De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (17)

Punt twaalf: Identificeer direct en nauwkeurig de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen; stop en perk ze in, en keer de situatie om; communiceer bovendien over de waarheid, zodat Gods uitverkorenen door zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren (deel 5)

De verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die het kerkleven verstoren en hinderen

IX. Negativiteit uiten

Vandaag zetten we onze communicatie voort over de twaalfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers: ‘Identificeer direct en nauwkeurig de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die Gods werk en de normale orde van de kerk hinderen en verstoren; stop en perk ze in, en keer de situatie om; communiceer bovendien over de waarheid, zodat Gods uitverkorenen door zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren.’ Wat betreft de verschillende verstoringen en hinder die in het kerkleven voorkomen, hebben we de vorige keer gecommuniceerd over de achtste kwestie: noties verspreiden. Vandaag zullen we communiceren over de negende: negativiteit uiten. Negativiteit uiten is ook iets wat in het dagelijks leven vaak wordt gehoord. Op dezelfde manier moeten handelingen of uitspraken waarbij negativiteit wordt geuit, ook worden ingeperkt en gestopt wanneer ze in het kerkleven voorkomen, want negativiteit uiten is voor niemand stichtelijk; het beïnvloedt mensen veeleer negatief, verstoort hen en berokkent hun schade. Daarom is negativiteit uiten een negatief ding, in aard vergelijkbaar met andere gedragingen, handelingen en uitspraken die het kerkleven verstoren; ook kan het mensen verstoren en nadelige gevolgen hebben. Niemand kan anderen stichten of hun voordeel brengen door negativiteit te uiten; het heeft alleen maar schadelijke gevolgen en kan ook de normale vervulling van de plichten van mensen beïnvloeden. Wanneer het uiten van negativiteit in de kerk voorkomt, moet het dus eveneens worden gestopt en ingeperkt, niet gedoogd of aangemoedigd.

A. Wat negativiteit uiten is

Laten we eerst kijken hoe het uiten van negativiteit moet worden begrepen en onderscheiden. Hoe moeten we het uiten van negativiteit onderscheiden? Welke opmerkingen en manifestaties van mensen zijn uitingen van negativiteit? Allereerst is de negativiteit die mensen uiten niet positief, het is iets negatiefs dat in tegenspraak is met de waarheid, en het is iets wat voortkomt uit hun verdorven gezindheid. Het hebben van een verdorven gezindheid leidt tot moeilijkheden bij het beoefenen van de waarheid en het zich onderwerpen aan God – en vanwege deze moeilijkheden worden negatieve gedachten en andere negatieve dingen in mensen onthuld. Deze dingen ontstaan wanneer ze proberen de waarheid te beoefenen; dit zijn gedachten en zienswijzen die mensen beïnvloeden en belemmeren wanneer ze proberen de waarheid te beoefenen, en het zijn volstrekt negatieve dingen. Hoezeer deze negatieve gedachten en zienswijzen ook in overeenstemming lijken met de noties van de mens en hoe redelijk ze ook klinken, ze komen niet voort uit het begrip van Gods woorden, en nog veel minder zijn ze ervaringskennis van Gods woorden. In plaats daarvan worden ze voortgebracht door de menselijke geest en zijn ze volstrekt niet in overeenstemming met de waarheid. Daarom zijn het facetten van negativiteit, negatieve dingen. De intentie van mensen die negativiteit uiten is om vele objectieve redenen te vinden voor hun falen om de waarheid te beoefenen, om zo de sympathie en het begrip van andere mensen te winnen. In meer of mindere mate beïnvloeden en ondermijnen deze negatieve uitspraken het initiatief van mensen om de waarheid te beoefenen, en kunnen ze zelfs vele mensen ervan weerhouden de waarheid te beoefenen. Deze gevolgen en negatieve invloeden maken dat deze dingen het nog meer verdienen om gekenmerkt te worden als negatief, als verzet tegen God en als volledig vijandig tegenover de waarheid. Sommige mensen kunnen de essentie van negativiteit niet doorgronden en denken dat frequente negativiteit normaal is en dat het geen groot effect heeft op het streven van mensen naar de waarheid. Deze denkwijze is verkeerd; in feite heeft het een zeer groot effect, en als iemands negativiteit te veel wordt om zelf te dragen, kan het gemakkelijk tot verraad leiden. Dit vreselijke gevolg wordt door niets anders dan negativiteit veroorzaakt. Dus hoe moet het uiten van negativiteit worden onderscheiden en begrepen? Eenvoudig gezegd is negativiteit uiten mensen misleiden en hen ervan weerhouden de waarheid te beoefenen; het is het gebruik van zachte tactieken, van schijnbaar normale methoden, om mensen te misleiden en te laten struikelen. Is dit schadelijk voor hen? Het is in feite zeer schadelijk voor hen. En dus is negativiteit uiten iets negatiefs, het wordt door God veroordeeld; dit is de eenvoudigste interpretatie van negativiteit uiten. Wat is dan precies de negatieve component van negativiteit uiten? Welke dingen zijn negatief en kunnen een nadelige invloed op mensen hebben en verstoring en schade aan het kerkleven veroorzaken? Wat omvat negativiteit? Als mensen een zuiver begrip van Gods woorden hebben, zullen de woorden die ze communiceren dan enige negativiteit bevatten? Als mensen een houding van ware onderwerping hebben ten opzichte van de omstandigheden die God voor hen orkestreert, zal hun kennis van deze omstandigheden dan enige negativiteit bevatten? Wanneer ze hun ervaringskennis met iedereen delen, zal die dan enige negativiteit bevatten? Zeker niet. Als mensen, met betrekking tot alles wat er in de kerk of om hen heen gebeurt, in staat zijn het van God te aanvaarden, de juiste benadering te hebben en een houding van zoeken en onderwerping kunnen hebben, zal hun kennis, begrip en ervaring van wat er gebeurt dan enige negativiteit bevatten? (Nee.) Absoluut niet. Dus, vanuit dit perspectief bekeken, wat is negativiteit precies? Hoe kan het worden begrepen? Bevat negativiteit niet dingen van deze aard – de ongehoorzaamheid, ontevredenheid, grieven en wrok van mensen? Ernstigere gevallen van negativiteit omvatten ook weerstand, verzet en zelfs luidkeels protest. Het uiten van opmerkingen die deze elementen bevatten, kan worden gekenmerkt als het uiten van negativiteit. Dus is er, afgaande op deze uitingen, enige onderwerping aan God in zijn hart wanneer iemand negativiteit uit? Zeker niet. Is er enige bereidheid om in opstand te komen tegen het vlees en zijn negativiteit op te lossen? Nee – er is niets dan weerstand, opstandigheid en verzet. Als de harten van mensen met deze dingen vervuld zijn – als hun harten door deze negatieve dingen zijn overgenomen – dan zal dit weerstand, opstandigheid en verzet tegen God voortbrengen. En als dit het geval is, zullen ze dan nog in staat zijn de waarheid te beoefenen en zich aan God te onderwerpen? Dat zullen ze niet; het enige wat zal gebeuren is dat ze van God vervreemd raken en negatiever zullen worden, en God zelfs kunnen betwijfelen, ontkennen en verraden. Is dit niet gevaarlijk? Iedereen die vaak negatief is, is in staat negativiteit te uiten, en negativiteit uiten is God weerstaan en ontkennen; als zodanig lopen mensen die vaak negativiteit uiten het risico God op elk moment en op elke plaats te verraden en te verlaten.

Afgaande op de betekenis van het woord ‘negativiteit’: wanneer iemand negatief wordt, vervalt zijn stemming in een zeer neerslachtige gesteldheid en komt hij in een slechte gemoedstoestand. Zijn stemming is vervuld van negativiteit, zijn houding is niet proactief en hij streeft niet naar vooruitgang, en het ontbreekt hem aan positieve, actieve medewerking en zoeken; sterker nog, hij toont geen gewillige onderwerping, maar in plaats daarvan een extreem moedeloze stemming. Wat vertegenwoordigt een moedeloze stemming? Vertegenwoordigt het de positieve aspecten van de menselijkheid? Vertegenwoordigt het het hebben van een geweten en verstand? Vertegenwoordigt het een leven met waardigheid, een leven met de waardigheid van de menselijkheid? (Nee.) Als het deze positieve dingen niet vertegenwoordigt, wat vertegenwoordigt het dan wel? Kan het een gebrek aan waar geloof in God vertegenwoordigen, evenals een gebrek aan vastberadenheid en wilskracht om de waarheid na te streven en proactief vooruitgang te boeken? Kan het een sterke ontevredenheid met en moeite om iemands huidige situatie en moeilijkheden te begrijpen vertegenwoordigen, en een onwil om de feiten van het heden te aanvaarden? Kan het een situatie vertegenwoordigen waarin iemands hart vervuld is van ongehoorzaamheid, een verlangen om te tarten en een verlangen om te ontsnappen en de huidige situatie te veranderen? (Ja.) Dit zijn de gesteldheden die mensen vertonen wanneer ze de huidige situatie met negativiteit tegemoet treden. Kortom, wat er ook gebeurt, wanneer mensen negatief zijn, is hun ontevredenheid met de huidige situatie en met wat God heeft georkestreerd niet zoiets eenvoudigs als louter misvattingen hebben, het niet begrijpen, het niet bevatten of het niet kunnen ervaren. Het niet bevatten kan een kwestie van kaliber of tijd zijn, wat een normale uiting van de menselijkheid is. Het niet kunnen ervaren kan ook te wijten zijn aan enkele objectieve redenen, maar deze worden niet als negatieve dingen beschouwd. Sommige mensen zijn ook niet in staat te ervaren, maar wanneer ze geconfronteerd worden met dingen die ze niet begrijpen of doorzien, of dingen die ze niet kunnen bevatten of ervaren, zullen ze tot God bidden en Zijn wil zoeken, wachten op Gods verlichting en illuminatie, en actief bij anderen te rade gaan en met hen communiceren. Sommige mensen zijn echter anders; zij hebben deze beoefeningspaden niet, noch hebben ze een dergelijke houding. In plaats van te wachten, te zoeken of iemand te vinden om mee te communiceren, ontwikkelen ze misvattingen in hun hart, met het gevoel dat de gebeurtenissen en omstandigheden die ze tegenkomen niet overeenstemmen met hun verlangens, voorkeuren of voorstellingen, wat leidt tot ongehoorzaamheid, ontevredenheid, weerstand, klachten, verzet, luidkeels protest en andere dergelijke negatieve dingen. Nadat ze deze negatieve dingen hebben voortgebracht, staan ze er niet meer bij stil, noch komen ze voor God om te bidden en na te denken om inzicht te krijgen in hun eigen gesteldheid en verdorvenheid. Ze lezen Gods woorden niet om Gods verlangens te zoeken of Gods woorden te gebruiken om problemen op te lossen, en nog veel minder gaan ze bij anderen te rade en communiceren ze met hen. In plaats daarvan houden ze vol dat wat zij geloven correct en accuraat is, koesteren ze ongehoorzaamheid en ontevredenheid in hun hart en blijven ze gevangen in negatieve emoties. Wanneer ze gevangen zijn in deze emoties, kunnen ze die misschien een dag of twee opkroppen en verdragen, maar over een langere periode ontstaan er vele dingen in hun gedachten, waaronder menselijke noties en verbeeldingen, menselijke ethiek en moraal, menselijke cultuur, tradities en kennis, enzovoort. Ze gebruiken deze dingen om de problemen waarmee ze worden geconfronteerd te meten, te berekenen en te begrijpen, volledig verstrikt in Satans web, wat leidt tot verschillende gesteldheden van ontevredenheid en ongehoorzaamheid. Uit deze verdorven gesteldheden komen dan verschillende foutieve ideeën en zienswijzen voort, en in hun hart kunnen deze negatieve dingen niet langer worden beheerst. Ze zoeken dan naar gelegenheden om deze dingen af te reageren en te ventileren. Zullen ze, wanneer hun hart vervuld is van negativiteit, zeggen: “Ik zit vol vervuld negativiteit vanbinnen; ik moet niet onbezonnen spreken, om te voorkomen dat ik anderen schaad. Als ik wil spreken en het niet kan inhouden, zal ik tegen een muur spreken, of praten tegen iets wat de menselijke spraak niet verstaat”? Zijn ze zo goedhartig om dit te doen? (Nee.) Wat doen ze dan? Ze zoeken naar gelegenheden om een publiek te vinden voor hun negatieve opvattingen, opmerkingen en emoties, en gebruiken dit om hun verschillende negatieve gevoelens zoals ontevredenheid, ongehoorzaamheid en wrok in hun hart af te reageren. Ze geloven dat het kerkleven het beste moment is om zich te uiten, en een goede gelegenheid om hun negativiteit, ontevredenheid en ongehoorzaamheid uit te storten, omdat er veel toehoorders zijn en hun woorden anderen kunnen beïnvloeden om negatief te worden en nadelige gevolgen voor het werk van de kerk kunnen hebben. Natuurlijk kunnen degenen die negativiteit uiten zich zelfs achter de schermen niet inhouden; ze storten altijd hun negatieve spraak uit. Wanneer er niet veel mensen zijn om hen aan te horen, vinden ze het niet spannend, maar wanneer iedereen samenkomt, worden ze energieker. Afgaande op de emoties, gesteldheden en andere aspecten van degenen die negativiteit uiten, is hun doel niet om mensen te helpen de waarheid te begrijpen, te doorzien wat waar is, misvattingen of twijfels over God op te helderen, zichzelf en hun eigen verdorven essentie te kennen, of hun problemen van opstandigheid en verdorvenheid op te lossen zodat ze niet in opstand komen tegen God of Hem weerstaan, maar zich veeleer aan Hem onderwerpen. Hun doelen zijn in wezen tweeledig: enerzijds uiten ze negativiteit om hun eigen emoties af te reageren; anderzijds proberen ze meer mensen met hen mee te trekken in negativiteit en in de val van het weerstaan van en luidkeels protesteren tegen God. Daarom moet de handeling van het uiten van negativiteit absoluut worden gestopt binnen het kerkleven.

B. De verschillende gesteldheden en uitingen van mensen die negativiteit uiten
1. Negativiteit uiten uit ontevredenheid over ontslag

De emoties en uitingen van negativiteit zijn in wezen deze. Nadat ik hierover heb gecommuniceerd, zouden mensen zichzelf hieraan moeten spiegelen en zien welke van hun gedragingen, opmerkingen en methoden in het echte leven blijken van negativiteit uiten zijn, en welke situaties hen in negativiteit doen vervallen, wat leidt tot het uiten van negativiteit. Zeg mij, welke situaties zorgen er onder normale omstandigheden voor dat mensen negatief worden? Wat zijn de gebruikelijke vormen van negativiteit? (Wanneer iemand wordt ontslagen of wanneer hij wordt gesnoeid, kan hij enige negativiteit in zijn hart ontwikkelen.) Ontslagen worden is één scenario, gesnoeid worden is een ander. Waarom leidt ontslag tot negativiteit? (Sommige mensen hebben, nadat ze zijn ontslagen, geen zelfkennis en denken dat het hun status was die tot hun ondergang heeft geleid. Ze zeggen dan: “Hoge bomen vangen veel wind”, en uiten enkele negatieve zienswijzen. Ze hebben geen zuiver begrip van het ontslagen worden; ze zijn ongehoorzaam in hun hart.) In hen woeden ongehoorzaamheid en ontevredenheid, wat negatieve emoties zijn. Klagen ze? (Ja. Ze hebben het gevoel dat ze ontberingen hebben doorstaan en een prijs hebben betaald, altijd hard hebben gewerkt zonder er iets goeds voor terug te krijgen, en toch werden ze ontslagen. Dus zeggen ze: “Het is zwaar om een leider te zijn; wie een leider wordt, heeft pech. Uiteindelijk wordt iedereen ontslagen.”) Het verspreiden van deze opmerkingen is het uiten van negativiteit. Als ze louter ongehoorzaam en ontevreden zijn maar het niet verspreiden, vormt dat nog niet het uiten van negativiteit. Als uit ongehoorzaamheid en ontevredenheid geleidelijk een klagende stemming voortkomt, en ze het feit niet erkennen dat ze een laag kaliber hebben en niet in staat waren het werk te doen, en dan beginnen te redeneren vanuit hun verdraaide logica, en allerlei uitspraken, zienswijzen, excuses, redenen, verklaringen, rechtvaardigingen, enzovoort aandragen, dan komt het maken van dit soort opmerkingen neer op het uiten van negativiteit. Sommige valse leiders, ontslagen omdat ze geen werkelijk werk deden, koesteren ongehoorzaamheid en ontevredenheid in hun hart, zonder enige onderwerping. Ze denken altijd: eens zien wie mijn plaats als leider kan innemen. Anderen zijn niet beter dan ik; als ik het werk niet kan doen, kunnen zij het ook niet! Wat maakt hen ongehoorzaam? Ze denken dat hun kaliber niet laag is en dat ze veel werk hebben verricht, dus waarom werden ze ontslagen? Dit zijn de innerlijke gedachten van valse leiders. Ze denken niet na om zichzelf te kennen en te zien of ze daadwerkelijk enig echt werk hebben verricht, hoeveel daadwerkelijke problemen ze hebben opgelost, of dat het inderdaad een feit is dat ze het werk van de kerk hebben verlamd. Ze overwegen deze dingen zelden. Ze denken niet dat het probleem is dat het hun aan de waarheidswerkelijkheid ontbreekt en ze dingen niet kunnen doorzien; veeleer geloven ze dat ze, omdat ze veel werk hebben verricht, niet als een valse leider bestempeld zouden moeten worden. Dit is de voornaamste reden voor hun ongehoorzaamheid en ontevredenheid. Ze denken altijd: “Ik heb mijn plichten vele jaren vervuld, ben elke dag vroeg opgestaan en laat opgebleven, voor wie? Toen ik in God ben gaan geloven, heb ik mijn familie achtergelaten, mijn carrière opgegeven en zelfs het risico gelopen gearresteerd en gevangengezet te worden om mijn plichten te vervullen. Hoeveel ontberingen heb ik doorstaan! En nu zeggen ze dat ik geen daadwerkelijk werk heb verricht en ontslaan ze me zomaar – het is zo oneerlijk! Zelfs als ik geen prestaties heb geleverd, heb ik ontberingen doorstaan; zo niet ontberingen, dan wel vermoeidheid! Met mijn kaliber en vermogen om een prijs te betalen in mijn werk, als zelfs ik nog steeds als niet aan de norm voldoend wordt beschouwd en wordt ontslagen, dan denk ik dat er nauwelijks leiders zijn die aan de norm voldoen!” Uiten ze negativiteit door deze woorden te spreken? Zit er ook maar één zin tussen die onderwerping uitdrukt? Is er zelfs maar een hint van de wens om de waarheid te zoeken? Is er enige zelfreflectie, zoals: ze zeggen dat mijn werk niet aan de norm voldoet, dus waar schiet ik precies tekort? Welk daadwerkelijk werk heb ik niet gedaan? Welke uitingen van een valse leider vertoon ik? Hebben ze op deze manier over zichzelf nagedacht? (Nee.) Dus, wat is de aard van deze woorden die ze zeggen? Klagen ze? Rechtvaardigen ze zichzelf? Wat is hun doel bij het rechtvaardigen van zichzelf? Is het niet om de sympathie en het begrip van mensen te winnen? Willen ze niet dat meer mensen hen verdedigen, klagen over het onrecht dat hun is aangedaan? (Ja.) Tegen wie protesteren ze dan luidkeels? Redetwisten en protesteren ze niet luidkeels tegen God? (Ja.) Hun spraak is klagen over God, verzet tegen God. Hun harten zitten vol grieven, van weerstand en opstandigheid. Niet alleen dat, maar door negativiteit te uiten, proberen ze ervoor te zorgen dat meer mensen hen begrijpen, met hen sympathiseren, en meer mensen net als zij negativiteit ontwikkelen, meer mensen net als zij grieven, weerstand en opstandigheid tegen God gaan koesteren, of luidkeels tegen Hem protesteren. Uiten ze geen negativiteit om dit doel te bereiken? Hun doel is eenvoudigweg om meer mensen de zogenaamde waarheid van de zaak te laten weten en anderen te laten geloven dat hun onrecht wordt aangedaan, dat wat zij deden juist was, dat ze niet ontslagen hadden moeten worden en dat het ontslaan van hen een fout was. Ze willen dat meer mensen hen verdedigen. Hierdoor hopen ze hun gezichtsverlies ongedaan te maken, en hun status en reputatie te herstellen. Alle valse leiders en antichristen uiten, nadat ze zijn ontslagen, op deze manier negativiteit om de sympathie van mensen te winnen. Geen van hen kan over zichzelf nadenken en zichzelf leren kennen, zijn fouten toegeven of oprecht berouw en inkeer tonen. Dit feit bewijst dat valse leiders en antichristen allemaal mensen zijn die niet van de waarheid houden en die helemaal niet aanvaarden. Dus, nadat ze zijn onthuld en geëlimineerd, kunnen ze zichzelf niet leren kennen door de waarheid en Gods woorden. Niemand heeft hen berouw zien tonen of oprechte kennis van zichzelf zien hebben, noch heeft iemand hen ware inkeer zien tonen. Ze lijken nooit kennis van zichzelf te verkrijgen of hun fouten toe te geven. Afgaande op dit feit is het ontslaan van valse leiders en antichristen volkomen gepast en helemaal niet onrechtvaardig. Op basis van hun volledige gebrek aan zelfreflectie en kennis van zichzelf, evenals hun gebrek aan enig berouw, is het duidelijk dat hun antichristelijke gezindheid ernstig is en dat ze helemaal niet van de waarheid houden.

Sommige valse leiders erkennen, nadat ze zijn ontslagen, hun fouten helemaal niet, noch zoeken ze de waarheid of denken ze na over zichzelf en leren ze zichzelf kennen. Ze hebben geen greintje hart of houding van onderwerping. In plaats daarvan begrijpen ze God verkeerd en klagen dat God hen onrechtvaardig behandelt, en breken ze hun hoofd om verschillende excuses en redenen te vinden om zichzelf te rechtvaardigen en te verdedigen. Sommigen zeggen zelfs: “Ik wilde voorheen nooit een leider zijn omdat ik wist dat het een moeilijke baan was. Als je het goed doet, word je niet beloond, en als je het niet goed doet, word je ontslagen en krijg je een slechte naam, word je door de broeders en zusters verworpen en lijd je totaal gezichtsverlies. Hoe zou iemand daarna nog zijn gezicht kunnen laten zien? Nu ik ben ontslagen, ben ik er nog meer van overtuigd dat het niet gemakkelijk is om een leider of werker te zijn; het is een zware en ondankbare baan!” Wat betekent de uitspraak “een leider of werker zijn is een zware en ondankbare baan”? Wordt hier enige intentie om de waarheid te zoeken overgebracht? Is het niet zo dat ze een hekel hebben gekregen aan het feit dat Gods huis hen heeft aangesteld als leider of werker, en dat ze nu dit soort uitspraken gebruiken om anderen te misleiden? (Ja.) Wat zijn de gevolgen die deze uitspraak kan hebben? De gedachten, het denken en het begrip en inzicht van de meeste mensen in deze kwestie zullen door deze woorden worden beïnvloed en verstoord. Dit is het gevolg dat het uiten van negativiteit voor mensen heeft. Als je bijvoorbeeld geen leider bent en dit hoort, zul je schrikken en denken: is dat niet waar! Ik moet niet tot leider worden gekozen. Als dat wel gebeurt, zal ik snel allerlei redenen en excuses moeten vinden om te weigeren. Ik zal zeggen dat het me aan kaliber ontbreekt en dat ik het werk niet kan doen. Sommigen leiders, worden ook door deze uitspraak beïnvloed en denken: wat angstaanjagend! Zal ik in de toekomst ook met dezelfde uitkomst worden geconfronteerd als zij? Als de zaken er zo voorstaan, weiger ik absoluut een leider te zijn. Verstoren deze negatieve emoties en deze negatieve uitspraak mensen? Ze veroorzaken duidelijk verstoringen. Het maakt niet uit wie, of hij nu een goed of een laag kaliber heeft, wanneer iemand deze woorden hoort, zal hij ze onwillekeurig eerst in zich opnemen, en deze woorden zullen een overheersende positie in zijn gedachten innemen en hem in meer of mindere mate beïnvloeden. Wat zijn de gevolgen van beïnvloed worden? De meeste mensen zullen niet in staat zijn de kwestie van het leider zijn en het ontslagen worden uit het leiderschap correct te behandelen, en ze zullen geen houding van onderwerping hebben. In plaats daarvan zullen ze een hart hebben dat God altijd verkeerd begrijpt en op zijn hoede voor Hem is. Ze zullen negatieve emoties ontwikkelen met betrekking tot deze kwestie, en ze zullen bijzonder gevoelig en angstig zijn wanneer de kwestie wordt genoemd. Wanneer mensen dit gedrag vertonen, zijn ze dan niet ten prooi gevallen aan Satans verzoeking en misleiding? Het is duidelijk dat ze zijn misleid en verstoord door de mensen die negativiteit uiten. Omdat de dingen die worden geuit door mensen die negativiteit uiten, voortkomen uit de verdorven gezindheden van mensen en uit Satan, en omdat ze geen begrip van de waarheid zijn noch de ervaringsinzichten die worden verkregen door zich te onderwerpen aan de omgevingen die God orkestreert, worden degenen die ze horen in meer of mindere mate verstoord. De negativiteit die mensen uiten, heeft voor iedereen nadelige, verontrustende gevolgen. Sommigen die actief de waarheid zoeken, zullen minder worden geschaad. Anderen, die helemaal geen weerstand hebben, kunnen niet voorkomen dat ze verstoord en diep geschaad worden, zelfs als ze weten dat de woorden verkeerd zijn. Ongeacht wat God zegt, hoe Hij over de kwestie communiceert of welke vereisten Hij heeft, negeren ze dit alles en houden ze in plaats daarvan de woorden van degenen die negativiteit uiten in gedachten, waarbij ze zichzelf er voortdurend voor waarschuwen hun waakzaamheid niet te laten verslappen, alsof deze negatieve uitspraken hun beschermende paraplu, hun schild zijn. Wat God ook zegt, ze kunnen hun waakzaamheid en misvattingen niet loslaten. Deze mensen, die geen ingang hebben in de waarheid of Gods woorden en die de waarheidswerkelijkheid niet begrijpen, hebben geen onderscheidingsvermogen ten aanzien van deze negatieve uitspraken en geen weerstand ertegen. Uiteindelijk worden ze door deze negatieve uitspraken beperkt en gebonden en kunnen ze Gods woorden niet meer aanvaarden. Zijn ze hierdoor niet geschaad? In welke mate zijn ze geschaad? Ze kunnen Gods woorden niet opnemen of begrijpen, maar beschouwen in plaats daarvan de negatieve woorden, de woorden van ontevredenheid, ongehoorzaamheid en beklag die door mensen worden geuit als positieve dingen; ze beschouwen ze als hun persoonlijke motto’s die ze dicht bij hun hart houden, en gebruiken ze om hun leven te leiden, om God te weerstaan en Zijn woorden te tarten. Zijn ze niet in Satans web gevallen? (Ja.) Deze mensen raken ongewild verstrikt in Satans web en worden door Satan gevangengenomen. De negatieve uitspraken die deze mensen doen over zoiets eenvoudigs als het ontslagen worden uit een functie, hebben niettemin een enorme impact op anderen. Hier is een diepere oorzaak voor: degenen die deze negatieve uitspraken aanvaarden, zaten al vol noties en verbeeldingen – en zelfs enkele misvattingen en waakzaamheid – over het zijn van een leider. Hoewel deze misvattingen en waakzaamheid niet volledig gevormd waren in hun gedachten, zijn ze er na het horen van deze negatieve uitspraken meer van overtuigd dat hun waakzaamheid en misverstanden correct zijn. Ze hebben het gevoel dat ze nog meer reden hebben om te geloven dat het zijn van een leider veel tegenspoed en niet veel goeds met zich meebrengt, en dat ze absoluut geen leider of werker moeten worden om te voorkomen dat ze worden ontslagen en verworpen voor het maken van fouten. Zijn ze niet volledig misleid en beïnvloed door degenen die negativiteit uiten? Alleen al de negatieve uitspraken van iemand die is ontslagen, evenals zijn gevoelens van ongehoorzaamheid en ontevredenheid, kunnen zulke aanzienlijke gevolgen en schade aan mensen toebrengen. Wat denken jullie – is het een ernstige kwestie dat de negatieve emoties die mensen uiten, vervuld zijn van een sfeer van dood? (Ja, het is ernstig.) Wat maakt het zo ernstig? Het is dat het perfect aansluit bij de diepgewortelde waakzaamheid en misvattingen van mensen jegens God, terwijl het ook de gesteldheden weerspiegelt waarin mensen God verkeerd begrijpen en betwijfelen, evenals hun innerlijke houding jegens Hem. Daarom raken de uitspraken die worden verspreid door degenen die negativiteit uiten, direct de vitale zwakheden van mensen, en mensen aanvaarden ze volledig, en raken zo volledig in Satans web verstrikt dat ze zichzelf niet kunnen bevrijden. Is dit een goede of een slechte zaak? (Een slechte zaak.) Wat zijn de gevolgen hiervan? (Het zorgt ervoor dat mensen God verraden.) (Het zorgt ervoor dat mensen op hun hoede zijn voor God en Hem verkeerd begrijpen, in hun hart van God vervreemd raken, hun plichten negatief benaderen en bang zijn om belangrijke opdrachten te aanvaarden. Ze nemen genoegen met het doen van gewone plichten en missen zo vele kansen om vervolmaakt te worden.) Kunnen zulke mensen worden gered? (Nee.)

Paulus bracht tweeduizend jaar geleden vele zienswijzen naar voren en schreef vele brieven. In die brieven uitte hij veel foutieve en absurde beweringen. Omdat het mensen aan onderscheidingsvermogen ontbreekt, hebben degenen die de Bijbel de afgelopen tweeduizend jaar hebben gelezen, voornamelijk de gedachten en zienswijzen van Paulus aanvaard, terwijl ze de woorden van de Heer Jezus terzijde hebben geschoven en de waarheden van God niet hebben aanvaard. Kunnen degenen die de gedachten en zienswijzen van Paulus aanvaarden, voor God komen? Kunnen zij Zijn woorden aanvaarden? (Nee.) Als zij Gods woorden niet kunnen aanvaarden, kunnen zij God dan als God behandelen? (Nee.) Wanneer God komt en voor hen staat, kunnen zij God dan herkennen? Kunnen zij Hem aanvaarden als hun God en Heer? (Nee.) Waarom kunnen zij dat niet? De foutieve en absurde gedachten en zienswijzen van Paulus hebben de harten van mensen vervuld en allerlei theorieën en uitspraken gevormd. Wanneer mensen deze gebruiken om God, Zijn werk, Zijn woorden, Zijn gezindheid en Zijn houding jegens mensen te toetsen, zijn zij niet langer gewone, eenvoudige verdorven mensen, maar staan zij tegenover God, onderzoeken en analyseren zij Hem nauwkeurig en worden zij Hem vijandig gezind. Kan God zulke mensen redden? (Nee.) Als God hen niet redt, zullen zij dan nog de kans hebben om redding te ontvangen? Gods voorbestemming en uitverkiezing hebben mensen een kans gegeven, maar als mensen na Gods voorbestemming en uitverkiezing ervoor kiezen het pad van Paulus te volgen, bestaat deze kans op redding dan nog? Sommige mensen zeggen: “Ik ben door God voorbestemd en uitverkoren, dus dan zit ik veilig. Ik zal zeker gered worden.” Snijden deze woorden hout? Wat betekent het om door God voorbestemd en uitverkoren te zijn? Het betekent dat je een kandidaat voor redding bent geworden, maar of je gered zult worden, hangt af van hoe goed je het nastreeft en of je het juiste pad hebt gekozen. Is het zo dat alle kandidaten uiteindelijk zullen worden verkozen en gered? Nee. Evenzo, als mensen de gevoelens, zoals ongehoorzaamheid, ontevredenheid en wrok, of de opmerkingen, gedachten en zienswijzen die worden geuit door degenen die negativiteit uiten, aanvaarden en hun harten door deze negatieve dingen worden vervuld en in bezit worden genomen, geeft dit niet aan dat ze het er slechts een beetje mee eens zijn – het betekent dat ze die volledig aanvaarden en volgens deze dingen willen leven. Wanneer mensen volgens deze negatieve dingen leven, wat wordt hun relatie met God dan? Het verandert in een vijandige relatie. Het is niet de relatie tussen de Schepper en geschapen wezens, noch de relatie tussen God en de verdorven mensheid, en zeker niet de relatie tussen God en degenen die redding ontvangen. In plaats daarvan verandert het in de relatie tussen God en Satan, tussen God en Zijn vijanden. Of mensen redding kunnen ontvangen, wordt dus een vraagteken, iets onbekends. De negatieve uitspraken van degenen die zijn ontslagen, zijn vervuld van klachten, misvattingen, rechtvaardigingen en verdedigingen; ze zeggen zelfs dingen die mensen misleiden en naar hen toe trekken. Na het horen van deze uitspraken ontwikkelen mensen misvattingen en waakzaamheid jegens God, en raken ze in hun hart zelfs van Hem vervreemd en verwerpen ze Hem. Wanneer zulke mensen dus negativiteit uiten, moeten ze onmiddellijk worden ingeperkt en gestopt. Hun onvermogen om de situaties die ze van God ervaren te aanvaarden, de waarheid te zoeken en zich aan God te onderwerpen is hun eigen probleem, en ze mogen anderen niet beïnvloeden. Als ze het niet kunnen aanvaarden, laat hen het dan geleidelijk verwerken en oplossen. Maar als ze negativiteit uiten en de normale ingang van andere mensen beïnvloeden en verstoren, moeten ze tijdig worden gestopt en ingeperkt. Als ze niet kunnen worden ingeperkt en doorgaan met het uiten van negativiteit om mensen te misleiden en naar hun kant te trekken, dan moeten ze onmiddellijk worden verwijderd. Ze mogen het kerkleven niet blijven verstoren.

2. Negativiteit uiten wanneer snoei wordt geweigerd

Er is nog een situatie waarin mensen geneigd zijn negativiteit te uiten: wanneer ze te maken krijgen met snoeien en bepaalde woorden waarmee ze gesnoeid worden niet kunnen aanvaarden, zullen ze in hun hart ongehoorzaamheid, ontevredenheid en wrok koesteren, en zich soms zelfs verongelijkt voelen. Ze geloven dat er sprake is van onrecht: “Waarom mag ik mezelf niet uitleggen of verduidelijken? Waarom word ik voortdurend gesnoeid?” Welke soorten negativiteit uiten deze mensen doorgaans? Ook zij zoeken naar redenen om zichzelf te rechtvaardigen en te verdedigen. In plaats van hun fouten te ontleden, goed te maken of te herstellen, bepleiten ze hun zaak en zeggen ze dingen als waarom ze iets niet goed deden, wat de oorzaken daarvan waren, wat de objectieve factoren en omstandigheden waren en dat ze het niet opzettelijk deden. Ze gebruiken deze excuses om zichzelf te rechtvaardigen en te verdedigen en zo hun doel te bereiken om het snoeien te weigeren. Deze mensen erkennen niet dat het snoeien terecht is en ze analyseren het voorval met vele anderen, in een poging de zaak voor iedereen duidelijk uit te leggen. Ze verspreiden zelfs ideeën als: “Dit soort snoeien zal mensen ontmoedigen hun plicht te doen. Niemand zal nog bereid zijn zijn plicht te doen. Mensen zullen niet weten hoe ze verder moeten en zullen geen beoefeningspad meer hebben.” Er zijn zelfs mensen die schijnbaar communiceren over hoe ze het snoeien aanvaarden, maar in werkelijkheid gebruiken ze de communicatie om zichzelf te rechtvaardigen en te verdedigen, waardoor meer mensen gaan geloven dat Gods huis in de omgang met mensen totaal geen rekening houdt met hun gevoelens en dat zelfs een kleine fout al kan leiden tot snoeien. Degenen die geneigd zijn negativiteit te uiten, denken nooit over zichzelf na. Zelfs wanneer ze gesnoeid worden, denken ze niet na over de aard van hun fouten of wat ze heeft veroorzaakt. Ze ontleden deze kwesties niet, maar redetwisten, rechtvaardigen en verdedigen zichzelf voortdurend. Sommige mensen zeggen zelfs: “Voordat ik werd gesnoeid, had ik het gevoel dat er een pad te volgen was. Maar toen ik werd gesnoeid, raakte ik in de war. Ik weet niet meer hoe ik moet praktiseren of hoe ik in God moet geloven, en ik kan de weg voorwaarts niet meer zien.” Ze zeggen ook tegen anderen: “Jullie moeten heel voorzichtig zijn om niet gesnoeid te worden; het is zo pijnlijk, alsof er een laag huid wordt afgestroopt. Volg mijn oude pad niet. Kijk wat er van me is geworden nadat ik gesnoeid ben. Ik zit vast, kan geen kant op; niets wat ik doe is goed!” Zijn deze woorden juist? Is er een probleem mee? (Ja. Ze rechtvaardigen zichzelf en redetwisten, en zeggen dat ze niets verkeerd hebben gedaan.) Welke boodschap wordt er door deze rechtvaardiging en redenering overgebracht? (Ze zeggen dat het verkeerd is van Gods huis om mensen te snoeien.) Sommige mensen zeggen: “Voordat ik gesnoeid werd, had ik het gevoel dat ik een pad te volgen had, maar nadat ik gesnoeid ben, weet ik niet wat ik moet doen.” Waarom weten ze niet wat ze moeten doen nadat ze gesnoeid zijn? Wat is de reden daarvoor? (Wanneer ze met snoeien te maken krijgen, aanvaarden ze de waarheid niet en proberen ze zichzelf niet te kennen. Ze koesteren bepaalde noties en zoeken de waarheid niet om die op te lossen. Daardoor hebben ze geen pad meer. In plaats van de oorzaak bij zichzelf te zoeken, beweren ze het tegendeel, namelijk dat het snoeien ervoor zorgde dat ze de weg kwijtraakten.) Is dat geen verwijt? Het is alsof ze zeggen: “Wat ik deed was in overeenstemming met de principes, maar doordat jij me snoeit, maak je duidelijk dat je me niet volgens de principes laat handelen. Hoe moet ik dan in de toekomst praktiseren?” Dit is wat mensen die zulke dingen zeggen, bedoelen. Aanvaarden ze het dat ze gesnoeid worden? Aanvaarden ze het feit dat ze fouten hebben gemaakt? (Nee.) Betekent deze uitspraak eigenlijk niet dat ze weten hoe ze roekeloos wandaden moeten begaan, maar dat ze, wanneer ze worden gesnoeid en gevraagd om volgens de principes te handelen, niet weten wat ze moeten doen en in de war raken? (Ja.) Hoe deden ze de dingen dan voorheen? Wanneer iemand te maken krijgt met snoeien, is dat dan niet omdat hij niet volgens de principes handelde? (Ja.) Ze begaan roekeloos wandaden, zoeken de waarheid niet en handelen niet volgens de principes of de regels van Gods huis, dus worden ze gesnoeid. Het doel van snoeien is om mensen in staat te stellen de waarheid te zoeken en volgens de principes te handelen, om te voorkomen dat ze opnieuw roekeloos wandaden begaan. Wanneer die mensen echter te maken krijgen met snoeien, zeggen ze dat ze niet meer weten hoe ze moeten handelen of praktiseren – bevatten deze woorden ook maar enig element van zelfkennis? (Nee.) Ze hebben geen enkele intentie om zichzelf te kennen of de waarheid te zoeken. In plaats daarvan impliceren ze: “Ik deed mijn plicht voorheen heel goed, maar sinds jij me snoeide, heb je mijn gedachten in de war gebracht en mijn aanpak van mijn plicht ontwricht. Nu is mijn denken niet normaal en ben ik niet zo besluitvaardig of moedig als voorheen, ik ben niet zo dapper, en dit komt allemaal doordat ik gesnoeid ben. Sinds ik gesnoeid ben, is mijn hart diep gekwetst. Dus moet ik anderen zeggen heel voorzichtig te zijn wanneer ze hun plicht doen. Ze moeten hun gebreken niet onthullen of een misstap begaan; als ze een misstap begaan, worden ze gesnoeid, en dan worden ze timide en verliezen ze de gedrevenheid die ze ooit hadden. Hun moedige geest zal aanzienlijk worden gedempt en hun jeugdige moed en verlangen om alles te geven zullen verdwijnen, waardoor ze schuchter en lafhartig worden, bang voor hun eigen schaduw, en het gevoel hebben dat niets wat ze doen goed is. Ze zullen Gods aanwezigheid niet langer in hun hart voelen en zich steeds verder van Hem verwijderd voelen. Zelfs bidden en tot God roepen lijkt onbeantwoord te blijven. Ze zullen het gevoel hebben dat ze niet meer dezelfde vitaliteit, uitbundigheid en beminnelijkheid hebben, en zullen zelfs op zichzelf gaan neerkijken.” Zijn dit de oprechte, uit het hart komende woorden van iemand met ervaring? Zijn ze waarachtig? Zijn ze opbouwend of nuttig voor mensen? Is dit niet gewoon het verdraaien van de feiten? (Ja, deze woorden zijn behoorlijk absurd.) Ze zeggen: “Treed niet in mijn voetsporen en bewandel niet opnieuw mijn oude pad! Jullie zien me nu als behoorlijk braaf, maar in feite was ik na dat snoeien gewoon bang en ben ik niet meer zo vrij en ongedwongen als voorheen.” Welke invloed hebben deze woorden op de luisteraars? (Ze maken mensen meer op hun hoede voor God, waardoor ze uit angst om gesnoeid te worden voorzichtig handelen.) Dit is de negatieve impact die ze hebben. Nadat mensen dit hebben gehoord, zullen ze denken: “Inderdaad! Eén kleine onoplettendheid en je wordt gesnoeid – je kunt er niets tegen doen! Waarom moet het zo moeilijk zijn om je plicht te doen in Gods huis? Altijd maar doorgaan over de waarheidsprincipes – het is echt veeleisend! Is het niet goed om gewoon een eenvoudig, stabiel leven te leiden? Dat is geen hoge eis of een buitensporige hoop, maar waarom is het zo moeilijk te bereiken? Ik hoop echt dat ik niet gesnoeid word. Ik ben een heel timide persoon; normaal gesproken, wanneer mensen me aanstaren en luid spreken, begint mijn hart al te bonzen. Als ik echt gesnoeid word en de woorden zo streng zijn en de feiten zo ontleden, hoe zou ik dat dan aankunnen? Zou ik er geen nachtmerries van krijgen? Iedereen zegt dat snoeien goed is, maar ik zie niet in hoe. Werd die persoon er niet bang van? Als ik gesnoeid werd, zou ik ook bang zijn.” Is dit niet de invloed van de woorden van degenen die negativiteit uiten? Is deze invloed positief of negatief? (Negatief.) Deze negatieve uitspraken kunnen enorme schade toebrengen aan degenen die bereid zijn de waarheid na te streven! Zeg Mij dus, zijn degenen die regelmatig negativiteit uiten en dood verspreiden dienaren van Satan? Zijn het mensen die het werk van de kerk verstoren? (Ja.)

Sommige mensen handelen naar eigen inzicht en gaan tegen de principes in. Nadat ze gesnoeid zijn, hebben ze het gevoel dat ze, ondanks dat ze zo hard werkten en een prijs betaalden, toch gesnoeid werden. Hun hart raakt dan vervuld van ongehoorzaamheid en ze aanvaarden de ontmaskering of ontleding niet. Ze geloven dat God onrechtvaardig is en dat Gods huis hen onrechtvaardig behandelt, omdat zo’n nuttig en getalenteerd persoon als zij, die zoveel lijden doorstaat en zo’n hoge prijs betaalt, niet wordt geprezen door Gods huis en zelfs gesnoeid wordt. Uit hun ongehoorzaamheid komt wrok voort, en dan uiten ze hun negativiteit: “Zoals ik het zie, is er niets moeilijker dan in god geloven; het is echt moeilijk om wat zegeningen te ontvangen en een beetje genade te genieten. Ik heb zo’n hoge prijs betaald, maar ik werd gesnoeid omdat ik één ding slecht deed. Als iemand als ik de taak niet aankan, wie zou dat dan wel kunnen? Is god niet rechtvaardig? Waarom ben ik niet in staat zijn rechtvaardigheid te erkennen? Hoe kan gods rechtvaardigheid zo onverenigbaar zijn met de noties van mensen?” Ze ontleden niet wat ze hebben gedaan dat tegen de principes ingaat of welke verdorven gezindheden ze hebben onthuld. Ze hebben niet alleen geen greintje berouw of onderwerping, maar ze oordelen en verzetten zich zelfs openlijk. Nadat de meeste mensen hen zo’n verklaring hebben horen afleggen, beginnen ze enigszins met hen te sympathiseren en worden ze door hen beïnvloed: “Het is waar, nietwaar? Ze hebben twintig jaar in God geloofd en werden alsnog gesnoeid. Als iemand die twintig jaar heeft geloofd niet per se gered wordt, dan hebben mensen zoals wij nog minder hoop.” Zijn ze niet vergiftigd? Zodra negativiteit wordt geuit, wordt er gif gezaaid, als een zaadje dat in de harten van mensen wordt geplant, wortel schiet, ontkiemt, bloeit en vrucht draagt in hun gedachten. Voordat mensen het weten, zijn ze vergiftigd en ontstaan er in hen weerstand en klachten tegen God. Wanneer die mensen gesnoeid zijn, worden ze ongehoorzaam tegenover God en ontevreden over hoe Gods huis hen heeft behandeld. In plaats van een houding van berouw en schuldbelijdenis aan te nemen, redetwisten, rechtvaardigen en verdedigen ze zichzelf. Ze maken overal bekend hoeveel ontberingen ze hebben doorstaan, welk werk ze hebben gedaan en welke plichten ze hebben vervuld gedurende hun vele jaren van geloof, en dat ze nu, in plaats van beloningen te ontvangen, gesnoeid worden. Niet alleen slagen ze er niet in om door het snoeien hun eigen verdorvenheid en de fouten die ze hebben gemaakt te erkennen, maar ze verspreiden ook het idee dat de manier waarop Gods huis hen heeft behandeld onrechtvaardig en onredelijk is, dat ze niet zo behandeld zouden moeten worden, en dat als dat wel gebeurt, God dan niet rechtvaardig is. De reden dat ze deze negativiteit uiten, is dat ze het snoeien niet kunnen aanvaarden, noch het feit dat ze fouten hebben gemaakt, en nog veel minder aanvaarden of erkennen ze het feit dat ze schade hebben toegebracht aan de ingang in het leven van de broeders en zusters en aan het werk van de kerk. Ze geloven dat ze correct hebben gehandeld en dat Gods huis hen ten onrechte heeft gesnoeid. Door negativiteit te uiten, willen ze mensen vertellen dat Gods huis onrechtvaardig is in hoe het mensen behandelt: zodra iemand een fout maakt, zal Gods huis dat tegen hem gebruiken, die kwestie aangrijpen en hem meedogenloos snoeien, totdat hij meegaand wordt en denkt geen bijdragen te hebben geleverd, niemand hem meer verafgoodt, hij zichzelf niet meer waardeert en God niet meer om beloningen durft te vragen – pas dan heeft Gods huis zijn doel bereikt. Hun doel met het uiten van deze negativiteit is om meer mensen voor hen in de bres te laten springen, om meer mensen ‘de ware toedracht’ te laten begrijpen en te laten zien hoeveel lijden ze hebben doorstaan gedurende hun vele jaren van geloof in God, hoe belangrijk hun bijdragen zijn geweest, hoe gekwalificeerd ze zijn en wat voor een doorgewinterde gelovige ze zijn. Hiermee willen ze anderen aan hun kant krijgen in een gezamenlijk verzet tegen de regels van Gods huis en het snoeien dat Gods huis hun heeft opgelegd. Is dit in wezen niet het naar hun kant trekken van mensen? (Ja.) Hun doel met het op deze manier uiten van negativiteit is om mensen naar hun kant te trekken en hen te misleiden, en ze verstoren het werk van de kerk om hun wrok te uiten. Ongeacht de uiteindelijke uitwerking op mensen wanneer ze hun negativiteit hebben geuit, is het gevolg dat mensen misleid en verstoord worden en schade oplopen. Het is niet stichtelijk. Het is een negatief effect.

Wanneer mensen met snoeien te maken krijgen, zijn dit in wezen de soorten negativiteit die ze uiten. Ze kunnen het snoeien niet aanvaarden en zijn in hun hart ontevreden en ongehoorzaam, en kunnen het niet van God aanvaarden. Hun eerste reactie is niet om de waarheid te zoeken met betrekking tot het snoeien en om over zichzelf na te denken, zichzelf te kennen en te ontleden, om te zien wat ze precies verkeerd deden, of hun handelen in overeenstemming was met de principes, waarom Gods huis hen snoeide en of deze behandeling te wijten was aan persoonlijke wrok of eerlijk en redelijk was. Hun eerste reactie is niet om deze dingen te zoeken – in plaats daarvan is hun eerste reactie om te vertrouwen op hun kwalificaties, doorstane ontberingen en het zich volledig inzetten om zich tegen het snoeien te verzetten. Als ze dat doen, is alles wat in hun hart opkomt onvermijdelijk negatief, zonder iets positiefs. Dus, wanneer ze communiceren over hun gevoelens en begrip nadat ze gesnoeid zijn, uiten ze zeker negativiteit en verspreiden ze noties. Het uiten van negativiteit en het verspreiden van noties moet onmiddellijk worden gestopt en ingeperkt, en niet worden getolereerd en genegeerd. Deze negatieve dingen zullen de ingang in het leven van elke persoon belemmeren, verstoren en beschadigen, en ze kunnen geen positieve rol spelen, laat staan dat ze de loyaliteit van mensen aan God of hun loyale vervulling van hun plicht kunnen inspireren. Daarom, wanneer zulke mensen negativiteit uiten, verstoren ze het kerkleven en moeten ze worden ingeperkt.

3. Negativiteit uiten wanneer iemands reputatie, status en belangen worden geschaad

In welke andere situaties uiten mensen nog meer negativiteit, naast wanneer ze van hun taak ontheven of gesnoeid zijn? (Wanneer de belangen van mensen worden geschaad en ze het gevoel hebben verlies te hebben geleden.) (Sommige mensen hebben jarenlang hun plicht gedaan, maar wanneer ze ziek worden of hun gezin door rampen wordt getroffen, zeggen ze: “Wat heb ik gewonnen door al die jaren in God te geloven?”) De bekende ‘leus’ van zeurpieten is: “Wat heb ik gewonnen?” Welke andere situaties zijn er? (Sommige mensen boeken niet alleen geen resultaten in hun plicht, maar maken ook regelmatig fouten, dus zeggen ze: “Waarom verlicht God anderen maar mij niet? Waarom heeft God hun zo’n goed kaliber gegeven, terwijl mijn kaliber zo slecht is?” In plaats van over hun eigen problemen na te denken, schuiven ze de verantwoordelijkheid af op God en zeggen ze dat God hen niet heeft verlicht of begeleid, en dan blijven ze klagen over God.) Ze beweren dat God onrechtvaardig is en vragen waarom Hij anderen verlicht en genade schenkt, maar hen niet, en mopperen over waarom zij geen resultaten boeken in hun plicht – ze klagen. De voorbeelden die jullie gaven zijn goed. Nog meer? (Sommige mensen raken vol wrok wanneer hun toegewezen plicht wordt aangepast, en vragen zich af waarom dit gebeurde, en vermoeden dat de leiders en werkers het op hen gemunt hebben en het hun moeilijk maken.) Hebben ze het gevoel dat Gods huis op hen neerkijkt? (Ja.) Sommige mensen die geen daadwerkelijk werk doen, worden ontheven en geëlimineerd, en ze hebben het gevoel dat hun reputatie en status zijn geschaad. Om hun ontevredenheid te uiten, mopperen ze altijd in het geheim: “Ik geloof nog maar kort in god, mijn bevattingsvermogen is niet goed en ik heb een slecht kaliber. Ik kan me niet meten met de anderen. Als ze zeggen dat ik niet capabel ben, dan zal dat wel zo zijn!” Ogenschijnlijk erkennen ze hun tekortkomingen, maar in feite proberen ze de voordelen die ze hebben verloren terug te winnen, door onophoudelijk te mopperen en dingen te zeggen om de sympathie van mensen te winnen en hun het gevoel te geven dat Gods huis onrechtvaardig is. Zodra hun belangen worden geschaad, worden ze onwillig en hopen ze altijd hun verliezen te herstellen en compensatie te ontvangen. Als ze dat niet krijgen, verliezen ze hun geloof in God en weten ze niet langer hoe ze in Hem moeten geloven. Ze zeggen dan dingen als: “Ik dacht vroeger dat in god geloven geweldig was en dat je als leider of werker in de kerk zeker grote zegeningen zou ontvangen. Ik had nooit verwacht ontheven en geëlimineerd te worden en door anderen te worden verworpen. Te bedenken dat zoiets in gods huis kon gebeuren! Niet iedereen die in god gelooft is per se een goed persoon, en niet alles wat gods huis doet, vertegenwoordigt god of gerechtigheid.” Wat is de aard van uitspraken als deze? Hun woorden, zowel expliciet als impliciet, zijn een aanval. Ze dragen een oordeel en weerstand uit. Ogenschijnlijk zijn ze gericht tegen een bepaalde leider of de kerk, maar in hun hart zijn deze woorden werkelijk gericht tegen God, Zijn woorden en de bestuurlijke decreten en regels van Zijn huis. Ze uiten puur hun wrok. Waarom uiten ze hun wrok? Ze hebben het gevoel dat ze verlies hebben geleden; in hun hart voelen ze zich verongelijkt en ontevreden, en ze willen dingen eisen en compensatie ontvangen. Hoewel de negativiteit die door zulke mensen wordt geuit voor de meesten geen grote bedreiging vormt, zijn deze vuile woorden als vervelende vliegen of bedwantsen die een matige verstoring voor de gedachten van mensen vormen. De meeste mensen voelen afkeer en weerzin wanneer ze deze woorden horen, maar er zullen onvermijdelijk mensen van hetzelfde slag zijn, mensen met dezelfde gezindheden, essenties en neigingen, die van dezelfde pluimage zijn als zij en die door hen worden beïnvloed en verstoord. Dat is onvermijdelijk. Bovendien kunnen sommige mensen met een kleine gestalte die geen onderscheidingsvermogen hebben, door deze negatieve opmerkingen worden verstoord, en hun geloof in God kan worden beïnvloed. Deze mensen weten al niet precies waar het geloof in God voor is, ze zijn onduidelijk over de waarheden van de visies en hun vermogen om de waarheid te begrijpen is ook slecht. Wanneer ze deze negatieve uitspraken hebben gehoord, is het zeer waarschijnlijk dat ze die onwillekeurig in zich opnemen en zo de invloed ervan ondergaan. Deze woorden zijn gif. Ze kunnen gemakkelijk in de harten van mensen worden geplant. Zodra iemand deze negatieve opmerkingen heeft aanvaard, reageert hij onverschillig wanneer Gods huis hem vraagt een plicht te doen. Wanneer Gods huis om zijn medewerking vraagt voor een taak, is hij lauw. Hij pakt het alleen op als hij er zin in heeft; anders doet hij het niet, en heeft hij altijd allerlei redenen en excuses. Voordat ze die negatieve opmerkingen hoorden, was er een beetje oprechtheid in hun geloof in God en hadden ze een enigszins positieve, proactieve houding bij het doen van hun plicht. Maar na het horen van die negatieve opmerkingen worden ze onverschillig, en ze zijn ook koel tegenover hun broeders en zusters. Ze zijn op hun hoede voor hen. Wanneer de kerk regelt dat ze een plicht doen, blijven ze die ontwijken en herhaaldelijk van zich afschuiven, en tonen ze grote passiviteit. Voorheen woonden ze de bijeenkomsten stipt bij, maar na het horen van die opmerkingen wordt hun aanwezigheid sporadisch – ze komen als ze in een goed humeur zijn, maar niet als dat niet zo is. Als er thuis iets onaangenaams gebeurt, maken ze zich zorgen dat er een ramp zou kunnen gebeuren, dus wonen ze meer bijeenkomsten bij en lezen ze meer van Gods woorden. Als ze opgewonden, blij en ontroerd zijn na het lezen van Gods woorden, geven ze zelfs wat geld. Maar zodra het thuis weer rustig is, stoppen ze opnieuw met het bijwonen van bijeenkomsten. Wanneer de broeders en zusters proberen met hen te communiceren in de hoop hen te ondersteunen, vinden ze excuses om te weigeren; en wanneer broeders en zusters naar hun huis gaan, doen ze de deur niet open, zelfs als ze duidelijk thuis zijn. Wat is hier aan de hand? Ze zijn beïnvloed door die negatieve opmerkingen – ze zijn vergiftigd en geloven dat gelovigen in God onbetrouwbaar zijn. In het begin vertrouwden ze deze mensen behoorlijk, en wanneer ze Gods woorden lazen, dachten ze: “Dit zijn Gods woorden, deze mensen zijn mijn broeders en zusters, dit is Gods huis – hoe prachtig!” Maar nadat ze de negatieve opmerkingen hoorden die door bepaalde mensen werden verspreid, veranderden ze. Zijn ze niet beïnvloed? Is hun ingang in het leven niet geschaad? (Ja.) Wie heeft hen beïnvloed? Het zijn de mensen die negativiteit uiten, degenen die die opmerkingen maakten. Als iemand nog geen solide fundament heeft gelegd in de ware weg of Gods woorden nog niet heeft gegeten en gedronken tot het punt waarop hij de waarheid begrijpt, kan hij gemakkelijk worden beïnvloed door negatieve dingen. En in het bijzonder degenen die geen vermogen hebben om de waarheid te begrijpen, maar simpelweg trends volgen, de situatie observeren en naar uiterlijke verschijnselen kijken – zij worden nog gemakkelijker beïnvloed door negatieve woorden. Vooral wanneer ze mensen drogredenen hebben horen uiten als: “Gods huis is niet per se eerlijk, en niet alles wat gods huis doet is positief,” wordt hun waakzaamheid nog groter. Een uitspraak die in overeenstemming is met de waarheid wordt niet altijd gemakkelijk aanvaard, maar een negatieve uitspraak, een absurde uitspraak, een uitspraak die de waarheid tegenspreekt – die kunnen te gemakkelijk wortel schieten in de harten van mensen, en ze verwijderen is niet gemakkelijk. Het is zo moeilijk voor mensen om de waarheid te aanvaarden en zo gemakkelijk voor hen om drogredenen te aanvaarden!

Sommige mensen met een slechte menselijkheid hechten groot belang aan hun eigen prestige, roem, vleselijk genot en persoonlijke eigendommen en belangen. Wanneer hun reputatie, status en directe belangen schade lijden, aanvaarden ze dit niet van God, noch aanvaarden ze de omgeving die God voor hen heeft gearrangeerd, en ze zijn niet in staat om deze dingen los te laten en hun persoonlijk gewin en verlies te negeren. In plaats daarvan gebruiken ze verschillende gelegenheden om hun ontevredenheid en ongehoorzaamheid te uiten, en hun negatieve emoties te uiten, met als gevolg dat sommige mensen zeer lijden. Daarom moeten kerkleiders, wanneer zulke mensen negativiteit uiten, eerst direct de situatie begrijpen en die mensen tijdig stoppen en inperken. Natuurlijk moeten kerkleiders die mensen ook proactief blootleggen en met de broeders en zusters communiceren over hoe ze hen kunnen onderscheiden en waarom die mensen deze negatieve en absurde dingen zeggen, en tevens hoe ze deze woorden moet behandelen en onderscheiden om te voorkomen dat ze door hen wordt misleid en ernstig wordt geschaad. Het is noodzakelijk om zulke mensen te kunnen onderscheiden en ontleden, om hen daardoor te kunnen vermijden en verwerpen, en niet langer door hen misleid te worden. Dit is het werk dat kerkleiders moeten doen. Als gewone broeders en zusters zulke mensen ontdekken en de essentie van hun menselijkheid onderscheiden, moeten ze natuurlijk ook bij hen uit de buurt blijven. Als je niet voldoende weerstandsvermogen hebt, of de gestalte om hen te ondersteunen, te helpen en te veranderen, en je het gevoel hebt dat je hun negatieve opmerkingen en hun woorden van ontevredenheid en ongehoorzaamheid niet kunt weerstaan, is de beste aanpak om uit de buurt te blijven. Als je het gevoel hebt dat je heel sterk bent, enige gestalte hebt, en onderscheidingsvermogen kunt uitoefenen en onaangetast kunt blijven wat iemand ook zegt, dat ongeacht hoe ernstig de negativiteit is die ze uiten, het je geloof in God niet in het minst zal beïnvloeden, dat je zulke mensen kunt onderscheiden, en dat je hen ook kunt blootleggen en stoppen wanneer ze negativiteit uiten – dan hoef je zulke mensen niet te vermijden of op je hoede voor hen te zijn. Maar als je het gevoel hebt dat je niet zo’n gestalte hebt, is de manier en het principe om met zulke mensen om te gaan, bij hen uit de buurt te blijven. Is dit gemakkelijk te bereiken? (Ja.) Sommige mensen zeggen: “Kan ik hen tolereren, verdragen en vergeven?” Dat is ook prima, en het is niet verkeerd, maar het is niet de meest cruciale of de beste praktijk. Stel dat je hen verdraagt, tolereert en toegeeft, en uiteindelijk door hen wordt misleid en naar hun kant wordt getrokken. En stel dat ongeacht hoe Gods huis je bevoorraadt en ondersteunt, je het niet voelt; of dat wanneer je Gods woorden leest, je vaak wordt beïnvloed door hun gedachten en opmerkingen, en zodra je denkt aan iets wat zij zeiden, je geest wordt beïnvloed en je niet in staat bent verder te lezen. En wanneer de broeders en zusters hun begrip van de waarheid communiceren – vooral wanneer ze communiceren over het onderscheiden van de opmerkingen van zulke mensen – je opnieuw wordt beïnvloed en geraakt door hun woorden, waardoor je geest in de war raakt. Als dit het geval is, dan moet je bij zulke mensen uit de buurt blijven. Je tolerantie en geduld zullen ondoeltreffend zijn en zijn niet de beste manier om je tegen zulke mensen te verdedigen. Stel dat je tolerantie en geduld geen vermomd, uiterlijk gedrag zijn, maar dat je daadwerkelijk genoeg gestalte hebt om zulke mensen het hoofd te bieden. Ongeacht wat ze zeggen, kun je hen – zelfs als je er niets over zegt – nog steeds in je hart onderscheiden; je bent in staat om verdraagzaamheid jegens hen te oefenen en hen te negeren, maar alle negatieve woorden of woorden van onbegrip en klachten over God die zij uiten, zullen je geloof in God niet in het minst beïnvloeden, noch zal het je loyaliteit in het doen van je plicht of je onderwerping aan God beïnvloeden. In dat geval mag je hen tolereren en verdragen. Wat is het principe van het beoefenen van tolerantie en geduld? Er geen schade van ondervinden. Negeer hen, laat hen zeggen wat ze willen – tenslotte zijn zulke mensen gewoon onredelijke lastposten en zijn ze onverbeterlijk. Ongeacht hoe je de waarheid met hen communiceert, ze zullen die niet aanvaarden; ze zijn van duivels en Satan, en het is nutteloos om met hen te communiceren. Daarom is het het beste om hen, voordat Gods huis hen verwijdert en aanpakt, te tolereren en te verdragen, mits je de gestalte hebt om dat te doen zonder schade op te lopen. Passen jullie gewoonlijk dit principe van tolerantie en geduld toe? Jullie verdragen allerlei soorten mensen, maar soms zijn jullie niet voorzichtig en worden een beetje misleid; daarna worden jullie je ervan bewust, voelen je in het krijt staan bij God, bidden een paar dagen, en keren jullie gesteldheid om, en komen jullie dichter bij God. Meestal kunnen jullie duidelijk zien dat zulke mensen niet deugen en dat ze van duivels zijn. Hoewel je normaal met hen kunt omgaan, ben je innerlijk afstandelijk en heb je een afkeer van hen. Ongeacht wat ze zeggen of welke negatieve opmerkingen en meningen ze uiten, je houdt je Oost-Indisch doof, negeert het, en denkt: “Zeg wat je wilt. Ik kan je onderscheiden. Ik ga gewoon niet om met mensen zoals jij.” Is dit het principe dat jullie meestal volgen bij het omgaan met zulke zaken? Dit bereiken is ook niet slecht; het is niet gemakkelijk en vereist het begrijpen van enige waarheden en het hebben van een zekere gestalte. Als je zelfs dit niveau van gestalte niet hebt, dan zul je niet in staat zijn stand te houden en zul je je plicht niet goed doen.

4. Negativiteit uiten wanneer iemands verlangen om zegeningen te verkrijgen de bodem wordt ingeslagen

Negativiteit uiten heeft nog een andere uiting. Sommige mensen zeggen: “Ik geloof al zoveel jaren in God, en wat heb ik gewonnen?” Wanneer zulke mensen negativiteit uiten, zeggen ze voornamelijk: “Wat heb ik gewonnen?” – waarmee ze bedoelen dat ze niets hebben verkregen. Ze geloven dat het bijzonder moeilijk is om enige voordelen of zegeningen van Gods huis of van God te krijgen terwijl je in Hem gelooft, en dat mensen een enorme liefde moeten tonen en een ongelooflijk uithoudingsvermogen moeten hebben, en niet uit moeten zijn op snelle resultaten. Wat betreft Gods woorden die mensen ontmaskeren, snoeien, louteren en de verdorvenheid van mensen reinigen, geloven zij dat dit slechts oppervlakkige, hoogdravende retoriek is die niet volledig te vertrouwen is; ze denken dat als ze Gods woorden in praktijk brengen, ze werkelijk een groot verlies zullen lijden. Ze denken dat het verkrijgen van voordelen en baten en het realiseren van hun ambities en verlangens te allen tijde het allerbelangrijkste is, en of ze de waarheid wel in praktijk brengen helemaal niet cruciaal is – ze geloven dat zolang ze geen kwaad doen, dat genoeg is en ze niet door de kerk zullen worden geëlimineerd. Hoe voelen de meeste mensen zich na het horen van deze negatieve woorden? Keuren ze die woorden innerlijk goed en stemmen ze ermee in, of voelen ze er enige minachting voor en denken ze dat deze mensen egoïstisch, verachtelijk, boosaardig en laaghartig zijn, en kunnen ze hen onderscheiden, ontmaskeren en inperken, en hen ervan weerhouden door te gaan met het verspreiden van negativiteit en dood? Voelen de meeste mensen afkeer van zulke negatieve woorden en veroordelen ze die, of kunnen ze erdoor worden misleid en negatief worden? Sommige mensen denken, nadat ze deze woorden hebben gehoord en zien dat ze met lege handen staan: dat klopt! Ik heb ook niets verkregen. In Gods huis krijg ik alleen drie maaltijden per dag, ben ik het de hele tijd druk bezig en heb ik echt niets anders verkregen. Hebben jullie zulke gedachten? Voelen jullie hetzelfde? Degenen die de waarheid begrijpen, zullen zeggen: “Wat bedoel je met dat je niets hebt verkregen? We hebben zoveel van God gekregen! We hebben zoveel waarheden leren begrijpen!” Maar sommige mensen zijn het misschien niet met hen eens en zeggen: “Het lijkt niet erg realistisch om te zeggen dat we ‘zoveel’ hebben verkregen. We hebben slechts een beetje genade ontvangen, enkele kansen gekregen om onze plichten te doen, enkele doctrines begrepen over hoe we ons moeten gedragen, veel broeders en zusters uit verschillende plaatsen ontmoet en leren kennen, en onze horizon aanzienlijk verbreed. Dit telt slechts als een beetje hebben verkregen.” Tot welke van deze categorieën behoren jullie? Er zijn mensen in al deze categorieën, toch? (Ja.) We zullen dit vanuit twee invalshoeken bespreken. Laten we het eerst hebben over wat er aan de hand is met degenen die altijd in God geloven omwille van het verkrijgen van genade – geloven zij in God om het verkrijgen van de waarheid na te streven, zodat ze redding kunnen verwerven? (Nee, ze geloven omwille van het verkrijgen van zegeningen.) Heeft God hun dan weinig genade, bescherming, goedheid, verlichting en illuminatie gegeven? (God heeft hun veel van deze dingen gegeven.) Men kan zeggen dat iedere persoon die in God gelooft, Gods bescherming heeft ontvangen. Is Gods bescherming concreet? Zijn hier enkele voorbeelden van uit het echte leven? Welke soorten bescherming hebben mensen ontvangen? (Een relatief voor de hand liggende soort is dat we, nadat we in God zijn gaan geloven, niet langer worden beïnvloed door de boosaardige trends van de wereld. We vervallen niet in decadentie en jagen die boosaardige dingen niet na, zoals naar nachtclubs gaan, roken, drinken, enzovoort. We laten ons op zijn minst niet met deze dingen in en ik geloof dat we in dit opzicht behoorlijk beschermd zijn.) Dit is een zeer tastbaar aspect dat mensen kunnen zien en persoonlijk kunnen ervaren. Niet beïnvloed en misleid worden door de boosaardige trends van de wereld, leven als een mens, en leven binnen de normale menselijkheid met de gelijkenis van een mens – dit is een praktisch voorbeeld en bewijs van Gods bescherming. Zijn er meer? (Niet verstoord worden door boze geesten en in staat zijn om onder Gods bescherming te leven.) Dit is ook een praktisch voorbeeld. Hebben de meeste mensen deze ervaring gehad? Kunnen jullie de betekenis hiervan vatten? Sommige mensen zeggen: “Ongelovigen worden ook niet door boze geesten verstoord. Hoeveel ongelovigen worden er nu door boze geesten verstoord?” Is deze bewering correct? Vinden jullie dat deze bewering overeenkomt met de feiten? (Heel wat van mijn klasgenoten zijn door boze geesten verstoord. Sommigen ervaren slaapverlamming en anderen horen stemmen. Ze geloven niet in God en weten niet wat er gebeurt. Ze zoeken overal behandeling, maar kunnen dit niet genezen, ze leven in angst en vrees; het is kwellend. Omdat ik echter al van kinds af aan in God geloof, ben ik nooit op deze manier verstoord noch heb ik hieronder geleden. Meestal voelt mijn hart zich relatief stabiel en vredig.) Ware gelovigen in God hebben deze zorg niet. We maken ons geen zorgen dat we door een conversiestoornis worden getroffen of dat we door kwaadaardige geesten worden verstoord of bezeten; we zijn niet bang omdat we God hebben. Bovendien praten ongelovigen in het dagelijks leven voortdurend over gelaatkunde, feng shui en waarzeggerij – in het Westen is er zelfs astrologie. Sommige mensen aanbidden beroemde boeddhistische beelden, boze geesten en afgoden, en sommigen niet, maar of ze dat nu doen of niet, ze worden allemaal tot op zekere hoogte door deze dingen beïnvloed en ingeperkt. Ze moeten bijvoorbeeld, voordat ze het huis verlaten, een beetje aan waarzeggerij doen om te zien welke richting gunstig is en welke ongunstig. Bij het openen van een winkel bepalen ze welke positie voor de toonbank geld zal opbrengen en welke niet, welke dingen ze in de winkel moeten plaatsen en welke afgoden ze moeten aanbidden om rijkdom aan te trekken, en waar ze bepaalde dingen moeten plaatsen om de feng shui niet te verstoren. Bij een verhuizing moeten ze de gunstige tijd bepalen om te verhuizen om de toekomstige welvaart van de familie te garanderen en tegenslagen te vermijden, en bepalen welke tijden ongunstig zijn. Zelfs studenten worden door deze overtuigingen beïnvloed wanneer ze toelatingsexamens afleggen. Op de dag van het examen vermijden ze het om woorden te zeggen die op falen duiden, en moeten ze in plaats daarvan woorden als ‘uitblinken’ en ‘succes’ gebruiken. Elk aspect van het leven – van kinderen die naar school gaan tot het dagelijks leven van de ouders, geld verdienen, verhuizen, werk zoeken, tot aan de huwelijken van kinderen toe – wordt beïnvloed door onder andere de zogenaamde feng shui en het lot. Dus, wanneer mensen door deze dingen worden beïnvloed, waardoor worden ze dan ingeperkt? Ze worden ingeperkt door kwaadaardige geesten; al deze dingen worden door kwaadaardige geesten beheerst. Waarom aanbidden mensen die kwaadaardige geesten dan? Waarom worden ze door deze dingen beïnvloed? Waarom moeten mensen voor zoiets simpels als verhuizen altijd nadenken over welk tijdstip gunstig is om te verhuizen en welk niet, wat gunstig is om als eerste te verhuizen en wat gunstig is om niet te verhuizen? Waarom moeten ze altijd over deze dingen nadenken? Ze moeten erover nadenken, want als ze dat niet doen, zullen de kwaadaardige geesten hun slag slaan en hen kwellen en martelen. Wat kunnen jullie uit deze zaken opmaken? De hele mensheid leeft onder de heerschappij van de kwaadaardigen. Wie zijn de kwaadaardigen? De grotere kwaadaardigen zijn Satan en duivels, en de kleinere kwaadaardigen zijn de kwaadaardige geesten op verschillende plaatsen, degenen die verschillende mensenrassen beheersen. Elk aspect van het menselijk leven wordt ingeperkt en beheerst door deze boze geesten. Zelfs bij het bouwen van een huis hangen mensen bij het plaatsen van de hoofdbalk rode doeken op en steken ze vuurwerk af voor een beetje geluk, en de bouwvakkers dragen allemaal rode kleren om financiële voorspoed te brengen en ongelukken te voorkomen. Er zijn enkele specifieke vereisten en gezegden over al deze dingen, evenals taboes, en ze moeten de taboes vermijden en deze gezegden volgen. Sommige mensen hebben bijvoorbeeld vaak tegenslag en de dingen lopen niet soepel voor hen – ze verliezen hun baan, hun vrouw verlaat hen en ze hebben thuis niets meer over. Ze kunnen zelfs hun hypotheek niet meer afbetalen en niets lijkt goed te gaan. Ze hebben niets verkeerds gedaan, dus waarom overkomen hun deze dingen? Zonder andere opties nemen ze hun toevlucht tot het aanbidden van valse goden en kwaadaardige geesten, of zoeken ze dringend iemand om hun feng shui te controleren om hun geluk te keren, en nadat ze dat hebben gedaan, beginnen de dingen geleidelijk goed voor hen te gaan. Ze geloofden voorheen niet in deze dingen, maar nu er problemen ontstaan, aanbidden ze oprecht valse goden en kwaadaardige geesten, en voordat ze ook maar iets doen, moeten ze waarzeggerij of toekomstvoorspelling raadplegen. Is zo leven niet uitputtend? (Ja.) Het is ronduit vermoeiend! Hoewel ze het willen, kunnen ze niet vrij en onbezorgd leven, of ontsnappen aan de beperkingen van deze gezegden en regels. Als ze deze regels overtreden, slaan de kwaadaardige geesten hun slag en verstoren hen, en worden ze met geweld aan die kwaadaardige geesten onderworpen, en moeten ze hen dagelijks aanbidden om hun leven soepel te laten verlopen. Degenen die in God geloven, zijn echter niet gebonden door deze feodale bijgeloven of de werking van kwaadaardige geesten. Ze kunnen verhuizen of gaan en staan waar ze willen, zonder taboes te hoeven vermijden. In China onderdrukt en vervolgt de Communistische Partij altijd religieuze overtuigingen. Als een gelovige ergens niet langer kan wonen, moet hij snel verhuizen – moet hij hiervoor een gunstige dag of een gunstig uur kiezen of iets aanbidden? Nee. Hij bidt tot God en God beschermt hem. Alles is in Gods handen – hij is niet gebonden door deze dingen. Moet hij elke keer als hij iets wil eten of het huis wil verlaten de almanak raadplegen of kijken of het een taboe schendt? Nee, hij bidt tot God en alles is in Gods handen. Wanneer mensen onder Gods heerschappij en soevereiniteit leven, met Gods bescherming en leiding, worden kwaadaardige geesten en onreine demonen, zowel groot als klein, op afstand gehouden; ze durven niet te handelen tegen degenen die in God geloven. Worden deze mensen niet beschermd? Leven ze niet vrij en gemakkelijk? (Ja.) Is deze genade groot? (Ja.) Ongeacht of je de waarheid al hebt verkregen of niet, zolang je iemand bent die oprecht in God gelooft, ben je iemand die door God is voorbestemd en uitgekozen, en wanneer je voor God komt, beschermt Hij je op deze manier, waardoor je van zulke genade kunt genieten. Wat een immense genade is dit! Je persoonlijke veiligheid en al je bewegingen worden veilig bewaard, God neemt de verantwoordelijkheid voor deze dingen en beschermt ze, dus je hoeft je geen zorgen te maken. Meestal bidden mensen niet eens of denken ze niet bewust bij zichzelf: ik zal tot God bidden en God vragen mij te beschermen. Ik hoop dat alles goed gaat en er niets ergs gebeurt. Je hoeft niet eens te bidden. Zolang je de eenvoudige overtuiging ‘ik geloof in God; alles is in Gods handen’ in je hart hebt, zal God handelen. Mensen genieten van zo’n immense genade van God – is dit een beetje verkrijgen? (Het is heel wat verkrijgen.) God is de enige Soeverein in de wereld. Je leven en alles wat je bezit zijn in Gods handen, in de handen van deze Soeverein; je hart voelt vredig, stabiel en kalm, en je hoeft je nergens zorgen over te maken. Hoeveel kennis je ook hebt over God of hoeveel waarheden je ook begrijpt, je kunt hier in je hart absoluut zeker van zijn. Alles is in Gods handen. Als gelovigen in God een plaats voor Hem in hun hart hebben en de waarheid begrijpen, durven kwaadaardige geesten hen niet te verstoren, te schaden of te naderen. Gelovigen hoeven zich dus niet met die onnodige processen bezig te houden. Dit is zo’n immense genade – hoe kun je nog zeggen dat je niets hebt verkregen door in God te geloven? Dan ben je toch gewetenloos? Zonder naar iets anders te kijken, bewijst alleen al de bewering niets te hebben verkregen iemands volslagen gebrek aan geweten, en het bewijst dat iemands geweten door en door slecht is; over de rest hoeft niets meer te worden gezegd.

God geeft mensen vrijelijk de waarheid en het leven, en voorziet mensen van Zijn woorden zonder er iets voor terug te vragen. Mensen hebben misschien het gevoel dat hun gestalte nog onvolwassen is, dat ze niet veel van de waarheid hebben begrepen en dat ze het weinige dat ze wel begrijpen niet duidelijk kunnen uitdrukken. Maar alleen al deze dingen die God hun heeft gegeven, deze genegenheid en liefde – wat een immense genade is dat! God heeft mensen de kostbaarste dingen gegeven; mensen hebben van God de waardevolste dingen ter wereld ontvangen. Of je het nu hebt gevoeld of niet, God heeft deze dingen al aan de mens gegeven. Waar hebben mensen nog over te klagen? Zijn ze het waard om deze dingen te ontvangen? Degenen die door God zijn uitgekozen, zijn de gelukkigste mensen ter wereld. Je bent door God uitgekozen en uitverkoren; je bent een van de gelukkigste en meest fortuinlijke mensen ter wereld. Hoe kun je zeggen dat je niets hebt verkregen? Je bent een van de gelukkigste en meest fortuinlijke mensen geworden omdat God je heeft uitgekozen en uitverkoren, en daarom durven kwaadaardige geesten en smerige demonen je niet te naderen. Sommige mensen vragen: “Betekent dat dat mijn status en identiteit eervol zijn geworden?” Kan dit worden gezegd? Dat kan niet, want dit is allemaal te danken aan Gods liefde en Gods daden. Mensen hebben zoveel verkregen! Alleen al in dit leven hebben mensen zoveel verkregen; hoe zijn mensen überhaupt gekwalificeerd om dit alles te ontvangen? Sommigen die in God geloven, streven de waarheid helemaal niet na en blijven maar zeggen: “Wat heb ik verkregen na vele jaren van geloof in God?” Kun je het zelf niet uitrekenen? Je weet in je hart of je de waarheid begrijpt, in hoeverre je minder kwaad hebt bedreven, en des te meer weet je in je hart hoeveel genade je hebt genoten. Als je in je hart over deze punten duidelijkheid hebt, zou je niet zulke gewetenloze dingen zeggen. Sommigen zeggen ook: “Gods huis voorziet ook in mijn eten, kleding en onderdak.” Is dit niet heel gering in vergelijking met Gods genade en bescherming? Is dit het vermelden zelfs wel waard? Degenen met een geweten voelen echter dat, hoewel dit het vermelden niet waard is, het toch deel uitmaakt van Gods genade. Gods genade is onmetelijk; God heeft zoveel aan mensen gegeven! Wat die materiële dingen betreft, vanuit Gods perspectief rekent Hij die niet eens mee.

Eén aspect van Gods handelingen is het beschermen van mensen, en een ander is hen op het pad van redding te leiden, zodat ze gered kunnen worden. Mensen hebben deze bedoeling van God en Zijn liefde voor hen genoten, en God heeft hun overvloedige genade geschonken! Daarnaast is er iets dat het allerbelangrijkste is: de waarheid die God aan mensen heeft geschonken, namelijk woorden die niemand in de menselijke geschiedenis, in welk tijdperk dan ook, ooit heeft gehoord of ontvangen. Ongeacht hoe vaak God de mensheid heeft geschapen, nooit heeft Hij dit werk gedaan of deze woorden gesproken. Alle mysteries met betrekking tot de mensheid, wat mensen kunnen verdragen, bevatten en begrijpen – God heeft het jullie allemaal verteld. Kunnen deze mysteries, deze waarheden, met enige maat worden gemeten? Ze kunnen niet worden gemeten; het genot ervan is voor mensen zelfs in vele levens onuitputtelijk. Waarom zeg Ik dit? Omdat deze woorden van God het fundament zijn voor het bestaan van mensen, en ze kunnen eeuwig bestaan. Als je werkelijk het geluk hebt te overleven en eeuwig te leven, kunnen deze woorden en waarheden van God je eeuwig voorzien. Wat is de betekenis van eeuwigheid? Het betekent niet beperkt zijn door tijd, het betekent grenzeloos zijn. Als we het letterlijk interpreteren, betekent het geen einde hebben – eeuwig voortleven, net als God Zelf. Deze woorden en waarheden van God kunnen tot die tijd bestaan. ‘Die tijd’ is een concept en definitie van tijd, uitgedrukt in menselijke taal, maar het betekent in werkelijkheid voor onbepaalde tijd. Zeg Mij, is de waarde van deze woorden van God groot of niet? Ze is ongelooflijk groot! Als je ze niet nastreeft, is dat jouw verlies; dan ben je dwaas. Maar als je ze nastreeft, hebben deze woorden een waarde voor je die veel verder reikt dan alleen dit leven; ze strekt zich uit tot in de eeuwigheid. Ze zullen altijd effectief en nuttig voor je zijn, en ze zullen voor altijd waarde en betekenis hebben, en je eeuwig voorzien. Als je deze woorden begrijpt, verkrijgt en ernaar leeft, zul je eeuwig kunnen leven. Eenvoudiger gezegd, je zult voor altijd leven zonder de dood te smaken. Is dit niet iets waar mensen van dromen? Talloze tijdperken zullen zijn verstreken, talloze mensen zullen zijn gestorven, maar jij zult nog steeds in leven zijn. Waardoor zul je in leven blijven? Het is door Gods woorden, door de waarheid, dat je de kwalificaties zult hebben om zo voort te leven. Wat ga je doen met dit voortdurende leven? Je hebt Gods opdracht, Gods leiding, en je hebt ook een missie. Wat is je missie? God wil dat je Hem verheerlijkt en Zijn getuigenis bent door Zijn woorden na te leven. Dit is de waarde van Gods woorden. De waarde en betekenis van de waarheid en de woorden die mensen in dit tijdperk horen, waarmee ze in contact komen en die ze ervaren, zullen eeuwig bestaan. Waarom zullen ze eeuwig bestaan? Deze woorden van God zijn geen theologie, theorie, slogan of een soort kennis, maar de woorden van het leven. Zolang je deze woorden verkrijgt, ernaar leeft en erdoor overleeft, zal God je toestaan te blijven leven en je niet laten sterven. Dat wil zeggen, Hij zal je niet vernietigen en je leven niet wegnemen – Hij zal je laten voortleven. Is dit niet een grote zegen? (Ja, die is groot.) God wil dat je door deze woorden in dit leven een voorproefje krijgt van deze zegen en die in de komende wereld verkrijgt. Dit is Gods belofte. Hebben mensen, gezien de immense belofte die God aan de mensheid heeft gedaan, veel ontvangen? (Ja.) God heeft zo’n grote belofte aan de mensheid gedaan en die aan allen bekendgemaakt. Hij heeft je erover verteld, zodat je die vrijelijk kunt komen halen. Je hoeft je leven niet op te offeren en hoeft niet al je bezittingen af te staan; je hoeft alleen maar naar Gods woorden te luisteren en te handelen volgens Gods vereisten en Zijn verlangens, en je kunt deze belofte van God ontvangen. Heeft God niet veel aan de mensheid gegeven? Je bent momenteel op het pad om deze belofte te verkrijgen: hoewel je die nog niet volledig hebt ontvangen, heb je dan weinig ontvangen? Met het oog op de belofte die God aan de mensheid heeft geschonken, hebben mensen heel wat ontvangen. Ze hebben een aanzienlijk voordeel behaald; ze zijn er helemaal niets bij ingeschoten noch hebben ze enig verlies geleden. Ze hebben slechts een beetje tijd geïnvesteerd en hun vlees heeft misschien wat gezwoegd. Ze hebben misschien wat persoonlijk huiselijk geluk opgeofferd, persoonlijke vleselijke voorkeuren en verlangens, en enkele van hun eigen ambities, interesses en wensen opgegeven, enzovoort. Vergeleken met het begrijpen van de waarheid, het verwerven van redding en het ontvangen van Gods belofte, zijn al die persoonlijke vooruitzichten, doelen en ambities echter het vermelden niet waard, omdat ze je alleen maar naar de hel kunnen leiden, en God je voor die dingen Zijn belofte niet zal geven. Omgekeerd, wanneer mensen een beperkte hoeveelheid tijd investeren, een prijs die ze bereid en in staat zijn te betalen, zullen ze uiteindelijk de waarheid begrijpen en vatten ze enkele mysteries, principes voor hoe men zich moet gedragen, bepaalde essenties en grondoorzaken van alle gebeurtenissen en dingen, enzovoort, die sinds Gods schepping niet door de mensheid zijn begrepen. Nog belangrijker is dat ze enige kennis over God verkrijgen en in staat zijn Hem te vrezen. Als je dit alles hebt verkregen, is het dan niet de moeite waard om zo’n prijs te betalen? Welke grieven hebben mensen? Waarom zeggen ze dat ze niets verkrijgen door in God te geloven? Is hun geweten niet volkomen verrot geworden? Je hebt zoveel verkregen en je bent nog steeds niet tevreden. Wat wil je nog meer? Zou je tevreden zijn als je president of miljardair werd gemaakt? Als God je die dingen zou geven, zou je niet door God zijn uitverkoren. God wil zulke mensen niet winnen.

Mensen zeggen altijd dat ze niets hebben verkregen door in God te geloven, wat aantoont dat ze geen geweten hebben, geen enkel vermogen hebben om de waarheid te begrijpen, de waarheid niet nastreven en een uitzonderlijk laag karakter hebben. Zulke mensen hebben onder andere geen zuiver begrip van wat God doet, wat God van mensen vereist en wat God aan mensen heeft geschonken. Uiteindelijk, wanneer er dingen gebeuren die hen enigszins ontevreden maken, explodeert de overvloedige woede die ze hebben opgekropt onmiddellijk: “Wat heb ik verkregen door in God te geloven? Mijn vlees heeft zoveel geleden. Ik heb alle plichten gedaan die de kerk mij heeft toegewezen. Hoe zwaar of vermoeiend het ook was, ik heb nooit geklaagd; hoe groot de moeilijkheden ook waren, ik heb nooit iets gezegd. Ik heb nooit enige eisen gesteld aan Gods huis. Wat heb ik verkregen met mijn grote liefde en grote trouw? Als zelfs ik niets verkrijg, hebben anderen nog minder hoop om iets te verkrijgen!” De implicatie is: jullie hebben niet zoveel geofferd als ik, jullie hebben niet de prijs betaald die ik heb betaald; als zelfs ik niets heb verkregen, wat kunnen jullie dan verkrijgen? Jullie moeten allemaal voorzichtig zijn; wees niet dwaas! Hebben zulke mensen geen geweten? Een gewetenloos persoon spreekt altijd dwaze en stijfkoppige woorden. Ze kunnen geen enkele van de vele waarheden die God heeft gesproken, of van de vele zuivere en positieve dingen en uitspraken begrijpen, maar klampen zich koppig vast aan hun eigen standpunten: “Ik verdraag ontberingen en betaal een prijs voor God, dus God moet mij zegenen en mij meer laten verkrijgen dan anderen. Zo niet, dan zal ik mijn gal spuwen, dan zal ik exploderen, dan zal ik vloeken en tieren! Wat ik ook wil, God moet het mij geven, en als ik het niet krijg, dan is God niet rechtvaardig en zal ik zeggen dat ik niets heb verkregen – dit is de naakte waarheid spreken!” Ontbreekt het hun niet aan menselijkheid? De woorden van iemand zonder menselijkheid kunnen zeker niet standhouden, laat staan in overeenstemming zijn met de waarheid; dat laatste is iets te veel van ze gevraagd. De woorden die iemand spreekt, moeten legitieme verzoeken zijn, legitieme uitspraken, geen verdraaide argumenten; ze moeten standhouden, ongeacht wie luistert of wie ze beoordeelt. De woorden en daden van mensen met een povere menselijkheid kunnen echter niet standhouden. Wanneer ze driftbuien krijgen en hun grieven uiten, denken sommige mensen: waarom zeggen ze dat ze niets hebben verkregen? Zou het kunnen dat Gods huis hen op de een of andere manier onrecht heeft aangedaan? Is het zo dat sommige handelingen van Gods huis niet in overeenstemming zijn met de principes en het daglicht niet kunnen verdragen? Die persoon lijkt normaliter behoorlijk in staat om ontberingen te verdragen en een prijs te betalen, maar vandaag is hij zo hevig uitgebarsten en zegt hij dat hij niets heeft verkregen; het lijkt erop dat hij echt niets heeft verkregen. Drijf je iemand die welgemanierd is zo niet tot het uiterste? Dan kan ik maar beter voorzichtig zijn; ik moet niet zulke ontberingen verdragen of zo’n prijs betalen als ik voorheen deed bij het vervullen van mijn plichten! Zo worden sommige verwarde mensen die geen onderscheidingsvermogen hebben, beïnvloed.

Voor mensen die vaak negativiteit uiten geldt: als ze werkelijk standpunten of ideeën te uiten hebben, laat hen dan eerst spreken en hun opvattingen blootleggen. Nadat ze dat hebben gedaan, zal iedereen begrijpen: ze vinden dat de prijs die ze hebben betaald niet in verhouding staat tot wat ze hebben gewonnen. Ze vinden dat ze geen voordelen hebben verkregen en dat ze verlies hebben geleden, dus zijn ze onwillig geworden. Ze klagen over God, in de hoop met God te onderhandelen, en eisen genade en voordelen! Kan de gemiddelde persoon zo iemand onderscheiden nadat hij hem heeft horen spreken? Zodra iedereen in staat is hen te onderscheiden, zeg dan tegen de persoon: “Ben je uitgesproken? Als je niets meer te zeggen hebt, houd dan je mond, anders zet je jezelf voor schut. Als je boosaardige aard voor iedereen wordt ontmaskerd en niet onmiddellijk wordt beteugeld, zal dat publieke verontwaardiging wekken. Wanneer iedereen je ontmaskert en verwerpt, zal het te laat zijn voor spijt.” Waarschuw hen op deze manier, en door dat te doen, heb je hem ingeperkt. Of je zou ook kunnen zeggen: “Als je het gevoel hebt dat je erbij ingeschoten bent, hoef je niet in God te geloven. Je hebt het gevoel dat je niets hebt verkregen, dus wat wil je precies verkrijgen? Als het is om een fortuin te vergaren en rijk te worden, of om een hoge functie te bekleden, dan spijt het me, maar dat zijn geen dingen die iemand kan verkrijgen alleen omdat hij dat wil; dit zijn zaken die door God zijn beschikt. Gods verschijning en Zijn werk van de redding van de mens gaan niet over het geven van deze dingen aan mensen. Ga waar je ze kunt krijgen; Gods huis is niet de wereld, het kan duivels en Satans niet bevredigen. Je kunt zulke dingen beter niet van Gods huis eisen, noch van de broeders en zusters; als je God om deze dingen durft te vragen, dan zul je Zijn gezindheid beledigen en Zijn toorn opwekken. Dit is omdat God de mensen overvloedige genade heeft geschonken, en Hij heeft de mensen nog meer waarheden geschonken om hun leven te zijn. Het is dwaas en onwetend van je dat je het verkrijgen van de waarheid niet als kostbaar beschouwt.” Iedereen berispt en snoeit hem op deze manier. Wat vind je van deze praktijk? Of je kunt zeggen: “Gods huis is je niets verschuldigd. Je inzet voor God en het vervullen van je plichten waren allemaal vrijwillig. Weet je hoeveel genade je van God hebt genoten sinds je in Hem begon te geloven en plichten begon te doen? Als je ook maar enig geweten hebt, zou je God niet moeten vertellen dat je niets hebt verkregen; je zou voor God moeten komen en je eigen problemen moeten erkennen. Als je werkelijk gelooft dat God de waarheid is, dat alles wat God doet de waarheid is en Zijn woorden de waarheid zijn, dan zou je dat niet moeten zeggen; je zou niet moeten klagen. Je huidige houding is niet die van iemand die in God gelooft, noch is het de houding die iemand die de waarheid zoekt, zou moeten hebben. Je probeert in opstand te komen, je oude problemen met God op te rakelen! Je probeert met God te breken, de eindafrekening op te maken! Maar God is je niets verschuldigd, en Gods huis evenmin. Als je de rekening met Gods huis gaat vereffenen, verlaat Zijn huis dan snel. Val Gods huis niet lastig, anders zul je Zijn toorn opwekken en zal Hij je neerslaan. Dat zou geen best gevolg zijn. Als je enig geweten of verstand hebt, zou je moeten kalmeren om te bidden en te zoeken, om te zien of er iets mis is met de zienswijze achter je streven in je geloof in God, en of het pad dat je bewandelt het pad is dat God van je vereist te bewandelen. Je hebt zoveel onredelijke eisen aan God, zo’n grote wrok; dit geeft aan dat er iets mis is gegaan met je streven. Zo’n diepe wrok heb je niet in een dag of twee opgebouwd; die bouwt zich al lange tijd op. Of misschien ben je al vanaf het begin dat je in Hem gelooft met een verkeerd standpunt voor God gekomen, en wat Hij ook heeft gezegd, je bent afgestompt geweest, en als gevolg daarvan voel je geen enkele wroeging noch heb je het gevoel dat je iets verschuldigd bent. Misschien is dat wat tot de huidige situatie heeft geleid. Je kunt maar beter snel schuld belijden en berouw tonen; er is nog tijd om berouw te tonen. Als je dat niet doet en doorgaat met kwaad doen en negativiteit uiten, dan zul je een duivel worden, een antichrist. Wanneer Gods huis je verwijdert, zul je geen enkele kans meer hebben om gered te worden – wat door Gods huis wordt veroordeeld, wordt ook door God veroordeeld. We geven je deze waarschuwing met het oog op je vermogen om ontberingen te verdragen en een prijs te betalen gedurende de vele jaren dat je in God hebt geloofd. We geven je een kans. Als je halsstarrig je eigen weg gaat en weigert naar advies te luisteren, en Gods huis besluit je te verwijderen, dan zul je geen broeder of zuster meer zijn. Je zult geen enkele hoop meer hebben om gered te worden. Wanneer die tijd komt, zul je werkelijk niets hebben verkregen. Heb dan geen spijt. Wat nu het meest cruciaal voor je is, is je gedachten, standpunten en de richting van je streven om te keren. Probeer niet langer altijd iets te verkrijgen. Luister naar Gods woorden; zie hoeveel van wat God ontmaskert van de verdorven gezindheden van mensen je kunt overdenken en herkennen in jezelf. Heb je de problemen opgelost die je in jezelf kunt identificeren, de problemen die je duidelijk kunt zien? Heb je je opstandigheid tegen God erkend? Heb je die opgelost? Het grootste probleem waar je nu mee te maken hebt, is dat je altijd de rekening met God wilt vereffenen – wat is dit voor probleem? Is dit niet een probleem dat moet worden opgelost? Je gelooft in God, altijd met een bepaalde bedoeling, met een transactie in gedachten; je bent altijd gretig om zegeningen te verkrijgen, in de hoop inspanning, uitgaven en vleselijk lijden in te ruilen voor de zegeningen van het koninkrijk van de hemel – is dit niet de logica van een rover? Waarom kijk je niet naar wat voor soort mensen God zegeningen schenkt, wat Gods vereisten voor mensen zijn, wat God tegen mensen heeft gezegd en wat mensen moeten bereiken om Gods beloften te ontvangen? Als je werkelijk in God gelooft en werkelijk gered wilt worden, probeer dan niet altijd iets van God te verkrijgen. Je moet kijken hoeveel van Gods woorden je in praktijk hebt gebracht, of je iemand bent die Gods woorden volgt. Gods woorden volgen is het in praktijk brengen en leven volgens Gods vereisten en de waarheidsprincipes, niet louter een beetje lichamelijk lijden en een kleine prijs betalen. Je verdorven gezindheid is niet opgelost, en er zitten bedoelingen achter alle prijzen die je betaalt en alle ontberingen die je ondergaat. God keurt dit niet goed; Hij wil zo’n prijs niet. Als je erop staat de rekening met God te vereffenen, als je erop staat met God te redetwisten en te strijden, dan beledig je Zijn gezindheid, en zal Hij je je zin geven en je naar de hel laten gaan om gestraft te worden. Dit is de vergelding voor het doen van kwaad. Je hebt vele zegeningen en genadegaven van God genoten, en Hij heeft je een speciale materiële behandeling gegeven. Je hebt al ontvangen wat je moest krijgen – wat wil je nog meer van God?” Als je deze woorden communiceerde, zou de klagende stemming van een persoon met een beetje geweten en verstand dan niet wat afnemen als hij ze hoort? Zijn dit woorden van zuiver begrip die in overeenstemming zijn met de waarheid? (Ja.) Als een persoon menselijkheid en verstand heeft, kan hij ze begrijpen en aanvaarden. Alleen degenen zonder menselijkheid, degenen die zonder geweten en verstand zijn, zouden denken dat deze woorden hen proberen te bedriegen, dat het hoogdravende retoriek is, die het geloof niet waard is, en dat ze niet zo tastbaar voordelig zijn als zichtbare genade of materiële zegeningen. Dus, voordat ze die tastbare voordelen zien, is alles wat je zegt nutteloos; ze zullen het niet aanvaarden. Ze zullen er misschien niet openlijk tegenin gaan, maar achter je rug zullen ze zich in hun hart blijven verzetten, van tijd tot tijd negativiteit uiten, hun eigen bijdragen etaleren, de ontberingen die ze hebben doorstaan optellen, evenals hoe Gods huis hen behandelt, hoe zij Gods huis verdragen – ze houden deze dingen altijd in hun hart. Wat er ook met hen gebeurt, zolang ze niet ontvangen wat ze verlangen, barst hun beestachtigheid los, exploderen ze in woede, leggen ze hun schandelijke gedrag bloot en uiten ze negativiteit. Moet je zo iemand nog proberen te overtuigen? Als zo iemand na een eenvoudige aansporing nog steeds hetzelfde karakter vertoont, zijn oude problemen terugkeren en zijn duivelsheid weer oplaait, wat moet er dan worden gedaan? Dan is het tijd om beperkingen op te leggen. Geef zo iemand geen kans meer om berouw te tonen. Zulke mensen zijn als verrot hout; het zijn dwaze, stijfkoppige stakkers. In welke zin zijn het ‘dwaze, stijfkoppige stakkers’? In de zin dat ze de zuivere weg niet aanvaarden en geen positieve dingen aanvaarden. In plaats daarvan omarmen ze verdraaide argumenten, ketterijen en drogredenen, en klampen ze zich vast aan hun eigen standpunten van het verkrijgen van tastbare voordelen, het profiteren en het niet lijden van verliezen. Hoe Gods huis de waarheid ook communiceert, ze zeggen altijd: “Dat zijn allemaal mooie woorden. Wie kan er nu niet een paar mooie dingen zeggen? Als jij erbij inschoot, zou je dat niet zeggen.” Ze klampen zich koppig vast aan zulke opvattingen, en wanneer er iets onplezierigs gebeurt of ze verlies lijden, hebben ze het gevoel dat ze niets hebben verkregen door in God te geloven, en zullen ze weer negativiteit uiten. Moeten ze nog een kans krijgen? Geen kansen meer. Als ze hun plichten niet goed vervullen en in plaats daarvan anderen verstoren, stop en beperk hen dan onmiddellijk. Sta hun niet toe vrijuit te spreken. Als ze doorgaan met het verspreiden van negativiteit en het verstoren van anderen, wees dan niet meer beleefd. Zuiver hen haastig weg. Dit is niet liefdeloos, toch? (Nee.) De waarheid is hun met de paplepel ingegeven in de communicatie, maar ze kunnen die niet tot zich nemen, hoe die ook wordt gecommuniceerd – wat geeft dit aan? Op het eerste gezicht lijkt zo iemand een niet-gelovige, maar in essentie is hij een duivel. Hij is naar Gods huis gekomen om genade en zegeningen van God te vragen, om voordelen te behalen, en hij zal niet rusten voordat hij die heeft verkregen. Als hij na een tijdje geloof geen voordelen heeft verkregen, zullen zijn satanische gezindheden uitbarsten; hij zal zijn ontevredenheid over God uitstorten, kwaad bedrijven en verstoringen veroorzaken. Dit is een duivel. Het beetje lijden en de uitgaven die ze hebben gedaan, zijn fundamenteel niet het in praktijk brengen van Gods woorden. Ze gaan puur over het sluiten van een deal, over het verkrijgen van voordelen en zegeningen voor zichzelf. Wanneer degenen die altijd iets willen verkrijgen uit hun geloof in God iets overkomt en ze negatief en zwak zijn, zeggen ze altijd: “Ik heb niets verkregen door in God te geloven.” Dan geven ze het op en beginnen ze roekeloos te handelen, zoeken ze vergelding en uiten ze vaak negativiteit om hun gevoelens van ontevredenheid te uiten. We hebben al gecommuniceerd hoe we zulke mensen moeten behandelen: ze moeten volgens principes worden behandeld. Als ze de waarheid kunnen aanvaarden en garanderen dat ze in de toekomst geen verstoringen meer zullen veroorzaken, kunnen ze nog een kans krijgen om in de kerk te blijven. Als ze er altijd op uit zijn om het werk en het leven van de kerk te verstoren en te schaden, zuiver hen dan weg. Dit is om het werk van de kerk te beschermen en ervoor te zorgen dat Gods uitverkoren volk ongestoord het kerkleven kan leiden. Deze beslissing wordt genomen en deze methode wordt toegepast op basis van dit principe. Het is gepast.

Wie zijn er in het kerkleven nog meer geneigd om negativiteit te uiten? Sommige mensen vervullen hun plicht zonder resultaat en maken altijd fouten; ze denken niet na over zichzelf, maar vinden altijd dat God niet rechtvaardig of eerlijk is, dat God anderen altijd genadig behandelt en hen niet, dat God op hen neerkijkt en hen nooit verlicht. Daarom heeft de vervulling van hun plicht nooit resultaat en kunnen ze hun doel om uit te blinken en gewaardeerd te worden nooit bereiken. Ze gaan in hun hart wrok koesteren jegens God en tegelijkertijd voelen ze jaloezie, afkeer en haat jegens degenen die hun plichten trouw vervullen. Wat voor menselijkheid hebben zulke mensen? Zijn ze niet kleingeestig? En begrijpen ze daarnaast niet hoe ze in hun geloof in God de waarheid moeten nastreven? Ze begrijpen niet wat geloven in God is. Ze denken dat geloven in God en een plicht vervullen is als een student die toelatingsexamen doet voor de universiteit, waarbij altijd scores en ranglijsten vergeleken moeten worden. Dus hechten ze groot belang aan deze dingen. Is dat niet hun gesteldheid? Ten eerste, vanuit het perspectief van het begrijpen van de waarheid, hebben zulke mensen geestelijk begrip? Dat hebben ze niet, en ze begrijpen niet wat het is om in God te geloven en de waarheid na te streven. Enerzijds hechten ze groot belang aan hun rangorde onder anderen; anderzijds gebruiken ze altijd een scoremethode om te evalueren hoe goed anderen hun plichten vervullen en hoe goed zij het zelf doen, alsof ze leerlingen op school beoordelen, waarbij ze het geloof van mensen in God en de vervulling van hun plichten met deze methode meten. Is hier niet iets mis mee? Is bovendien de krampachtige manier waarop ze hun plichten vervullen niet verkeerd? Vervullen ze hun plichten niet met de inspanning van studeren en examens afleggen? (Ja.) Waarom zeggen we dat? Begrijpen zulke mensen hoe ze de principes moeten zoeken wanneer ze in God geloven en hun plichten vervullen? Zijn ze in staat om de principes te zoeken? In één opzicht weten ze niet hoe ze de principes moeten zoeken. Hoe mensen Gods woorden moeten lezen, hoe ze over de waarheid moeten communiceren en hoe ze hun plichten naar behoren moeten vervullen – deze zaken begrijpen ze niet, noch kan het hun iets schelen. Ze weten alleen dat ze principes moeten vinden en ernaar moeten handelen, maar bij wat de principes voorschrijven, wat God vereist, of hoe anderen volgens de principes handelen, het ontbreekt hun aan begrip. Ze snappen het gewoon niet. En in een ander opzicht, zijn ze wel in staat om de vervulling van een plicht te evalueren op basis van Gods normen om te meten of de vervulling van iemands plicht aan de norm voldoet, en de principes die Hij van mensen vereist bij het vervullen van hun plicht? Kunnen ze deze zaken begrijpen uit Gods woorden en de communicatie van de broeders en zusters? Allereerst begrijpen ze Gods woorden niet, noch begrijpen ze zaken die met het vervullen van een plicht te maken hebben. Nadat ze in God beginnen te geloven en plichten te vervullen, peinzen ze: toen ik op school zat, ontdekte ik een regel: zolang je bereid bent hard te werken en meer te studeren, kun je hoge cijfers halen. Dus zal ik hetzelfde doen in mijn geloof in god. Ik zal vaker gods woorden lezen en meer bidden. Terwijl anderen kletsen of eten, zal ik lofzangen leren en gods woorden uit mijn hoofd leren. Met zo’n inspanning zal god mij zeker zegenen, gezien mijn harde werk, ijver en vlijt, en mijn plichtsvervulling zal beslist vruchtbaar zijn. Ik zal zeker hoog scoren ten opzichte van anderen, en ik zal gewaardeerd en gepromoveerd worden. Maar ondanks dat ze dit doen, kunnen ze hun wensen nog steeds niet verwezenlijken: waarom ben ik nog steeds minder effectief dan anderen in het vervullen van mijn plicht? Hoe zal ik ooit worden gepromoveerd of voor belangrijke taken worden ingezet? Betekent dit niet dat er geen hoop is? Ik ben van nature competitief en wil niet voor anderen onderdoen. Zo was ik op school, en zo ben ik in mijn geloof in god nog steeds. Ik ben vastbesloten iedereen te overtreffen die mij overtreft. Ik rust niet voordat ik dat doe! Ze geloven dat ze met de juiste methode en aanpak – door simpelweg de inspanning van hard studeren aan te wenden voor het lezen van meer van Gods woorden en het leren van meer lofzangen, door niet oeverloos te kletsen, zich niet te richten op uiterlijk vertoon, minder te slapen en minder te genieten, hun lichaam te bedwingen en zich niet over te geven aan vleselijke gemakken – in staat zullen zijn om Gods zegeningen te ontvangen, en ze zijn er zeker van dat ze resultaten zullen boeken in het vervullen van hun plicht. De dingen lopen echter altijd anders dan ze hadden verwacht: waarom maak ik nog steeds constant fouten bij het vervullen van mijn plicht, en waarom kan ik het nog steeds niet zo goed doen als anderen? Anderen doen de dingen snel en goed, en de leider prijst en waardeert hen altijd. Ik heb zoveel leed en ontbering doorstaan. Waarom behaal ik nog steeds geen resultaten? Terwijl ze hierover peinzen, doen ze eindelijk een belangrijke ontdekking: het blijkt dat god onrechtvaardig is. Ik geloof al zo lang in god en ik zie nu pas het! God is genadig voor wie hij maar wil. Dus, waarom wil hij mij niet genadig zijn? Is het omdat ik dom ben, omdat vleierij en welsprekendheid mij vreemd zijn, omdat ik niet scherpzinnig ben? Of is het omdat ik er te gewoontjes uitzie en niet erg ontwikkeld ben? Dit is god die mij onthult, nietwaar? Ik heb zoveel van gods woorden gelezen – waarom is god mij niet genadig, maar onthult hij mij in plaats daarvan? Terwijl ze erover nadenken, worden ze negatief: ik wil mijn plicht niet meer doen. Ik ben niet door god gezegend tijdens het vervullen van mijn plicht, en ik heb meer van gods woorden gelezen, maar hij heeft me niet verlicht. Er staat in gods woorden dat god genadig is voor wie hij maar wil en barmhartigheid toont aan wie hij wil. Ik ben niet iemand aan wie god barmhartigheid toont of genadig is. Waarom zou ik deze kwelling moeten ondergaan? Hoe meer ze nadenken, hoe negatiever ze worden en hoe minder ze het gevoel hebben een weg voorwaarts te hebben. Ze voelen zich verstikt door hun grieven en willen hun plicht niet langer doen; en wanneer ze hun plicht doen, doen ze het slechts voor de vorm. Hoe anderen ook over de principes communiceren, het dringt niet tot hen door. Het vindt geen weerklank in hen. Hebben ze, wanneer ze in zo’n toestand verkeren, enige ingang in het leven? Hebben ze enige trouw in het vervullen van hun plicht? Niet meer, en de weinige inspanning en ijver die ze ooit hadden, zijn ook verdwenen. Dus, wat is er nog over in hun hart? Ik zie wel wat er op mijn pad komt en neem de dingen zoals ze komen. God zou me zomaar op een dag kunnen onthullen en elimineren, en mij opgeven. Wanneer de dag komt dat ik mijn plicht niet mag doen, zal ik het niet doen. Ik weet dat ik niet goed genoeg ben. God heeft me misschien nog niet geëlimineerd, maar ik weet dat hij me niet mag. Het is slechts een kwestie van tijd voordat ik geëlimineerd word. Deze gedachten en opvattingen komen in hun hart op, en wanneer ze met anderen omgaan, glippen dergelijke opmerkingen er af en toe uit: “Blijven jullie maar ernstig geloven. Jullie geloof en de vervulling van jullie plicht zullen zeker door god gezegend worden. Ik ben hopeloos. Ik ben aan het einde van mijn Latijn. Hoe ijverig of hardwerkend ik ook ben, het heeft geen zin. Als god iemand niet mag, heeft geen enkele inspanning die hij levert enig nut. Ik doe mijn plicht door me in te spannen voor zover ik kan; als mijn inspanningen nergens toe leiden, kan ik er niets aan doen. Kan god mensen dwingen te doen wat hun vermogen te boven gaat? God kan een vis niet dwingen op het land te leven!” Wat wordt hier gezegd? De implicatie is:“Zo ben ik nu eenmaal. Hoe god me ook behandelt, ik zal me zo opstellen.” Zeg mij, waarom zou iemand met zo’n houding en intentie nog steeds Gods zegeningen willen ontvangen? Kunnen deze gesteldheid en deze houding die ze hebben ontwikkeld anderen beïnvloeden? Ze kunnen gemakkelijk een negatieve en nadelige invloed hebben en anderen in negativiteit en zwakheid storten. Is dit niet het misleiden en schaden van anderen? Mensen met zo’n mate van negativiteit zijn toch duivels? Duivels houden nooit van de waarheid.

Sommige mensen uiten hun negativiteit niet in lange verhandelingen; ze uiten slechts een paar zinnen: “Jullie zijn allemaal beter dan ik. Jullie zijn allemaal zeer gezegend. Ik ben hopeloos. Hoe hard ik het ook probeer, het is nutteloos. Ik heb geen hoop om Gods zegeningen te ontvangen.” Hoewel de woorden eenvoudig zijn en onproblematisch lijken, alsof ze zichzelf onderzoeken, zichzelf ontleden en feiten aanvaarden zoals hun eigen lage kaliber en tekortkomingen, uiten ze in werkelijkheid een soort onzichtbare negativiteit. Deze woorden bevatten sarcasme en spot, evenals weerstand, en natuurlijk nog meer, ontevredenheid over God, samen met een negatieve en neerslachtige stemming. Deze negatieve woorden zijn misschien niet talrijk, maar deze stemming kan, net als een besmettelijke ziekte, anderen beïnvloeden. Hoewel ze niet expliciet zeggen: “Ik wil mijn plichten niet langer doen, ik heb geen hoop op redding, en jullie lopen ook allemaal gevaar,” zenden ze een signaal uit dat mensen het gevoel geeft dat als deze persoon, ondanks zijn inspanningen, geen hoop op redding heeft, degenen die het niet proberen nog minder kans op hoop hebben. Door dit signaal uit te zenden, vertellen ze iedereen: “Hoop is belangrijk. Als God je geen hoop geeft, als God je niet zegent, dan is al je inspanning tevergeefs, hoeveel je je ook inspant.” Nadat de meeste mensen dit signaal hebben aanvaard, kan hun geloof in God diep vanbinnen alleen maar afnemen, en de trouw en oprechtheid die ze zouden moeten tonen bij het vervullen van hun plichten, worden sterk verminderd. Hoewel ze deze negativiteit uiten zonder een duidelijke intentie om mensen te misleiden of naar hun kant te trekken, beïnvloedt deze negatieve stemming al snel anderen, waardoor ze een gevoel van crisis ervaren, het gevoel dat hun inspanningen gemakkelijk verspild worden; het zorgt ervoor dat mensen op gevoel leven, gevoelens gebruiken om over God te speculeren, en Gods houding en oprechtheid jegens mensen analyseren en nauwkeurig onderzoeken op basis van uiterlijke schijn. Wanneer deze negatieve stemming op anderen wordt overgedragen, kunnen ze niet anders dan afstand nemen van God en wat God heeft gezegd verkeerd begrijpen en betwijfelen, en niet langer in Zijn woorden geloven. Tegelijkertijd hebben ze geen oprechtheid meer jegens hun plichten; ze zijn onwillig om een prijs te betalen en onwillig om enige trouw te hebben. Dit is de impact van deze negatieve opmerkingen op mensen. Wat is het gevolg van deze impact? Na het horen van deze woorden worden mensen niet gesticht, laat staan dat ze tot zelfkennis komen, hun tekortkomingen ontdekken of leren de waarheid te beoefenen en hun plichten volgens principes te vervullen – ze behalen geen van deze positieve resultaten. In plaats daarvan maakt deze impact mensen negatiever, doet hen nadenken over het opgeven van het nastreven van de waarheid, en ze hebben geen vastberadenheid meer in hun plichten. Waarom hebben ze het geloof verloren? (Ze hebben het gevoel dat ze geen hoop op redding hebben.) Juist, jullie hebben deze boodschap aanvaard en hebben het gevoel dat jullie geen hoop op redding hebben, dus zijn jullie onwillig om je in te spannen om je plicht te doen. Dit gedrag toont aan dat jullie niet oprecht de waarheid nastreven, maar altijd op basis van gevoelens, stemmingen en veronderstellingen oordelen of God tevreden over jullie is, of jullie hoop op redding hebben en of God de vervulling van jullie plicht goedkeurt. Wanneer mensen deze dingen op basis van veronderstellingen beoordelen, hebben ze niet veel motivatie om de waarheid te beoefenen. Waarom is dit? Kunnen mensen God nauwkeurig beoordelen wanneer ze Hem op basis van veronderstellingen beoordelen? Kunnen mensen nauwkeurige veronderstellingen maken over elke gedachte en elk idee dat God heeft? (Nee.) De gedachten van mensen zijn vol bedrieglijkheid, transacties, filosofieën voor wereldlijke zaken, Satans logica, enzovoort. Wat zijn de gevolgen als mensen op basis van deze dingen veronderstellingen over God maken? Het leidt tot twijfel aan God, afstand nemen van God en zelfs een volledig verlies van geloof in God. Wanneer iemand het geloof in God volledig verliest, zal er onvermijdelijk een groot vraagteken in zijn hart worden geplaatst over het bestaan van God. Op dat moment eindigt zijn tijd als gelovige in God – hij is volledig geruïneerd. Is het bovendien correct dat mensen veronderstellingen over God maken? Is dit de houding die een schepsel jegens de Schepper zou moeten hebben? Dat is het duidelijk niet. Mensen zouden geen veronderstellingen over God moeten maken, noch zouden ze moeten speculeren over Gods denken of Zijn gedachten over mensen. Dit is op zichzelf al verkeerd; mensen hebben een onjuist perspectief en een onjuiste positie ingenomen.

Mensen zouden God niet moeten bejegenen met veronderstellingen, speculaties, twijfel of argwaan, noch zouden ze over Hem moeten oordelen op basis van menselijke gedachten en zienswijzen, filosofieën voor wereldlijke zaken of academische kennis. Hoe moeten mensen God dan bejegenen? Ten eerste moeten mensen geloven dat God de waarheid is. Gods vereisten voor mensen, Zijn bedoelingen met hen, Zijn liefde en haat voor mensen, en Zijn regelingen, gedachten en ideeën voor verschillende soorten mensen, enzovoort, vragen niet om jouw speculatie; deze zaken hebben duidelijke verklaringen en duidelijke betekenissen in Gods woorden. Je hoeft alleen maar te geloven, te zoeken en vervolgens te praktiseren volgens Gods woorden – zo eenvoudig is het. God vraagt je niet om op basis van gevoelens te oordelen wat Hij met jullie van plan is of hoe Hij je ziet. Dus je denkt dat je geen hoop op redding hebt – is dit een gevoel of een feit? Hebben Gods woorden dat gezegd? (Nee.) Wat zeggen Gods woorden dan? God vertelt mensen hoe ze de waarheid moeten zoeken voor oplossingen en het pad moeten vinden om de waarheid te beoefenen telkens wanneer ze met een probleem worden geconfronteerd of verdorven gezindheden openbaren. Dit bevestigt één ding: het is waar dat God mensen wil redden en hun verdorven gezindheden wil transformeren. God bedriegt je niet, en dit zijn geen loze woorden. Je denkt dat je geen hoop op redding hebt, maar dat is slechts een tijdelijke stemming, een gevoel dat in een bepaalde omgeving ontstaat. Jouw gevoelens vertegenwoordigen niet Gods verlangens of bedoelingen, en nog veel minder Zijn gedachten, en ze vertegenwoordigen evenmin de waarheid. Als je leeft naar dit gevoel, als je veronderstellingen over God maakt op basis van dit gevoel, en je gevoel gebruikt om Gods verlangens te vervangen, dan heb je het dus ernstig mis en ben je in Satans val gelopen. Wat moet iemand in deze situatie doen? Vertrouw niet op gevoelens. Sommige mensen vragen: “Als we niet op gevoelens moeten vertrouwen, waarop dan wel?” Vertrouwen op iets van jezelf is nutteloos; menselijke gevoelens vertegenwoordigen niet de waarheid. Wie weet hoe je gevoel is ontstaan, waar het werkelijk vandaan kwam – als het is ontstaan doordat je door Satan bent misleid, dan is het problematisch. Hoe dan ook, ongeacht hoe het gevoel is ontstaan, het vertegenwoordigt niet de waarheid. Hoe intenser iemands gevoelens en intuïties zijn, hoe meer hij de waarheid moet zoeken, voor God moet komen en over zichzelf moet nadenken. Menselijke gevoelens, en feiten en de waarheid, zijn twee verschillende dingen. Kunnen gevoelens je de waarheid verschaffen? Kunnen ze je een pad van beoefening brengen? Dat kunnen ze niet. Alleen Gods woorden, alleen de waarheid, kunnen je een beoefeningspad brengen, kunnen je een ommekeer brengen en een uitweg openen. Daarom zou je niet het zoeken naar je eigen gevoelens moeten beoefenen – jouw gevoelens zijn niet belangrijk. Wat je zou moeten doen is voor God komen om de waarheid te zoeken, om Gods bedoelingen te begrijpen door Zijn woorden. Hoe meer je op gevoelens vertrouwt, hoe meer je merkt dat je geen weg voorwaarts hebt, hoe dieper je in negativiteit vervalt, en hoe meer je gelooft dat God onrechtvaardig is, dat God je niet heeft gezegend. Als je daarentegen deze gevoelens opzijzet om de waarheidsprincipes te zoeken, om te zien welke handelingen tijdens het vervullen van je plicht de waarheidsprincipes hebben geschonden, welke handelingen volgens je eigen wil zijn gedaan en volledig losstaan van de waarheidsprincipes, dan zal je tijdens het zoeken ontdekken dat je te veel eigen wil hebt, te veel verbeeldingen. Alleen al door dit beetje ernst toe te passen, zal je veel problemen ontdekken: ik ben te opstandig, te eigenzinnig, te arrogant! Het is niet dat ik geen hoop op redding heb; mijn gevoelens zijn onnauwkeurig. Ik heb Gods woorden niet serieus genomen en niet volgens de waarheidsprincipes heb gepraktiseerd. Ik klaag altijd dat God me niet zegent, me niet begeleidt en partijdig is, maar in feite erkende ik niet dat ik plichtmatig, eigenzinnig en roekeloos ben in de vervulling van mijn plicht – dit is mijn fout. Nu besef ik dat God niet partijdig is. Wanneer mensen de waarheid niet zoeken of niet voor God komen, is God al goed voor hen door hun bevoegdheid om een plicht te vervullen niet in te trekken; God is in dit opzicht al zeer toegeeflijk. Toch voelde ik me gekrenkt, en streed en redetwistte ik zelfs met God. Vroeger dacht ik dat ik best goed was, maar nu zie ik dat dat helemaal niet waar is. Wat ik ook deed, het was niet gebaseerd op principes; dat God me niet disciplineerde was Zijn genade – Hij hield rekening met mijn kleine gestalte! Door zo te zoeken, zal je enkele waarheden begrijpen en in staat zijn het initiatief te nemen om actief te praktiseren volgens de waarheidsprincipes. Stukje bij beetje zal je het gevoel hebben dat je enkele principes hebben in je gedrag en in het vervullen van je plicht. Zal je geweten dan niet veel geruster zijn? “Vroeger had ik het gevoel dat ik geen hoop op redding had, maar waarom is dit gevoel, dit besef, nu steeds vager geworden? Hoe is het mogelijk dat deze gesteldheid is veranderd? Vroeger dacht ik dat ik geen hoop had; was dat niet gewoon negativiteit en weerstand, en strijden tegen God? Ik was veel te opstandig!” Nadat je je hebt onderworpen, zal je onbewust, tijdens het vervullen van je plicht, enkele principes beginnen te begrijpen, en zal je jezelf niet langer met anderen vergelijken; je zal je alleen richten op hoe je plichtmatigheid kunt vermijden en hoe je je plichten volgens principes kunt vervullen. Onbewust zal je niet langer het gevoel hebben dat je niet gered kunt worden en niet langer gevangen zitten in die negatieve gesteldheid; je zal je plichten volgens principes vervullen en het gevoel hebben dat je relatie met God normaal is geworden. Wanneer je dit gevoel hebt, zal je denken: God heeft me niet verlaten; ik kan Gods aanwezigheid voelen, en ik kan Gods begeleiding en zegeningen voelen wanneer ik God zoek tijdens het vervullen van mijn plichten. Ik voel eindelijk dat God anderen zegent en mij ook zegent, en dat God niet partijdig is; het lijkt erop dat ik nog steeds hoop op redding heb. Het blijkt dat het pad dat ik voorheen bewandelde verkeerd was; ik deed mijn plicht altijd voor de vorm en beging roekeloze wandaden bij het vervullen van mijn plicht, en ik dacht zelfs dat ik goed bezig was, levend in mijn eigen kleine wereld en mezelf bewonderend. Nu zie ik dat dit een grote fout was! Volledig leven in een gesteldheid van protesteren tegen en weerstand bieden aan God – geen wonder dat ik Gods verlichting niet ontving. Hoe kon ik Gods verlichting ontvangen als ik niet volgens principes handel? Zie je: twee totaal verschillende manieren van praktiseren, twee totaal verschillende manieren om met je eigen ideeën om te gaan, leiden uiteindelijk tot verschillende resultaten.

Mensen kunnen in hun geloof in God niet op hun gevoel leven. Gevoelens van mensen zijn slechts voorbijgaande stemmingen – hebben die iets te maken met hun uitkomst? Met feiten? (Nee.) Wanneer mensen ver van God afdwalen, wanneer ze leven in een gemoedstoestand waarin ze God verkeerd begrijpen, of zich tegen God verzetten, tegen Hem strijden en protesteren, dan hebben ze de zorg en bescherming van God volledig verlaten en hebben ze geen plaats meer voor God in hun hart. Wanneer mensen in een dergelijke gesteldheid leven, kunnen ze niet anders dan op hun eigen gevoel leven. Een kleine gedachte kan hen zo van streek maken dat ze niet kunnen eten of slapen, een ondoordachte opmerking van iemand kan hen in gissingen en verbijstering storten, en zelfs een enkele nachtmerrie kan hen negatief maken en ervoor zorgen dat ze God verkeerd begrijpen. Zodra dit soort vicieuze cirkel vorm heeft gekregen, stellen mensen vast dat het voor hen voorbij is, dat ze alle hoop op redding hebben verloren, dat ze door God zijn verlaten en dat God hen niet zal redden. Hoe meer ze op deze manier denken en hoe meer ze zulke gevoelens hebben, hoe meer ze in negativiteit verzinken. De werkelijke reden waarom mensen deze gevoelens hebben, is omdat ze de waarheid niet zoeken of niet praktiseren volgens de waarheidsprincipes. Wanneer hun iets overkomt, zoeken mensen de waarheid niet, praktiseren ze de waarheid niet en gaan ze altijd hun eigen weg, levend te midden van hun eigen kleingeestige slimheid. Ze spenderen de hele dag aan zichzelf te vergelijken met anderen en met hen te concurreren, iedereen die ze beter vinden te benijden en te haten, en iedereen die ze minder vinden te bespotten en te honen. Ze leven in de gezindheid van Satan, ze handelen niet volgens de waarheidsprincipes en weigeren van wie dan ook advies te aanvaarden. Dit leidt er uiteindelijk toe dat ze allerlei waanideeën, speculaties en oordelen ontwikkelen, en ze maken zichzelf voortdurend angstig. En verdienen ze dit niet? Zulke bittere vruchten kunnen alleen door henzelf worden gedragen – en ze verdienen het echt. Wat is de oorzaak van dit alles? Het is omdat mensen de waarheid niet zoeken, te arrogant en zelfgenoegzaam zijn, ze altijd handelen volgens hun eigen ideeën, ze altijd opscheppen en zichzelf vergelijken met anderen, ze altijd proberen zich te onderscheiden, ze altijd onredelijke eisen stellen aan God, enzovoort – al deze dingen zorgen ervoor dat mensen geleidelijk van God afdwalen, steeds opnieuw zich tegen God verzetten en de waarheid schenden. Uiteindelijk storten ze zichzelf in duisternis en negativiteit. En op zulke momenten hebben mensen geen waar begrip van hun eigen opstandigheid en verzet, laat staan dat ze deze dingen met de juiste houding te benaderen. In plaats daarvan klagen ze over God, begrijpen ze God verkeerd en speculeren ze over Hem. Wanneer dit gebeurt, beseffen mensen eindelijk dat hun verdorvenheid zeer diep is en dat ze te lastig zijn, dus stellen ze vast dat ze van het soort zijn dat zich tegen God verzet, en kunnen ze niet anders dan in negativiteit verzinken, zonder zichzelf eruit te kunnen trekken. Wat ze geloven is: God verwerpt me, God wil me niet. Ik ben te opstandig, ik verdien het, God zal me zeker niet meer redden. Ze geloven dat dit allemaal feiten zijn. In hun hart beschouwen ze de gissingen als feiten. Het maakt niet uit wie de waarheid met hen communiceert, het heeft geen zin, ze aanvaarden het niet. Ze denken: God zal me niet zegenen, Hij zal me niet redden, dus wat heeft het voor zin om in God te geloven? Wanneer het pad van hun geloof in God dit punt heeft bereikt, zijn mensen dan nog in staat om te geloven? Nee. Waarom kunnen ze niet verder? Hier is een feit. Wanneer de negativiteit van mensen een bepaald punt bereikt waarop hun hart vol zit met weerstand en klachten, en ze hun relatie met God voor eens en voor altijd willen verbreken, dan is het niet langer iets simpels als dat ze God niet vrezen, zich niet aan God onderwerpen, niet van de waarheid houden en de waarheid niet aanvaarden. Wat is het dan wel? In hun hart kiezen ze er actief voor om hun geloof in God op te geven. Ze vinden het schandelijk om passief te wachten tot ze worden geëlimineerd, en dat de keuze om op te geven waardiger is, dus nemen ze het initiatief om hun kans te verspelen en maken ze er zelf een einde aan. Ze veroordelen het geloof in God als slecht, ze veroordelen de waarheid als niet in staat om mensen te veranderen, en ze veroordelen God als onrechtvaardig, klagend dat Hij hen niet redt: ik ben zo ijverig, ik lijd zoveel meer ontbering dan anderen, en betaal een zoveel grotere prijs dan ieder ander, ik doe mijn plicht oprecht, en toch heeft God me niet gezegend. Nu zie ik duidelijk dat God me niet mag, dat God mensen ongelijk behandelt. Ze hebben de brutaliteit om hun twijfels over God om te zetten in een veroordeling van God en godslastering tegen Hem. Wanneer dit feit vorm krijgt, kunnen ze dan doorgaan op het pad van het geloof in God? Omdat ze in opstand komen tegen God en zich tegen God verzetten, en de waarheid helemaal niet aanvaarden of over zichzelf nadenken, zijn ze geruïneerd. Is het niet onredelijk dat iemand op eigen initiatief God verlaat en dan klaagt dat God hem niet zegent of hem geen genade toont? Iedereen kiest zijn eigen pad en bewandelt het zelf; niemand kan het voor hen doen. Jij bent het die een doodlopende weg hebt gekozen, jij bent het die God hebt verlaten en Hem hebt verworpen. Van begin tot eind heeft God nooit gezegd dat Hij jou niet wil, of dat Hij je heeft opgegeven, of dat Hij weigert je te redden; jij bent het die God hebt beperkt op basis van jouw gissingen. Als je werkelijk in God geloofde, en je nog steeds in God zou geloven zelfs als Hij je niet wilde, en je nog steeds in God zou geloven, en Zijn woorden zou blijven lezen, en nog steeds de waarheid zou aanvaarden en je plichten normaal zou doen, zelfs als Hij je verafschuwde, wie zou jou dan kunnen inperken of tegenhouden? Draait het niet allemaal om je eigen keuzes en streven? Je hebt zelf geen geloof, maar je keert je om en klaagt over God; dit is onredelijk zijn. Je onderhoudt je relatie met God niet en staat erop die te vernietigen; als er eenmaal een breuk is, kan die dan worden hersteld? Een gebroken spiegel is moeilijk weer heel te maken, en zelfs als hij weer heel wordt gemaakt, zal de barst er nog steeds zijn. Nu de relatie is verbroken, kan die nooit meer in zijn oorspronkelijke staat worden hersteld. Dus moeten mensen, ongeacht wat voor omgeving ze tegenkomen in de loop van het geloof in God, leren zich te onderwerpen en moeten ze de waarheid zoeken – alleen dan kunnen ze standvastig zijn. Als je God wilt volgen tot het einde van de weg, is het cruciaal om de waarheid na te streven; of je nu je plichten vervult of iets anders doet, het begrijpen van de waarheidsprincipes en het praktiseren en implementeren ervan is essentieel. Want het is door het proces van het begrijpen van de waarheid en het praktiseren in overeenstemming met de waarheidsprincipes, dat je God leert kennen, God leert begrijpen, God leert doorgronden en Gods bedoelingen leert vatten, waardoor je verenigbaar kunt worden met Hem en een begrip en aanvaarding van Zijn essentie kunt verkrijgen. Als je de waarheidsprincipes niet in praktijk brengt en louter handelt of je plichten vervult volgens je eigen wil, zal je nooit in contact komen met de waarheid. Wat betekent het om nooit in contact te komen met de waarheid? Het betekent dat je nooit in contact zal komen met Gods houding ten opzichte van alles, Zijn vereisten of Zijn gedachten; en het is nog minder waarschijnlijk dat je in contact zal komen met Gods gezindheid en essentie zoals die in Zijn werk worden geopenbaard. Als je er niet in slaagt in contact te komen met deze feiten van Gods werk, zal je begrip van God voor altijd beperkt blijven tot menselijke verbeeldingen en noties. Het zal binnen het domein van verbeeldingen en noties blijven en nooit in overeenstemming zijn met de essentie en ware gezindheid van God. Op deze manier zal je niet in staat zijn een echt begrip van God te bereiken.

Tijdens het vervullen van hun plichten ervaren mensen vaak een negatieve en opstandige gesteldheid. Als ze de waarheid kunnen zoeken en de waarheidsprincipes kunnen gebruiken om deze problemen aan te pakken en op te lossen, zullen hun negatieve emoties niet omslaan in klachten, weerstand, verzet, geschreeuw of zelfs godslastering. Maar als mensen deze dingen uitsluitend aanpakken, vertrouwend op hun eigen kleinzielige slimheid, op menselijke zelfbeheersing, menselijke inspanning, ijver, het disciplineren van hun lichaam en andere dergelijke benaderingen, dan zullen deze menselijke verbeeldingen, oordelen en gissingen vroeg of laat omslaan in klachten, verzet, weerstand, geschreeuw en zelfs godslastering tegen God. Wanneer mensen gevangen zitten in zulke negatieve emoties, zijn ze geneigd ongehoorzaamheid, ontevredenheid en klachten jegens God te ontwikkelen, naast andere dergelijke gevoelens of gedachten. Wanneer deze gedachten zich na verloop van tijd in mensen opstapelen en ze nog steeds de waarheid niet zoeken of de waarheid niet gebruiken om ze op te lossen, zullen hun ongehoorzaamheid, ontevredenheid en klachten omslaan in verzet; ze zullen opstandig gedrag vertonen, zoals hun plicht plichtmatig vervullen of opzettelijk het werk van de kerk verstoren en saboteren, en ander negatief gedrag vertonen om hun ongehoorzaamheid en ontevredenheid te uiten en zo hun doel van verzet tegen God te bereiken. Sommige mensen saboteren en verstoren het vervullen van plichten door anderen. De betekenis achter hun handelen is: als ik mijn plicht niet kan vervullen, of als god me niet zegent in mijn plicht, zorg ik ervoor dat niemand van jullie zijn plicht goed kan vervullen! En dan beginnen ze verstoringen te veroorzaken. Sommigen doen dit met woorden, terwijl anderen overgaan tot daden. Wat voor dingen zouden degenen die anderen met hun daden verstoren, kunnen doen? Ze kunnen bijvoorbeeld opzettelijk bestanden van iemands computer verwijderen om de resultaten van diens plicht te beïnvloeden, of ze kunnen opzettelijk onlinebijeenkomsten verstoren. Dit zijn duivels en Satans die mensen verstoren. Mensen begrijpen het niet: hoe kan iemand van die leeftijd zulke vuile streken uithalen? Het is tenslotte geen tiener; hoe kan hij nog zulke kwaadaardige grappen uithalen? In feite kunnen mensen van in de dertig, veertig, vijftig of zestig dit soort dingen ook doen. Deze verschillende gedragingen zijn onvoorstelbaar; dit zijn geen daden van een persoon met een geweten en verstand, maar die van duivels en Satans. Als zo iemand ziet dat anderen er niet door geraakt worden en zijn doelen niet worden bereikt, zal hij negativiteit uiten en verstoringen veroorzaken op momenten dat er veel mensen aanwezig zijn of tijdens bijeenkomsten. Wanneer ze hun ontevredenheid beginnen te uiten door middel van daden, wordt het al moeilijk om de situatie te beheersen; het is heel moeilijk om hen in toom te houden, en als de situatie zich verder ontwikkelt, kan die alleen maar escaleren en steeds ernstiger van aard worden. Ze veroorzaken niet alleen verstoringen met hun daden, maar gebruiken ook verschillende middelen en methoden, en hanteren agressieve en veroordelende taal om anderen te verstoren terwijl die hun plicht doen. Ongeacht of ze hun doelen bereiken, verzetten ze zich vervolgens in hun hart tegen God; ze lezen Gods woorden niet, leren geen gezangen en weigeren boeken te lezen die verband houden met Gods woorden of de waarheid. Wat doen ze thuis? Ze lezen romans, kijken tv-series, leren kooktechnieken, bestuderen make-up en haarstyling … Tijdens bijeenkomsten communiceren ze niet over hun begrip van Gods woorden, noch over hoe ze hun verdorven gezindheden en de uitingen van hun verdorvenheid moeten oplossen. Wanneer anderen communiceren, kapen ze opzettelijk het gesprek, onderbreken ze degene die spreekt, veranderen ze opzettelijk van onderwerp, enzovoort, en zeggen ze altijd dingen die ondermijnen en verstoren. Waarom handelen ze op deze manier? De reden ligt in hun overtuiging dat ze geen hoop op redding hebben, waardoor ze het opgeven en roekeloos worden; ze proberen een paar metgezellen te vinden voordat ze uit de kerk worden verwijderd of verdreven – als zij niet gezegend kunnen worden, zorgen ze ervoor dat anderen dat ook niet kunnen. Waarom denken ze zo? Ze geloven dat de God waarin zij geloof hebben niet is zoals de god die zij zich aanvankelijk voorstelden; Hij houdt niet zoveel van mensen als zij zich voorstelden en is ook niet zo rechtvaardig, en Hij is zeker niet zo oprecht genegen jegens mensen als zij zich voorstelden. God houdt van anderen, maar niet van hen; God redt anderen, maar hen niet. Nu ze geen hoop voor zichzelf zien en het gevoel hebben dat ze niet gered kunnen worden, geven ze het op en worden ze roekeloos. Maar dat is niet alles; ze willen ook dat anderen zien dat, aangezien er voor hen geen hoop is, er voor anderen ook geen hoop is, en ze zijn pas tevreden als ze iedereen hun geloof in God hebben laten opgeven en zich van hun geloof hebben afgekeerd. Hun doel hiermee is: als ik de zegeningen van het koninkrijk van de hemel niet kan ontvangen, hoeven jullie er niet eens van te dromen die te verkrijgen! Wat voor een ellendeling is zo iemand? Is dat geen duivel? Het is een duivel, op weg naar de hel, die ook anderen verbiedt in God te geloven en het koninkrijk van de hemel binnen te gaan; hij marcheert recht op een doodlopende weg af! Iedereen met een beetje geweten en een beetje een Godvrezend hart zou niet zo moeten handelen; als ze werkelijk groot kwaad begaan en worden ontmaskerd, waardoor ze het gevoel hebben geen hoop meer te hebben, zullen ze er nog steeds op gericht zijn anderen te helpen slagen, door anderen oprecht in God te laten geloven en hun voorbeeld niet te volgen. Ze zouden kunnen zeggen: “Ik ben te zwak, mijn vleselijke verlangens zijn sterk en ik ben te zeer aan de wereld gehecht. Dit is mijn eigen schuld; ik verdien het! Blijven jullie oprechte gelovigen; laat je niet door mij beïnvloeden. Tijdens bijeenkomsten zal ik op de uitkijk staan, en als de politie van de grote rode draak het dorp binnenkomt, zal ik jullie waarschuwen.” Iedereen met een greintje menselijkheid zou op zijn minst dit moeten doen, en zou het streven van anderen naar de waarheid niet moeten verstoren. Maar wanneer de dingen niet naar hun zin gaan of wanneer ze zien dat de broeders en zusters op hen neerkijken en afstand van hen nemen, voelen mensen zonder menselijkheid dat God hen heeft onthuld en geëlimineerd, dat ze geen hoop op redding hebben. Wanneer ze zulke ideeën en gedachten koesteren, geven ze het op en worden ze roekeloos, en zonder scrupules uiten ze negativiteit en verstoren ze het kerkleven. Wat voor mensen doen dit? Zijn dat geen duivels? (Ja.) Moet men beleefd zijn tegen mensen die duivels zijn? (Nee.) Hoe moet dit dan worden aangepakt? Je zegt: “Je komt naar bijeenkomsten, maar leest Gods woorden niet en aanvaardt de waarheid niet. Waarvoor ben je hier dan? Om verstoringen te veroorzaken, toch? Je denkt dat je geen hoop op redding hebt; eigenlijk hebben wij ook niet het gevoel dat we veel hoop hebben, maar we streven ernaar. Wij geloven dat God niet partijdig is, dat Hij betrouwbaar is, dat Zijn hart in het redden van mensen oprecht is en dat Zijn hart niet verandert. Zolang er een sprankje hoop is, zullen we niet opgeven. We zullen niet constant negatief zijn en God verkeerd begrijpen zoals jij. Je droomt als je denkt dat je ons kunt verstoren of tegenhouden! Als je koppig volhardt, zo blijft geloven en ons kwaadwillig blijft willen verstoren, neem het ons dan niet kwalijk dat we onbeleefd tegen je zijn. Vanaf vandaag ben je verwijderd; er is geen plaats meer voor jou in de kerk. En nu, wegwezen!” Is het probleem op deze manier niet opgelost? Het is eenvoudig, slechts een paar woorden en ze zijn weggezuiverd. Het is zo makkelijk! Waarom pakken we het zo aan? Omdat de aard-essentie van zulke mensen niet kan veranderen; ze zullen de waarheid niet aanvaarden. Ze denken dat ze geen hoop op redding hebben; God heeft dit niet gezegd, noch de broeders en zusters, en toch bedrijven ze kwaad en veroorzaken ze op deze manier verstoringen. Wat zullen ze doen als ze op een dag echt worden verdreven omdat ze kwaad hebben bedreven en het werk van de kerk hebben verstoord, of als God hen disciplineert omdat ze de waarheid niet nastreven? Zouden ze vijanden van God kunnen worden, zouden ze wraak kunnen zoeken? Dat is heel waarschijnlijk! Het is goed dat zulke mensen worden onthuld voordat ze wandaden kunnen begaan of groot kwaad kunnen doen. Dit is Gods doen; God heeft hen onthuld. Hen nu wegzuiveren is precies goed; andere mensen hebben nog geen verlies geleden. Het op deze manier aanpakken is tijdig en gepast; iedereen krijgt onderscheidingsvermogen en de kwaadaardige mensen worden aangepakt. Hun rol als contrast is naar behoren vervuld.

In wezen zijn dit de verschillende gesteldheden en uitingen van mensen die negativiteit uiten. Wanneer hun verlangen om status, roem en gewin na te jagen niet is vervuld, wanneer God dingen doet die in strijd zijn met hun noties en verbeeldingen, dingen die hun belangen raken, raken ze verstrikt in gevoelens van ongehoorzaamheid en ontevredenheid. En wanneer ze deze gevoelens hebben, beginnen hun gedachten excuses, voorwendsels, rechtvaardigingen, verdedigingen en andere klagende gedachten te produceren. Op dat moment prijzen ze God niet en onderwerpen ze zich niet aan Hem, en nog veel minder zoeken ze de waarheid om zichzelf te kennen; in plaats daarvan strijden ze tegen God met hun noties, verbeeldingen, gedachten en zienswijzen, of met onstuimigheid. En hoe strijden ze tegen God? Ze verspreiden hun gevoelens van ongehoorzaamheid en ontevredenheid, en gebruiken dit om hun gedachten en zienswijzen aan God duidelijk te maken, in een poging God te laten handelen volgens hun wil en hun eisen om hun wensen te bevredigen; alleen dan worden hun gevoelens gesust. God drukt vooral vele waarheden uit om mensen te oordelen en te tuchtigen, om hun verdorven gezindheden te zuiveren, om mensen te redden van de invloed van Satan, en wie weet van hoeveel dromen van mensen om gezegend te worden door deze waarheden de bodem is ingeslagen, waardoor de fantasie om opgenomen te worden in het koninkrijk van de hemel, waar ze dag en nacht op hoopten, aan diggelen is geslagen. Ze willen er alles aan doen om het tij te keren – maar ze zijn machteloos, ze kunnen alleen met negativiteit en wrok in een ramp worden gestort. Ze zijn ongehoorzaam jegens alles wat God heeft geregeld, omdat wat God doet in strijd is met hun noties, belangen en denkwijze. Vooral wanneer de kerk het reinigingswerk doet en veel mensen elimineert, denken deze mensen dat God hen niet redt, dat Hij hen heeft verworpen, dat ze onrechtvaardig worden behandeld, en dus zullen ze zich verenigen om God te tarten; ze zullen ontkennen dat God de waarheid is, de identiteit en essentie van God ontkennen, en de rechtvaardige gezindheid van God ontkennen. Natuurlijk zullen ze ook het feit van Gods soevereiniteit over alle dingen ontkennen. En met welke middelen ontkennen ze dit alles? Door verzet en weerstand. De implicatie is: wat god doet, strookt niet met mijn noties, en dus onderwerp ik me niet, ik geloof niet dat jij de waarheid bent. Ik ga tegen je schreeuwen en zal deze dingen in de kerk en onder de mensen verspreiden! Ik zal zeggen wat ik wil, en het kan me niet schelen wat de gevolgen zijn. Ik heb vrijheid van meningsuiting; je kunt me de mond niet snoeren – ik zeg wat ik wil. Wat kun je doen? Wanneer deze mensen erop staan hun verkeerde gedachten en zienswijzen te uiten, spreken ze dan over hun eigen begrip? Communiceren ze over de waarheid? Absoluut niet. Ze verspreiden negativiteit; ze geven uiting aan ketterijen en drogredenen. Ze proberen niet hun eigen verdorvenheid te kennen of bloot te leggen; ze leggen niet de dingen bloot die ze hebben gedaan die in strijd zijn met de waarheid, noch leggen ze de fouten bloot die ze hebben gemaakt. In plaats daarvan doen ze hun uiterste best om hun fouten te rationaliseren en te verdedigen om te bewijzen dat ze gelijk hebben, en tegelijkertijd trekken ze ook een absurde conclusie en uiten ze negatieve en verwrongen zienswijzen, evenals verdraaide argumenten en ketterijen. Het effect op Gods uitverkorenen in de kerk is dat ze worden misleid en verstoord; het kan sommige mensen zelfs in een staat van negativiteit en verwarring storten. Dit zijn allemaal de nadelige effecten en verstoringen die worden veroorzaakt door mensen die negativiteit uiten. Daarom moeten degenen die negativiteit uiten, samen met hun spraak en gedrag, worden ingeperkt – ze moeten niet worden getolereerd of toegestaan. De kerk zou passende methoden en principes moeten hebben om met deze mensen om te gaan. Enerzijds zouden de broeders en zusters deze mensen en hun negatieve opmerkingen moeten onderscheiden. Anderzijds zou de kerk, wanneer Gods uitverkorenen onderscheidingsvermogen hebben, deze individuen onmiddellijk moeten verwijderen of verdrijven volgens de waarheidsprincipes, om te voorkomen dat meer mensen worden beïnvloed en verstoord. Hiermee besluiten we onze communicatie over de verschillende facetten van het uiten van negativiteit.

C. De principes en paden om negativiteit op te lossen

Mensen bezitten een satanische aard; levend vanuit een satanische gezindheid is het moeilijk om negatieve gesteldheden te vermijden. Vooral wanneer men de waarheid niet begrijpt, is negativiteit een veelvoorkomend verschijnsel. Iedereen heeft momenten van negativiteit; sommigen vaker, sommigen minder vaak, sommigen voor langere periodes en sommigen voor kortere. De gestalte van mensen verschilt, en zo ook hun gesteldheden van negativiteit. Degenen met een grotere gestalte worden alleen enigszins negatief wanneer ze met beproevingen worden geconfronteerd, terwijl degenen met een kleinere gestalte, die de waarheid nog niet begrijpen, niet kunnen onderscheiden wanneer anderen noties verspreiden of absurditeiten debiteren; ze kunnen worden verstoord, beïnvloed en negatief worden. Elk probleem dat zich voordoet kan tot hun negativiteit leiden, zelfs triviale zaken die het vermelden niet waard zijn. Hoe moet dit probleem van frequente negativiteit worden opgelost? Als iemand niet weet hoe hij de waarheid moet zoeken, niet weet hoe hij Gods woorden moet eten en drinken, of tot God moet bidden, dan wordt het zeer problematisch; hij kan alleen vertrouwen op de steun en hulp van de broeders en zusters. Als niemand in staat is te helpen, of als hij geen hulp aanvaardt, kan hij zo negatief blijven dat hij niet kan herstellen en misschien zelfs stopt met geloven. Kijk, het is zeer gevaarlijk voor iemand om altijd noties te hebben en gemakkelijk negatief te worden. Hoe men ook de waarheid met zulke mensen communiceert, ze aanvaarden die niet en houden altijd vol dat hun eigen noties en verbeeldingen correct zijn; het zijn uiterst lastige mensen. Hoe negatief je ook bent, je zou in je hart moeten begrijpen dat het hebben van noties niet betekent dat ze in overeenstemming zijn met de waarheid; het betekent dat er een probleem is in je bevattingsvermogen. Als je enig verstand hebt, zou je deze noties niet moeten verspreiden; dit is het minste wat mensen zouden moeten handhaven. Als je een beetje een Godvrezend hart hebt en kunt toegeven dat je een volgeling van God bent, zou je de waarheid moeten zoeken om je noties op te lossen, je aan de waarheid moeten onderwerpen en vermijden dat je hinder en verstoringen veroorzaakt. Als je dit niet kunt en erop staat noties te verspreiden, dan heb je je verstand verloren; je bent mentaal abnormaal, bezeten door demonen en hebt jezelf niet in de hand. Gedomineerd door demonen, spreek je je uit en verspreid je deze noties, wat er ook gebeurt – er is niets aan te doen, dit is het werk van boze geesten. Als je enig geweten en verstand hebt, zou je dit moeten kunnen doen: geen noties verspreiden en de broeders en zusters niet verstoren. Zelfs als je negatief wordt, zou je geen dingen moeten doen die de broeders en zusters schaden; je zou gewoon je plicht goed moeten doen, doen wat je naar behoren behoort te doen, en ervoor zorgen dat je jezelf niets kunt verwijten – dit is de minimumnorm voor hoe je je hoort te gedragen. Zelfs als je soms negatief bent, maar niets hebt gedaan om grenzen te overschrijden, zal God niet moeilijk doen over je negativiteit. Zolang je geweten en verstand bezit, in staat bent tot God te bidden en op Hem te vertrouwen, en de waarheid zoekt, zul je uiteindelijk de waarheid gaan begrijpen en je ommekeer bewerkstelligen. Als je met belangrijke gebeurtenissen wordt geconfronteerd, zoals ontheven en geëlimineerd worden omdat je als leider geen echt werk doet, en je het gevoel hebt dat er geen hoop op redding is, en negatief wordt – overdreven negatief tot het punt dat je niet kunt herstellen, met het gevoel dat je veroordeeld en vervloekt bent, en je misverstanden en klachten jegens God ontwikkelt – wat moet je dan doen? Dit is heel gemakkelijk aan te pakken: zoek enkele mensen die de waarheid begrijpen om mee te communiceren en te zoeken, en stort je hart uit bij deze mensen. Belangrijker nog, kom voor God om waarheidsgetrouw te bidden over je negativiteit en zwakheid, evenals over enkele van de dingen die je niet begrijpt en niet kunt overwinnen, één voor één – communiceer met God, verberg niets. Als er onuitsprekelijke dingen zijn die je niet aan anderen kunt uiten, is het des te noodzakelijker dat je voor God komt om te bidden. Sommige mensen vragen: “Leidt het spreken met God hierover niet tot veroordeling?” Heb je niet al vele dingen gedaan die tegen God ingaan en Zijn veroordeling verdienen? Waarom je druk maken over dit ene extra ding? Denk je dat als je er niet over spreekt, God het niet zal weten? God weet alles wat je denkt. Je zou openlijk met God moeten communiceren, je hart uitstorten, je problemen en gesteldheden waarheidsgetrouw aan Hem voorleggen. Je zwakheid, opstandigheid en zelfs je klachten kunnen allemaal aan God worden verteld; zelfs als je je hart wilt luchten, is dat prima – God zal dit niet veroordelen. Waarom veroordeelt God dit niet? God kent de gestalte van de mens; zelfs als je niet met Hem spreekt, kent Hij nog steeds je gestalte. Door met God te spreken, is dit enerzijds je kans om jezelf bloot te geven en open te zijn voor God. Anderzijds toont het ook je houding van onderwerping aan God; je laat God op zijn minst zien dat je hart niet voor Hem gesloten is, je bent gewoon zwak en hebt niet genoeg gestalte om deze zaak te overwinnen, dat is alles. Je bent niet van plan je te verzetten; je houding is om je te onderwerpen, het is alleen dat je gestalte te klein is en je deze zaak niet kunt dragen. Wanneer je je hart volledig opent voor God en in staat bent je diepste gedachten met Hem te delen, hoewel wat je zegt zwakheid en klachten kan bevatten – en vooral veel negatieve dingen – is er één ding dat hierin correct is: je erkent dat je een verdorven gezindheid bezit, je erkent dat je een schepsel bent, je ontkent Gods identiteit als de Schepper niet, noch ontken je dat de relatie tussen jou en God die van een schepsel en de Schepper is. Je vertrouwt aan God de dingen toe die je het moeilijkst vindt om te overwinnen, de dingen die je het zwakst maken, en je vertelt God al je diepste gevoelens – dit toont je houding. Sommige mensen zeggen: “Ik heb eenmaal tot God gebeden, en het heeft mijn negativiteit niet opgelost. Ik kan het nog steeds niet overwinnen.” Dat geeft niet; je hoeft alleen maar ernstig de waarheid te zoeken. Ongeacht hoeveel je begrijpt, God zal je geleidelijk sterken, en je zult niet langer zo zwak zijn als in het begin. Hoeveel zwakheid en negativiteit je ook hebt, of hoeveel klachten en negatieve emoties je ook hebt, spreek met God; behandel God niet als een buitenstaander. Voor wie je ook dingen verbergt, verberg niets voor God, want God is je enige toeverlaat en ook je enige redding. Alleen door voor God te komen kunnen deze problemen worden opgelost; vertrouwen op mensen is nutteloos. Daarom zijn degenen die, wanneer ze met negativiteit en zwakheid worden geconfronteerd, voor God komen en op Hem vertrouwen, het slimst. Alleen dwaze en koppige mensen nemen nog meer afstand van God, wanneer ze met belangrijke en kritieke gebeurtenissen worden geconfronteerd en hun hart bij God moeten uitstorten, en vermijden Hem nog meer, terwijl ze in hun eigen gedachten plannen smeden. En wat is het resultaat van al dit gesmeed? Hun negativiteit en klachten slaan om in verzet, en verzet slaat om in weerstand en geschreeuw tegen God; deze mensen worden volkomen onverzoenlijk met God en hun relatie met God wordt volledig verbroken. Wanneer je echter met zulke negativiteit en zwakheid wordt geconfronteerd, als je kunt kiezen om nog steeds voor God te komen om de waarheid te zoeken, en ervoor kiest je te onderwerpen aan Gods orkestraties en regelingen, en je een oprecht onderworpen houding aanneemt, dan zal God, ziende dat je je nog steeds oprecht aan Hem wilt onderwerpen, zelfs wanneer je negatief en zwak bent, weten hoe Hij je moet begeleiden, en je uit je negativiteit en zwakheid leiden. Wanneer je deze ervaringen hebt gehad, zul je een waar geloof in God ontwikkelen. Je zult voelen dat, ongeacht welke moeilijkheden je ondervindt, zolang je God zoekt en op Hem wacht, Hij ongemerkt een uitweg voor je zal regelen, waardoor je kunt zien dat, zonder dat je het zelfs maar beseft had, situaties zijn veranderd, waardoor je niet langer zwak maar sterk bent, en je geloof in God toeneemt. Wanneer je over deze gebeurtenissen nadenkt, zul je voelen hoe kinderachtig je zwakheid destijds was. In feite zijn mensen precies zo kinderachtig, en zonder Gods steun zouden ze nooit hun kinderachtigheid en onwetendheid ontgroeien. Alleen door geleidelijk Gods soevereiniteit te aanvaarden en je eraan te onderwerpen in het proces van het ervaren van deze dingen, door deze feiten positief en actief onder ogen te zien, principes te zoeken, Gods bedoelingen te zoeken, niet langer God te vermijden of afstand van Hem te nemen, noch opstandig te zijn jegens God, maar steeds onderworpener te worden, met steeds minder opstandigheid, steeds dichter bij God te komen en steeds beter in staat te zijn je aan God te onderwerpen – alleen door zo te ervaren, groeit en rijpt iemands leven geleidelijk, en groeit het volledig uit tot de gestalte van een volwassene.

Hoe moet men negatieve gesteldheden behandelen en oplossen? Negativiteit hoeft niet gevreesd te worden; de sleutel is om verstand te hebben. Is het niet gemakkelijk voor iemand om dwaas te handelen wanneer hij constant negatief is? Wanneer iemand negatief is, klaagt hij alleen maar of geeft het op, en spreekt en handelt hij zonder enig verstand – beïnvloedt dit niet het vervullen van zijn plicht? Als iemand kan bezwijken voor wanhoop en kan verslappen in negativiteit, is dat dan geen verraad aan God? Ernstige negativiteit is als het hebben van een psychische aandoening, het lijkt enigszins op bezeten zijn door demonen; het is een gebrek aan verstand. De waarheid niet zoeken voor oplossingen is inderdaad gevaarlijk. Wanneer mensen negatief zijn, als het hun volledig aan een Godvrezend hart ontbreekt, zullen ze gemakkelijk hun verstand verliezen; ze zullen overal hun negativiteit, ontevredenheid en noties verspreiden. Dit is God opzettelijk tegenwerken en kan maar al te gemakkelijk het werk van de kerk verstoren en hinderen, een gevolg dat te vreselijk is om over na te denken, en ze zouden heel goed door God verworpen kunnen worden. Echter, als iemand in zijn negativiteit in staat is de waarheid te zoeken, een Godvrezend hart behoudt, niet negatief spreekt, noch zijn eigen negativiteit en noties verspreidt, en zijn geloof in God en een onderworpen houding jegens Hem behoudt, kan zo’n persoon gemakkelijk uit de negativiteit komen. Iedereen heeft momenten van negativiteit; ze variëren alleen in intensiteit, duur en redenen. Sommige mensen zijn over het algemeen niet negatief, maar worden dat wanneer ze ergens in falen of over struikelen; anderen kunnen negatief worden over triviale zaken, zelfs als het slechts iets is wat iemand zegt waardoor hun trots gekrenkt wordt. En sommigen worden negatief over licht ongunstige omstandigheden. Begrijpen zulke mensen hoe ze moeten leven? Hebben ze inzicht? Bezitten ze de ruimdenkendheid en grootmoedigheid van een normaal mens? Nee. Ongeacht de omstandigheden, zolang iemand binnen zijn verdorven gezindheden leeft, zal hij vaak in negatieve gesteldheden vervallen. Natuurlijk, als een persoon de waarheid begrijpt en dingen kan doorzien, zullen zijn negatieve gesteldheden steeds zeldzamer worden en zal zijn negativiteit geleidelijk verdwijnen naarmate zijn gestalte groeit, om uiteindelijk volledig te verdwijnen. Degenen die niet van de waarheid houden, die de waarheid helemaal niet aanvaarden, zullen een toenemend aantal negatieve emoties, negatieve gesteldheden en negatieve gedachten en houdingen hebben, die ernstiger zullen worden naarmate ze zich opstapelen, en wanneer deze dingen hen eenmaal overweldigen, zullen ze niet in staat zijn te herstellen, wat zeer gevaarlijk is. Daarom is het cruciaal om negativiteit tijdig op te lossen. Om negativiteit op te lossen, moet je proactief de waarheid zoeken; het lezen en overdenken van Gods woorden terwijl je een staat van stilte in Zijn aanwezigheid handhaaft, zal leiden tot het verkrijgen van verlichting en illuminatie, waardoor je de waarheid kan begrijpen en de essentie van negativiteit kan doorzien, en zo het probleem van negativiteit kan oplossen. Als je je nog steeds vastklampt aan je eigen noties en redenen, dan ben je uiterst dwaas en zul je sterven door je dwaasheid en onwetendheid. Hoe dan ook, het oplossen van negativiteit moet proactief zijn, niet passief. Sommige mensen denken dat wanneer negativiteit opkomt, ze die gewoon moeten negeren; wanneer ze zich weer gelukkig voelen, zal hun negativiteit vanzelf in vreugde zijn veranderd. Dit is een fantasie; zonder de waarheid te zoeken of te aanvaarden, zal negativiteit zichzelf niet automatisch verwijderen. Zelfs als je het vergeet en niets in je hart voelt, betekent dit niet dat de hoofdoorzaak van je negativiteit is opgelost. Zodra de juiste omstandigheden zich voordoen, zal het weer oplaaien, wat een veelvoorkomend verschijnsel is. Als je slim bent en verstand hebt, zou je onmiddellijk de waarheid moeten zoeken wanneer negativiteit opkomt en de methode van het aanvaarden van de waarheid moeten gebruiken om het op te lossen, en zo het probleem van negativiteit bij de wortel aanpakken. Allen die vaak negatief zijn, zijn dat omdat ze de waarheid niet kunnen aanvaarden. Als je de waarheid niet aanvaardt, zal negativiteit zich als een duivel aan je vastklampen. Die maakt dat je voortdurend negatief bent en zorgt ervoor dat je gevoelens van ongehoorzaamheid, ontevredenheid en rancune jegens God ontwikkelt, totdat je merkt dat je je verzet, strijdt en schreeuwt tegen God – dan heb je het einde bereikt en zal je lelijke gezicht worden blootgelegd. Mensen beginnen je bloot te leggen, je te ontleden en je te typeren, en pas nu, geconfronteerd met de grimmige realiteit, beginnen je tranen te vloeien; dit is het moment dat je instort en je in wanhoop op je borst begint te slaan – wacht dan maar tot je Gods straf aanvaardt! Negativiteit verzwakt niet alleen mensen, maar het zorgt er ook voor dat ze klagen over God, God oordelen, God ontkennen en zelfs rechtstreeks tegen God strijden en schreeuwen. Dus als de oplossing van iemands negativiteit wordt uitgesteld, zijn de gevolgen zeer ernstig wanneer hij eenmaal godslasterlijke woorden uit en Gods gezindheid beledigt. Als je in negativiteit vervalt en klachten koestert vanwege een enkele gebeurtenis, een zin, of een gedachte of zienswijze, toont dit aan dat je begrip van de zaak verwrongen is, en dat je er noties en verbeeldingen over hebt; je opvattingen over deze zaak zijn zeker niet in overeenstemming met de waarheid. Op dit punt moet je de waarheid zoeken en het op de juiste wijze onder ogen zien, en ernaar streven deze foutieve noties en ideeën zo snel mogelijk te corrigeren, en jezelf niet door deze noties te laten binden en misleiden tot een gesteldheid van ongehoorzaamheid, ontevredenheid en rancune jegens God. Het is van cruciaal belang om negativiteit tijdig op te lossen, en het is ook heel belangrijk om het volledig op te lossen. Natuurlijk is de beste manier om negativiteit op te lossen de waarheid te zoeken, Gods woorden meer te lezen en voor God te komen om Zijn verlichting te zoeken. Soms kun je je gedachten en zienswijzen misschien tijdelijk niet omkeren, maar je zou op zijn minst moeten weten dat je fout zit en dat deze gedachten van jou verwrongen zijn. Op deze manier zal het minimale resultaat zijn dat deze foutieve gedachten en zienswijzen je trouw in het vervullen van je plicht niet zullen beïnvloeden, je relatie met God niet zullen beïnvloeden, en je komen voor God om je hart te openen en te bidden niet zullen beïnvloeden – dit is op zijn minst het resultaat dat moet worden bereikt. Wanneer je wordt overspoeld door negativiteit en ongehoorzaam en ontevreden bent, en je klachten jegens God koestert maar de waarheid niet wilt zoeken voor een oplossing, denkend dat je relatie met God normaal is terwijl je hart in feite ver van God is en je niet langer Zijn woorden wilt lezen of wilt bidden, is het probleem dan niet ernstig geworden? Je zegt: “Hoe negatief ik ook ben, het vervullen van mijn plicht is niet belemmerd en ik heb mijn werk niet opgegeven. Ik ben trouw!” Kloppen deze woorden? Als je vaak negatief bent, is het geen kwestie van een verdorven gezindheid; er zijn ernstigere problemen: je hebt noties over God, begrijpt Hem verkeerd en hebt barrières tussen jezelf en God gecreëerd. Als je de waarheid niet zoekt om dit op te lossen, is het zeer gevaarlijk. Hoe kan iemand ervoor zorgen dat hij zijn plicht trouw tot het einde en zonder plichtmatigheid vervult als hij vaak negatief is? Kan negativiteit zomaar weggaan of vanzelf verdwijnen als ze niet wordt opgelost? Als iemand niet tijdig de waarheid zoekt voor een oplossing, zal de negativiteit zich verder ontwikkelen en alleen maar erger worden. De gevolgen die het veroorzaakt, zullen alleen maar schadelijker worden. Ze zullen zich absoluut niet in een positieve richting ontwikkelen, maar alleen in een nadelige richting groeien. Daarom moet je, wanneer negativiteit opkomt, snel de waarheid zoeken om die op te lossen; alleen dit zorgt ervoor dat je in staat bent je plichten goed te doen. Het oplossen van negativiteit is cruciaal, en het kan niet worden uitgesteld!

26 juni 2021

Vorige: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (16)

Volgende: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (19)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger