Nadat ik werd vervangen

25 december 2020

Door Lijie, Verenigde Staten

Almachtige God zegt: “God werkt in elk persoon. Wat Zijn methode ook is, van welk soort mensen, dingen en zaken Hij ook gebruik maakt om dienst te doen, welke toon Zijn woorden ook hebben, Hij heeft maar één einddoel: jou redden. Voordat Hij jou kan redden moet Hij je transformeren, dus hoe zou dat kunnen gebeuren zonder dat je een beetje lijdt? Je zult moeten lijden. Dit lijden kan op allerlei manieren plaatsvinden. Soms wekt God de mensen, zaken en dingen om je heen op zodat je jezelf kunt leren kennen. Of het kan zijn dat je rechtstreeks wordt behandeld, gesnoeid en ontmaskerd. Net als een patiënt op de operatietafel – je ontkomt niet aan wat pijn als je een goed resultaat wilt behalen(‘Om de waarheid te verwerven, moet je leren van mensen, zaken en dingen om je heen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). “Het is niet erg als je meermalen faalt en valt, of ontmaskerd wordt. Of je nu aangepakt, gesnoeid of ontmaskerd wordt, onthoud altijd: ontmaskerd worden houdt geen veroordeling in. Het is iets goeds; het is de beste gelegenheid om jezelf te leren kennen. Het kan je levenservaring in een stroomversnelling brengen. Zonder dat zul je geen gelegenheid, staat of context hebben waarmee je een begrip van de waarheid over je verdorvenheid kunt bereiken. Als je de dingen in je leert kennen al die aspecten die diep in je binnenste verborgen zitten en zo moeilijk herkenbaar en aan het licht te brengen zijn, dan is dat iets goeds. Jezelf echt leren kennen is je beste kans om je manier van doen te verbeteren en een nieuw mens te worden; het is de beste kans voor je om nieuw leven te verwerven. Wanneer je jezelf eenmaal echt kent, zul je kunnen zien dat het echt kostbaar is als de waarheid je leven wordt en je zult dorstig worden naar de waarheid en de werkelijkheid binnengaan. Dat is zo fantastisch! Als je deze gelegenheid weet aan te grijpen en steeds als je faalt of valt serieus over jezelf nadenkt en echte kennis over jezelf verwerft, dan zul je midden in je negativiteit en zwakte in staat zijn weer op te staan. Als je deze drempel eenmaal over bent, zul je in staat zijn een grote stap vooruit te zetten en de werkelijkheid van de waarheid binnen te gaan(‘Om de waarheid te verwerven, moet je leren van mensen, zaken en dingen om je heen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Door Gods woorden zie ik in dat hoe God ook in iemand werkt, of het nu oordeel, loutering, snoeiing en behandeling is, of het worden vervangen in je plicht, het allemaal dient om je over jezelf te laten nadenken en jezelf te leren kennen, zodat je gezindheid kan veranderen.

Ik weet nog dat toen ik net enkele maanden een gelovige was, de communicatie van de leidster zuster Zhao heel verlichtend was en goed om praktische problemen op te lossen. Ik bewonderde haar echt en dacht: het zal geweldig zijn als ik zover kom dat ik net als zuster Zhao de problemen van broeders en zusters kan oplossen door te communiceren over de waarheid. Als ik hoorde dat iemand was gekozen tot leider of diaken was ik een tijdje heel opgewonden, en verlangde ik naar de dag dat ik in hun schoenen zou staan. Daarna, stortte ik me op het eten, drinken en overpeinzen van Gods woorden en begon ik een godsdienstdagboek bij te houden. Ik nam enthousiast deel aan al het werk van de kerk.

Een paar jaar later werd ik gekozen tot kerkleidster. Zuster Liu en ik waren samen verantwoordelijk voor het werk van de kerk. Als ik een probleem zag in het werk van de kerk of als broeders en zusters op moeilijkheden stuitten in hun plichten, ging ik naar zuster Liu om het te bespreken en de waarheid te zoeken om het op te lossen. Na een paar maanden begonnen we echt resultaten in het werk van de kerk te zien, en mijn leider vroeg me om wat ik leerde met iedereen te delen op bijeenkomsten met medewerkers. Ik was in mijn nopjes dat de leider me zo hoog aansloeg, en dat broeders en zusters tegen me opkeken. Zonder het te beseffen, begon ik me uit te sloven op de bijeenkomsten. Ik communiceerde altijd over hoe ik broeders en zusters had begoten en gesteund, hoe ik problemen had opgelost, hoe ik had geleden in mijn plicht, welke prijs ik had betaald, en hoe het werk van de kerk stap voor stap succesvol was geworden. Hierdoor gingen enkele broeders en zusters tegen me opkijken en me bewonderen, en als ze op problemen stuitten, richtten ze zich niet op bidden en de waarheid zoeken, maar kwamen ze direct bij mij. Ik vond steeds meer dat ik als leidster uit het juiste hout was gesneden. Ik dacht dat het succes in het werk van de kerk voornamelijk te danken was aan mijn harde werken, dus ik begon een beetje neer te kijken op zuster Liu en luisterde niet naar haar suggesties. Ik alleen had het laatste woord in het werk van de kerk. Toen ik zag dat zuster Liu zich een beetje beknot voelde door mij, dacht ik niet na over mezelf en schepte ik zelfs op tijdens een bijeenkomst: “Hoewel zuster Liu en ik allebei verantwoordelijk zijn voor het werk van de kerk, heeft ze de neiging om negatief en passief te zijn in haar plicht. Daarom moet ik degene zijn die erover inzit en echt een prijs betaalt. Ik maak me echt zorgen om zuster Liu. Als dit zo doorgaat, vrees ik dat het werk van de kerk eronder zal lijden.” De broeders en zusters zeiden dat ik verantwoordelijk was en de last op me nam in mijn plicht. Ik was erg blij om dat te horen, en koesterde me in hun steun en bewondering.

Enkele dagen later besefte een zuster wat mijn probleem was en ze waarschuwde me: “Zuster, het viel me op dat je de laatste tijd niet veel hebt gecommuniceerd over je praktische ervaringen, zoals welke verdorvenheid of opstandigheid je vertoont als er een probleem is, hoe je over jezelf nadenkt en jezelf kent, of hoe je de waarheid zoekt om dingen op te lossen en hoe je uiteindelijk verandert. Ik hoor je zelden praten over die dingen. Je communiceert vooral over hoe je de problemen van anderen oplost en hoe je lijdt, waardoor de anderen alleen maar tegen je opkijken en je ophemelen. Je bent niet op de juiste weg. Verspil geen tijd, denk na over jezelf.” Maar ik hoorde helemaal niet wat ze zei. Ik dacht: al mijn communicatie gaat over mijn echte persoonlijke ervaring. Broeders en zusters steunen me omdat ik problemen kan oplossen met de waarheid. Hoe kun je zeggen dat de anderen me ophemelen en dat ik niet op de juiste weg ben? Dat zei je alleen maar omdat je jaloers op me bent, hè? Ik was in die tijd bedwelmd door aanzien en status en mijn hart was verdoofd en onbuigzaam. Geleidelijk voelde ik me vanbinnen steeds somberder, en ik kon niet langer de gesteldheid of de moeilijkheden in de plichten van anderen begrijpen of oplossen. Ten slotte werd ik ontheven van mijn plicht als leidster omdat ik geen praktisch werk kon doen.

Daarna, voelde ik me krachteloos en wilde ik de werkelijkheid niet onder ogen zien. Ik werd zo negatief dat ik niet eens naar bijeenkomsten wilde. Ik schaamde me te erg om de broeders en zusters onder ogen te komen. Voorheen had ik bijeenkomsten geleid en communicatie gegeven aan anderen… maar nu was ik degene die ontving. Ik maakte me zorgen over hoe de anderen me zouden zien. Hoe meer ik eraan dacht, hoe verdrietiger en wanhopiger ik werd. Ik kon me op bijeenkomsten niet concentreren en soms dutte ik zelfs in. Ik was echt zwak en negatief en dacht dat God me had verlaten. Onwillekeurig barstte ik uit in tranen en knielde ik voor God in gebed: “O, God. Ik lijd echt. Ik wil niet in zo’n gesteldheid leven. God, ik smeek u om uw leiding en redding. Ik ben bereid om serieus over mezelf na te denken en mezelf te kennen.”

