Couplet 1

De eerste incarnatie

verloste de mens van zonde

door het vleselijk lichaam van Jezus.

Hij redde de mens van het kruis,

maar de verdorven satanische

gezindheid bleef achter in de mens.

De tweede incarnatie dient niet

als een zondoffer, maar

om hen die verlost werden, te redden.

Refrein 1

Dus zij die zijn vergeven, worden verlost

van hun zonden en worden rein gemaakt;

door het verkrijgen van een nieuwe gezindheid

worden ze vrij

van de duistere invloed van Satan,

en keren terug voor Gods troon.

Alleen zo wordt de mens heilig.

Couplet 2

God kan enkel bij de mens wonen

en het lijden van de wereld kennen,

wanneer Hij Zelf normaal vlees wordt.

Alleen zo kan Hij ze de weg wijzen

die ze nodig hebben als schelpselen.

Door Gods incarnatie

ontvangt de mens totale redding,

niet rechtstreeks uit de hemel

in antwoord op gebed.

Refrein 2

De mens van vlees en bloed

kan Gods Geest niet zien,

laat staan dat hij nader kan komen tot Hem.

Mensen kunnen alleen in contact komen

met God wanneer Hij geïncarneerd vlees is.

Alleen zo kan de mens alle waarheden bevatten

en volledige redding ontvangen.

Brug

De mens wordt

door de tweede incarnatie gereinigd

van zonden en volledig gezuiverd.

Gods werk in het vlees stopt op dat moment,

dan voltooit Hij

de bedoeling van Zijn incarnatie.

Zijn hele management komt dan tot een einde.

Hij wordt niet meer vlees

in een derde incarnatie.

Refrein 3

Door de incarnatie van de laatste dagen

worden Zijn uitverkorenen volledig gewonnen,

en in de laatste dagen zal de hele mensheid

onderverdeeld zijn naar soort.

Hij doet dan niet langer Zijn reddingswerk,

en keert niet terug naar het vlees

voor het verrichten van werk.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)