 4:7). ‘Zie, de dagen komen […] dat ik voor een honger in het land zal zorgen. Geen honger naar brood en geen dorst naar water, maar om de woorden van Jehova te horen(Amos 8:11). Almachtige God zegt ook: “God zal dit feit tot stand brengen: Hij zal ervoor zorgen dat alle mensen in het hele universum voor Hem komen te staan en de God op aarde zullen vereren. Zijn werk in andere plaatsen zal ophouden en mensen zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Het zal zijn zoals bij Jozef: iedereen kwam bij hem om voedsel en boog zich voor hem neer, want hij had eten. Mensen zullen gedwongen worden de ware weg te zoeken om hongersnood te vermijden. De hele religieuze gemeenschap zal ernstige honger lijden en alleen de God van het heden is de bron van levend water, in het bezit van de eeuwig stromende bron tot vreugde van de mens, en mensen zullen komen en zich op Hem verlaten(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het Duizendjarig Koninkrijk is gekomen). ‘Al het werk van God in het hele universum is gericht op deze groep mensen. Hij heeft zich volledig voor jullie ingespannen en alles voor jullie opgeofferd. Vanuit het hele universum heeft Hij al het werk van de Geest herwonnen en aan jullie gegeven. Daarom zeg ik: jullie zijn de gelukkigen. Bovendien heeft Hij Zijn glorie van Israël, Zijn uitverkoren volk, verplaatst naar jullie om het doel van Zijn plan volledig door jullie groep mensen te openbaren. Daarom zijn jullie degenen die Gods erfdeel zullen ontvangen en zelfs meer nog: jullie zullen de erfgenamen van Gods glorie zijn(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Is het werk van God zo eenvoudig als de mens zich voorstelt?). ‘Omdat mensen van religies niet in staat zijn om Gods nieuwe werk te aanvaarden en slechts vasthouden aan het oude werk van weleer, heeft God deze mensen verlaten en doet Hij Zijn nieuwe werk met de mensen die dit nieuwe aanvaarden. Dit zijn mensen die aan Zijn nieuwe werk meewerken en Zijn management kan alleen op deze manier tot stand gebracht worden(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens). Uit deze woorden van God blijkt ons dat de Heilige Geest niet langer in de kerken van het Tijdperk van Genade werkt. Het maakt daarom niet uit hoe hard mensen proberen hun kerken nieuw leven in te blazen of welke menselijke methoden ze daarvoor gebruiken; het heeft geen zin. De Katholieke Kerk en de protestantse denominaties zijn allemaal hetzelfde. De geest van hun gelovigen is uitgedroogd en uitgehongerd, hun geloof en hun liefde raken mettertijd bekoeld, ze zijn niet in staat zich aan de leringen van de Heer te houden, en velen van hen volgen de slechte tendensen van de wereld door rijkdom na te jagen en wereldse dingen te begeren. De kerken zijn plaatsen van troosteloosheid geworden. De broeders en zusters in De Kerk van Almachtige God daarentegen zijn degenen die verschillende denominaties hebben verlaten en uit verschillende beroepen komen om het werk van God van de laatste dagen te aanvaarden. Zij zijn de wijze maagden die, toen ze Gods stem hoorden, terugkeerden om voor Zijn troon te staan. Ze ontvangen de toevoer van het levende water des levens dat uit de troon van God stroomt. Ze worden door God Zelf gehoed en geleid, en met één stem verspreiden ze en getuigen ze van het evangelie van het koninkrijk van God. Ze verdragen het om door de wereld te worden bespot en belasterd, ze verdragen beschimping en veroordeling door de leiders van verschillende denominaties. Ze worden zelfs geslagen, en verdragen het dat ze gearresteerd worden, dat hun huizen worden doorzocht, dat hun bezittingen in beslag worden genomen, en dat de CCP-overheid hen wreed foltert, gevangenzet en nog meer dingen met hen doet. En toch hebben ze geloof, hebben ze kracht, hebben ze liefde. Ze zijn vasthoudend en onverzettelijk in het volgen van Almachtige God en het getuigen van Gods werk van de laatste dagen. Dat doen ze niet op eigen kracht. Dit is het gevolg van het werk van de Heilige Geest! Ook kan Gods wil worden gezien in het feit dat Hij een hongersnood over de religieuze wereld heeft laten komen. Zijn doel daarmee is om ware gelovigen in God, die smachten naar de waarheid, te verplichten zich van religie los te maken, zich te ontdoen van misleiding en dwang door religieuze antichristenen, en weg te lopen van religie. Als ze dat hebben gedaan, kunnen ze Gods voetstappen en Gods verschijning zoeken, Gods oordeelswerk in de laatste dagen aanvaarden en door God worden gereinigd en vervolmaakt. Tegelijkertijd zullen de ongelovigen die in de religie blijven, die hun portie brood willen opeten en die niet met een waar hart in God geloven, maar in plaats daarvan mensen verheerlijken en volgen, ontmaskerd en uitgeschakeld worden. Zo zullen alle mensen gescheiden worden naar hun soort. Is dit niet de wijsheid en almacht van God?”

Toen ik naar Gods woorden en de communicatie van deze broeder had geluisterd, vond ik dat het allemaal erg praktisch klonk en dat het volledig overeenstemde met hoe de dingen echt zaten. Het voelde alsof ik wakker was geworden uit een droom, en ik begreep de oorzaak van de troosteloosheid van de verschillende kerken. Op dat moment zag ik eindelijk in hoe ongevoelig ik was geweest. Weliswaar had ik ingezien dat iedereen, van de dominees en ouderlingen tot de gewone gelovigen, door zonde was gebonden, en dat de kerk overliep van wetteloosheid en ongerechtigheid. Maar nog altijd had ik Gods wil niet gezocht, of het werk van de Heilige Geest. Ik had ook geen enkele aandacht geschonken aan het luisteren naar de stem van God. Als gevolg hiervan was ik geëlimineerd door het werk van de Heilige Geest zonder me er zelfs maar van bewust te zijn. Ik besefte dat ik het woord van Almachtige God zorgvuldig moest lezen. Toen zuster Zhu en haar gezelschap die dag vertrokken, werd er een tijd afgesproken waarop ze zouden terugkomen om opnieuw met mij in communicatie te delen. Ook lieten ze een exemplaar achter van ‘De door het Lam geopende Boekrol’, een boek van het woord van Almachtige God, dat ik graag in ontvangst nam.