Na mijn gebed bekeek ik een video van een voorlezing van Gods woorden. Almachtige God zegt: “In jullie streven hebben jullie te veel persoonlijke opvattingen, hoop en toekomstverwachtingen. Het huidige werk is bedoeld om jullie verlangen naar status en jullie extravagante wensen aan te pakken. De hoop, status en de opvattingen vertegenwoordigen van allemaal de typische satanische gezindheid. […] Jullie zijn nu volgers en jullie hebben enig inzicht in deze werkfase. Maar jullie hebben je verlangen naar status nog steeds niet afgelegd. Als jullie status hoog is, zoeken jullie wel goed. Maar als jullie status laag is, zoeken jullie niet meer. De voordelen van status staan bij jullie altijd op de voorgrond. Waarom kan de meerderheid van de mensen niet uit de negativiteit komen? Is het niet altijd vanwege sombere vooruitzichten? […] Hoe meer je op deze manier zoekt, des te minder je de vruchten zult plukken. Hoe groter iemands verlangen naar status is, des te harder ze aangepakt moeten worden en des te meer loutering ze moeten ondergaan. Zo iemand is te waardeloos! Zij moeten adequaat worden aangepakt en geoordeeld om dat goed af te leren. Als jullie tot het einde aan toe zo doorgaan, oogsten jullie niets. Wie het leven niet najagen, kunnen geen verandering ondergaan. Zij die niet dorsten naar de waarheid, kunnen deze ook niet krijgen. Je streeft niet naar een persoonlijke transformatie en om binnen te gaan. Je richt je altijd maar op die extravagante verlangens en dingen die je liefde voor God beperken en die je beletten om dicht bij Hem te komen. Kunnen die dingen jou veranderen? Kunnen ze je in het koninkrijk brengen?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Waarom ben je niet bereid een contrast te zijn?).

Gods woorden legden mijn motieven en ideeën over het streven naar status in mijn geloof volledig bloot. Ik dacht aan toen ik net een gelovige was geworden. Ik bewonderde de leiders echt en verlangde naar de dag dat ik een leidster kon zijn naar wie werd opgekeken. Toen ik leidster werd, deed ik mijn plicht van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, hoe uitputtend het ook was. Toen ik voelde dat de leider me waardeerde en broeders en zusters tegen me opkeken, werd ik nog gemotiveerder. Op bijeenkomsten sloofde ik me altijd uit. Ik schepte op over hoe hard ik had gewerkt en hoeveel ik had geleden. Ik kleineerde zelfs zuster Liu en pochte over mezelf, zodat mensen me zouden ophemelen. Toen ik was vervangen als leidster en geen status had, zonk ik weg in een poel van negativiteit waar ik niet meer uit kon komen. Geconfronteerd met de feiten zag ik in dat ik niet naar de waarheid streefde of mijn plicht deed in mijn geloof, maar dat ik streefde naar status. Als ik die had, had ik energie, maar zonder status zonk ik weg in negativiteit. Ik schreef mezelf zelfs af als hopeloos. Ik zag in hoe ernstig mijn verlangen naar status was. Hoe kon zulk streven leiden tot het ontvangen van de waarheid en Gods redding? Ik dacht altijd dat ik best goed was, dat ik enige waarheid begreep en geschikt was om leidster te zijn. Ik had nooit gedacht dat ik zo negatief zou worden nadat ik werd vervangen. Toen zag ik in dat ik niet de werkelijkheid van de waarheid of enige gestalte had. Ik sprak tegen mensen alleen over loze woorden en doctrines. Ik kende mezelf helemaal niet en had geen inzicht in mezelf. Als ik niet was ontheven van mijn plicht, zou ik nog niet over mezelf nadenken en mezelf kennen maar zou ik streven naar status en me op het pad van verzet tegen God bevinden. Dat kon alleen het werk van Gods huis hinderen en het binnengaan in het leven van mijn broeders en zusters schaden. Ik besefte eindelijk dat het Gods rechtvaardige oordeel en bescherming waren waardoor ik was vervangen als leidster. God behandelde mijn verlangen naar status, en liet me inzien dat ik op het verkeerde pad was, zodat ik Hem berouw kon tonen. Dat besef gaf me een gevoel van opluchting.

Daarna, las ik meer van Gods woorden waarin het streven van mensen naar aanzien en status wordt blootgelegd, en enkele passages raakten me echt. “Voor sommige mensen is met name Paulus een idool. Ze treden graag naar buiten om speeches te houden en werk te doen. Ze vinden het fijn elkaar te ontmoeten en te spreken; ze houden ervan als mensen naar hen luisteren, hen vereren en omringen. Ze hebben graag status in de ogen van anderen en vinden het fijn als anderen hun beeld waarderen. Laten we hun natuur analyseren aan de hand van deze gedragingen: wat is hun natuur? Als ze zich echt zo gedragen, dan is daarmee voldoende aangetoond dat ze arrogant en verwaand zijn. Ze vereren God helemaal niet; ze zijn alleen op zoek naar een hogere status en willen gezag hebben over anderen, bezit van hen nemen en status hebben in hun ogen. Dat is het klassieke beeld van Satan. De aspecten van hun natuur die opvallen zijn arrogantie en verwaandheid, een onwil om God te vereren, en een verlangen om door anderen vereerd te worden. Dit soort gedragingen kunnen je een duidelijk beeld geven van hun natuur(‘Hoe de natuur van de mens te leren kennen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). “Sommigen kunnen hun positie gebruiken om herhaaldelijk over zichzelf te getuigen, zichzelf te vergroten en met God strijden om mensen en status. Ze gebruiken verschillende methodes en maatregelen om te zorgen dat mensen hen aanbidden, proberen voortdurend mensen over te halen en de controle over ze te hebben. Sommigen misleiden mensen zelfs bewust om te denken dat zij God zijn, zodat ze als God behandeld zullen worden. Ze zouden mensen nooit vertellen dat ze verdorven zijn, dat zij ook verdorven en arrogant zijn, en dat zij niet aanbeden moeten worden, en dat, hoe goed ze het ook doen, het allemaal het gevolg is van Gods verhoging en wat ze eigenlijk zouden moeten doen. Waarom zeggen ze deze dingen niet? Omdat ze ten diepste bang zijn hun plaats in het hart van mensen te verliezen. Daarom verhogen zulke mensen God nooit en zullen ze nooit getuigen van God(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I).

Gods woorden maakten me duidelijk dat mensen altijd streven naar aanzien en status, en niet God verheerlijken of van Hem getuigenis geven. In plaats daarvan pochen ze voortdurend en zorgen ze dat anderen hen ophemelen en zich om hen verdringen door hun satanische gezindheid, en dat wordt vervloekt en bestraft door God. Was Paulus daar geen perfect voorbeeld van? Hij vond het heerlijk om status en gezag te hebben en richtte zich op zijn positie en prestige. In zijn epistels getuigde hij vaak van hoeveel werk hij had gedaan, hoeveel hij had geleden voor de Heer, en zei hij dat hij niet minder was dan de andere apostelen. Zijn inspanning en de prijs die hij betaalde dienden niet om te streven naar de waarheid of de plicht van een geschapen wezen te doen, maar om aan zijn eigen wilde ambities te voldoen, te worden aanbeden door anderen en om ten slotte te worden beloond en gekroond. Daarom veranderde zijn levensgezindheid helemaal niet na jaren van hard werken, en in zijn arrogantie verloor hij uiteindelijk zijn verstand en getuigde hij dat voor hem leven Christus was. Hij had het waanidee dat hij de plaats van de Heer Jezus kon innemen, zodat de mensen hem zouden volgen en nadoen. Hij beledigde Gods gezindheid ernstig. Paulus had een satanische natuur die ongelooflijk arrogant en verwaand was. Alles wat hij deed, diende om aan zijn eigen wilde ambities te voldoen, en het was allemaal vijandig tegenover God. Hij volgde de weg van een antichrist die zich verzet tegen God, wat werd veroordeeld en vervloekt door God. In mijn geval, als ik iets van mijn plicht had volbracht, dankte ik God voor Zijn leiding, maar in mijn hart streek ik zelf alle eer op. Ik stal schaamteloos Gods glorie, sloofde me voortdurend uit, schepte op over hoe ik had rondgerend en geleden, en hoeveel problemen ik had opgelost zodat anderen me zouden ophemelen. Toen ik zag dat zuster Liu negatief en zwak was, hielp en steunde ik haar oppervlakkig, maar in mijn hart veroordeelde en verachtte ik haar. Ik kleineerde haar zelfs tijdens bijeenkomsten, terwijl ik pochte over mezelf, en wilde dat de broeders en zusters tegen me opkeken en naar me luisterden. Eén zuster zag mijn probleem en was zo behulpzaam om me te waarschuwen uit liefde, maar dat weigerde ik koppig te accepteren. Ik dacht zelfs dat ze me kleineerde en jaloers op me was. Ik zag hoe ongelooflijk onredelijk ik was geworden. Ik richtte me in mijn plicht niet op het communiceren over de waarheid om God te verheerlijken en van Hem te getuigen, maar ik sloofde me uit en beschermde voortdurend mijn eigen status, zodat er tegen me werd opgekeken. Ik zag hoe arrogant en verwaand mijn natuur was. Ik leefde een compleet satanische natuur na, en bewandelde het pad van de antichrist in verzet tegen God dat Paulus bewandelde. Ik wist dat ik zou worden veroordeeld en geëlimineerd door God als ik geen berouw toonde. Die gedachte maakte me bang. Ik kwam haastig voor God in gebed en was bereid om naar de waarheid te streven en berouw te tonen aan God. Daarna at en dronk ik meer van Gods woorden. Ik dacht na en leerde over mezelf. Ik onderzocht de motieven en bedoelingen achter mijn daden. Geconfronteerd met problemen concentreerde ik me op het praktiseren van Gods woorden en mijn gesteldheid verbeterde geleidelijk.

Een maand later regelde een leider dat ik als gastvrouw zou optreden, en daar was ik aanvankelijk niet erg blij mee. Toen ik leidster was, traden anderen voor mij op als gastvrouw, maar nu moest ik dat doen voor anderen. Wat een verschil. Maar toen dacht ik: streef ik niet nog steeds naar aanzien en status? Broeders en zusters ontvangen lijkt misschien niet erg bijzonder, maar het is mijn plicht, mijn verantwoordelijkheid en verplichting. Ik moet niet mijn eigen keuze of eisen hebben, maar ik moet me onderwerpen aan Gods heerschappij en regelingen. En dus stemde ik ermee in. Twee dagen later bracht de leider een paar zusters naar mijn huis. Ik zag meteen dat ik al eerder mijn plicht met deze twee zusters had gedaan. Ik begon meteen te blozen en geneerde me ongelooflijk, alsof ik lager geplaatst was dan zij. We wisselden beleefdheden uit en ik ging naar de keuken om wat eten klaar te maken. Tijdens het koken dacht ik terug aan toen ik samen met deze zusters mijn plicht deed. Ik leidde bijeenkomsten en gaf hun communicatie. Ik had nooit gedacht dat zij nu leidsters zouden zijn terwijl ik thuis als gastvrouw optrad. Ik was echt van streek. Toen besefte ik dat ik me weer concentreerde op aanzien en status, dus ik begon gauw te bidden en God aan te roepen. Toen dacht ik aan deze passage uit Zijn woorden: “Als een van schepselen moet de mens zijn eigen positie behouden en zich gewetensvol gedragen en plichtsgetrouw waken over wat hem is toevertrouwd door de Schepper. En de mens moet niet uit de pas gaan lopen of dingen doen die zijn bereik te boven gaan of dingen doen die walgelijk zijn in de ogen van God. De mens moet niet proberen groot of uitzonderlijk te zijn of boven anderen te staan, noch moet hij God proberen te worden. Zo zouden mensen niet moeten willen zijn. Groot of uitzonderlijk willen worden is absurd. God willen worden is nog schandelijker; het is walgelijk en verachtelijk. Wat prijzenswaardig is en waar de schepselen zich boven alles aan zouden moeten houden, is een waarachtig echt schepsel te worden; dit is het enige doel dat alle mensen moeten nastreven(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke I). Toen ik nadacht over Gods woorden, begreep ik dat God geen verheven, geweldige mensen wil, maar oprechte geschapen wezens. Met of zonder status, alleen als je je onderwerpt aan Gods heerschappij en regelingen, en een eerlijk mens bent en je plicht uitvoert, voldoe je aan Gods wil. God had voorbeschikt dat ik het kleine gras zou zijn en ik moest me onderwerpen zonder te streven om de grote boom te zijn, en mijn werk als het kleine gras en mijn plicht goed doen. Ik dacht terug aan mijn tijd als leidster. Daar leek glorie in te zijn, maar ik streefde niet naar de waarheid, maar naar aanzien en status. Ik was zelfgenoegzaam, stelde me aan, werd steeds arroganter, leefde een satanische gezindheid uit en deed God walgen. Nu trad ik op als gastvrouw, wat niet veel leek voor te stellen, maar doordat ik mijn eigen verantwoordelijkheid en plicht kon doen voelde ik me veel rustiger en op mijn gemak. Toen ik erover nadacht, dacht ik niet meer dat ik als gastvrouw een lagere positie had. Ik kon me van ganser harte onderwerpen.

Na de lunch hielden we met ons drieën een bijeenkomst. Ik begon met communiceren over wat ik in die tijd had geleerd in mijn plicht, en zij communiceerden ook over hun eigen ervaringen. Het was heel bevrijdend voor me, en ik voelde me niet meer zo gebonden door aanzien en status. Dat was mijn ervaring toen ik leidster was en werd vervangen. Dank God.

 

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Opstaan na te hebben gefaald

Door Fenqi, Zuid-Korea Voor ik in God geloofde, werd ik opgeleid door de CCP, en het enige wat ik wilde, was iets bereiken en mijn familie...

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger