Alleen door pijnlijke beproevingen te ervaren, kun je de liefelijkheid van God kennen
Hoeveel precies heb jij God vandaag lief? En hoeveel precies weet je van alles wat God in je heeft gedaan? Dit zijn de dingen die je moet leren. Wanneer God op aarde aankomt, is de bedoeling van alles wat Hij in de mens heeft gedaan en de mens heeft toegestaan te zien, dat de mens Hem zal liefhebben en Hem werkelijk zal kennen. Dat de mens in staat is om voor God te lijden en in staat is geweest om zover te komen, komt in één opzicht door Gods liefde en in een ander opzicht door Gods redding; bovendien komt het door het oordeel en het werk van tuchtiging dat God in de mens heeft uitgevoerd. Als jullie zonder het oordeel, de tuchtiging en de beproevingen van God zijn en als God jullie niet heeft laten lijden, dan houden jullie, in alle eerlijkheid, niet echt van God. Hoe groter Gods werk in de mens en hoe groter het lijden van de mens, des te duidelijker het is hoe zinvol Gods werk is, en des te meer het hart van de mens in staat is om echt van God te houden. Hoe leer je hoe je God moet liefhebben? Als er geen sprake was van pijniging en loutering, van pijnlijke beproevingen – en als bovendien niet alles wat God aan de mens gaf gratie, liefde en genade was – zou je dan een punt kunnen bereiken van ware liefde voor God? Aan de ene kant leert de mens tijdens Gods beproevingen zijn tekortkomingen kennen en leert hij zien dat hij onbetekenend, verachtelijk en nederig is, dat hij niets heeft en niets is; aan de andere kant creëert God tijdens Zijn beproevingen verschillende omgevingen voor de mens die de mens beter in staat stellen om de liefelijkheid van God te ervaren. Hoewel de pijn groot en soms onoverkomelijk is, en zelfs het niveau bereikt van verpletterend verdriet, ziet de mens, na dit ervaren te hebben, hoe liefdevol Gods werk in hem is en alleen op deze basis is ware liefde voor God in de mens geboren. Vandaag de dag ziet de mens dat hij met slechts de genade, liefde en barmhartigheid van God niet in staat is om zichzelf echt te kennen, laat staan om het wezen van de mens te kennen. Alleen door zowel de loutering als het oordeel van God, en tijdens het proces van loutering zelf, kan de mens zijn tekortkomingen kennen en weten dat hij niets heeft. De liefde van de mens voor God is dus gebouwd op het fundament van de loutering en het oordeel van God. Als je alleen geniet van de genade van God, en een vreedzaam gezinsleven of materiële zegeningen hebt, dan heb je God niet gewonnen en kan je geloof in God niet als succesvol worden beschouwd. God heeft reeds één fase van het werk van genade in het vlees uitgevoerd en heeft reeds materiële zegeningen aan de mens gegeven, maar de mens kan niet slechts met genade, liefde en barmhartigheid vervolmaakt worden. In de ervaringen van de mens ontmoet hij een deel van Gods liefde en ziet de liefde en genade van God, maar na dit gedurende een tijdsbestek ervaren te hebben, ziet hij dat Gods genade en Zijn liefde en barmhartigheid niet in staat zijn om de mens te vervolmaken, niet in staat zijn om datgene te onthullen wat verdorven is in de mens, en niet in staat zijn om de mens te ontdoen van zijn verdorven gezindheid, of om zijn liefde en geloof te vervolmaken. Gods werk van genade was het werk van één periode, en de mens kan zich niet verlaten op het genieten van Gods genade om zodoende God te kennen.
Op welke manier wordt Gods vervolmaking van de mens bereikt? Deze wordt bereikt door Zijn rechtvaardige gezindheid. Gods gezindheid bestaat in de eerste plaats uit rechtvaardigheid, toorn, majesteit, oordeel en vloek, en Hij vervolmaakt de mens voornamelijk door middel van Zijn oordeel. Sommige mensen begrijpen het niet en vragen waarom het is dat God alleen in staat is om de mens volmaakt te maken door oordeel en vloek. Ze zeggen: “Als God de mens zou vervloeken, zou de mens dan niet sterven? Als God over de mens zou oordelen, zou de mens dan niet veroordeeld worden? Hoe kan hij dan nog steeds volmaakt worden gemaakt?” Dat zijn de woorden van mensen die het werk van God niet kennen. Wat God vervloekt is de ongehoorzaamheid van de mens en waar Hij over oordeelt zijn de zonden van de mens. Hoewel Hij hardvochtig en onverbiddelijk spreekt, openbaart Hij alles wat zich in de mens bevindt. Met deze strenge woorden openbaart Hij dat wat wezenlijk is in de mens, maar door een dergelijk oordeel geeft Hij de mens diepgaande kennis van het wezenlijke van het vlees en aldus onderwerpt de mens zich aan God. Het vlees van de mens is van de zonde en van Satan, het is ongehoorzaam en het is het onderwerp van Gods tuchtiging. Om de mens zichzelf te laten kennen, moeten de woorden van Gods oordeel hem daarom overkomen en moet elke vorm van loutering worden toegepast; alleen dan kan Gods werk effectief zijn.
Uit de door God gesproken woorden blijkt dat Hij het vlees van de mens reeds heeft veroordeeld. Zijn deze woorden dan geen woorden van vervloeking? De woorden die door God worden gesproken onthullen de ware aard van de mens, en middels zo’n onthulling wordt er over hem geoordeeld. Wanneer hij ziet dat hij niet in staat is Gods wil tevreden te stellen, voelt hij innerlijk verdriet en spijt, voelt hij dat hij zo veel verschuldigd is aan God en niet aan Gods wil kan voldoen. Er zijn tijden dat de Heilige Geest je van binnenuit disciplineert; deze discipline komt van Gods oordeel. Er zijn tijden dat God je verwijten maakt en Zijn aangezicht voor je verbergt, dat Hij geen acht op je slaat, niet in je werkt en je geluidloos tuchtigt om je te louteren. Gods werk in de mens is in de eerste plaats om Zijn rechtvaardige gezindheid duidelijk te maken. Welke getuigenis legt de mens uiteindelijk aan God af? De mens getuigt dat God de rechtvaardige God is, dat Zijn gezindheid rechtvaardigheid, toorn, tuchtiging en oordeel is. De mens getuigt van de rechtvaardige gezindheid van God. God gebruikt Zijn oordeel om de mens volmaakt te maken, Hij heeft de mens liefgehad en de mens gered, maar hoeveel is er vervat in Zijn liefde? Er is oordeel, majesteit, toorn en vloek. Hoewel God de mens in het verleden heeft vervloekt, heeft Hij de mens niet volledig in de put van de afgrond geworpen, maar heeft Hij dat middel gebruikt om het geloof van de mens te louteren; Hij heeft de mens niet ter dood gebracht, maar heeft gehandeld om zodoende de mens volmaakt te maken. Het wezenlijke van het vlees is dat wat van Satan is – God zei het precies goed – maar de door God uitgevoerde feiten zijn niet voltooid volgens Zijn woorden. Hij vervloekt je zodat je Hem kunt liefhebben en het wezenlijke van het vlees kunt kennen. Hij tuchtigt je zodat je kunt ontwaken, om je in staat te stellen de tekortkomingen in jezelf te kennen en de volslagen onwaardigheid van de mens te kennen. Gods vervloekingen, Zijn oordeel, Zijn majesteit en toorn, zijn daarom allemaal bedoeld om de mens volmaakt te maken. Alles wat God vandaag de dag doet en de rechtvaardige gezindheid die Hij in jullie duidelijk maakt, is allemaal om de mens te vervolmaken. Zo is de liefde van God.
Volgens de traditionele opvattingen van de mens, gelooft hij dat Gods liefde Zijn genade, barmhartigheid en sympathie voor de zwakheid van de mens inhoudt. Hoewel deze dingen ook de liefde van God zijn, zijn ze te eenzijdig en vormen ze niet het primaire middel waarmee God de mens volmaakt maakt. Sommige mensen beginnen wegens ziekte in God te geloven. Deze ziekte is Gods genade voor jou; zonder de ziekte zou je niet in God geloven en als je niet in God geloofde, zou je niet zo ver zijn gekomen. Zodoende is zelfs deze genade de liefde van God. In de tijd van het geloof in Jezus deden mensen veel dat niet geliefd was door God omdat ze de waarheid niet begrepen, maar God heeft liefde en genade en Hij heeft de mens tot hier gebracht. Hoewel de mens niets begrijpt, staat God de mens toch toe om Hem te volgen en heeft Hij de mens bovendien het heden binnengeleid. Is dit niet de liefde van God? Wat geopenbaard wordt in Gods gezindheid is de liefde van God – dit is absoluut juist! Toen de bouw van de kerk zijn hoogtepunt bereikte, voerde God de stap van het werk van de dienstdoeners uit en wierp de mens in de put van de afgrond. De woorden van de tijd van de dienstdoeners waren allemaal vervloekingen: de vervloekingen van je vlees, de vervloekingen van je verdorven satanische gezindheid en de vervloekingen van de dingen over jou die niet aan Gods wil voldoen. Het werk dat door God in die stap werd uitgevoerd, manifesteerde zich als majesteit. Kort daarna voerde God de stap van het werk van tuchtiging uit, en toen kwam de beproeving van de dood. In dergelijk werk zag de mens de toorn, de majesteit, het oordeel en de tuchtiging van God, maar hij zag ook Gods genade, Zijn liefde en Zijn barmhartigheid. Alles wat God deed en alles wat zich manifesteerde als Zijn gezindheid, was Gods liefde voor de mens, en alles wat God deed maakte het mogelijk om aan de behoeften van de mens te voldoen. Hij deed het om zodoende de mens volmaakt te maken en Hij voorzag de mens in overeenstemming met diens gestalte. Als God dit niet had gedaan, zou de mens niet in staat zijn om voor God te verschijnen en geen enkele manier hebben om het ware gezicht van God te kennen. Vanaf het moment dat de mens voor het eerst in God begon te geloven tot nu toe, heeft God de mens geleidelijk aan voorzien in overeenstemming met de gestalte van de mens, zodat de mens Hem innerlijk geleidelijk aan heeft leren kennen. Pas in het heden aangekomen begrijpt de mens hoe geweldig het oordeel van God is. De stap van het werk van de dienstdoeners was de eerste instantie van het werk van vervloeking vanaf de schepping tot het heden. De mens was vervloekt tot de put van de afgrond. Als God dat niet had gedaan, zou de mens tegenwoordig geen ware kennis van God hebben. Het was alleen door de vloek van God dat de mens officieel op Zijn gezindheid stuitte. Door de beproeving van de dienstdoeners werd de mens ontmaskerd. Hij zag dat zijn loyaliteit onaanvaardbaar was, dat zijn gestalte te klein was, dat hij niet in staat was om Gods wil tevreden te stellen en dat zijn beweringen dat hij God te allen tijde tevreden stelde niets meer waren dan woorden. Hoewel God de mens vervloekte tijdens de stap van het werk van de dienstdoeners, was die stap van Gods werk geweldig, achteraf gezien. Het bracht een grote ommekeer voor de mens teweeg en een grote verandering in z’n levensgezindheid. Vóór de tijd van de dienstdoeners begreep de mens niets van het najagen van het leven, van wat het betekent om in God te geloven, of van de wijsheid van Gods werk, noch begreep hij dat Gods werk de mens kan beproeven. Vanaf de tijd van de dienstdoeners tot tegenwoordig ziet de mens hoe wonderbaarlijk het werk van God is: het is ondoorgrondelijk voor de mens. De mens kan zich met zijn hersenen niet voorstellen hoe God werkt en ziet ook hoe klein zijn gestalte is en dat te veel van hem ongehoorzaam is. Toen God de mens vervloekte, was dat om een effect te bereiken en heeft Hij de mens niet ter dood gebracht. Hoewel Hij de mens vervloekte, deed Hij dat met woorden; Zijn vervloekingen overkwamen de mens niet echt, want wat God vervloekte was de ongehoorzaamheid van de mens. Zodoende waren de woorden van Zijn vervloekingen ook gesproken om de mens volmaakt te maken. Of God nu over de mens oordeelt of hem vervloekt, beide maken de mens volmaakt: beide zijn om datgene wat onzuiver is in de mens volmaakt te maken. Op deze manier wordt de mens gelouterd en wordt datgene wat er aan de mens ontbreekt volmaakt gemaakt door Zijn woorden en werk. Elke stap van Gods werk, of het nu gaat om hardvochtige woorden of oordeel of tuchtiging, vervolmaakt de mens en is absoluut passend. Door de eeuwen heen heeft God nooit werk gedaan zoals dit. Heden werkt Hij in jullie, zodat jullie Zijn wijsheid waarderen. Hoewel jullie van binnen wat pijn hebben geleden, voelen jullie je in je hart standvastig en in vrede. Het is jullie zegen om te kunnen genieten van deze fase van het werk van God. Ongeacht wat jullie in de toekomst kunnen bereiken, is alles liefde wat jullie vandaag de dag zien van Gods werk in jullie. Als de mens Gods oordeel en loutering niet ervaart, zullen zijn daden en vurigheid altijd oppervlakkig blijven en zal zijn gezindheid altijd onveranderd blijven. Telt dit als door God gewonnen zijn? Hoewel er nog steeds veel is dat arrogant en verwaand is in de mens, is de gezindheid van de mens tegenwoordig veel stabieler dan voorheen. Het behandelen van jou door God, is om je te redden en hoewel je op dat moment misschien wat pijn voelt, zal de dag komen dat er een verandering in je gezindheid optreedt. Op dat moment zul je terugkijken en zien hoe wijs het werk van God is. Op dat moment zul je in staat zijn Gods wil werkelijk te begrijpen. Tegenwoordig zijn er mensen die zeggen dat ze Gods wil begrijpen, maar dat is niet al te realistisch. In feite spreken ze onwaarheden, omdat ze op dit moment nog moeten begrijpen of het de wil van God is om de mens te redden of om de mens te vervloeken. Misschien kun je het nu niet duidelijk zien, maar de dag zal komen waarop je ziet dat de dag van Gods verheerlijking is aangebroken, en waarop je ziet hoe betekenisvol het is om God lief te hebben, zodat je het menselijk leven zult leren kennen en je vlees zal leven in de wereld van de liefde voor God, zodat je geest zal worden bevrijd, je leven vol vreugde zal zijn en je altijd dicht bij God zult zijn en altijd naar Hem zult kijken. Op dat moment zul je echt weten hoe waardevol het werk van God vandaag de dag is.
Tegenwoordig hebben de meeste mensen die kennis niet. Ze geloven dat het lijden zonder waarde is, ze worden verworpen door de wereld, hun leven thuis is in moeilijkheden, ze zijn niet geliefd door God en hun vooruitzichten zijn somber. Het lijden van sommige mensen bereikt een hoogtepunt en hun gedachten keren zich tot de dood. Dit is geen ware liefde voor God. Zulke mensen zijn lafaards, ze hebben geen doorzettingsvermogen, ze zijn zwak en machteloos! God verlangt ernaar dat de mens Hem liefheeft, maar hoe meer de mens Hem liefheeft, hoe groter het lijden van de mens is en hoe meer de mens Hem liefheeft, hoe zwaarder de beproevingen van de mens zijn. Als je Hem liefhebt, zal elke vorm van lijden je overkomen en als je Hem niet liefhebt, zal misschien alles soepel voor je verlopen en alles vredig om je heen zijn. Wanneer je God liefhebt, zul je voelen dat er veel om je heen onoverkomelijk is, en omdat je gestalte te klein is, zul je gelouterd worden. Bovendien zul je niet in staat zijn om God tevreden te stellen en zul je altijd het gevoel hebben dat Gods wil te verheven is, dat deze buiten het bereik van de mens ligt. Vanwege dit alles zul je worden gelouterd – omdat er veel zwakheid in je is en veel dat niet in staat is om aan de wil van God te voldoen, zul je vanbinnen gelouterd worden. Toch moeten jullie duidelijk zien dat zuivering alleen wordt bereikt door loutering. Dus moeten jullie tijdens deze laatste dagen een getuigenis aan God afleggen. Ongeacht hoe groot jullie lijden is, moeten jullie tot het laatste toe lopen, en zelfs bij jullie laatste ademhaling moeten jullie nog steeds trouw zijn aan God en van de genade van God afhangen; alleen dit is God echt liefhebben en alleen dit is de sterke en klinkende getuigenis. Wanneer Satan je verzoekt, moet je zeggen: “Mijn hart behoort God toe en God heeft me al gewonnen. Ik kan je niet tevredenstellen – ik moet alles inzetten om God tevreden te stellen.” Hoe meer je God tevredenstelt, des te meer God je zegent en des te groter de kracht van je liefde voor God. Eveneens zul je op die manier geloof en vastberadenheid hebben, en voelen dat niets waardiger of beduidender is dan een leven in dienst van het liefhebben van God. Men kan zeggen dat de mens alleen maar God hoeft lief te hebben om zonder verdriet te zijn. Hoewel er tijden zijn waarin je vlees zwak is en er vele echte problemen op je afkomen, zul je in deze tijden echt op God vertrouwen; in je geest zul je worden getroost, je zult zekerheid voelen en voelen dat je iets hebt waarop je kunt vertrouwen. Op deze manier zul je vele omgevingen de baas kunnen en zul je dus niet klagen over God vanwege de angst waaraan je lijdt. In plaats daarvan zul je willen zingen, dansen en bidden, samenkomen en communiceren, en aan God willen denken. Je zult voelen dat alle mensen, zaken en dingen om je heen die door God zijn georganiseerd passend zijn. Als je God niet liefhebt, zal alles waar je naar kijkt je irriteren, niets zal plezierig zijn in je ogen. In je geest zul je niet vrij zijn maar onderdrukt, je hart zal altijd klagen over God en je zult altijd het gevoel hebben dat je zoveel kwelling ondergaat en dat dit zo onrechtvaardig is. Als je niet streeft omwille van geluk, maar om God tevreden te stellen en niet te worden beschuldigd door Satan, dan zal een dergelijk streven je grote kracht geven om God lief te hebben. De mens is in staat om alles uit te voeren wat door God wordt uitgesproken, en alles wat hij doet is in staat om God tevreden te stellen. Dit is wat het betekent om werkelijkheid te hebben. Het streven naar de tevredenheid van God, is je liefde voor God gebruiken om Zijn woorden in praktijk te brengen. Ongeacht de tijd – zelfs als anderen zonder kracht zijn – is er binnen in jou nog steeds een hart dat God liefheeft, dat diep smacht naar God en God mist. Dit is een ware gestalte. Hoe groot je gestalte precies is, hangt af van hoe groot je liefde voor God is, of je in staat bent om standvastig te zijn wanneer je op de proef wordt gesteld, of je zwak bent wanneer een bepaalde omgeving je overkomt en of je standvastig kunt zijn wanneer je broeders en zusters je afwijzen. De komst van de feiten zal aantonen hoe het precies zit met jouw liefde voor God. Veel van Gods werk laat zien dat God echt van de mens houdt, hoewel de ogen van de menselijke geest nog volledig geopend moeten worden en hij niet in staat is om veel te zien van het werk van God, van de wil van God en van de vele dingen die liefelijk zijn aan God. De mens heeft te weinig ware liefde voor God. Je hebt al deze tijd in God geloofd, en tegenwoordig heeft God alle ontsnappingsmogelijkheden afgesneden. Realistisch gesproken heb je geen andere keuze dan het juiste pad te nemen, het juiste pad waarop je bent geleid door het harde oordeel en de opperste redding van God. Pas na het ervaren van ontbering en loutering weet de mens dat God liefelijk is. De ervaring tot aan tegenwoordig staat het toe te zeggen dat de mens een deel van Gods liefelijkheid heeft leren kennen, maar dit is nog steeds niet genoeg, omdat de mens zoveel tekortschiet. De mens moet meer van Gods wonderbaarlijke werk ervaren en meer van al de door God mogelijk gemaakte loutering door lijden. Alleen dan kan de levensgezindheid van de mens worden veranderd.