Bevrijd van het juk van status

02 september 2020

Door Vladhia, Frankrijk

Vorig jaar werd onze kerkleider, zuster Laura vervangen, omdat ze geen praktisch werk had gedaan. Toen werd door iedereen besloten dat ik kerkleider zou worden. Zodra ik was gekozen, begon ik veel druk te voelen. Ik wist dat de rol nieuwe plichten met zich meebracht, maar tegelijkertijd was ik heel blij, want mijn verlangen naar status was vervuld. Ik dacht dat ik tot kerkleider was benoemd vanwege mijn kaliber en mijn werkvermogen. Ik deed mijn uiterste best om mijn plichten te vervullen. Als ik iets niet begreep, zocht ik actief hulp en studeerde ik. Ik ging ook vaak langs bij mijn broeders en zusters, en ik vond Gods woorden om met ze te communiceren. Ik begoot regelmatig de broeders en zusters die zich nog maar pas bij de kerk hadden aangesloten. Ik vond het fijn als ze lachten en zeiden: “Bedankt, zuster.” Ik wilde toen geen moment pauze nemen. Ik wilde al het werk zelf doen.

Totdat ik moest studeren voor een universiteitsexamen en niet zo veel werk kon doen. Toen ik na het examen weer naar bijeenkomsten ging, merkte ik dat de broeders en zusters enige vooruitgang hadden geboekt. Er waren twee zusters die Gods woorden konden vinden om problemen van de broeders en zusters in onze groepen te helpen oplossen. Dat was goed, maar toch voelde ik me een beetje gefrustreerd. Ik dacht dat de broeders en zusters me niet nodig hadden en niet meer bij me zouden komen. Op een dag ging ik naar een groepsbijeenkomst. De broeders en zusters in die groep hadden nooit veel kunnen communiceren, maar deze keer zag ik dat zuster Evelyn heel goed met iedereen in gesprek ging. Ze was aardig en geduldig. Ze moedigde de andere broeders en zusters aan om hun begrip van Gods woorden te bespreken. Onder haar aanmoediging en leiding communiceerde iedereen actief. Ze leken het goed met haar te kunnen vinden. Toen ik dat zag, voelde ik me nogal teleurgesteld, alsof zuster Evelyn op een dag mijn plaats zou innemen. Het begon als een echte crisis te voelen. Niet lang daarna zag ik dat een zuster een bericht stuurde naar onze groep waarin ze om raad vroeg. Ze vroeg: “Hoe kalmeer je je hart voor God?” Ik wilde net antwoord geven, toen zuster Evelyn enkele passages uit Gods woorden stuurde samen met haar eigen verduidelijkingen. Ik vond de passages die ze had gevonden heel geschikt en haar verduidelijkingen waren heel praktisch. Ze beschreef ook helder het beoefeningspad dat moest worden gevolgd. Ik kon niks meer toevoegen en voelde me heel verdrietig. Eerder was de groep mijn verantwoordelijkheid. Ik was degene die Gods woorden vond om de problemen van de broeders en zusters te helpen oplossen. Ik dacht: als ze bij iedereen vragen zo actief beantwoordt, wat zouden ze dan van mij denken? Zouden ze denken dat hun leider hun vragen niet kon beantwoorden? Dat ik niet zo capabel was als zuster Evelyn? Als zij altijd zo enthousiast was om ze te helpen, zouden ze dan denken dat ik nutteloos was als leider? Ik bleef erover nadenken en werd jaloers op haar. Ik dacht zelfs: dit kan zo niet. Ik moet harder werken dan jij. Je mag me niet verslaan. Maar daarna maakte ik continu fouten. Zelfs bij de simpelste taken maakte ik fouten. Op een dag schreef ik een bericht dat ik wilde sturen om de andere leider en diakens te herinneren aan onze ontmoetingstijd. Ik stuurde het bericht per ongeluk aan de groep van nieuwkomers. Ik besefte pas dat ik het naar de verkeerde groep had gestuurd toen een zuster belde om het me te zeggen. Het was heel gênant, dus ik verwijderde het bericht snel. Hoewel het niet veel voorstelde, had ik er toch een slecht gevoel over. Ik dacht toen: hoe kon ik de groep van nieuwkomers verwisselen met de groep van leiders? Ik voelde me op dat moment heel nutteloos, alsof ik niks goed kon doen. Ik moest ook studeren voor mijn universiteitsexamens, dus ik kon me niet volledig wijden aan mijn plichten. Ik dacht bij mezelf: het is voorbij. Mijn rol moet worden aangepast. Ik word vervangen door zuster Evelyn. Ik voelde me daarna heel terneergeslagen. Ik deed mijn plichten zonder nadenken en wilde liever niks doen. Bijeenkomsten leken eeuwig te duren. Soms bladerde ik liever door Facebook. Ik keek zelfs naar grappige video’s die volkomen nutteloos waren voor mijn leven. Vroeger bereidde ik me altijd voor op bijeenkomsten. Ik droeg een last terwijl ik zorgvuldig nadacht over Gods woorden, en over de onopgeloste problemen van mijn broeders en zusters, en hoe ik met ze moest communiceren. Maar nu droeg ik die last niet meer en dacht ik niet meer na over Gods woorden. Eén keer voor een avondbijeenkomst ging ik zelfs nieuwe kleren kopen. Ik kwam pas thuis toen de bijeenkomst bijna zou beginnen. ’s Morgens las ik Gods woorden niet zorgvuldig en ik stuurde ze niet naar de groepen, zodat de broeders en zusters erover konden nadenken. Het voelde toen alsof mijn hart ver verwijderd was van God. Daarom bad ik tot God. Ik zei tegen Hem: “Almachtige God, ik weet dat ik van u ben afgedwaald. Ik weet ook dat mijn houding ten opzichte van mijn plichten niet goed is geweest. Ik wil berouw tonen, maar mijn hart is heel zwak. Ik hoop dat u me zult helpen.”

Later las ik enkele woorden van God die heel nuttig waren. God zegt: “Diep van binnen koesteren mensen een paar verkeerde gesteldheden – negativiteit, zwakte en neerslachtigheid of kwetsbaarheid, of een aanhoudend laag-bij-de-gronds voornemen, of altijd in de greep zijn van zorgen over aanzien, egoïstische verlangens en voordelen voor henzelf, of ze vinden dat ze van laag kaliber zijn en bezitten bepaalde negatieve gesteldheden. Wanneer je voortdurend in deze gesteldheden leeft, is het erg moeilijk voor je om het werk van de Heilige Geest te verwerven. Als het je moeite kost om het werk van de Heilige Geest te verwerven, zal er weinig in je zijn wat positief is; en met weinig wat positief is, zal het je moeilijk vallen om de waarheid te verwerven(‘Geef je ware hart aan God, en je kunt waarheid verkrijgen’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Die passage raakte me diep. God had mijn problemen perfect beschreven. Ik leefde in negativiteit en kon mijn plichten niet vervullen, omdat ik dacht dat anderen mijn positie zouden overnemen. Ik was bang dat mijn status werd bedreigd, wat me verzwakte en vervreemdde van God en de broeders en zusters.

Ik zag nog een passage uit Gods woorden in: ‘Pas wanneer je orde op zaken stelt in je opvattingen, kun je het juiste pad van je geloof in God betreden (3)’. God zegt: “Mensen zullen veel negatieve gesteldheden hebben voordat God hen oordeelt en tuchtigt. Er is bijvoorbeeld een negatieve gesteldheid die vaak bij mensen wordt gezien: ze zijn negatief wanneer anderen hun plichten productiever vervullen dan zijzelf. Ze zijn negatief wanneer de gezinnen van anderen eensgezinder zijn dan de hunne. Ze zijn negatief wanneer de omstandigheden van anderen beter zijn dan die van hen of wanneer anderen van een hoger kaliber zijn. En ze zijn negatief wanneer ze een beetje vroeg wakker moeten worden, wanneer hun plichten vermoeiend zijn; ook zijn ze negatief wanneer ze zich een beetje moedeloos voelen. Wat er ook gebeurt, ze zijn negatief. […] Negativiteit betekent dat er een probleem zit in mensen: ze kunnen de waarheid niet accepteren en zijn constant ontevreden met alles wat God doet. Bovendien brengen ze de waarheid niet in het minst in praktijk. Waarom zou God op zulke mensen blijven reageren? Wat is Gods houding ten opzichte van hen die doof zijn voor rede? Hij werpt hen terzijde en negeert hen. Geloof op welke manier je maar wilt; of je wel of niet gelooft, is aan jou; als je werkelijk gelooft en streeft, zul je de vruchten plukken; als je niet gelooft, niet streeft, dan zul je dat niet. God behandelt iedereen eerlijk. Als jouw houding er niet een is van het accepteren van de waarheid en van onderwerping, en als je je niet voegt naar Gods eisen, geloof dan maar wat je wilt. Je kunt ook onmiddellijk vertrekken als je dat liever doet. Als je je plicht niet wenst te vervullen – wat je dan ook doet, trap geen schandalige scène en steek je neus niet in de lucht, maar vertrek meteen waarheen je maar wilt. God dringt er bij zulke mensen niet op aan dat ze blijven. Dat is Zijn houding. Als jij – overduidelijk een schepsel – je nooit als zodanig wenst te gedragen, maar in plaats daarvan altijd een aartsengel wil zijn, kan God jou dan aandacht schenken? Als jij – overduidelijk een gewoon persoon – altijd een speciale voorkeursbehandeling wenst, en iemand met status en aanzien wil zijn die in alle dingen boven anderen uitsteekt, dan ben je onredelijk en ontbreekt het je aan verstand. Hoe bekijkt God mensen die het aan verstand ontbreekt? Hoe beoordeelt Hij hen? Zulke mensen zijn doof voor rede!(‘Verslagen van de gesprekken van Christus van de laatste dagen’). God openbaarde duidelijk de bron van mijn negativiteit en zwakte. Ik gaf te veel om mijn rol als leider. Ik was bang om die te verliezen. Ik gaf meer om mijn status dan om het vervullen van mijn plicht. Alles wat ik deed, was uit een verlangen om mijn status als leider te behouden. Ik dacht terug aan toen ik pas als leider was begonnen. Ik werkte hard om mijn plicht te vervullen en nam geen moment rust. Ik was bang dat ik het slecht zou doen en zou worden vervangen. Toen ik de vooruitgang zag die twee van de zusters hadden geboekt, had ik blij moeten zijn. Maar ik was bang dat de broeders en zusters me niet meer nodig zouden hebben, dat mijn rol als leider dan geen betekenis meer zou hebben en dat niemand me meer zou bewonderen. Vooral toen ik zag hoe goed zuster Evelyn het deed, dat ze vragen van de broeders en zusters kon beantwoorden en dat iedereen haar aardig vond, maakte ik me nog meer zorgen dat ik mijn status niet zou kunnen behouden. Ik voelde me zo negatief en zwak dat ik automatisch en zonder nadenken mijn plichten begon te vervullen. God zegt dat zulke mensen irrationeel zijn. God besteedt geen aandacht aan ze en het is moeilijk voor ze om het werk van de Heilige Geest te winnen. Ik werd bang toen ik besefte dat ik dezelfde gevaarlijke gesteldheid had. God zegt ook dat Hij niet van mensen houdt die vaak negatief zijn, omdat ze de waarheid niet kunnen aanvaarden. Ze leven met foute bedoelingen en kunnen ze niet veranderen of verzaken. Wie altijd zo’n negatieve gesteldheid heeft, zal ten slotte opzij worden geschoven en worden geëlimineerd. Ik besefte die dingen toen ook. Dus ik wendde me tot God. Ik biechtte alles op en bad om berouw. Ik zei tegen God: “God, ik weet dat ik fout zit. Ik hoop dat u me kunt helpen om mezelf te begrijpen en me uit mijn negativiteit te halen.”

Later las een zuster voor uit Gods woorden tijdens een bijeenkomst. Door die woorden begreep ik iets beter waarom we roem, gewin en status nastreven. In de vierde paragraaf van ‘God Zelf, de unieke VI’ zegt God: “Wat gebruikt Satan om de mens stevig in zijn greep te houden? (Roem en winst.) Dus Satan gebruikt roem en winst om de gedachten van de mens te beheersen, totdat mensen alleen nog aan roem en winst kunnen denken. Ze vechten voor roem en winst, lijden ontberingen voor roem en winst, ondergaan vernedering voor roem en winst, offeren alles wat ze hebben op voor roem en winst, en ze zullen enig oordeel vellen of enige beslissing nemen omwille van roem en winst. Op deze manier ketent Satan de mensen met onzichtbare boeien, en mensen hebben de kracht noch de moed om ze af te werpen. Zonder het door te hebben, dragen ze deze ketenen en sjokken ze met grote moeite steeds verder. Omwille van deze roem en winst mijdt de mens God en verraadt hij Hem, en wordt de mens steeds slechter. Daardoor wordt de ene generatie na de andere op deze manier vernietigd te midden van de roem en winst van Satan. Als we nu kijken naar de daden van Satan, zijn zijn sinistere motieven niet totaal verfoeilijk? Misschien kunnen jullie vandaag nog steeds Satans sinistere motieven niet doorzien, omdat jullie denken dat men niet kan leven zonder roem en winst. Jullie denken dat wanneer mensen roem en winst achter zich laten, ze niet langer de weg vooruit kunnen zien, niet langer in staat zijn om hun doelen te zien, dat hun toekomst donker, grauw en somber zal worden. Maar langzamerhand zullen jullie op een dag allemaal merken dat roem en winst monsterlijke boeien zijn die Satan gebruikt om de mens te ketenen. Wanneer die dag komt, zul je grondig Satans beheersing over je weerstaan en je volledig verzetten tegen de boeien die Satan gebruikt om je te ketenen. Wanneer de tijd komt waarop je alle dingen die Satan je heeft ingeprent wenst af te werpen, dan zul je volledig met Satan breken en ook werkelijk walgen van alles wat Satan je heeft gebracht. Alleen dan zal de mensheid echte liefde voor en echt verlangen naar God hebben(‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Na het lezen van Gods woorden besefte ik dat Satan roem, gewin en status gebruikt om de mens te bedriegen en te verderven. Het is het onzichtbare juk dat Satan gebruikt om mensen in zijn macht te krijgen. Ik zit al sinds mijn jeugd vast onder het juk van roem, gewin en status.Ik ga van jongs af aan gebukt onder het juk van roem, gewin en status. Toen ik op school zat, wilde ik dat anderen me zouden bewonderen en dat ik klassenleider zou worden. Ik studeerde heel hard uit angst dat ik zou worden overvleugeld door mijn klasgenoten.Ik studeerde heel hard uit angst dat mijn klasgenoten me zouden overvleugelen. Toen ik in God begon te geloven en leider werd, werkte ik heel hard om mijn plicht te vervullen, zodat ik mijn status zou behouden en niet zou worden vervangen. Ik was jaloers op de broeders en zusters die beter waren dan ik. Ik was bang dat ze me zouden overvleugelen en dat mensen me niet meer zouden bewonderen. En het triestste deel? Toen ik besefte dat ik niet zo onvervangbaar was onder de broeders en zusters als ik dacht, was het alsof mijn verlangen naar status niet werd vervuld en deed ik mijn plicht alleen nog maar automatisch en zonder nadenken, alleen omdat ik niet kreeg wat ik wilde. Ik besefte dat ik Gods eisen, mijn plicht en verantwoordelijkheden, het kerkelijke leven en al die dingen niet belangrijk vond. Alles wat ik deed, was om mijn verlangen naar status te vervullen, zonder eerbied voor God. Tegelijkertijd besefte ik dat Satan wil dat we roem, gewin en status nastreven. Hij wil dat we onder elkaar vechten om die dingen te krijgen. Hij wil dat we Gods eisen vergeten, God verraden en afdwalen van God. Dat is Satans plan. Toen ik dat besefte, begon ik van mezelf te walgen. Ik wilde mezelf bevrijden van het najagen van roem, gewin en status, zodat ik echt voor God kon komen. Later hoorde ik een hymne met de titel “Ik ben maar een klein geschapen wezen” die me diep raakte. “O, God! Of ik nou status heb of niet, nu begrijp ik mezelf. Als mijn status hoog is, komt dat door uw verheffing, en als deze laag is, komt dat door uw verordening. Alles ligt in uw handen. Ik heb geen keuzes en ook geen klachten. U hebt verordend dat ik geboren zou worden in dit land en onder dit volk, en het enige wat ik moet doen, is volledig gehoorzaam zijn onder uw heerschappij, omdat alles binnen uw verordening valt. Ik schenk geen aandacht aan status; ik ben immers maar een schepsel. Als u mij in de put van de afgrond plaatst, in de poel van vuur en zwavel, ben ik maar een schepsel. Als u mij gebruikt, ben ik een schepsel. Als u mij vervolmaakt, ben ik nog altijd een schepsel. Als u mij niet vervolmaakt, zal ik nog steeds van u houden, want ik ben niets meer dan een schepsel. Ik ben niets meer dan een minuscuul schepsel, geschapen door de Heer van de schepping, maar één iemand onder alle geschapen mensen. U was het die mij schiep, en nu hebt u mij opnieuw in uw handen geplaatst om met mij te doen wat u wilt. Ik ben bereid uw gereedschap en uw contrast te zijn, omdat alles is naar uw verordening. Niemand kan het veranderen. Alle dingen en alle gebeurtenissen liggen in uw handen(‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’). Toen begreep ik dat het niet uitmaakt welke plicht ik vandaag in Gods huis uitvoer, want het is Gods ordinantie en Zijn verheffing. Zonder op status te letten moet ik als een geschapen wezen mijn plicht oprecht doen. Dat is de enige redelijke manier. Tegelijkertijd besefte ik dat er geen onderscheid is tussen hoge en lage status in Gods huis. Het enige wat telt, is het vervullen van je plicht.Als je maar je plicht vervult. Toen ik dat besefte, voelde ik me bevrijd. Ongeacht mijn status in de toekomst zal ik mijn best doen om mijn plicht te vervullen en God te behagen.

Daarna vond ik twee passages uit Gods woorden die een diepe indruk bij me achterlieten. God zegt: “Samenwerking onder broeders en zusters is op zich een proces van het compenseren van de eigen zwaktes met de krachten van een ander. Je gebruikt je krachten om de tekortkomingen van anderen te compenseren, en anderen gebruiken hun krachten om jouw tekortkomingen te compenseren. Dat is wat het betekent om de eigen zwakten te compenseren met de krachten van anderen, en om harmonieus samen te werken. Alleen door harmonieus samen te werken kunnen mensen ten overstaan van God gezegend worden, en hoe meer men hiervan ervaart, hoe meer praktische aspecten zij hebben; het pad wordt steeds helderder en zij zijn steeds meer op hun gemak(‘Verslagen van de gesprekken van Christus van de laatste dagen’). “De functies verschillen. Er is één lichaam. Ieder doet zijn plicht, ieder op zijn eigen plek. Ieder handelt naar beste kunnen – voor elke vonk is er één lichtflits – en streeft naar volwassenheid in het leven. Op die manier zal ik tevreden worden gesteld(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 21). Toen ik die twee passages uit Gods woorden had gelezen, begreep ik Gods bedoelingen. God hoopt dat we tijdens het vervullen van onze plicht kunnen leren van elkaar en elkaars zwakheden kunnen compenseren. We moeten ons best doen ongeacht onze positie, en harmonieus samenwerken om onze plicht te vervullen. Toen ik Gods bedoelingen begreep, bad ik tot Hem. Ik begon te leren hoe ik mijn status kon loslaten, en dacht er niet meer aan dat ik door iemand anders kon worden vervangen. Ik leerde ook om alles wat ik doe met hart en ziel te doen, en om mijn plicht bewust goed te vervullen. Tijdens bijeenkomsten communiceerde ik actief met anderen. Als anderen communiceerden, dacht ik zorgvuldig na over hun woorden en schreef snel op wat interessant was. Ik besefte dat ik veel kon leren van de andere broeders en zusters. Ik werd steeds minder jaloers op de broeders en zusters die sneller vooruitgang boekten dan ik of die een beter kaliber hadden. Ik kon mezelf ook loslaten en van anderen leren. Na zo een tijdje te hebben gepraktiseerd, voelde ik me heel rustig en kalm. Het was alsof ik dichter bij God was. Ik bedank God ook voor Zijn woorden waarmee Hij over me oordeelde en me ontmaskerde. Hij hielp me om mijn verdorven gezindheid te leren begrijpen. Dank aan God voor Zijn liefde en dat Hij me heeft gered.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Ik zag mijn ware gestalte helder

Door Ding Xiang, provincie Shandong Op een vergadering van kerkleiders die ik eens bijwoonde, zei een pas gekozen kerkleider: “Ik heb niet...

Neem contact op via Messenger