Hoe ik bijna een dwaze maagd werd
In de herfst van 2002 bracht zuster Zhao, die lid was van mijn denominatie, de Kerk van de Waarheid, haar nicht, zuster Wang, naar mijn huis om het grote nieuws van de komst van de Heer te vertellen. Na een paar dagen de woorden van Almachtige God te hebben gelezen en te hebben geluisterd naar de gedetailleerde communicatie van de zuster, begreep ik dat God, vanaf de schepping van de wereld tot op dit moment, drie werkfasen had uitgevoerd om de mensheid te redden. Andere waarheden die ik ook te weten kwam waren Gods aanname van een andere naam tijdens elke fase van Zijn werk, het belang van Gods naam in elk tijdperk, het mysterie van Gods incarnatie, enzovoorts. Deze waarheden waren enorme openbaringen voor me en ze waren een lust voor mijn oog. Ik dacht bij mezelf: Deze weg lijkt kristalhelder en Almachtige God is naar alle waarschijnlijkheid de wedergekeerde Heer Jezus. Ik kan dus maar beter deze kans aangrijpen en meer van de woorden van Almachtige God lezen. Voor ze vertrok liet zuster Wang een aantal boeken met Gods woorden voor me achter. Elke keer dat ik tijdens de dag wat tijd overhad, las ik Gods woorden. Hoe meer ik ze las, hoe liever ik ze las en hoe meer ik voelde dat ze de woorden van God waren. Na drie dagen begon ik me zorgen te maken. Ik dacht: Mijn zoon, die ook een gelovige is, en vele broeders en zusters in mijn kerk, weten nog steeds het grote nieuws niet. Ik kan maar beter opschieten en het hen vertellen.
De volgende dag, vroeg in de morgen, ging ik naar het huis van mijn zoon. Ik sprak blij tot hem: “Dit is zo’n geweldig boek. Je zou het zo spoedig mogelijk moeten lezen.” Mijn zoon wierp me een blik toe en vroeg: “Welk boek? Je ziet er behoorlijk opgetogen uit. Leg het daar maar neer en ik neem wel een kijkje wanneer ik tijd heb.” Ik dacht dat, omdat alle gelovigen uitkijken naar de wederkomst van de Heer, mijn zoon wel blij zou zijn om te horen dat de Heer reeds was wedergekomen.
Ik had in geen miljoen jaar kunnen bedenken dat mijn zoon drie dagen later aan het hoofd van zes voorgangers bij mijn huis zou opdagen. Eén van hen was voorganger Xia van mijn denominatie en de anderen waren voorgangers en predikanten van de denominatie van mijn zoon. Ik was een beetje verbaasd ze te zien, want ik kon niet bedenken wat er aan de hand kon zijn en waarom zo veel mensen bij me op bezoek kwamen. Een voorganger met de achternaam Li nam me een moment lang nauwlettend op en sprak met een zorgelijke uitdrukking op zijn gezicht: “Tante, we zijn allemaal gelovigen in de Heer, één grote familie. Je zoon vertelt ons dat iemand je een boek heeft gegeven, maar je zou het echt niet moeten lezen. Dit zijn de laatste dagen en de Heer Jezus heeft gezegd: ‘Als iemand dan tegen jullie zegt: “Kijk, Christus is hier of daar,” geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden’ (Matteüs 24:23-24). We geloven dat deze woorden van de Heer Jezus betekenen dat eenieder die zegt dat de Heer is wedergekeerd een bedrieger is waarvoor we op ons hoede moeten zijn en waarnaar we moeten weigeren te luisteren. Op dit moment is Bliksem uit het oosten de enige in de hele wereld die publiekelijk getuigenis aflegt van de wederkomst van de Heer, dus, wat je verder ook doet, zorg ervoor dat je in elk geval niet langer met hen van doen hebt. Lees ook geen boeken van Bliksem uit het oosten. Hun weg wijkt af van ons geloof, luister dus niet naar hen. Je begrijpt de Bijbel niet zo heel goed en je hebt een kleine gestalte, je wordt dus makkelijk misleid. Wij preken al jaren en we begrijpen de Bijbel goed. We hebben heel China afgereisd, hebben veel gezien en hebben meer levenservaring. We zijn vandaag speciaal gekomen om je te redden. Je zou ons dus moeten geloven en niet eigenwijs moeten zijn.” Toen ik dit hoorde, dacht ik bij mezelf: Het lijkt erop alsof deze voorganger zich zorgen over me maakt en wat hij zegt is niet onjuist. Ik ben oud en niet zo hoogopgeleid, en ik begrijp de Bijbel niet zo heel goed. Ik kan zeker niet zo goed onderscheid maken als zij dat kunnen. Op dat moment zei voorganger Xia: “Ik ben een voorganger en de Heer heeft me Zijn kudde gegeven om voor te zorgen. Het is dus mijn verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat ze niet afdwalen van de ware weg. Als ik niet voor de kudde van de Heer zorg, zal ik niet in staat zijn rekenschap af te leggen aan God. Zuster, laat je niet in met andere groepen zoals deze. Als je van ons gestolen wordt door Bliksem uit het oosten zullen al deze jaren die je in de Heer hebt gelooft verspilde tijd zijn geweest!” Toen ik naar hun gespannen gezichten keek en de serieuze toon hoorde waarop ze met me spraken kreeg ik een beetje een bang gevoel. Ik dacht: Dat klopt! Als ik nu op een verkeerde manier zou gaan geloven, zouden dan al die jaren van geloof niet verspild zijn? Maar vervolgens dacht ik: De woorden in dat boek leken zo goed, zo juist. Deze voorgangers en predikanten hebben de woorden van Almachtige God niet gelezen, hoe kunnen ze dan zeggen dat het geen ware weg is? Ik zei dus tegen hen: “Jullie hebben misschien gelijk wanneer jullie dit zeggen, maar wat ik van hen heb gehoord is volkomen in overeenstemming met de woorden van God in de Bijbel!” Toen ze me dit hoorden zeggen, begonnen ze allemaal tegelijk tegen me te praten, waarbij ze zo veel dingen zeiden om me bang te maken dat ik er duizelig en verward van werd en heel geëmotioneerd werd. Ik zat daar maar, niet in staat om ook maar iets te zeggen. Toen wilden ze dat ik met ze zou bidden en Bliksem uit het oosten zou vervloeken. Daar stemde ik echter niet mee in en dus begonnen ze me opnieuw te terroriseren. Uiteindelijk sprak mijn zoon: “Laat mijn moeder nu maar aan mij over.” Toen nam hij twee boeken met lofzangen en de cassettebandjes van ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’, alsook een boek met Gods woorden getiteld ‘Oordeel begint met het huis van God’ uit de kast en gaf ze aan de voorganger om mee te nemen.
Nadat ze waren vertrokken was ik zo overstuur dat ik zelfs mijn avondeten niet kon opeten. Ik kwam dus voor de Heer en bad: “Heer Jezus, is wat deze voorgangers zeggen waar of niet? Het lijkt erop alsof ze zich echt zorgen maken over mijn leven. Als ik niet naar hen luister, zal ik dan niet in iets verkeerds gaan geloven? Oh Heer, als u werkelijk bent wedergekeerd als Almachtige God en ik u niet accepteer, sluit ik dan niet de deur voor u? Zou ik dan niet precies als één van de dwaze maagden zijn? Oh Heer, doordat ik deze afgelopen dagen de woorden van Almachtige God heb gelezen, heeft mijn geest naar mijn gevoel veel geestelijk voedsel verworven. Ik heb dit echt en eerlijk gevoeld, maar kan ik het misschien mis hebben? Nu ze mijn boeken en cassettebandjes met lofzangen van me hebben afgenomen, voel ik me heel verdrietig en weet ik niet wat ik moet doen. Toon me alstublieft de weg …” Na te hebben gebeden, herinnerde ik me plotseling dat zuster Wang me nóg een boek van de woorden van Almachtige God had gegeven en me had gevraagd het diep in het binnenste van de kast te verstoppen. Toen ik me realiseerde dat ik dit boek nog steeds in bezit had, voelde ik me een beetje beter. Maar toen dacht ik aan wat deze voorgangers hadden gezegd en voelde ik dat ik nog steeds niet wist wat ik moest doen. Moet ik dat boek nu lezen of niet? Die nacht sliep ik nauwelijks, mijn gedachten schoten alle kanten op. Keer op keer bad ik in tranen tot God …
De volgende dag, vroeg in de morgen, kwam mijn zoon om me mee te nemen naar een bijeenkomst in mijn voormalige kerk. Ik twijfelde erg, maar mijn zoon sleepte me mee naar de bijeenkomst en vertelde zelfs aan een predikant dat ik was gestolen door Bliksem uit het oosten en hij vroeg haar haar best te doen mij te overtuigen te blijven. In een oogwenk omsingelden de predikant en alle broeders en zusters me. De predikant nam mijn hand en sprak op vriendelijke toon: “Tante, wat je ook doet, luister niet naar de prediking van iemand anders. Als je in iets verkeerds gaat geloven en de Heer komt om de gemeenten op te nemen, zul je dan niet worden achtergelaten? Je hebt een kleine gestalte, wanneer iemand je dus een boek geeft om te lezen, zou het beter zijn als je ons eerst zou raadplegen. Laat ons het voor je controleren …” De broeders en zusters bleven ook proberen me over te halen te blijven, en ik was tot tranen geroerd door hun ‘liefde’. Toen ze zagen hoe ontroerd ik was, maakten ze hun standpunt nogmaals duidelijk: “Als iemand van Bliksem uit het oosten nogmaals bij je op bezoek komt, moet je hem of haar niet binnenlaten. Zorg ervoor dat je niets meer met ze van doen hebt!” Ik knikte instemmend.
Het was maar een paar dagen later dat zuster Wang opnieuw op bezoek kwam. Ik vertelde haar: “De voorganger heeft de volgende passage uit de Bijbel aan me voorgelezen: ‘Als iemand dan tegen jullie zegt: “Kijk, Christus is hier of daar,” geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden’ (Matteüs 24:23-24). In de laatste dagen zullen er valse christussen verschijnen en ieder die zegt dat de Heer is wedergekeerd is een bedrieger. Ik begrijp de Bijbel niet en mijn gestalte is klein, ik wordt dus makkelijk misleid. Ik durf niet meer naar welke andere weg dan ook te luisteren en ik laat je dus niet binnen. Kom niet nog een keer.” Met grote oprechtheid zei zuster Wang: “De Heer Jezus zei dit om ervoor te zorgen dat we ons zouden hoeden voor valse christussen tijdens de laatste dagen, maar Hij bedoelde niet dat we ook Christus onze rug zouden moeten toekeren. Als er valse christussen zijn is dat omdat de ware Christus reeds verschenen is, omdat zonder de ware Christus de bedriegers niets zouden hebben om te imiteren. Deze woorden van de Heer Jezus vertellen ons dat we moeten leren onderscheid te maken. Ze zeggen niet dat we zouden moeten weigeren te luisteren naar het evangelie van de wederkomst van de Heer, simpelweg omdat er tijdens de laatste dagen valse christussen zullen verschijnen. Hoe zouden we anders de wederkomst van de Heer kunnen verwelkomen? In feite heeft de Heer Jezus de karakteristieken van valse christussen reeds duidelijk beschreven. Tot de belangrijkste behoren het vertonen van tekenen, het doen van wonderen, het genezen van de zieken en het uitdrijven van demonen – het kopiëren van het werk dat de Heer Jezus reeds heeft gedaan met de bedoeling mensen te bedriegen. Iemand die zich dus tijdens de laatste dagen voordoet als de Heer Jezus om de weg van berouw te preken en in staat is enige eenvoudige tekenen te doen of de zieken te genezen en demonen uit te drijven, is een valse christus. Almachtige God, die de in de laatste dagen in het vlees weergekeerde Heer Jezus is, herhaalt het werk dat de Heer Jezus reeds heeft gedaan niet, maar doet in plaats daarvan nieuw werk op de fundering van het verlossingswerk van de Heer Jezus. Almachtige God heeft het Tijdperk van Genade beëindigd en heeft het Tijdperk van het Koninkrijk geopend. Hij heeft waarheden uitgedrukt en voert de werkfase van het oordelen en reinigen van de mensheid uit. Almachtige God zal alle mensen die zijn verlost maar nog steeds in zonde leven grondig redden door de boeien van hun zondige natuur weg te nemen en hen te onttrekken aan de duistere invloed van Satan. Hij zal de mensheid naar haar prachtige uiteindelijke bestemming voeren. Alleen God Zelf kan dit werk doet, geen van de valse christussen kan dit.” Hoewel wat de zuster zei redelijk klonk, tolden de dingen die de voorganger had gezegd nog altijd in mijn hoofd rond. Mijn geest was geagiteerd, ik was niet in staat me te focussen en wilde verder niets meer horen van haar communicatie. Om van haar af te komen vertelde ik dat ik iets te doen had bij mijn buurman, wat een leugen was. Zuster Wang kwam daarna nog talloze keren bij mij thuis langs, maar ik vermeed haar steeds. Mijn buurman zei tegen me: “Ze ziet er niet uit als een slecht mens. Waar ben je bang voor?” In mijn hart wist ik dat zuster Wang een goed mens was, maar daar ik van geringe gestalte was, was ik bang dat ik mijn geloof op het verkeerde zou vestigen.
Nadat ik weer was teruggekeerd naar mijn voormalige kerk om een bijeenkomst bij te wonen, hoorde ik de voorgangers in hun preek nog steeds dezelfde dingen zeggen als voorheen. Ze spraken er de hele tijd over hoe je op je hoede moest zijn voor Bliksem uit het oosten, of over dat je aan de kerk moest doneren, of ze haalden weer saaie oude koeien uit de sloot over hoe ze voor de Heer hadden gewerkt en geleden en hoeveel van de genade van de Heer ze hadden ontvangen … Ze konden niet ook maar het geringste vertellen over iets dat een nieuw licht zou werpen. Ik kreeg er snel genoeg van naar hen te luisteren en begon in slaap te sukkelen. Een andere keer kwam er een broeder uit een andere kerk om een preek te houden, maar dat was meer van hetzelfde, over hoe hij stad en land was afgereisd om het werk van de Heer te doen, over hoe veel hij had geleden, hoeveel mensen hij had bekeerd door het verspreiden van het evangelie en hoeveel kerken hij had gesticht. Hij bleef maar opscheppen. Het luisteren naar hem gaf me een heel ongemakkelijk gevoel en ik vormde voor mezelf de opinie dat hij geen getuigenis voor de Heer aflegde, maar slechts van zichzelf. Op een andere dag was ik net aangekomen bij de plaats waar de bijeenkomst zou plaatsvinden toen één van de zusters me vertelde: “Vandaag komt er een studente theologie van een jaar of twintig een preek houden.” Ik was heel blij dat te horen en dacht bij mezelf dat ik deze keer extra goed zou opletten, omdat ze beslist een betere preek zou houden dan onze voorgangers deden. Maar de studente begon haar preek met hoe we op onze hoede moesten zijn voor Bliksem uit het oosten en vertelde vervolgens hoe ze haar reguliere studies op 16-jarige leeftijd had opgegeven om naar het seminarie te gaan om theologie te studeren, hoe ze buiten in weer en wind had gewerkt en geleden, hoeveel plaatsen ze had bezocht … Hoe meer ik luisterde, hoe meer ik er genoeg van kreeg. Ik dacht bij mezelf: Dit is allemaal oude wijn in nieuwe zakken! Waarom komen ze steeds met dezelfde oude, saaie dingen aanzetten? Niets van dit alles heeft ook maar iets te maken met hun ervaring of kennis van de woorden van de Heer, noch leidt het ons bij het volgen van de weg van de Heer of het beoefenen van en binnengaan in Zijn woorden. Ik bezoek nu alweer meer dan een maand opnieuw de bijeenkomsten, maar ik heb er nog niets van opgestoken. Hoe meer ik naar deze preken luisterde, hoe dorrer mijn geest werd, en ik dacht dat ik zou sterven van geestelijke dorst en honger wanneer ik op deze manier zou blijven geloven. Waar kon ik heen om een beetje leven te vinden? Hoe meer ik er over nadacht, hoe meer ik overstuur raakte.
Na de bijeenkomst wandelde ik met een bezwaard hart naar huis. Ik dacht aan het boek Oordeel begint met het huis van God dat zuster Wang me had gegeven. Daarin werd gesteld dat mensen niet arrogant zouden moeten zijn en zichzelf niet zouden moeten verheerlijken, maar God als groot zouden moeten vereren en Hem zouden moeten verheerlijken. Deze voorgangers getuigden echter allemaal van zichzelf, eerden zichzelf boven alles en lieten anderen naar hen opkijken en hen verafgoden. Het leek erop dat wat er in het boek stond juist was! Die avond, toen ik alleen thuis was, pakte ik dus het exemplaar van Oordeel begint met het huis van God en las er een gedeelte uit. Hoe meer ik las, hoe meer mijn hart zich verhief, en ik voelde echt dat deze woorden geestelijk voedsel voor mijn leven zouden kunnen zijn. Ik begreep niet waarom onze voorganger niet toestond dat ik zo’n goed boek zou lezen. Onze voorganger had vaak gezegd dat hij verantwoordelijk was voor mijn leven en toch leek hij alleen maar te weten hoe in zijn preken over zichzelf kon getuigen. Hij vertelde me nooit hoe ik leven kon verwerven. Ik herinnerde me een periode waarin ik heel zwak was en niet naar de bijeenkomsten van de kerk wilde gaan. De voorganger kwam toen nooit op bezoek en bood me ook geen enkele ondersteuning. Hoe kwam het dan dat hij, zodra ik enig geestelijk voedsel begon op te doen uit het lezen van de woorden van Almachtige God, plotseling opdook en me terugsleepte naar mijn oude kerk om hen dezelfde oude dingen te horen herhalen? Dat was geen verantwoordelijkheid over mijn leven nemen! Ik realiseerde me plotseling hoe fout ik had gezeten, en maakte mezelf bittere verwijten: De woorden van Almachtige God konden geestelijk voedsel voor mijn leven bieden. Dat betekende dus dat ze hoogstwaarschijnlijk van God afkomstig waren. Hoe kon ik zo dwaas en blind zijn geweest te geloven wat de voorganger had gezegd en het onderzoeken van de ware weg op te geven? Ik dacht er ook aan hoe zuster Wang me altijd liefdevolle ondersteuning had geboden en voor mij getuigenis had afgelegd van Gods werk van de laatste dagen zodat ik de kans had gehad Gods redding van de laatste dagen te verwerven. Maar ik was niet zo aardig geweest tegen zuster Wang en ik had zelfs een aantal keren vermeden haar te ontmoeten. Ik had haar niet als een vijand moeten behandelen. Toen ik hieraan dacht, voelde ik me heel erg verdrietig. Ik kwam dus voor de Heer en bad in tranen een gebed van berouw: “Heer, ik behandelde de zuster die me het boek van de woorden van God bracht als een vijand en keerde haar mijn rug toe. Dit was niet ik die een mens de rug toekeerde, het was in werkelijkheid ik die uw redding weigerde. Heer, nu weet ik dat ik niet naar deze voorgangers had moeten luisteren en het onderzoeken van Gods werk van de laatste dagen niet had moeten opgeven. Ik wil berouw voor u tonen, maar ik weet niet hoe ik zuster Wang kan vinden. Help me alstublieft …” Na te hebben gebeden pakte ik het boek weer op en begon het tot laat in de nacht te lezen. Hoe meer ik het las, hoe meer ik voelde dat de inhoud goed was, en hoe meer ik de voorgangers begon te verachten omdat ze me hadden weerhouden van het lezen van de woorden van Almachtige God.
Ik ben de Heer zo dankbaar dat Hij mijn gebed heeft verhoord! De volgende dag, rond het middaguur, was ik aan het lunchen toen zuster Wang op bezoek kwam. Ik vertelde haar over alles wat er gebeurd was sinds ik haar de laatste keer had gezien. Toen ze hoorde dat ik binnen de religie geen geestelijk voedsel kon vinden, deelde ze een passage uit de woorden van Almachtige God met me: “God zal dit feit tot stand brengen: Hij zal ervoor zorgen dat alle mensen in het hele universum voor Hem komen te staan en de God op aarde zullen vereren. Zijn werk in andere plaatsen zal ophouden en mensen zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Het zal zijn zoals bij Jozef: iedereen kwam bij hem om voedsel en boog zich voor hem neer, want hij had eten. Mensen zullen gedwongen worden de ware weg te zoeken om hongersnood te vermijden. De hele religieuze gemeenschap lijdt ernstige honger en alleen de God van het heden is de bron van levend water, in het bezit van de eeuwig stromende bron voor het welzijn van de mens, en mensen zullen komen en zich op Hem verlaten” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het Duizendjarig Koninkrijk is gekomen). Toen communiceerde de zuster met me: “God is de bron van het levende water en alleen God kan het leven van mensen van geestelijk voedsel voorzien. Wanneer mensen God verlaten, worden ze allemaal donker en dor, net als een tak die van de stam van de boom is afgebroken. In ons geloof in God moeten we de voetstappen van het Lam op de voet volgen, Gods huidige werk aanvaarden en voor God komen, want alleen dan kunnen we het werk van de Heilige Geest verwerven en de voeding en voorraad van Gods levende levenswater ontvangen. Waarom is het zo dat we geen geestelijk voedsel kunnen ontvangen wanneer we luisteren naar deze voorgangers en ouderlingen in de religie? Hiervoor zijn twee redenen: De eerste is dat deze voorgangers en ouderlingen zich niet aan de geboden van de Heer houden en de woorden van de Heer niet in praktijk brengen. Ze hebben geen werkelijk levenservaring en geen echte kennis van God, laat staan dat ze een hart hebben dat God vreest. Ze verheerlijken God in het geheel niet en getuigen ook in hun werk en prediking niet van Hem. Ze scheppen altijd op en getuigen van zichzelf. Door volledig af te wijken van de weg van de Heer, zijn ze typische valse herders geworden die mensen bedriegen. Dit is waarom de Heilige Geest van ze walgt en ze verwerpt en ze nooit Zijn verlichting en leiding ontvangen. Dit is de belangrijkste reden dat de religieuze gemeenschap in zo’n troosteloze toestand verkeerd. De andere reden is dat de Heer Jezus reeds is wedergekeerd om het werk van het nieuwe tijdperk te verrichten. Het werk dat de Heilige Geest verrichtte aan de mensen van het Tijdperk van Genade is reeds ingetrokken en wordt nu gedaan aan de groep mensen die op de hoogte zijn van Gods nieuwe werk. De voorgangers en ouderlingen onderzoeken echter in het geheel niet Gods nieuwe werk en ze volgen Gods voetstappen of aanvaarden Zijn leiderschap niet. In tegendeel, ze verzetten zich alleen maar als waanzinnigen en veroordelen Gods werk van de laatste dagen, en ze belasteren en spreken kwaad van Almachtige God, de Christus van de laatste dagen. Ze doen alles wat ze maar kunnen om gelovigen ervan te weerhouden de ware weg te onderzoeken en tot God terug te keren, en zijn zo precies als de farizeeën geworden die de Heer aan het kruis nagelden. Ze zijn reeds door God veroordeeld en uitgeband, de Heilige Geest kan dus onmogelijk in hen werken. Als we dus geestelijk voedsel voor ons leven willen ontvangen, moeten we het huidige werk van de Heilige Geest bijhouden, de woorden die God op dit moment uitdrukt aanvaarden, het leiderschap en de voorziening van Almachtige God, de Christus van de laatste dagen aanvaarden en accepteren door Hem te worden geweid. Dit is voor ons de enige manier om waarheid en leven te verwerven. Dit vervult wat de Heer Jezus had gezegd: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (Johannes 14:6). ‘Maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft’ (Johannes 4:14).”
Na naar de communicatie van zuster Wang over Gods woorden te hebben geluisterd, realiseerde ik me plotseling waarom de voorgangers, ouderlingen en theologiestudenten niets van belang hadden om over te preken: Ze hebben de waarheid niet! Ze verzetten zich tegen God en de Heilige Geest heeft hen reeds lang geleden verlaten. Wanneer ze prediken, kunnen ze alleen maar uitgaan van intellectuele kennis. Ze hebben niet de verlichting van de Heilige Geest. Dit is de reden waarom niemand baat heeft bij hun prediking. Maar er was nog steeds iets dat ik niet begreep en ik vroeg dus aan zuster Wang: “Al die voorgangers en ouderlingen zeggen dat ze de Bijbel heel goed kennen, dat ze op het seminarie hebben gezeten en veel leven bezitten. Ik begrijp de Bijbel niet zo goed en ik was ervan overtuigd dat zij werkelijk volwassener waren dan mij in het leven, daarom luisterde ik naar hen. Nu kom ik er maar niet uit of ze nu werkelijk veel leven hebben of niet. Zuster, denk je dat ze werkelijk veel leven hebben?” Zuster Wang antwoordde en zei: “Niemand kan van zichzelf zeggen dat hij leven heeft. Dit wordt allemaal beslist overeenkomstig Gods woorden. Wat betekent het leven te hebben? Welke dingen zouden zich specifiek moeten manifesteren? De Heer Jezus sprak: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (Johannes 14:6). En Almachtige God sprak: ‘Of je over de werkelijkheid beschikt of niet, is niet gebaseerd op wat je zegt, het is eerder gebaseerd op hoe je uitleeft. Wanneer Gods woorden je leven en je natuurlijke uitdrukking worden, telt alleen dit als werkelijkheid en geldt alleen dit als het bezitten van inzicht en een ware gestalte. Je moet in staat zijn om de toets voor een lange periode te doorstaan en je moet in staat zijn om de gelijkenis na te leven die God van je verlangt; het moet niet louter van buiten zijn, maar het moet als vanzelf uit je stromen. Alleen dan heb je echt de werkelijkheid en alleen dan heb je het leven verkregen’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen het in praktijk brengen van de waarheid is werkelijkheid bezitten). ‘Waarom wordt er gezegd dat veel mensen geen leven hebben? Omdat zij God niet kennen en er dus wordt gezegd dat zij geen God in hun hart hebben en geen leven hebben’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die God kennen, kunnen een getuigenis van God afleggen). Uit Gods woorden kunnen we opmaken dat Christus de waarheid, de weg en het leven is. Waarheid kan als leven van een mens dienen. Het verwerven van waarheid is dus hetzelfde als het verwerven van leven, en het bezitten van leven geeft aan dat iemand waarheid heeft verworven en God kent. Iemand die geen waarheid begrijpt en God niet kent zal geen hart hebben dat God vreest en zal niet in staat zijn de werkelijkheid van Gods woorden uit te leven. Dit betekent dat zo iemand geen leven heeft. Als iemand niet Gods woorden als zijn leven heeft, dan leeft hij nog altijd bij Satans giffen die in hem geworteld zijn. Ze openbaren vaak hun verdorven gezindheid – arrogantie, verwaandheid, egoïsme, verachtelijkheid, valsheid, sluwheid, enzovoorts. En zelfs als ze in God geloven, zijn ze nog steeds niet in staat God te vrezen en uit de buurt van het kwaad te blijven. Ze liegen, bedriegen en zondigen vaak en verzetten zich tegen God. Hoe kunnen ze ooit mensen genoemd worden die leven hebben? Als ze zeggen dat ze leven hebben, dan is het slechts het vleselijke leven, het satanische leven dat vervuld is van verdorven gezindheden die tegengesteld zijn aan God, en niet het nieuwe leven, dat voortkomt uit het ervaren van Gods woorden en het verwerven van de waarheid. Hoewel de voorgangers en ouderlingen dus goed op de hoogte kunnen zijn van de Bijbel en kennis van de Bijbel en theologische theorieën bezitten, betekent dat niet dat ze God kennen en vrezen, en dat ze de waarheid begrijpen en het werk van de Heilige Geest hebben. Het betekent zeker niet dat ze de woorden van de Heer beoefenen en Hem gehoorzamen. In plaats daarvan zien we dat ze doorgaans zichzelf verheerlijken en van zichzelf getuigen, en over het algemeen proberen gelovigen zo ver te krijgen dat ze hen verafgoden. Wat ze openbaren en uitleven is de gelijkenis van Satan, ze zijn arrogant en verwaand, hebben geen vrees voor God en zijn hypocriet om mensen voor de gek te houden. Noch in hun werk noch in hun prediking kunnen ze spreken over enige werkelijke kennis van de woorden van de Heer of enige praktische ervaring waar andere mensen baat bij hebben. Hoeveel jaren je ook naar hen luistert, je zult nooit enige waarheid begrijpen en je leven zal nooit groeien. Ze hebben geen kennis van God of Zijn werk, en wanneer God in de laatste dagen wederkomt in het vlees om waarheden uit te drukken en Zijn oordeelswerk te verrichten, weerstaan, veroordelen en lasteren ze Hem op waanzinnige wijze zonder ook maar het kleinste beetje vrees voor God in hun hart. Wat voor soort leven hebben ze? Ze hebben volkomen het leven van Satan. Ze zijn net als de farizeeën die de Bijbel goed kenden en dachten dat ze oprecht geloof in God en leven hadden, maar die God niet kenden en de Heer zelfs weerstonden en veroordeelden en Hem aan het kruis nagelden. Dit vertelt ons dat het enkele feit dat iemand de Bijbel goed kent, nog niet betekent dat hij waarheid en leven heeft. De enige mensen die leven hebben zijn degenen die waarheid begrijpen en beoefenen en die God kennen, een hart hebben dat Hem vreest en kunnen leven bij Gods woorden. Deze voorgangers en ouderlingen die zeggen dat ze veel leven hebben houden alleen maar gelovigen voor de gek en bedreigen zichzelf.”
Na naar de woorden van Almachtige God en de communicatie van zuster Wang te hebben geluisterd werd me in mijn geest alles volkomen duidelijk: het enkele feit dat iemand de Bijbel goed kent en kan uitweiden over de Bijbel, betekent nog niet dat hij de waarheid begrijpt, God kent of leven heeft. Ik dacht altijd dat mensen in hoge posities, die theologie hadden gestudeerd of Bijbelkennis hadden, ook veel leven hadden. Maar nu zie ik dat mijn opvatting volstrekt absurd was. Het lijkt erop dat mensen die de waarheid niet hebben, niet in staat zijn onderscheid te maken, en dus gemakkelijk voor de gek worden gehouden. Toen stelde ik zuster Wang een vraag: “Almachtige God spreekt zo goed. We hoeven alleen maar Zijn woorden zorgvuldig te lezen om ons te realiseren dat dit de woorden van God zijn en Gods stem. Hoe komt het dan de voorgangers en ouderlingen dit niet aanvaarden en zelfs hun uiterste best doen zich tegen Hem te verzetten en Hem te veroordelen?” Zuster Wang antwoordde: “Nu, in de laatste dagen, is Almachtige God gekomen en heeft alle waarheden uitgedrukt die nodig zijn voor de verdorven mensheid om te worden gereinigd en gered. Deze waarheden vormen de weg van het eeuwig leven dat God ons heeft geschonken. Wanneer mensen Gods woorden serieus lezen, zullen ze toegeven dat deze woorden de waarheid, het leven, de weg, de fundering en de leidraad voor het overleven van de mensheid zijn. Dit is een feit. Hoewel de meeste voorgangers en ouderlingen Gods werk van de laatste dagen weerstaan en veroordelen en proberen de mensen ervan te weerhouden de woorden van Almachtige God te lezen, betekent dit niet dat ze het gezag en de kracht niet in deze woorden kunnen horen. Sommige voorgangers en ouderlingen kunnen niets nuttigs prediken, dus stelen ze de woorden van Almachtige God en preken ze tot hun gemeenten, waarbij ze claimen dat ze hen door de verlichting van de Heilige Geest zijn geschonken. Maar waarom verzetten ze zich dan nog steeds op zo’n waanzinnige wijze tegen Almachtige God en veroordelen Hem? Dit heeft te maken met hun natuur en wezen van het haten van de waarheid. Als we terugdenken aan de tijd dat de Heer Jezus net begonnen was met het verrichten van Zijn werk, zien we dat Hij vele wonderen deed, in het bijzonder de wederopstanding van Lazarus en het voeden van de vijfduizend met vijf broden en twee vissen, iets wat nog veel verbazingwekkender was voor de mensen uit het land Judea. Veel van de gewone mensen in die dagen maakten uit de woorden van de Heer en het werk dat Hij deed op dat Hij de komende Messias was. Maar de leiders van de Joden aanvaardden de Heer Jezus niet, maar verzetten zich in plaats daarvan tegen Hem, veroordeelden Hem en zweerden uiteindelijk met de Romeinse overheid samen om de Heer te kruisigen. Waarom gebeurde dit? Was het omdat ze het gezag en de macht in de woorden van de Heer Jezus niet konden horen ? Nee! Het was omdat ze zagen dat meer en meer mensen de weg van de Heer Jezus aanvaardden. Ze waren bang dat als al het gewone volk in de Heer Jezus geloofde, niemand hen meer zou volgen of aanbidden, en dat ze hun status en hun levensonderhoud zouden verliezen. Ze wisten heel duidelijk dat de Heer Jezus God was en toch verzetten ze zich opzettelijk tegen Hem. Dit openbaarde hun antichristelijke essentie, die zich verzette tegen God en die de waarheid haatte. De Heer Jezus berispte hen bitter toen Hij zei: ‘Maar nee, u wilt mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden […]. Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. Jullie zijn van je vader de duivel en de lusten van je vader zullen jullie doen. Hij was een moordenaar vanaf het begin en bleef niet in de waarheid, want er is geen waarheid in hem’ (Johannes 8:40, 43–44). In de tegenwoordige tijd hebben de woorden van Almachtige God kristalhelder de natuur en de essentie van de huidige leiders van de religieuze gemeenschap geopenbaard. Almachtige God sprak: ‘Degenen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken reciteren de Bijbel elke dag, maar toch begrijpt geen van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen kent God en niemand leeft in overeenstemming met Gods hart. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die alle vanuit de hoogte God onderwijzen. Hoewel ze met de naam van God schermen, verzetten ze zich moedwillig tegen Hem. Hoewel ze zichzelf gelovigen van God noemen, zijn ze degene die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofd-demonen die doelbewust degenen die op het rechte pad willen wandelen voor de voeten lopen, struikelblokken die het pad van degenen die God zoeken moeilijker begaanbaar maken. En hoewel ze van “stevig vlees” zijn, hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze antichristen zijn die de mens leiden in zijn verzet tegen God? Hoe kunnen zij weten dat ze levende duivels zijn die er in het bijzonder op uit zijn hun zielen te verslinden?’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Deze leiders van de religieuze gemeenschap zijn precies als de farizeeën van toen: Hoewel ze de Bijbel goed kennen, weten ze absoluut niets over Gods werk. Ze zien dat de woorden van Almachtige God door steeds meer mensen worden aanvaard die verlangen naar Gods verschijnen en ernaar op zoek gaan, en ze zijn bang dat als de gelovigen allemaal in Almachtige God gelovigen, niemand hen meer zal volgen of hen geld zal doneren. Om dus hun status en levensonderhoud te beschermen, onder het mom van trouw aan de Heer en het beschermen van Zijn kudde, hebben ze allerlei soorten kwaadaardige geruchten gefabriceerd om zich tegen Gods werk van de laatste dagen te verzetten en het te veroordelen, en doen ze hun best gelovigen ervan te weerhouden de ware weg te zoeken en te onderzoeken. We kunnen dus zien dat religieuze leiders in feite farizeeën zijn die walgen van de waarheid en de waarheid haten. Het zijn levende demonen die de zielen van mensen verslinden, het zijn antichristen die door Gods werk van de laatste dagen worden ontmaskerd.”
Na naar Gods woorden en de communicatie van de zuster te hebben geluisterd, zag ik plotseling het licht. Ik knikte een paar keer met mijn hoofd en zei: “Nu begrijp ik eindelijk waarom die voorgangers en ouderlingen, wanneer ze horen dat er mensen zijn die getuigen van de wederkomst van God, dit niet zoeken of onderzoeken, maar Hem in plaats daarvan aanhoudend veroordelen. Nu begrijp ik waarom deze voorgangers en ouderlingen luidkeels claimen dat ze me beschermen en zich zorgen maken over mijn leven, terwijl ze in feite hun uiterste best doen me tegenhouden en beletten de woorden van God te lezen en van God het geestelijk voedsel voor het leven te ontvangen. Dit komt allemaal omdat alles wat ze doen erop gericht is hun eigen belangen te verdedigen. Ze zijn bang dat als mensen beginnen Almachtige God te volgen, ze niet meer naar hun preken zullen luisteren of hen geld zullen doneren. Dit is de reden dat ze mensen ervan weerhouden de ware weg te onderzoeken. Ze zijn echt verachtelijk en ze ruïneerden bijna mijn kans ware redding te verwerven. Nu ik weet hoe ik beter kan onderscheiden, ga ik weigeren ook nog maar iets met hen van doen te hebben. Wat ze ook doen om me te hinderen, ik zal voet bij stuk houden en Almachtige God volgen.” Daarna bezocht ik nooit meer de bijeenkomsten van mijn oude kerk.
Niet lang daarna kwamen twee voorgangers van mijn oude kerk bij me thuis op bezoek. Eén van hen, voorganger Zhang, zei tegen me: “Tante, waarom heb je de bijeenkomsten niet bezocht? Heb je weer contact gehad met de mensen van Bliksem uit het oosten? Wat je ook doet, ga niet over tot hun geloof. Als je hun geloof volgt, is het afgelopen met je!” Met vaste stem antwoordde ik: “Ik stak de laatste tijd niets op van het bijwonen van jullie bijeenkomsten, de duisternis in mijn geest nam steeds meer toe en ik was niet in staat de aanwezigheid van de Heer te voelen. Maar sinds ik de woorden van Almachtige God ben gaan lezen, is mijn geest opgewekt, ik begin nu waarheden te begrijpen en mijn leven wordt gevoed. Ik voel dat God in me is en dat de Heilige Geest in me werkt. Nu ben ik zeker dat Almachtige God de wedergekeerde Heer Jezus is en dat de waarheden die door Almachtige God zijn uitgedrukt het levende levenswater zijn. Alleen de woorden van Almachtige God kunnen me geestelijk voedsel geven, en waar ik leven kan verwerven, daar zal ik heengaan.” De ander van de twee, voorganger Song, zei toen: “We maken ons zorgen over je. We maken ons zorgen dat je van de ware weg zult afwijken. Je bent onvolwassen in het leven …” Ik zei tot haar: “Ik ben misschien onvolwassen in het leven, maar God zal me toch leiden. Bedankt voor jullie bezorgdheid, maar jullie zouden aan jullie eigen leven moeten denken. Mijn leven is in Gods handen …” Nadat ze hadden gehoord wat ik had te zeggen, vertrokken ze beledigd. Toen ik hen in de verte zag verdwijnen, voelde ik een enorm gevoel van opluchting zoals ik nog nooit eerder had ervaren. Ze keerden nog twee keer terug, maar toen ze zagen dat ik totaal niet onder de indruk was van hun vermaningen kwamen ze daarna nooit meer terug. Dankzij Gods leiding drong mijn blik door tot het ware gezicht en de zondige motieven van deze religieuze leiders, doorzag ik Satans listen en vond ik mijn weg uit de verwarring en terug tot God. Ik word nu voorzien van het levende levenswater en ik zal altijd Almachtige God volgen en aanbidden.
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.