Later, toen ik ‘De door het Lam geopende Boekrol’ las, zag ik dat het woord van Almachtige God veel raadsels onthult, zoals de drie fasen van Gods werk om de mensheid te redden, het werk van Zijn oordeel in de laatste dagen, de pracht van Zijn koninkrijk, enzovoorts. Dit gaf me een beter begrip van Gods werk. Mijn uitgedroogde geest voelde alsof zijn dorst gelest was, en hoe meer ik dit boek las, hoe meer ik ervan hield. Eerder stond ik gewoonlijk op om half zes ’s ochtends, maar nadat ik mijn exemplaar van ‘De door het Lam geopende Boekrol’ had ontvangen, begon ik op te staan om half vijf om het woord van Almachtige God te lezen en te overdenken. Dat schonk mijn geest zo’n genoegen. Toen ik op een ochtend het hoofdstuk in ‘Ben jij iemand die waarlijk in God gelooft?’ aan het lezen was, werd mijn hart enorm geroerd. Almachtige God is de God die het binnenste van de harten van mensen onderzoekt, en Hij heeft onze verdorven natuur blootgelegd die we nooit zelf zouden kunnen kennen. Zo werd het me mogelijk gemaakt de waarheid te zien over hoe Satan me verdorven had. Dit was vooral waar wanneer ik deze woorden van Almachtige God las: “Hoe dan ook, ik zeg dat al diegenen die de waarheid niet waarderen ongelovigen zijn en verraders zijn van de waarheid. Dat soort mensen zal nooit de goedkeuring van Christus ontvangen. […] Je moet begrijpen dat God niet toebehoort aan de wereld of aan welke afzonderlijke persoon dan ook, maar aan al diegenen die echt in Hem geloven, al diegenen die Hem aanbidden en al diegenen die Hem toegewijd en trouw zijn.” Bij het overdenken van deze woorden bleef ik mezelf afvragen: ben ik iemand die werkelijk in God gelooft? Heb ik achting voor de waarheid? Waar heb ik gedurende de afgelopen jaren van mijn geloof in de Heer achting voor gehad? Ik bedacht dat ik hetzelfde was als de meeste van de broeders en zusters. Van buiten las ik de Bijbel en woonde ik bijeenkomsten bij, maar ik schonk geen aandacht aan het beleven of beoefenen van het woord van de Heer. In plaats daarvan had ik achting voor de preken van dominees en de letterlijke betekenis van de letters in de Bijbel. Ik vertrouwde kritiekloos op de Bijbelkennis en de theologische doctrines die de dominees preekten. Nooit dacht ik erover na of er wel enige waarheid zat in wat ze preekten, dan wel of het overeenstemde met de wil van de Heer. Al helemaal gebruikte ik nooit de woorden van de Heer om te onderzoeken en te meten wat ze zeiden. Wij gelovigen geloofden eenvoudigweg alles wat ze maar preekten. Nu ik erover terugdenk, besef ik hoe dom en onwetend ik was om mensen blindelings te verafgoden! Ik dacht terug aan de preken van de dominees en de ouderlingen. Ze preekten ofwel over het schenken van offers, ofwel over het zich behoeden voor andere denominaties en het verzegelen van de kerk, ofwel gewoon over dezelfde bekende zaken waar ze al jaren over preekten. Er was geen nieuwe illuminatie, geen nieuwe verlichting, ze hadden in het geheel niets om ons in te voorzien. Ze konden het probleem van de dorheid in onze geesten niet oplossen, en de troosteloosheid in de kerk konden ze al helemaal niet oplossen. Als gevolg hiervan deden de broeders en zusters maar plichtmatig mee tijdens bijeenkomsten. Tijdens bijeenkomsten kletsten sommigen, anderen vielen in slaap en weer anderen speelden spelletjes op hun telefoon. Ik had in deze donkere, troosteloze kerk gewoond, maar was niet in staat geweest Gods wil of het werk van de Heilige Geest te zoeken. Kennelijk was ik niet iemand die de waarheid zocht of die sowieso echt in God geloofde. Almachtige God zegt: “Al diegenen die de waarheid niet waarderen zijn ongelovigen.”, “God toebehoort niet aan de wereld of aan welke afzonderlijke persoon dan ook, maar aan al diegenen die echt in Hem geloven, al diegenen die Hem aanbidden.”. Deze woorden waren zo echt en deden me plotseling denken aan de woorden van de Heer Jezus: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven(Johannes 14:6). Op dat moment begreep ik dat God de waarheid is, dat God Zijn werk doet om de mens de waarheid, de weg en het leven te geven, en dat de mensen die echt in God geloven aandacht schenken aan het zoeken van de waarheid en het verkrijgen van de waarheid. Als iemand die in God gelooft, had ik geen aandacht geschonken aan het zoeken van de waarheid. Was ik daarom niet helemaal in de war met mijn geloof? Als dit de manier was waarop ik in God geloofde, hoe had ik dan ooit Gods goedkeuring kunnen ontvangen? Ik had zo’n profijt van de woorden van Almachtige God! Hoe meer ik het woord van Almachtige God las, hoe meer ik voelde dat ik op zo veel manieren tekortschoot. Daarom besteedde ik, buiten mijn werk, al mijn vrije tijd aan het lezen van het woord van Almachtige God. In het diepst van mijn hart voelde ik zekerheid dat dit de ware weg was. Maar ik was nog altijd verward door deze woorden die de Heer Jezus had gesproken: “Als iemand dan tegen jullie zegt: ‘Kijk, Christus is hier of daar,’ geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden(Matteüs 24:23-24). Ik wist niet wat de verborgen betekenis van deze woorden was, dus besloot ik ernaar te zoeken wanneer zuster Zhu en de anderen weer kwamen.

Zuster Zhu en de andere broeder en zuster kwamen naar mijn huis op de tijd die we hadden afgesproken. Ik zei tegen zuster Zhang: “De afgelopen dagen heb ik veel gelezen uit het woord van Almachtige God. Ik voel dat elk woord dat door Almachtige God is gesproken de waarheid is, en dat het echt is wat ik nodig heb. Eerder probeerde zuster Zhu me steeds weer uit te nodigen om het werk van Almachtige God te onderzoeken. Maar omdat mijn dominees hadden gepreekt dat er in de laatste dagen valse Christussen zouden verschijnen om mensen te misleiden, weigerde ik om de ware weg te bestuderen. Daar heb ik nu oprecht spijt van. Maar ik ben nog steeds verward over het volgende, dus daarover zou ik met je willen zoeken. De Heer Jezus zei: ‘Als iemand dan tegen jullie zegt: “Kijk, Christus is hier of daar,” geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden(Matteüs 24:23-24). Hoe leggen jullie deze woorden uit?”

Zuster Zhang zei: “God zij gedankt, en moge Hij ons leiden in deze communicatie. Wat betreft de vraag die je hebt aangekaart: eerst moeten we begrijpen met welk doel de Heer Jezus deze woorden heeft gesproken, en wat Hij bedoelde toen Hij ze sprak. De Heer Jezus heeft ons verteld dat Hij bij Zijn terugkomst weer vlees zou worden als Christus, als de Mensenzoon. In deze passage zei de Heer dat er ook valse Christussen zouden verschijnen, die tekenen en wonderen zouden vertonen om mensen te misleiden. Dat wil zeggen dat de volgende keer dat God in het vlees verschijnt, ook deze valse Christussen zullen verschijnen. Hieruit kunnen we opmaken dat de Heer deze woorden heeft gesproken om ons te zeggen dat we onderscheidingsvermogen moeten ontwikkelen, zodat deze valse Christussen ons niet zullen misleiden. De bedoeling van deze woorden was niet dat we zouden weigeren te luisteren naar wie ook maar het goede nieuws van de komst van de Heer verspreidt, en dat we altijd onze deuren voor hen zouden sluiten. Het zou een vergissing zijn om zo te handelen, en het zou een volstrekt verkeerde opvatting zijn van de bedoeling van de Heer. De Heer Jezus profeteerde: ‘En rond middernacht werd er geroepen: “Kijk, de bruidegom komt; ga uit om hem te ontmoeten”(Matteüs 25:6). ‘Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij(Openbaring 3:20). ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij(Johannes 10:27). Uit de woorden van de Heer wordt heel duidelijk dat de Heer bij zijn terugkomst Zijn stem zal gebruiken om Gods schapen te roepen. Door Zijn stem zullen Gods schapen Hem herkennen en naar Hem terugkeren. Dat wil zeggen: of we in staat zijn om de terugkomst van de Heer te verwelkomen, hangt wezenlijk af van ons vermogen om Gods stem te herkennen. Als we geen moeite doen om naar Gods stem te luisteren, en degenen die het evangelie van de terugkomst van de Heer verspreiden voortdurend afwijzen, zouden we dan niet geneigd zijn om de deur te sluiten bij aankomst van de Heer en Hem buiten te sluiten? De woorden van de Heer laten ons zien dat het onderscheidende kenmerk van valse Christussen is dat ze in staat zijn tekenen te vertonen en wonderen te verrichten. Ze kunnen het werk imiteren dat de Heer Jezus in het verleden heeft gedaan en enkele tekenen en wonderen verrichten, zoals het genezen van zieken en het uitdrijven van demonen, met het doel om de mensen te misleiden. Maar valse Christussen zijn de belichaming van boze geesten, dus wat voor tekenen ze ook verrichten, ze kunnen geen enkele waarheid uitdrukken. Dit staat onomstotelijk vast. De woorden van Almachtige God maken de uitdrukkingen en de substantie van valse Christussen overduidelijk. Laat ons naar meerdere passages uit het woord van Almachtige God kijken, dan zul je het begrijpen. Almachtige God zegt: ‘Als er in de laatste dagen een ‘God’ als Jezus zou verschijnen, een die zieken genas en duivels uitdreef en voor de mens gekruisigd zou worden, dan zou die ‘God’, hoewel Hij identiek zou zijn aan de beschrijving van God in de Bijbel en makkelijk te accepteren voor de mens, niet in essentie het vlees zijn dat gedragen wordt door de Geest van God, maar door een kwade geest. Het principe van Gods werk is namelijk nooit te herhalen wat Hij al heeft volbracht. En dus is het werk van Gods tweede incarnatie anders dan het werk van Zijn eerste(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De essentie van het door God bewoonde vlees). ‘Als er tegenwoordig iemand zou opstaan die tekenen en wonderen kan tonen, demonen kan uitwerpen, zieken kan genezen en vele wonderen kan verrichten en deze persoon beweert dat hij Jezus is die gekomen is, dan is er sprake van valse boze geesten die Jezus nabootsen. Vergeet dat niet! God doet hetzelfde werk niet nog een keer. Jezus’ fase van het werk is al voltooid en God zal die fase van het werk nooit opnieuw uitvoeren. […] Als God in de laatste dagen nog steeds tekenen en wonderen toonde en nog steeds demonen uitwierp en de zieken genas – als Hij precies hetzelfde als Jezus deed – dan zou God hetzelfde werk herhalen en zou het werk van Jezus geen betekenis of waarde hebben. God voert dus één fase van het werk uit in elk tijdperk. Zodra één fase van Zijn werk is voltooid, wordt die al spoedig nagebootst door boze geesten. Nadat Satan God op de voet gaat volgen, stapt God over op een andere methode. Zodra God een fase van Zijn werk heeft voltooid, wordt die nagebootst door boze geesten. Jullie moeten dit duidelijk inzien(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods huidige werk kennen). Uit de woorden van Almachtige God blijkt heel duidelijk dat valse Christussen allemaal boze geesten zijn die zich voordoen als Christus. Al noemen ze zichzelf God, ze bezitten niet het geringste beetje waarheid en kunnen beslist het werk van God niet uitvoeren, want ze hebben niet de substantie van Christus. Ze kunnen alleen maar pal na God komen om, met het doel om mensen te misleiden, het werk te imiteren dat de Heer Jezus al heeft verricht. Valse Christussen zullen nooit in staat zijn om de waarheid of een nieuw pad van beoefening naar mensen te brengen. Iedereen weet dat alle nepproducten in deze wereld gemaakt worden door echte producten na te maken. Met valse Christussen is het precies zo. Ze genezen zieken en drijven demonen uit en verrichten een paar eenvoudige wonderen om mensen te misleiden door het werk van de Heer Jezus na te doen. Maar valse Christussen zouden met geen mogelijkheid wonderen kunnen verrichten zoals doden weer tot leven wekken en 5000 mensen voeden met vijf broden en twee vissen. Iedereen dus die zich Christus noemt, die zegt de teruggekeerde Heer Jezus te zijn, die tekenen toont en wonderen verricht, die zieken geneest en demonen uitdrijft: deze mensen zijn zonder enige twijfel valse Christussen die mensen misleiden. Maar Christus is de incarnatie van God Zelf, Hij is de Geest van God die is verwezenlijkt in het vlees, Hij heeft normale menselijkheid en volledige goddelijkheid en Hij is beslist God Zelf. Almachtige God zegt: ‘De vleesgeworden God wordt Christus genoemd en dus wordt de Christus die de mensen de waarheid kan geven, God genoemd. Hier is niets buitensporigs aan, want Hij bezit het wezen van God en bezit Gods gezindheid en wijsheid in Zijn werk, die onbereikbaar zijn voor de mens. Degenen die zichzelf Christus noemen, maar het werk van God niet kunnen verrichten, zijn fraudeurs. Christus is niet slechts de manifestatie van God op aarde, maar ook, het specifieke vlees dat door God wordt aangenomen terwijl Hij Zijn werk onder de mens uitvoert en voltooit. Dit vlees is er geen dat zomaar door iedereen kan worden vervangen, maar één dat Gods werk op aarde adequaat kan verdragen, de gezindheid van God kan uitdrukken, God in voldoende mate kan vertegenwoordigen en de mens van leven kan voorzien. Vroeg of laat zullen degenen die voordoen als Christus allemaal vallen, want hoewel ze beweren Christus te zijn, bezitten ze niets van het wezen van Christus. En dus zeg ik dat de authenticiteit van Christus niet door de mens kan worden gedefinieerd, maar wordt beantwoord en besloten door God Zelf(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven). Alleen Christus kan dus Gods eigen werk uitvoeren, alleen Christus kan de waarheid uitdrukken en alleen Christus kan Gods gezindheid uitdrukken, de mens voorzien en de mens hoeden. Alleen Christus kan het werk verrichten van het verlossen en redden van de mensheid; alleen Hij kan het oude tijdperk voleinden en het nieuwe tijdperk inluiden. Bovendien: Gods werk is altijd nieuw en nooit oud, en God herhaalt nooit hetzelfde werk. Elke keer als Christus komt om werk te verrichten, brengt Hij daarom altijd nieuw werk. Zo drukt Hij Gods gezindheid uit, en wat Hij heeft en is. Toen de Heer Jezus kwam om werk te verrichten, beëindigde Hij bijvoorbeeld het Tijdperk van de Wet en luidde Hij het Tijdperk van Genade in. Hij preekte de preken die mensen in staat stelden hun zonden op te biechten en berouw te hebben. Hij leerde mensen hun vijanden lief te hebben, nederig en geduldig te zijn en anderen te vergeven. Dit waren slechts enkele van de dingen die de Heer Jezus deed. De Heer Jezus openbaarde Gods liefdevolle en genadevolle gezindheid aan de mens. Op dezelfde manier is Almachtige God in de laatste dagen gekomen. Hij heeft het Tijdperk van Genade beëindigd en het Tijdperk van het Koninkrijk ingeluid. Hij is het werk aan het verrichten van het oordelen over de mens en het reinigen van de mens middels Zijn woorden. Dit doet Hij op basis van het verlossingswerk van de Heer Jezus. Hij geeft ons alle waarheden die we nodig hebben om gereinigd en gered te worden. Hij wijst ons het pad om de zonde af te werpen en gered te worden. Hij drukt de rechtvaardige, majesteitelijke en vertoornde gezindheid van God uit. Het werk en de woorden van Almachtige God stellen ons volledig in staat om te herkennen dat Almachtige God de vleesgeworden God is, en dat Hij God Zelf is die in de laatste dagen onder de mensen verschijnt.”

Toen ik naar Gods woorden en de communicatie van deze zuster had geluisterd, voelde het alsof ik wakker was geworden uit een droom. Eindelijk begreep ik hoe ik onderscheid moest maken tussen de ware Christus en valse Christussen. Hierdoor voelde ik me zowel blij als beschaamd, want ik zag hoe armzalig ik zou zijn zonder de waarheid. Ik dacht erover na dat ik telkens weer Gods werk van de laatste dagen had afgewezen, en besefte dat ik dat had gedaan uit angst misleid te worden door valse Christussen. Als gevolg had ik de ware Christus verworpen, zoals iemand die niet eet uit angst om te stikken. Toen de Heer terugkwam en aan mijn deur klopte, had ik geweigerd naar de stem van God te luisteren. Steeds opnieuw had ik de deur dichtgedaan toen de Heer ervoor stond. Maar God gaf het redden van mij niet op. In plaats daarvan bewoog Hij deze broeders en zusters om naar mijn huis te komen om het evangelie te verspreiden. God had me werkelijk nooit verlaten; Gods liefde is werkelijk zo groot! Omdat ik had geloofd wat mijn dominees hadden gezegd, had ik besloten dat iedereen die getuigde van de teruggekeerde Heer een valse Christus aan het verkondigen was. Ik had het woord van de Heer verkeerd begrepen en ik had Almachtige God verworpen, veroordeeld en weerstaan. Ook had ik geloofd dat de noties waar ik me aan vastklampte juist waren. Wat was ik belachelijk geweest! Als ik het woord van Almachtige God niet had gelezen en niet had geluisterd naar de communicaties van deze broeders en zusters over de verschillen tussen de ware Christus en valse Christussen, had ik nooit onderscheid kunnen maken tussen de ware Christus en valse Christussen. Dan zou ik alleen maar misleid zijn geweest door wat de dominees en ouderlingen zeiden. Ik zou de dominees en ouderlingen hebben nagevolgd in hun weerstand tegen en afwijzing van de komst van God. Zo zou ik deze uiterst zeldzame kans om Gods redding te verkrijgen zijn misgelopen. Terwijl ik hierover nadacht, zei ik tegen zuster Zhu en de anderen: “Door het woord van Almachtige God te lezen en naar jullie communicaties te luisteren, kan ik nu onderscheid maken tussen de ware Christus en valse Christussen. Nu ben ik ervan overtuigd dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is, en ben ik bereid om het werk van Almachtige God in de laatste dagen te aanvaarden.”

