Een spirituele strijd thuis
In augustus 2018 vertelde een vriendin me dat de Heer Jezus was teruggekeerd en dat Hij waarheden uitdrukte om het werk van het oordeel dat begint bij Gods huis te doen. Ik las de woorden van Almachtige God en zag dat ze de waarheid en de stem van God waren. Ik wist dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is, dus ik aanvaardde Zijn werk van de laatste dagen en begon online bijeenkomsten bij te wonen. Ik ging helemaal op in mijn blijdschap over het verwelkomen van de Heer toen thuis een onverwachte spirituele strijd ontbrandde.
Op een dag in oktober 2018 stuurde mijn man me dit bericht: “Je bent de laatste tijd niet naar de kerk geweest. En wat is dat voor boek dat je altijd leest? Waar praten jullie over tijdens die online bijeenkomsten?” Ik had Gods werk van de laatste dagen nog maar net aanvaard, dus ik dacht niet dat ik het duidelijk kon uitleggen. Maar toen bedacht ik dat mijn man al van kinds af aan gelovig was en medewerker in de kerk is, dus dat ik het nieuws van de terugkeer van de Heer met hem moest delen. En dus zei ik tegen hem: “We zijn in de laatste dagen en de profetieën van de terugkeer van de Heer zijn uitgekomen. Hij is teruggekeerd in het vlees. Zijn naam is Almachtige God. Hij doet het werk van het oordeel door woorden om de mensheid te reinigen. Dat boek bevat de woorden van Almachtige God. Het openbaart veel mysteries over de Bijbel. Ik heb Gods nieuwe werk ontdekt en ik ontmoet leden van De Kerk van Almachtige God, dus ik ga natuurlijk niet naar de diensten in de oude kerk. Je zou de woorden van Almachtige God moeten lezen, dan kun je het zelf zien.” Ik stuurde hem ook een link naar de website van de kerk. Tot mijn verbazing stuurde hij me al gauw een heleboel leugens en geruchten die de CCP online verspreidde om De Kerk van Almachtige God te belasteren, waaronder de zaak Zhaoyuan die de Communistische Partij in scène had gezet tegen de kerk. Omdat mijn man Filippino was, dacht ik dat hij niet wist hoeveel nepnieuws er in China is en zich dus makkelijk liet misleiden. Ik antwoordde: “De zaak Zhaoyuan werd behandeld door een CCP-rechtbank en alle CCP-rechtbanken zijn instrumenten van de overheid om haar dictatuur te handhaven. Hun processen en vonnissen zijn totaal niet geloofwaardig. De CCP heeft in de loop der jaren zoveel onrechtvaardige, valse zaken op touw gezet, zoals de studentenprotesten op het Tiananmenplein die de wereld hebben geschokt en het neerslaan van de Tibetaanse protesten. Eerst bekokstoven ze leugens, verdraaien de feiten en doen valse aantijgingen, en dan gaan ze over tot gewelddadige onderdrukking. Dat is altijd hun tactiek geweest om afwijkende meningen uit te roeien. Bovendien is het een atheïstische partij die godsdienst wreed vervolgt, sinds ze aan de macht is. Hoe kunnen we waarde hechten aan hun veroordeling van een kerk? Overigens hebben westerse wetenschappers hun leugens aan de kaak gesteld.” Daarna stuurde ik hem een video van de Italiaanse godsdienstsocioloog professor Massimo Introvigne die een toespraak hield op een congres. Ik schreef hem: “Je zult de waarheid begrijpen als je deze video hebt gezien. Een Zhaoyuan-beklaagde zei voor het gerecht: ‘Ik heb nooit contact gehad met De Kerk van Almachtige God.’ Ze zeiden zelf dat ze niet bij de kerk horen. De kerk erkent ze evenmin. Ze hebben duidelijk geen binding met De Kerk van Almachtige God, maar de rechtbank bleef beweren van wel. Ze verdraaiden bewust de feiten en vervalsten een zaak om de kerk in diskrediet te brengen. Hieruit blijkt dat de zaak Zhaoyuan door de CCP was bedacht als voorwendsel om christenen te vervolgen. Het is hun gebruikelijke tactiek om op te treden tegen godsdiensten.” Maar mijn man was helemaal overtuigd door de leugens van de CCP en wilde niet naar me luisteren.
Daarna probeerde hij me te beletten om te geloven en installeerde zes beveiligingscamera’s in ons huis om alles wat ik deed in de gaten te houden. Op een avond zag hij op een van de camera’s hoe ik een bijeenkomst volgde, en stormde schreeuwend de kamer binnen en vroeg waarom ik die bijeenkomsten nog bijwoonde. Ik zei: “Dit is de VS, een land met godsdienstvrijheid. Die wordt bij wet beschermd. Dat ik mijn geloof beoefen, is heel fatsoenlijk. Waarom zou je me dat beletten? Het evangelie van de laatste dagen van Almachtige God heeft zich naar veel westerse landen verspreid. Er zijn mensen als Mr. en Mrs. Schmidt uit Arizona, Tina en Charlie, die zijn geïnterviewd over hun ervaringen bij het aanvaarden van het werk van de laatste dagen van Almachtige God. Er zijn getuigenissen uit Canada, Cuba, Japan, Frankrijk, Rusland, Thailand en een heleboel andere landen. Mensen uit de hele wereld die verlangen naar de terugkeer van de Heer, zijn voor Almachtige God gekomen en hebben Zijn werk aanvaard. Waarom zie je niet wat Zijn werk bereikt en of het Gods stem is, in plaats van blindelings in de leugens van de atheïstische CCP-overheid te trappen?” Hij wilde niet luisteren, maar probeerde mijn telefoon te pakken. Toen ik hem wilde tegenhouden, raakte ik zijn arm. Tot mijn schrik gebruikte hij dat als excuus om me aan te geven bij de politie. Toen glimlachte hij kil en zei: “Je hebt toch die God van je? Vraag Hem dan om hulp. De politie kan elk moment hier zijn. Laten we eens zien wie je vanavond kan redden.” Ik was woedend en ook een beetje bang. Ik was bang dat de politie me zou meenemen net als zoveel broeders en zusters in China. Toen herinnerde ik me deze woorden van God: “Hart en geest van de mens zijn in Gods hand en alles in het leven van de mens wordt door Gods ogen aanschouwd. Of je dit nu gelooft of niet, alle dingen, of ze nu levend of dood zijn, zullen verplaatsen, veranderen, vernieuwen en verdwijnen in overeenstemming met Gods gedachten. Dit is de manier waarop God leiding geeft aan alle dingen” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens). Alle dingen liggen echt in Gods handen en Hij heeft zeggenschap over alles. Of de politie me die dag zou meenemen, bepaalde alleen God. Als God het toestond, was dat Zijn wil en zou ik me eraan onderwerpen. Nadat ik had gebeden ebde mijn paniek weg. De politie kwam vijf minuten later en toen ze de situatie doorhadden, waren ze vol begrip tegenover mij. Een van de agenten, een blanke man, zei dat hij een tijdje in China was geweest en wist hoe de Chinese overheid godsdienst vervolgde. Na ons gesprek waarschuwde de agent mijn man en zei: “We hebben vrijheid van godsdienst in de VS. U heeft niet het recht om u met het geloof van uw vrouw te bemoeien.” Hij antwoordde: “Ze mag geloven, maar ze mag thuis geen online bijeenkomsten bijwonen.” Toen waarschuwde de agent hem nogmaals: “Ze is uw vrouw en lid van dit huishouden. Ze heeft het recht om thuis bijkomsten bij te wonen, dat wordt beschermd door de wet. U kunt haar niet beletten om thuis bijeenkomsten bij te wonen en als u dat doet, overtreedt u de Amerikaanse wet.” Toen de politie weg was, dacht ik terug aan wat er was gebeurd en ik kon het gewoon niet geloven. We hadden door de jaren heen samen zoveel meegemaakt, maar hij gebruikte mijn geloof in Almachtige God als voorwendsel om de politie te bellen. Waar was de echtgenoot die ik kende gebleven? Hij had geen menselijkheid. Ondanks wat ik had doorgemaakt, wist ik ook dat God me bijstond en in stilte beschermde. Ik was God dankbaar en mijn voornemen om Hem te volgen, werd sterker.
Omdat ik vastbesloten was om mijn geloof te behouden, nam mijn man me alle gemeenschappelijke bankpasjes, autosleutels, de sleutels van onze winkel en het contant geld dat ik had af. Gedurende ons hele huwelijk was ik degene die onze financiën en ons bedrijf beheerde, maar nu nam hij het me allemaal af. Hij zegde ook onze internetaansluiting op, zodat ik geen online bijeenkomsten kon bijwonen, en deed de deur naar onze slaapkamer op slot, zodat ik er niet in kon. Hij behandelde me ook steeds koeler. Als ik hem soms vroeg waar hij heen ging, zei hij kortaf zoiets als: “Bemoei je er niet mee. Je hebt het recht niet om dat te vragen. Als je in Almachtige God wil geloven, verlaat je dit huis maar. Zoek het zelf maar uit. Je kunt niet meer in de winkel werken. Als ik ontdek dat je er in de buurt bent geweest, bel ik de politie.” Hij bestookte ook onze vrienden online met al die leugens en sommige van hen kwamen langs om me over te halen om mijn geloof op te geven. Ons eens zo vredige leven werd verscheurd. Ik dacht terug aan hoe ik, voor ons leven samen, mijn carrière had opgegeven om in zaken te gaan met mijn man, zodat we onze winkel in de stad konden beginnen. Maar toen ik moest kiezen tussen geloof en familie, wist ik echt niet wat ik moest doen. Ik voelde me echt zwak. Ik begreep het gewoon niet. Verlangen niet alle gelovigen naar de terugkeer van de Heer? Ik had de Heer verwelkomd en was de juiste weg op gegaan in het geloof. Waarom begreep niemand dat? Terwijl ik aan dat alles dacht, kon ik mijn tranen niet binnenhouden. Toen dacht ik aan enkele van Gods woorden. “Wat jullie deze dag hebben geërfd, overstijgt datgene wat de apostelen en profeten door de tijden heen hebben geërfd en is zelfs geweldiger dan dat wat Mozes en Petrus hebben geërfd. Zegeningen verkrijg je niet in een of twee dagen. Ze moeten via grote opoffering verdiend worden. Dat wil zeggen: jullie moeten een liefde hebben die loutering heeft ondergaan, jullie moeten een groot geloof hebben en jullie moeten de vele waarheden hebben waarvan God vereist dat jullie ze verwerven; bovendien moeten jullie je naar de gerechtigheid keren zonder je te laten intimideren en zonder ontwijkend te zijn, en jullie moeten een liefde voor God hebben die tot aan de dood standvastig is. Jullie moeten vastberadenheid hebben […]” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Is het werk van God zo eenvoudig als de mens zich voorstelt?). Gods woorden gaven me kracht en ik zag in dat Hij wil dat mensen oprecht zijn in hun geloof en liefde voor Hem, en dat we nooit van Hem afdwalen, voor welke moeilijkheden we ook staan. Het geluk om Gods stem te horen en de terugkeer van de Heer in de laatste dagen te verwelkomen, was de liefde van God. Het is waardevol en zinvol om te lijden om Christus te volgen en het is voor een rechtvaardige zaak. Ik dacht aan de discipelen die de Heer Jezus volgden. Ze werden wreed vervolgd door de Romeinen en veroordeeld door religieuze leiders, en sommigen werden zelfs martelaars voor de Heer. Ze leden veel, maar de Heer herinnerde Zich hen. Ik besefte dat ik het me niet moest aantrekken dat ik werd gehinderd en vervolgd omdat ik de ware God volgde, maar dat ik moest leren van generaties van heiligen en God moest volgen tot het eind als ik voor beproevingen stond.
Daarna las ik nog wat woorden van God: “Elke stap van het werk dat God in mensen verricht, lijkt van buitenaf op interacties tussen mensen, alsof het voortkomt uit menselijke bepalingen of menselijke interventie. Maar achter de schermen is elke stap van het werk en alles wat gebeurt een weddenschap van Satan bij God en moeten mensen rechtop blijven staan in hun getuigenis van God. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Job toen hij werd beproefd: achter de schermen ging Satan een weddenschap aan met God en wat er gebeurde met Job, waren daden van mensen en hun tussenkomst. Achter elke stap die God in jullie verricht, zit Satans weddenschap met God. Achter dit alles vindt er een strijd plaats. […] Als God en Satan in het spirituele rijk strijd voeren, hoe kun je God dan behagen en hoe kun je standhouden in je getuigenis van Hem? Je moet weten dat alles wat er met je gebeurt is een grote beproeving. Het zijn gelegenheden waarbij God wil dat je getuigt” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen houden van God is werkelijk geloven in God). Toen ik de ware weg had aanvaard en Gods nieuwe werk volgde, leek mijn man me in de weg te staan en me te onderdrukken. Maar ondertussen was er een strijd gaande in de spirituele wereld. Satan gebruikte mijn man om me te hinderen en misbruikte mijn gevoelens voor mijn man en mijn persoonlijke belangen om me te intimideren, zodat ik de ware weg zou opgeven en zou toegeven aan Satan, en ten slotte God zou verraden. Het was een van Satans listen. Tegelijkertijd gebruikte God deze situatie om me de boosaardige kant van mijn man in zijn verzet tegen God te laten zien. Als hij preekte in de kerk, pleitte hij voor tolerantie en zei hij ons uit te kijken naar de komst van de Heer. Maar het werk van de terugkeer van de Heer onderzocht hij niet en hij behandelde me zelfs als een vijand. Hij haatte niet mij, maar God en verzette zich tegen Hem. Hij was een ongelovige in hart en ziel. Als ik dacht aan wat hij gedaan had, voelde ik me niet meer verdrietig. Ik was alleen erg kwaad. We waren man en vrouw, maar we hadden verschillende wegen gekozen. Ik wist dat ik me niet langer door hem kon laten beteugelen. Hoe meer hij me onderdrukte, hoe meer ik God wilde volgen, standvastig staan in mijn getuigenis en Satan beschamen. Ik wilde niet alleen God zelf volgen, maar ook Gods evangelie van de laatste dagen delen met meer echte gelovigen die de waarheid liefhebben. Deze gedachte gaf me de kracht om hierdoorheen te komen. Ik vond al gauw een nieuwe baan op een markt dicht bij huis, dus daar werkte ik en deelde ik het evangelie. Het was zwaar werk, maar omdat Gods woorden me de weg wezen, voelde ik me volkomen op mijn gemak.
Maar mijn man hield niet op. Om me te beletten om te geloven, stal hij de fiets waarmee ik naar mijn werk ging en verbood me om daar te werken. Ook stuurde hij klanten naar mijn werk om me over te halen om mijn geloof op te geven. En dat niet alleen. Hij verspreidde ook leugens over me in de kerk en zei dat ik ons gezin in de steek liet voor mijn geloof. Toen mijn bazin erachter kwam, begon ze me anders te behandelen en ten slotte ontsloeg ze me. Toen overleed mijn schoonmoeder in de Filipijnen onverwacht, zodat mijn man terug moest. Hij moest mijn telefoon en de sleutels van de winkel wel bij me achterlaten. Toen hij terugkwam naar de VS, was zijn houding tegenover mij veel milder. Hij was er niet meer zo tegen dat ik online bijeenkomsten bijwoonde. Ik dacht dat hij misschien was veranderd.
Maar op een dag ontdekte hij dat ik het evangelie van Gods werk van de laatste dagen had gedeeld met een zuster van zijn kerk en hij nam achter mijn rug contact met haar op via de dominee. Hij vertelde haar allerlei leugens, en ze geloofde hem en wilde niets meer met me te maken hebben. Hij waarschuwde me: “Niemand kan je beletten om in Almachtige God te geloven, maar ik sta niet toe dat je mensen uit mijn kerk meeneemt. Je bent er niet meer welkom en je mag je telefoon niet meenemen naar onze winkel. Als je weer hun berichten leest of hun telefoontjes opneemt, schop ik je eruit.” Zijn gedrag was schokkend en maakte me razend. Gedurende die paar maanden was ik zo geduldig geweest en had ik geprobeerd hem te ontroeren met mijn manier van leven. Het had effect op hem moeten hebben, zodat zijn houding tegenover mij en Gods werk zou veranderen. Ik had nooit gedacht dat mijn man zo koppig en kwaadaardig zou zijn. Hij toonde de wereld een volslagen vals gezicht. Hij deelde mijn geloof niet en belette me om het met anderen te delen, en eiste schaamteloos broeders en zusters op als zijn eigendom. Was het niet brutaal om zich Gods schapen toe te eigenen? Gods schapen horen Gods stem en keren terug naar Zijn huis. Dat is goed en natuurlijk. En het geloof is vrij, maar samen met de dominee deed hij er alles aan om broeders en zusters te verstoren. Hij verspreidde leugens en misleidde mensen, zodat ze niet naar Gods evangelie van de laatste dagen durfden te luisteren. Hij probeerde de kerk te verstikken en uit te hongeren en de kans op redding van mensen te bederven en verhinderde dat mensen gered konden worden. Het deed me denken aan hoe de Heer Jezus de farizeeën berispte: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe” (Matteüs 23:13). Almachtige God zegt: “Er zijn mensen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken en deze de hele dag lang reciteren, maar toch begrijpt niet één van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen is in staat God te kennen en nog minder kan iemand van hen in overeenstemming zijn met Gods wil. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die allen vanuit de hoogte God de les lezen. Ze verzetten zich moedwillig tegen God, zelfs wanneer ze Zijn banier dragen. Terwijl ze claimen in God te geloven, zijn ze toch degenen die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofddemonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. Ze lijken misschien een ‘gezond gestel’ te hebben, maar hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze niets anders dan antichristen zijn die mensen ertoe aanzetten God te weerstaan? Hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze levende duivels zijn gericht op het verslinden van mensenzielen?” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Als ik niet zelf getuige was geweest van zijn woorden en daden, had ik me nooit kunnen voorstellen dat iemand die liefdadigheidsevenementen organiseerde, die zo vroom leek en waartegen zo werd opgekeken, niet alleen zou weigeren om het werk van de komst van de Heer te onderzoeken of te aanvaarden, maar ook leugens zou verspreiden in de kerk en anderen zou misleiden en beletten om zich naar God te keren. Is hij anders dan de farizeeën die de Heer Jezus 2000 jaar geleden aan het kruis nagelden? Het zijn echte antichristen, duivels die de ziel van mensen verslinden. Ik zag de hele waarheid van het wezen van mijn man en dat hij een overbeterlijke demon was. Gelovigen en ongelovigen passen gewoon niet bij elkaar. Ik kon me niet meer door hem laten tegenhouden. Toen ik hierover nadacht, besloot ik meer tijd te besteden aan mijn geloof en het streven naar de waarheid, en om Almachtige God te volgen, hoe mijn man mij ook behandelde.
Op een dag liet hij door een advocaat de scheidingsprocedure in gang zetten, en hij eiste dat ik binnen een maand zou vertrekken. Ik voelde me echt machteloos. Waar moest ik wonen? Zou ik dakloos worden? Ook zegde hij weer onze internetaansluiting op in een poging om te verhinderen dat ik contact had met broeders en zusters. Ik kon niet anders dan steeds de deur uitgaan om bijeenkomsten bij te wonen via openbare aansluitingen. Mijn leven bevond zich in een crisis. Zonder inkomsten zouden basisbehoeften als eten en onderdak een probleem worden. Ik had nog nooit zulke moeilijke tijden doorgemaakt en ik had geen idee hoe ik me moest redden. Ik voelde me echt verloren en verdrietig. Toen een zuster erachter kwam, stuurde ze me een passage uit Gods woorden. “Terwijl ze beproevingen ondergaan, is het normaal dat mensen zwak zijn, of negativiteit in zich hebben, of geen duidelijkheid hebben over Gods wil of hun beoefeningspad. Maar in ieder geval moet je, net als Job, vertrouwen hebben in Gods werk en God niet verloochenen. […] In jouw ervaring, ongeacht wat voor loutering je ondergaat door Gods woorden, is datgene wat God van de mens vereist, in het kort, zijn geloof en zijn liefde voor Hem. Wat Hij vervolmaakt door op deze manier te werken, zijn het geloof, de liefde en de aspiraties van mensen” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Degenen die vervolmaakt zullen worden, moeten loutering ondergaan). Toen ik dat had gelezen, besefte ik dat God toestond dat mijn man me dreigde met een scheiding. Toen Job zijn beproevingen onderging, werden al zijn bezittingen gestolen en kwamen zijn kinderen om. Hij was ook bedekt met zweren en zat op een mesthoop. Zijn vrouw verstootte hem en zei dat hij zijn geloof moest opgeven en sterven. Zijn vrienden veroordeelden en bespotten hem. Ondanks al die beproevingen en dat lijden bleef Job God prijzen. “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen. De naam van Jehova zij gezegend” (Job 1:21). Dat is het ware geloof. Ik had God eens plechtig gezworen dat ik hoe dan ook God zou blijven volgen. Maar toen de dreigementen van mijn man mijn levensonderhoud in gevaar brachten, voelde ik me gevangen in negativiteit en verdriet. Ik zag in dat ik niet het ware geloof in God had. Mijn man dreigde me om te scheiden, zodat ik God zou verraden en verzaken. Ik mocht niet ten prooi vallen aan Satans list. Met welke beproevingen ik ook werd geconfronteerd, ik moest God volgen, standvastig in mijn getuigenis staan en Satan beschamen.
Een paar dagen later vond ik werk, zodat ik met prepaidkaarten online bijeenkomsten kon bijwonen en mijn plicht vervullen. Ik voelde me zoveel beter. Later tekende ik rustig de scheidingspapieren en was ik helemaal bevrijd van de beknottingen van mijn man. Ik kon mijn geloof vrijelijk uitoefenen. Ik ging door met mijn plicht vervullen en het evangelie delen, en hoewel mijn financiën krapper waren dan voorheen, kon ik zonder zorgen mijn plicht doen. Ik had een gevoel van blijdschap en rust, en ik voelde dat God volgen en de juiste weg kiezen de meest zinvolle manier van leven is. Ik dank God dat ik standvastig bleef in mijn getuigenis door deze spirituele strijd aan het thuisfront.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.