Vers 1

Tijdperken gaan voorbij, de samenleving ontwikkelt zich

en de natuur verandert in de drie fases van werk.

De mensheid verandert met het werk van God,

ontwikkelt zich niet vanuit zichzelf.

De drie fases van het werk van God

brengen alle schepselen, alle mensen,

onder de heerschappij van één God.

Ongeacht jullie religie, onderwerpen jullie je aan Gods heerschappij.

Alleen God kan dit werk uitvoeren; en geen enkele religieuze leider.

Vers 2

Hij die niet in staat is de wereld te scheppen

zal niet in staat zijn deze te beëindigen.

Hij die de wereld heeft geschapen zal deze zeker beëindigen.

Wie slechts in staat is de mens te helpen zijn geest te ontwikkelen,

zal zeker niet God zijn.

Hij zal niet in staat zijn zo’n groots werk te doen.

Er is er maar Eén die dat kan uitvoeren.

Allen die dit werk niet kunnen verrichten zijn vijanden anders dan God.

Het zijn sektes, onverenigbaar met God, dus vijanden van God.

Alleen God is de Allerhoogste onder alle dingen.

De hoogste heerser onder alle schepselen,

moet ook terugkeren onder Gods heerschappij, onder Gods heerschappij.

Vers 3

Al het werk wordt gedaan door deze ene ware God,

het hele universum wordt bestuurd door deze ene God.

Alle mensen in het universum bestaan onder de leiding van één God.

Hun bestaan wordt niet geleid door religieuze leiders, dit zijn slechts leiders,

en zijn geen gelijken van God.

Alles ligt in de handen van de Schepper

en daar keert het op het einde ook terug.

De mens werd gemaakt door God

en elk persoon zal terugkeren onder Gods heerschappij,

ongeacht de religie, dit is onafwendbaar.

Alleen God is de hoogst verhevene onder alle dingen,

de hoogste heerser onder alle schepselen,

moet ook terugkeren onder Gods heerschappij, onder Gods heerschappij.

Vers 4

Hoe hoog de status van de mens ook is,

hij kan de mensheid niet naar een geschikte bestemming brengen,

en hij is niet in staat om alle dingen naar soort in te delen.

Jehova Zelf schiep de mensheid

en deelde iedereen in naar zijn soort,

en wanneer de eindtijd komt, zal Hij nog steeds Zijn eigen werk doen,

Hij deelt alle dingen in naar hun soort.

Niemand kan dat behalve God.

Hij kan werken in Israël of China,

het werk kan worden verricht door de Geest of het vlees.

Alles wordt door God Zelf gedaan, het kan door niemand anders worden gedaan.

Omdat Hij de God van de hele mensheid is.

Hij werkt in vrijheid en onbeperkt.

Dit is de grootste van alle visioenen.

Alleen God is de hoogst verhevene onder alle dingen,

de hoogste heerser onder alle schepselen,

moet ook terugkeren onder Gods heerschappij

Dit is de grootste van alle visioenen.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God