Nadat ik begon deel te nemen aan het kerkleven, zag ik dat de broeders en zusters vele waarheden begrepen en dat ik vergeleken met hen zo gebrekkig was. Ik dacht: ik moet zorgen dat zuster Zhu en de anderen meer met me communiceren over het woord van God en me helpen, zodat ik de waarheid sneller zal begrijpen. Ik sprak hierover met zuster Zhu en vroeg haar of we van mijn huis een ontmoetingsplaats konden maken. Daar stemde ze meteen in toe. In het vervolg kwamen we elke week bij elkaar om het woord van God te lezen en over de waarheid te communiceren. Langzamerhand verkreeg ik steeds meer kennis over de woorden van God en begreep ik steeds meer waarheden. Uit de grond van mijn hart voelde ik dat deze woorden de uitdrukkingen van de waarheid waren. Op dat moment dacht ik aan de woorden die de Heer Jezus had gesproken: “Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat(Johannes 16:12–13). Dit ontroerde me des te meer, en ik zag dat deze woorden van de Heer allemaal uitgekomen waren. Het woord van Almachtige God is “wat de Geest tegen de gemeenten zegt(Openbaring 2:7). Almachtige God is bezig de mens te begeleiden om alle waarheden te begrijpen en binnen te gaan. Alleen door Gods werk in de laatste dagen te aanvaarden, en alleen door de waarheden die God heeft uitgedrukt te aanvaarden, kan men gereinigd worden, gered worden en iemand naar Gods hart worden. Het was het woord van Almachtige God dat me terugbracht naar het huis van God en dat me voor de troon van God bracht. Nu heb ik elke dag de woorden van God om voor me te zorgen en me te begeleiden. Ik voel me vredig en vreugdevol, gerust en vervuld van licht. Ik wens alles te doen wat in mijn vermogen ligt om de waarheid na te streven en Almachtige God helemaal tot het einde te volgen!

Vorige: 40. Een ander soort redding

Volgende: 42. Thuiskomen

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

2. De weg naar zuivering

Door Christopher, FilipijnenMijn naam is Christopher, en ik ben voorganger in een huiskerk op de Filipijnen. Ik ben in 1987 gedoopt en...

46. Ik ben thuisgekomen

Door Chu Keen Pong, Maleisië Ik geloofde al ruim tien jaar in de Heer en diende twee jaar in de kerk, toen ik mijn kerk achterliet om in...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger